Categorieën
Afrikareis

De zwiep van de slinger

(Pemba, km 31055 )
Er ligt een eiland voor de kust van Mozambique, waar een lange, dunne brug (absoluut eenrichtingsverkeer) naar toe gaat. Vroeger was dit het machtscentrum van de Portugese overheersers. Vasco da Gamma is er aan land gekomen, de Portugese koning had er zijn eigen buitenverblijf. Het wemelde er van de Arabaische handelaars op doorreis naar India en Europa en in het fort wachtten duizenden slaven op hun schip naar hun nieuwe meester.

Nu is Ilha de Mozambique een spookeiland.
Het is nog het meest bekend om zijn musiro, een zelfgemaakte schoonheidscreme waardoor de vrouwen er rondlopen met witgekalkte gezichten. De kinderen van de vissers spelen tussen de ruines van de enorme koloniale gebouwen en alleen de grote groene moskee is nog in gebruik. Uit de muren van de kerken groeien bomen. Overal zijn klokken – en al die klokken staan stil.

Woestewolf

Ik moet steeds denken aan het boek De vloek van Woestewolf. Daar staat in de ruïne van het kasteel de klok ook stil. Maar als je de slinger van die klok een zwiep geeft, komt het verleden weer tot leven, precies waar het ooit is opgehouden. De balzaal vult zich met dames in fraaie jurken, de oude tafels staan ineens vol met het heerlijkste eten, lakeien lopen af en aan.
Precies zo kan je je voorstellen dat Ilha de Mozambique elk moment kan ontwaken. Het reusachtige ziekenhuis – nu nog maar voor een tiende in gebruik- ligt ineens vol matrozen met scheurbuik. De kerkklokken beginnen overal te luiden en in zijn donkerroze paleis laat de Portugese gouverneur de wijn inschenken voor zijn gasten. Buiten echoën de snelle voetstappen van de Arabieren door de smalle straatjes en vanuit het fort weerklinkt het geweeklaag van de ongelukkigen.

Verjaardag

In al die drukte kan het natuurlijk heel goed gebeuren dat een bepaalde baardige bisschop aan de deur klopt om kadootjes te brengen – dit tot grote opwinding van Dunya en niet veel minder van Bloem en Chaia. Later drinken we Zuidafrikaanse chardonnnay en eten vers mango-ijs om Ilco’s verjaardag te vieren. We slapen in een oud Arabisch palacio dat door een slimme Italiaan stijlvol is opgeknapt en zitten urenlang op ons eigen dakterras waar je aan twee kanten de zee ziet – en ’s nachts de enorme sterrenhemel.
Maar dan slaat de klok twaalf en het eiland vergruizelt weer tot de vervallen ruïne die het nu is. We zijn ineens gewoon hotelgasten die de verjaardagstaart nog moeten afrekenen en snel pakken we onze tassen in en zetten ze in Zeerover. Daar gaan we weer, de lange brug over, en verder, langs de eindeloze kust van Afrika. De tijd reist met ons mee.

Categorieën
Afrikareis

Over de bergen

(Nampula, km 30724) Hoe klinkt een trompetterende olifant?
Jarenlang doen wij dit familiespel: wie kan het beste een olifant nadoen. Probeer het maar eens, het is moeilijker dan je denkt.
In het enige wildpark van Malawi lopen jonge mannetjesolifanten dwars door het kamp. Overal ligt olifantenpoep. De bewakers proberen ze ’s nachts weg te jagen, we worden regelmatig wakker van het boze getrompetter. Na een paar keer weten we eindelijk precies hoe het klinkt: een combinatie van een tentrits die wordt dichtgetrokken en een voorbijrazende formule 1 racewagen

Maar Malawi is vooral het Malawi-meer, zo groot als een zee, zo zoet als kraanwater en zo koel als een zwembad. Je kunt er in roeien en snorkelen met kleine felgekleurde visjes. En zwemmen natuurlijk. Als ik hier zou wonen, zou ik enorm gespierde armen krijgen en verbluffend slank worden van al dat baantjes trekken. Om me heen zijn rode bergen, een paar vissers in kano’s en af en toe wat lemen hutjes op het strand. In de lucht klinkt de lokroep van de visarend. Dit is mijn totemdier, nu weet ik het zeker. Zo door de lucht te zeilen, sterk en eindeloos. Vrij.

Heimwee

De hele week reizen we samen met onze Nederlandse vrienden, Liesje en Francois, maar nu scheiden onze wegen. Zij gaan terug naar Nederland, na bijna een jaar Afrika, wij hebben nog een jaar te gaan.
Als ik hen zie vertrekken, bevangt mij, voor het eerst sinds lange tijd, een zweem van heimwee. Het zijn flarden Nederland die ik mis: de lege meren bij Holysloot, glinsterende kerstjurkjes in de Bijenkorf, de veilige cocon van een schoolplein, een huis dat ruikt naar versgebakken taart. En nog meer: de eerste vrieskou boven de weilanden, een geweldige film zien, met een goede vriendin urenlang lopen langs een grauw en koud strand.

