Categorieën
Afrikareis

Drie nachten in de Casamance

(Cap Skiring, km 10830)
“En ik was een man toen de zon weer opkwam…”

We zitten op een eiland, tussen twee armen van de Casamancerivier. Het is avond, de meisjes slapen.
Ik denk aan mijn nieuwste boek. Daarin speelt een Diola intitiatieceremonie, die van jongens mannen maakt. Ze gaan een paar nachten het Geheime Bos in en daarna zijn ze volwassen. Zo’n ceremonie komt per dorp maar eens in de twintig jaar voor. En precies nu vindt zo’n initiatie plaats, in een verscholen dorpje aan de andere kant van het water. Wat zou ik er graag even kijken… maar dat kan niet, het is supergeheim.
Ilco en ik staren over het water waarin honderden sterren weerspiegelen. Er is geen maan.
En dan gebeurt het. De geluiden. Het water draagt ze naar ons toe, helemaal vanuit de andere kant van het Geheime Bos. Alsof we er middenin staan. Het bong-bong-bonbong van de tamtam die het verhaal vertelt van de jongens die vannacht man worden. Het geloei van de koeien die geofferd gaan worden. Gegil en geknal van vuurwerk En het zingen. Woest gebral, als van voetbalsupporters na een finale. Maar ook ineens hoog en etherisch, toverachtig mooi. En steeds weerklinkt de tamtam, de hele nacht door.

Kalkoenen

Een andere nacht, een ander dorp. De rijkste man heeft ons in zijn huis uitgenodigd. Speciaal voor ons zet hij ’s avonds de generator aan en het hele dorp komt zijn telefoontje opladen.
De daktent klappen we open op het erf en Ilco en ik mogen in “de mooie kamer” in een echt bed met muskietengaas eromheen. Verder slapen in het huis ook nog de vrouw, de kinderen, de neven, de nichten, de zussen en ook de moeder van de rijke man. En honden, poezen en kippen.
’s Nachts is het zo heet in de mooie kamer. Hanen kraaien, ratten vechten, kakkerlakken krabbelen, kalkoenen gillen – een geluid alsof de oude moeder stikt in een vissengraat. De dorpsgek stommelt dronken over het erf en probeert tevergeefs in de daktent te klimmen. Hij stort naar beneden, bovenop een geit – dit tot grote hilariteit van Bloem en Chaia die door het raampje naar beneden gluren. Het wordt een lange, hete nacht.

Penelope

Maar meestal slapen wij juist heel diep, bijvoorbeeld deze week op het eiland waar je kunt leven van passievruchten, mango’s en kokosnoten. Het grootste deel is onbegaanbaar woud. Alleen wij zijn hier. En de Franse heks die zich als een kluizenaar teruggetrokken heeft. Haar benen zitten onder de wonden en ze heeft een hond die Penelope heet. Maar nu slaapt ze, ver weg in haar huisje. Alles slaapt. Het is zo stil! Je hoort alleen het hoge fluiten van de krekels. En ’s ochtends de vogels.

Categorieën
Afrikareis

Mango en mangrove

(Ziguinchor, km 10801) Bericht uit de tropen.
Denk: hybiscus, palmbomen, rijstvelden, mangrove. Vogels. Douchen in de “bush douche” (door Dunya, een beetje sinister, “butcher douche” genoemd): een emmer water uit de put halen en over je heen scheppen. En alles is reusachtig: de mango’s(model rugbybal), de mieren en de kakkerlakken, zelfs de ratten (ooit een rat gezien zo groot als een poes?)
We slapen onder de beschermende armen van de kapokboom en de nacht is vol met dromen. Ik denk dat het door die boom komt, Ilco wijdt het aan de samenstelling van de lucht. Iets met ozon.

Er is een geweldig jeugdboek – Aan de bal, van Lineke Dijkzeul – over een Afrikaans voetballertje, dat voor onze ogen tot leven komt. De oude mannen onder de baobab, de vrouwen die in grote vijzels de ongepelde rijst stampen, het blote voeten voetbal, de palmwijn die iedereen drinkt.
De dorpschef is vlakbij ons komen slapen om ons te beschermen. Zijn nicht kookt rijst met vis voor ons.

Bericht uit Nederland

Ondertussen overlijdt onze oude Surinaamse oppas en ook mijn oude buurmeisje Laura. O, Laura!
Ons huis, maanden geleden al verkocht, wordt door verhuizers leeggehaald. Eén van mijn beste vriendinnen trouwt. En mijn broertje krijgt zijn eerste kind.
Het zijn scènes uit een film waar onze rollen tijdelijk zijn “uitgeschreven”. Om te zien dat alles zonder ons gewoon doorgaat, is een raar en bij vlagen weemoedig gevoel.

Tegelijkertijd tuimelen we steeds verder deze Afrikaanse film in. We zijn nu echt alle westerse stress kwijt en blijven overal langer dan we dachten. Wherever I lay my head….
De meisjes krijgen vriendinnen met wie we gaan picknicken langs de rivier. Ze zwemmen tussen de mangrove en leren Frans. Als we weer weggaan, zijn er vaak ontroerende afscheidstaferelen.

Elke plek kan ook een blijvend nieuw thuis worden. Vooral Ilco, Bloem en Chaia vinden het leuk om daarover te fantaseren: dan krijgt iedereen een eigen kamer, we nemen een pizza-oven in de tuin, een zwembad, babypoesjes, bougainville, kippen op het erf en een heuse uitkijktoren.