Maar dan rijden we Mozambique alweer binnen en de zon brandt op de auto. De boeren werken op het land, kale bergen rijzen omhoog. We kamperen aan een soort waterbassin tussen de palmbomen en zijn daar de enigen.
En de warme wind blaast mijn gedachten aan Nederland alweer weg, helemaal over de bergen, waar ze worden meegenomen door de visarend.

Popjesnieuws: Sharana Fatou Mbeki

(van Bloem en Chaia)
Sharana komt uit Malawi, waaruit ze met haar ouders is gevlucht. Ze is een soort zwarte Pippi. Haar vlechten groeien vanzelf omhoog en ze is zo sterk dat ze de hele Reizende School zou kunnen optillen als ze zou willen. Ze is superstout, speelt het liefst met de kleuters Mieke en Vriendin. Ze eet enorm veel, bestelt in een restaurant altijd alles wat er maar op de kaart staat, lunch, ontbijt en diner (en snacks). Maar het meest houdt ze van gumties, een speciaal soort snoepje, waar Sharana ook sap, jam en taart van maakt.
Met haar eigen botsautootje scheurt Sharana over de hoogste berghellingen. Ze gaat bij voorkeur van de weg af om over hobbelwegen, door modder en zand te crossen. Haar knuffel is een zwarte neushoorn. Sharana heeft haar eigen taaltje waarin extra veel letters s en t voorkomen. Sinterklaas noemt ze Sinterana.

Tot ziens in Italie!

Liesje en Francois

Categorieën
Afrikareis

De lange tocht

Cape Maclear, Malawi (km 29834)

“Life is not measured by the numbers of breath we take
But by the moments that take our breath away”

(tekst in natuurpark in Mozambique)

In Mauritanië ontmoetten we hen voor het eerst. We werden vrienden toen we allebei noodgedwongen in Nouakchott moesten blijven. Daarna zagen we elkaar ook nog in Senegal en nu ontmoeten we Liesje en Francois voor de derde keer – in Malawi. We rijden honderden kilometers over landweggetjes door de binnenlanden van Mozambique om bij ze te komen.

Licht

De tocht wordt nog twee keer zo lang als een 3,5 kilometer lange brug blijkt te zijn afgesloten: een eindeloze film van bergen, mangobomen, bloeiende jacaranda en lemen huisjes. We komen door bossen vol turkooizen vlinders en kopen diesel in kleine tankjes want tankstations zijn hier niet meer (of ze zijn leeggekocht door de Zimbabwanen die door de crisis in hun land geen diesel meer hebben). Alles wordt rood van het fijne zand. ’s Avonds zetten we de tent op bij vriendelijke Mozambicanen, wat Ilco de uitspraak ontlokt: “Ik vraag me af of de dorpsraad van Ransdorp ook zo zou reageren als er vijf negers hun tent zomaar zouden uitklappen midden op het dorpsplein en vervolgens een vuur zouden stoken om hun soepje op te koken.”
Alles is licht. Overdag is er de felle zon, die maakt dat ik al om half zes ’s ochtends achter mijn computer zit. Als de zon ondergaat wordt alles rood en elke plaatje surrealistisch scherp. En ’s avonds kun je lezen bij het licht van de volle maan.
We rijden Malawi binnen door de bergen en langs eindeloze theeplantages waar vrouwen in de brandende zon theeblaadjes staan te plukken. We zijn deze week alweer tweeduizend lange kilometers onderweg. Het is zo heet in de auto, de temperatuur loopt op tot 47 graden.
Maar daar zijn dan eindelijk Liesje en Francois met koud bier in hun auto-ijskast. En daar is ook het Malawi-meer, het fijnste meer ter wereld. Maar daarover volgende week meer.

Popjesnieuws: Shenety Mbeki

(van Bloem en Chaia) Shenety komt uit Malawi, daar was ze heel arm en bovendien was er oorlog. De rijke westerse Sascha Sunshine (van de Sunshine-taarjes) kon dat niet verdragen en kwam met haar helicoptertje vluchtelingen ophalen. Maar de familie van Shenety raakte elkaar kwijt en Shenety bleef in haar eentje in Malawi. Dat kon Sascha niet verdragen en ze haalde Shenety naar Nederland. Daar ging ze na een tijdje met Sascha mee naar de reizende school, waar ze tot haar grote geluk haar zusje Sharana terugvond.
Shenety heeft een bijzondere gave: ze kan vliegen. Ze bezit een vliegpark waar je kunt slapen in zwevende tenten en omhoog geschoten worden door een waterstraal. Shenety lacht altijd, ze is in het bezit van de ‘allergrootste smile op aarde’.
Volgende week: Sharana.

Categorieën
Afrikareis

“Magic in a magical land”

(Tofo, km 28844 )Toen we ons huis in Durgerdam verkochten en het allerbelangrijkste inpakten om twee jaar met Zeerover op reis te gaan, zag ik er vooral tegenop om alle feesten te moeten missen. Zoals Sint Maarten. Oma’s, vriendinnen, kinderen uit de stad – ze kwamen allemaal bij ons. Ik maakte een enorme pan erwtensoep of bruine bonen en ik bakte koekjes die we versierden om uit te delen aan de kinderen die met hun lampion voor onze deur liedjes kwamen zingen. Ik stak kaarsen aan in de vensterbank, maakte worst warm en dronk een paar borreltjes bij onze onvolprezen buurman Ton. Hoe moest dat in Afrika?
Het eerste wonder is dat ik het niet meer erg vind. “Ach, het is morgen Sint Maarten,” zeg ik alleen maar. Het tweede wonder komt van onze drie dochters. Ineens gaan ze in de weer met zaklantaarns, knuffelbeesten en zelfs Dunya’s roze zwempakje. Het resultaat is verbijsterend. In de pikdonkere nacht aan het verlaten strand (geen maan en geen elektriciteit) branden ineens drie betoverende lampions. Ik sta bij de voordeur van het hutje, met een inderhaast bij het tankstation gekochte zak snoep, Ilco speelt bij de achterdeur buurman Ton: “Zo, rotkinderen, zing dan eens. Of kunnen jullie dat niet meer?” Dunya heeft in razend tempo een heel repertoire Sint Maartenliedjes van haar zussen geleerd en zingt dwars door alles heen.
“Wat was het leuk he?” zegt Bloem vlak voor ze gaat slapen.

Walvishaai

Mozambique is, in de woorden van Bob Dylan “magic in a magical land”. De lucht is altijd blauw, het water van de oceaan is warm, er zijn meer palmbomen dan in welke tropische oase ook. Op het strand verkopen de vissers verse kreeft en enorme baracuda’s.
Ik schrijf op de fijnste plaatsen: op een rots aan alle kanten uitkijkend over de oceaan, temidden van de nieuwsgierige aapjes, geleund tegen de stam van een kokospalm. Dat laatste is levensgevaarlijk want de kokosnoten zijn rijp en ik word er dan ook weggestuurd door een Mozambicaan. Gelukkig maar, anders zou er niks terechtkomen van de publikatie van Het Heksenhotel op 17 januari (onthoud die datum).

We gaan op snorkelsafari en zien talloze dolfijnen, vliegende vissen, een schildpad. Dan draai ik me om en pal voor mijn duikbril zwemt een vis zo groot als een huis. Het is een walvishaai, de grootste vis ter wereld; dit exemplaar is negen meter lang. We kijken elkaar aan, de vis en ik. Zijn bek alleen al is zo groot dat hij makkelijk onze hele familie, die daar recht voor hem spartelt als kleine kikkervisjes, in één hap kan verslinden. Dat doet hij niet, want hij eet alleen maar plankton. Toch deins ik achteruit en instinctief draai ik me om. Daar moeten Ilco en de meisjes later nog erg om lachen: “Dacht je soms dat hij bang voor je zou worden, als hij je billen zag?” Maar ik blijf de hele dag een beetje zweven. Ik heb God gezien.

Duikdiploma

Alles draait hier om de zee. Bloem en Chaia zijn de hele tijd aan het boardsurfen. Ze zijn er al heel goed in en scheuren met een noodgang door de branding. Dunya maakt iets verderop vormeloze zandkastelen, die ze, telkens als het ergens op begint te lijken, weer in elkaar stampt en zoekt gele en felroze schelpen
Ilco duikt met nog weer een ander soort vis: de “manta rays”. Dat zijn roggen van zo’n vijf meter breed. Ze zijn niet gevaarlijk en heel nieuwsgierig, dus ze zwemmen steeds over de duikers heen. Volgens Ilco is het een onvergetelijke ervaring als zo’n enorm beest, langzaam wuivend met zijn reusachtige platte lijf en glurend met zijn ene oog, over je heen zweeft. “ET en UFO tegelijk.”
Ook Bloem en Chaia krijgen hun eerste duiklessen. Bloem mag zelfs met haar vader mee de oceaan in, twaalf meter diep. Bijna een uur blijft ze beneden, alle duikers zijn enorm trots op haar en ze krijgt haar junior duikdiploma. Ik moet aan Garcia Marquez denken: het verhaal van de twee broertjes die de hele zomer spelen op het verlaten strand en duiken naar de zeebodem. Pure idylle. Alleen wordt dan, als ik me goed herinner, de gouvernante vermoord. Daar hebben wij gelukkig geen last van.

Volgende week weer popjenieuws: Shenity Mbeki.

Categorieën
Afrikareis

Tuimelaars

(Xai-Xai, km 28509)waarschuwing: deze keer extra idyllisch…
Maandagochtend.
Dolfijnen buitelen door de hoge golven en zwemmen onder ons door. Schildpadden, walvissen, haaien, nu weer dolfijnen… `wordt het al een beetje gewoon?` Nee dus. Het bijzondere wordt nooit gewoon, het gewone wel bijzonder. Aan het einde van een lange safaridag smaken die gepofte aardappelen uit ons vuurtje lekkerder dan wat ook. Middenin de nacht de tent steviger vastzetten als het ineens begint te stortregenen – veiliger kan een huis niet zijn. Geen beter speelgoed dan schelpen, een pen en een schrift, geen fijnere bibliotheek dan onze eigen boekenla met boeken die stuk voor stuk worden stukgelezen.

Woensdagochtend

Bloem, Chaia en Dunya vangen duizendpoten. We zijn even terug in Zuid Afrika, om het Kruger Park. Dit park is groter dan Nederland, wij rijden er dwars doorheen terug naar Mozambique, steeds verder van de toeristenhotels vandaan.
De dieren zijn hier schuwer. Als we over een steentje rijden, komt een jonge olifant met woest flapperende oren op ons af. Een giraf vlucht in slow motion en verderop wordt de weg geblokkeerd door wel honder voortsnellende buffels.
Als Bloem ´s avonds voor de tent haar tanden poetst, verslikt ze zich in het schuim: `Een hyena!` De hele nacht blijft het beest om onze tent patrouilleren. Gelukkig is er ook een ranger in de buurt.

Zaterdagochtend

Mozambique. De tent staat op een heuvel die uitkijkt over een verlaten meer. Er is hier helemaal niemand. Terwijl ik in de zon zit te schrijven, warmt Ilco met engelengeduld water boven een vuurtje. Het wordt koffie op z´n Turks: zonder filter. Maar ja, dat smaakt dus lekkerder dan de schuimigste capuccino uit welk expresso-apparaat dan ook!

popjesnieuws: Tut

Tut (eigenlijk Rosalinde Bernadette Groen Schreuder) is de enige dochter van Juf die op de Reizende School zit en ze wordt dan ook verschrikkelijk voorgetrokken door haar moeder. Alles wat ze zegt is goed, ook als het fout is. Tut is geobsedeerd door alles wat groen is. Ze eet ook alleen maar groene dingen. Haar lievelingseten is spinazie. Als er niets groens is wordt Tut zo heet van woede dat ze grassprietjes en blaadjes op zichzelf kan roosteren, die eet ze dan op. Bij de school heeft ze een eigen kruidentuintje. Ook is Tut de eigenaar van park De Groene Weide waar je groen schilderijen kunt kopen en en kunt zwemmen in het kroos.
Tut is dol op haar moeder, zichzelf en op make up en als ze je een zoen geeft, lebbert ze je af met haar groene tong.
(verzonnen door Bloem en Chaia)

Categorieën
Afrikareis

Beestachtig mooi

(Kosi Bay, km 27534)
Apen op de tent, apenpoep op onze stoeltjes. Een echte safari met giraffen, zebra’s en zelfs twee leeuwinnen, heel dichtbij. We zien een witte neushoorn zijn territorium ondersproeien, we horen hem hard gnuiven. Een paar giraffen wuiven hun lange nekken rondom een drinkplaats, het lijkt wel een prehistorisch sprookje. Nijlpaarden zwemmen langs met kleine nijlpaardbaby’s op hun rug. En door de lucht glijden adelaars en gieren, op zoek naar prooi.
Hoe dichter we bij Mozambique komen, hoe ongerepter. We zijn de enigen op prachtig wilde stranden waar we snorkelen met gekleurde vissen en flamingo’s elegant voorbij stappen op hun hoge sprieterige poten.

Zie ook Ilco’s andere mooie dierenfoto’s (via ‘ meer foto’s’).

Four Wheel Drive Only

Ook aan de mooie wegen komt een einde. Ik weet nu zeker dat ik nooit zo stoer zal worden als mijn dochters die ontspannen achterin zitten op weg naar weer zo’n verlaten baai. Slippen en stuiteren over het rulle zand zal ik NOOIT leuk vinden, ook al is de beloning dan groot.
En aan Ilco spiegel ik mij al helemaal niet, die is zo onverschrokken. Hij gaat duiken in de wilde zee en wordt onderweg uit een boot gegooid, nadat nog even de ‘lost body procedure’ is doorgenomen. Want er is hier sprake van hevige stroming en heel beperkt zicht. De andere duikers zijn dat gewend, Ilco eigenlijk niet. Eenmaal in het water is hij zijn groep onmiddellijk kwijt. “Zwemmen!” schreeuwt de schipper die snel uit het zicht verdwijnt.
En Ilco zwemt. De lost body procedure moet eigenlijk al beginnen, als hij eindelijk luchtbellen ziet. Dat zijn de anderen! Ilco is gelukkig een enorm goede zwemmer, dus hij duikt als een kanonskogel omlaag. Als hij beneden is, zwemt, zonder net of kooi, een meterslange haai op een paar meter aan hem voorbij.
En het meest opmerkelijke: Ilco is niet bang!

Steenvis

Nog één voorbeeld.
Bij het snorkelen, waarschuwen ze je voor de steenvis. Zijn prik is dodelijk, of, zo staat overal, leidt in ieder geval tot amputatie. Als Ilco mij meeneemt naar een prachtig koraalrif, is het eerste dat we zien… inderdaad. Ik schiet omhoog, maar Ilco zwemt geïnteresseerd naar de bodem toe om het monster eens uitgebreid te bekijken. “Hij valt echt niet aan,” grinnikt hij later, “je moet alleen niet op hem gaan staan.”
Goed, ik spiegel mij dus niet aan hem. Maar ik wás er wel!

We gaan weg uit Zuid Afrika, wat was het mooi!
De laatste witten die we zien, nodigen ons nog allerhartelijkst uit voor een traditionele maaltijd – die, heel verrassend, blijkt te bestaan uit gekookte aardappels, draadjesvlees en bloemkool met een sausje- en wijzen ons de beste en de mooiste route. Op naar Mozambique!

(volgende week weer popjesnieuws: Tut).

Baaia dankie, Zuid Afrika!

We gaan weer verder.

Categorieën
Afrikareis

De draak en de non-Europeans

(Drakensberg, km 26939)

Mijn moeder is op bezoek en ze reist met ons mee naar de Drakensberg. Dat betekent in een berghutje bij de open haard zitten met verse forel op het vuur, bossen vol exotische veldbloemen plukken en ’s nachts kruiken in je bed. Ook dat is Zuid Afrika! Net als de stranden, de dierenparken en de grote, Amerikaans aandoende steden met hun overdadige supermarkten waar we nog steeds niet op uitgekeken raken.

Maar eenmaal van de snelweg af, is het wel heel fijn om de stilte weer te horen en vanuit ons hutje naar de bruine bergketen te kijken die de grens vormt met Lesotho. Alleen Dunya is teleurgesteld: “Denk je dat hij dan misschien morgen komt, mama? Die draak.”

Huiselfen

De echte draak is overal. Dat is dat monster van de apartheid dat weliswaar is getemd maar nog lang niet verslagen.
In West Afrika waren wij vaak de enige witten en dat was niet raar. Als we hier de enige witten zijn, is het dat wel. De scheiding is enorm. Waar je woont, wat voor werk je doet, waar je booschappen doet, of je met de auto gaat of met de bus, zelfs hoe je je vrije zondagmiddag doorbrengt… alles is bepaald door je huidskleur.

Er is een geniepig soort racisme. “Voorbij Durban is het gevaarlijk op de weg want daar zijn veel niet-Europeanen,” zegt een man op de camping veelbetekenend. Non Europeans? Ik denk eerst nog in al mijn argeloosheid dat in Amerika de schoolvakanties zijn begonnen, maar deze witte man bedoelt natuurlijk de overige vijfennegentig procent van de Zuidafrikanen. In een fancy restaurant (publiek wit, bediening wit) verschijnt ineens een onooglijk zwart vrouwtje met een doek om haar hoofd. Het enige wat zij mag doen is opruimen – als een soort huiself op Zweinstein. Net als de pakkenwassers bij Ilco’s duikschool (de duikers zelf zijn natuurlijk allemaal wit) Het is een ongemakkelijk spel waar je zonder het te willen aan mee doet (wij spelen met wit) en het is een verademing om een Nederlands meisje tegen te komen dat zo verliefd is op een zwarte danser dat ze zonder reserve bij hem in de township is gaan wonen. Het kan dus wel.

Maar Ilco zegt: “Dat gaat hier nog eens heel erg uit de hand lopen, net als in Zimbabwe.”

Popjesnieuws: Lila de Vriesch

(deel 4 uit de serie, verzonnen door Bloem en Chaia)
“Ik ben Lila de Vriesch. Ik ben niet geboren; op een dag ben ik gewoon uit een boek gekomen. Toen heette ik nog Lila Bolckermans maar die naam gebruik ik niet meer. Want ja, ik ben die dochter van die vermiste ouders, die op een avond naar een café gingen en nooit meer terugkwamen. Maar daar wil ik het niet meer over hebben. Ik heb een nieuwe moeder nu, Mira de Vriesch.
Ik zit op de reizende school omdat leren mijn allergrootste hobby is. Ik heb de medaille gewonnen van de slimste op aard en daar ben ik erg trots op. Ik weet alles, want ik heb alle boeken gelezen die er zijn en ook die nog geschreven gaan worden. Mijn lievelingsboek heet De Verdronken Stad, dat is van Pim Brom (dit boek is op te vragen bij Bloem en Chaia). Ik kan mensen uit de dood terughalen met een toverspreuk en mijn geneeskrachtige handen. Later word ik schrijfster en boekhoudster.”

Oma Maria

Lieve moes, ik mis je nu al!

Categorieën
Afrikareis

Langs de Wild Coast

(Durban, km 26339)

Olifanten!
Kleine, grote, baby’s en hele oude rimpelige. Ze rollebollen in een modderpoel, doen spelletjes met slurven, eten de struiken kaal, poepen dikke drollen op de weg en lopen rakelings langs onze auto. Overal zijn olifanten.

“Alle olifanten hebben lachmonden,” zegt Bloem, maar ik ben altijd een beetje bang voor ze. Olifanten zijn niet zacht zoals leeuwen, niet grappig zoals giraffen en struisvogels en niet zo mooi als zebra’s of gemsbokken. Ze zijn alleen maar reuze slim, als tenminste dat verhaal klopt dat ze het in geen twintig jaar vergeten als je een keer onaardig tegen ze hebt gedaan. Dus ben ik altijd maar erg vriendelijk als ik er eentje tegen kom, zelfs in Artis. Door het open raampje van Zeerover zeg ik zachte woordjes tegen de kolos die naast me staat, zijn kleine kraaloogje kijkt me indringend aan.
“Mam, doe niet zo stom,” zegt Chaia, “hij verstaat je echt niet hoor.”
“Weet je dat zeker?”
“Nee, dat niet.”
Ik kan het toch niet laten. En bovendien, je weet maar nooit of je nog eens een wederdienst van een olifant nodig hebt.

Lente

De Kaap hebben we nu achter ons gelaten, die hele witte, hele mooie, heel erg toeristische provincie van Zuid Afrika waar zelfs de eenvoudigste jeugdherberg nog een zwembad heeft en één camping zelfs ligbaden.
We hebben nog nooit zoveel kilometers gemaakt: tweeduizend in één week. Van Kaapstad naar Durban. Aan de ene kant bruist de zee, aan de ander kant zijn er hoge rotsen en steile kliffen. We slaan dit jaar de winter over, want hier is het lente, de wilde bloemen bloeien omstuimig paars en geel tegen de bergen. Ook de sinaasappelbomen in de valleien staan in bloei en de geur is zo bedwelmend dat we eerst denken dat er een fles wc-luchtverfrisser geknapt is. Later wordt het leger en landelijker, met weer koeien en geiten op de weg. Dan ineens is alles tropisch met zelfs vogels en aapjes in de bananenpalmen. We schoppen onze schoenen uit, maar dan doemt Durban op met zijn brede straten en hoge kantoorgebouwen.

Witte haaien

We worden uitgezwaaid door de walvissen én door de haaien. Witte haaien zijn het, van die gemene die mensen aanvallen. Er zijn op sommige plekken zelfs netten gespannen voor de kust zodat ze niet bij de stranden in de buurt komen. Chaia koopt een haaientand van haar zakgeld. En Bloem doet iets heel stoers. Ze gaat, samen met haar vader, duiken in een kooi midden tussen de monsters. Ik vind het maar eng, maar ze komt vrij laconiek terug. Ja, heel veel haaien. Ja, op een meter afstand en nee, ze had geen handschoenen aan. “Maar het was wel koud.”

Ook dat wordt anders. Het water wordt warmer: de Indische Oceaan!

(Zie ook het nieuwe kaartje van onze reisroute elders op deze site.)

Popjesnieuws: Sascha Sunshine

Verder met het popjesnieuws, verzonnen door Bloem en Chaia, opgeschreven door Anna.
Sascha is de zus van de stoute kleuter Mieke. Ze is eigenlijk tamelijk ideaal: heel erg mooi, aardig, slim… en ze kan met dieren praten. Sascha is dan ook een soort alterego van Chaia (zoals haar vriendin Shenety dat van Bloem is, maar dat komt later).
Sacha is de eigenaar van een bijzonder dieren-pretpark. Net als een safaripark lopen alle dieren daar gewoon in het wild. Maar omdat Sascha dus met ze kan praten, doen ze haar geen kwaad – sterker nog, ze kan de dieren, ook al zijn ze wild, allerlei kunsten laten doen. Dus kun je in dat pretpark op de rug van een leeuw door een hoepel springen, hardloopwedstrijdjes doen met de cheetahs en van de nek van een giraf af glijden.
Sascha is vegetariër, lid van alle dierenbeschermingsorganisaties die er zijn en haar lievelingsdier is een dolfijn.

Volgende week: Lila de Vriesch.

Categorieën
Afrikareis

Werelds

(Hermanus, km 24229)

– “Hi Ilco,” vleien de Engelse nichten van de wasserij die op een chill out room van een hippe club lijkt. My beautiful laundrette – en voor een habbekrats doen ze je was en strijken en vouwen die voor je alsof je kleren net uit de boetiek komen (mogen deze jongens met ons mee? Voor altijd?)
– “Epileer je mijn wenkbrauwen niet te grondig?” vraag ik bezorgd aan de Chinese schoonheidsspecialiste (er is hier zowaar een enorme Chinese gemeenschap) als ze na tien minuten nog steeds nieuwe scharen en pincetten tevoorschijn tovert. “Yes yes, too much, yes. Solly,” zegt ze enthousiast en smeert Chinese toverolie op mijn gezicht die warempel botoxachtige effecten heeft.
– “Good of you to come, Anna,” zegt de tandarts die op Bobby Ewing lijkt. Ook zijn kantoor doet aan Dallas denken: vanuit de behandelstoel zie je de zee en er lopen assistenten op veel te hoge hakjes. “Bleech, panoramical pictures, mouthwash?” vraagt de tandarts en doet mij, nadat ik slapjes op alles ja heb gezegd, vervolgens royaal een fluorbehandeling cadeau. Als ik wegga omhelst hij mij en zoent me innig op mijn gladde wangen.
– “Dat is dan 400 rand,” zegt de Vlaamse dokter, nadat hij zes soorten drankjes en medicijnen heeft voorgeschreven voor een hardnekkig buikgriepje van Dunya. Hij is in pak, hij komt aan huis, hij spreekt zes talen… en je kunt bij hem met creditcard betalen.
– En echt élke keer als we een biefstuk gaan eten in het steakrestaurant aan de overkant, van het hotel in Kaapstad gaan halverwege de lichten uit en verschijnt er een taart met sterretjes. De muziek gaat op topsterkte, happy birthday natuurlijk, en alle obers (“Hi, I’m your waiter tonight. My name is Mandla. From Amandla, haha.”) zetten snel hun feesthoed op en haasten zich om rondom de, meestal tamelijk beduusde, jarige te komen dansen, zodat je –net op weg naar de salad bar- in een verbijsterende kakafonie vast komt te zitten.

Walvissen

Dan landt Zeerover, eindelijk! De auto wordt grondig gewassen, opnieuw ingepakt, volgetankt. Het lijkt wel alsof we opnieuw op reis gaan. Zelfs het afscheid van Kaapstad is met huilende meisjes, dit keer omdat opa en oma weggaan. Maar Afrika lonkt. Het andere Afrika, dat in Kaapstad weggestopt zit in de Townships een paar kilometer buiten de stad.
We zetten de Poppeys op en nemen de N2 langs de kust.
Er zijn walvissen! De hele baai is er vol van. Rare, enorm grote beesten die water proesten en met hun staarten naar ons zwaaien. Ilco gaat de hele dag met zijn camera op een rots zitten en Bloem, Chaia en Dunya spelen voor de kust. Dat deden ze in Kaapstad ook het liefst. Hoezo speeltuinen, springkussens en MacDonalds om de hoek als je ook kunt klauteren boven op de rotsen en tussen de schelpen huisjes voor popjes kunt maken…

Popjesnieuws: Mieke en Vriendin

Beroemd geworden door de Kidsweek en het weblog: de popjes. Chaia en Bloem weten echt alles van ze, ik schrijf het alleen maar op: welkom in de wondere wereld van de popjes.
Deze week dus Mieke en Vriendin. Mieke Sunshine komt uit Spanje, waar haar ouders miljonair zijn geworden met hun overheerlijke Sunshine-taartjes. Toen de taartjesomzet een beetje begon in te zakken, zijn ze naar Nederland gekomen.
En daar woonde Tiwa van der Berg, een dochter van extreem keurige ouders. Tiwa was, net als Mieke, altijd verdrietig. Zowel zij als Mieke hadden steeds maar het gevoel dat er in hun leven iets belangrijks ontbrak.
Maar toen kwam Juf en die bracht ze bij elkaar in de school Wereldwijd. En sinds die tijd zijn Mieke en Tiwa (omgedoopt tot Vriendin) onafscheidelijk. Ze praten hetzelfde, ze kleden zich hetzelfde, ze eten hetzelfde – het liefst pindakaasijsjes.
Mieke en Vriendin zijn enorm stout. Ze maken foto’s van hun oppas Annabel als die op de wc zit, ze sluipen middenin de nacht naar de keuken om te snoepen en ze rennen vaak zomaar in hun blootje naar buiten. Als ze zich een keer netjes hebben gedragen, presenteren ze niet veel later de rekening: 5 euro graag. Ze slapen –hoe kan het ook anders- samen in een tweepersoonsbed met daaronder een koelbox vol met gestolen pindakaasijsjes.

Volgende week: Sascha Sunshine.

Bedankt opa en oma

Tot ziens!

Categorieën
Afrikareis

Alles zo licht

(Kaapstad) Lees het vorige weblog er nog eens op na en bedenk: een ruige familie die soms wekenlang op het meest simpele eten heeft geleefd; die woonde in een auto en al in geen maanden meer een supermarkt had gezien. Die ontstellend armoedige ziekenhuisjes heeft bezocht en gewend is dat van een stad alleen de hoofdstraat geasfalteerd is (en soms zelfs dat niet).
En denk dan aan Kaapstad, stad van wolkenkrabbers, koffiewinkels, shopping malls, salad bars en speeltuinen. Wasserettes met echte wasmachines erin! Warm water, onbeperkt stroom, internet zo snel als een straaljager…
Opa en oma zijn er met kilo’s boeken en drop. ‘Ik merk dat jullie lang niet veel hebben gegeten,’ zegt oma als we al genoeg hebben aan een klein bordje eten (en vervolgens de een na de ander met buikpijn naar de wc verdwijnt).
Maar het licht is hier zo helder en de golven beuken zo prachtig tegen de Kaap. Ik koop nieuwe lippenstift en nagellak in drie kleuren. Dit zijn wij natuurlijk óók: een westerse familie met een geladen credit card en erg veel trek in wijn en schuimende capuccino (Ilco en Anna) en in echt Italiaans ijs (de meisjes).

Dansen

En vandaag, op 2 oktober, hebben we iets te vieren, Ilco en ik. Want het was op 2 oktober dat Ilco voor het eerst iets aan me vroeg. ‘ Wil je dansen?’ Het was op een of ander vaag feest, in Haarlem, maar daarna zijn we nooit meer opgehouden. Met dansen, met reizen.
Is dit de man van je leven?’ vroeg mijn vader, eigenlijk al heel snel. En ik zei ja.
Want dit is de man die de zigeunerin in me heeft wakker gekust. De grootste fan van mijn boeken, zelfs toen ik nog helemaal geen schrijver was. De man met wie ik het beste kan lachen van alle mensen op de wereld en die er ook nog eens uitziet als een filmster (veelgestelde vraag: ‘Ken ik jou niet van tv/de film/een popgroep…?’). Mijn persoonlijke stylist die zorgt voor de lichtheid van mijn bestaan. En natuurlijk de gedroomde vader van mijn kinderen. (Bloem: ‘Ik vind het echt heel vervelend, mama, dat jij papa al hebt. Met wie moeten wij nu later?’)
Dat werd allemaal beslist door die ene vraag op 2 oktober. En door mijn antwoord natuurlijk. Ja, ik wil met je dansen, altijd en zeker ook vandaag in het mondaine Kaapstad (terwijl opa en oma lekker oppassen) – dansen, net als op dat feest, nu precies vijfentwintig jaar geleden.

Vanaf vandaag: elke week popjesnieuws

Ik ontkom er niet aan, de elf popjes van Bloem en Chaia worden beroemd. Ze staan deze week in de Kidsweek Junior, we krijgen mailtjes over ze en een vriendin uit China heeft zelfs een kado voor ze opgestuurd. Daarom met ingang van vandaag elke week popjesnieuws.
Het verhaal van de Popjes begint met Juf. Juf is 37 jaar en komt uit Mongolië. Ze heet eigenlijk Marjolein. Marjolein Schreuder. Juf heeft een man, Leonardo, en negentien kinderen, die wonen allemaal in het Schreuderpaleis.
Op een dag kreeg Juf haar ‘eigen briljante idee’: ze ging een school oprichten, Wereldwijd. Die school reist over de hele wereld, ze maken dezelfde reizen als wij. Jufs Lievelingskind, Tut, zit ook op Wereldwijd, verder zijn het kinderen die ze geronseld heeft van over de hele wereld.
Juf houdt van alles dat roze of rood is (ze eet ook alleen maar rode en roze dingen), van zoenen en van zichzelf. Ze heeft haar eigen pretpark waar je in een speciaal huisje met haar kunt zoenen en tegen haar aan kunt kruipen in het spookhuis. Ze heeft een vreemde, sexy dans en haar meest typerende uitspraak luidt: ‘Oooo, het stuk, het stuk!’
(foto: Juf op de Tafelberg)

Volgende week: Mieke en Vriendin