Onderweg

We ontmoeten een man uit Holysloot, vreemd genoeg, die hier een lapje grond heeft gekocht en zich zorgen maakt over hoe hij straks, als het water stijgt, langs de krokodillen moet komen.
Zo concreet zijn onze plannen gelukkig nog lang niet.
Wij zijn onderweg. Alles is nog mogelijk.

Categorieën
Afrikareis

Cocktails en kroketten

(Kololi, km 10493)
“Koffie?” vraagt de nachtwacht van het kleine hotelletje. Het is vroeg in de ochtend, de zon is nog fris en vanuit zee waait een lief windje. Duiven koeren en parkieten zingen in de kokospalmen. Ilco slaapt nog en Dunya speelt rustig in het zand dat nu nog koel is.
Ik klap mijn computer open. Ik begin te schrijven.

De ene helft van Gambia is arm, bossig en vol vogels en via rode zandweggetjes verbonden met de andere helft, de strandkant. Die helft is van de toeristen en via het perfecte asfalt kan je hun routes volgen: strand, bank, disco.

Denk niet dat wij alleen maar in de bush zijn. Het is minstens zo fijn om weer eens een biefstuk te eten – om een elektrotechnicus aan de reserve-accu te laten sleutelen – om een echte supermarkt te bezoeken – een nieuw badpakje voor Dunya te kopen (het oude was zo versleten dat ik het elke avond ouderwets zat te stoppen) – geld te pinnen, te mailen, de computers op te laden – het huiswerk van de wereldschool op te sturen – en om een geweldige hybiscus-apenbroodcocktail te drinken.
Zelfs het broodje kroket bij restaurant “Dutch whale” is nu een hoogtepunt.

Diola

Fris gedoucht gaan wij morgen dan weer richting oerwoud. De Casamance, Zuid-Senegal. Daar is de begroeiing nog dichter, daar leven slangen, apen en krokodillen. En een stam die Diola heet. Zij geloven in geesten, goede en kwade, die kruipen in bomen, in het water en soms zelfs in mensen. Als je ziek bent, komt de vrouw die met de geesten praat, als je stout bent de dorpschef. Er is zelfs een echte koning die audiëntie verleent in ruil voor een struisvogelei.
De Casamance. Als de regentijd niet te heftig uitpakt, zullen we er denk ik wel een tijdje blijven. Ook vanwege Isabel Tap.

Isabel Tap is de hoofdpersoon uit mijn nieuwste, nog te schrijven boek en haar verhaal speelt zich af in de Casamance. Zij reist nu al steeds met mij mee. Bloem en Chaia hebben de popjes, ik heb Isabel. En Laura natuurlijk, de heldin van Het Heksenhotel, het boek dat in januari uitkomt. De omslag is al af.
Ik krijg ook vaak gezelschap van Brandaan, dat is een wereldreiziger die de hoofdrol speelt in een nieuw geschiedenisboek waar ik voor schrijf. En er is een voetballertje dat een avontuur beleeft in Sevilla. Dat boek moet pas over ruim een jaar af zijn, maar deze jongen wordt met de dag echter.

Schokjes

Dus zie je mij overal met mijn laptopje, tintelend van alle schokjes door de ongeaarde elektriciteit, of gewoon met een pen. Aan zee, onder de mangoboom, of op een kapotte bank naast het enige stopcontact. Bij voorkeur vroeg in de ochtend als de zon nog fris is. Ik heb nog nooit zoveel geschreven.

PS We horen steeds meer goede berichten over reizen door Angola. Daarom hebben we ons reisplan fiks aangepast. Zie elders op deze site.

Categorieën
Afrikareis

Van baobabs en leeuwendansers

(Sokuta, Gambia, km 10471)
We slapen onder een baobab. Hij lijkt nog het meest op de Enten uit de Lord of the rings-films. Levende bomen.
De vlakte om ons heen is leeg en stil. Bergjes van zout, iets verderop het water. Een paar krekels zingen alleen voor ons.
In de verte klinken trommels, er is feest in het dichtstbijzijnde dorp, zoals zo vaak. De griot, de verhalenverteller, slaat op de tamtam. Bombombom. Ilco en ik dansen onder de baoboab.

Ze zeggen dat een vertoornde god de baobabs in een ver verleden woedend uitrukte en ondersteboven terug smeet, de takken boven ons zijn dus eigenlijk de wortels.
Ze zeggen ook dat onder baobabs vroeger de griots werden begraven en dat hebben we zelf gezien: de schedels rolden er nog uit. Elk dorp heeft wel zijn eigen, speciale baobab die heilig is. Daar komt de priesteres om geitenbloed te offeren. Ze gooit het zo de holte van de boom in, terwijl ook de dorpelingen dansen onder de boom.

Overdag zien we oude vrouwtjes langs de weg met apenbroodpasta (van de baoboab dus), die je op je huid kan smeren als je ergens een infectie hebt.
Maar Bloem en Chaia zijn vooral dol op de baobab omdat je er zo goed in kunt klimmen. Er is hier zelfs een klimpark dat Accrobaobab heet waar je langs lange lijnen van boom naar boom roetsjt.

kwade geesten

Afrika. Het klopt, het zingt, het beweegt aan alle kanten.
We zijn beland bij een feest met vreemde dansers. Mannen, van top tot teen gehuld in fluorescerende franje en schelpen, hun gezicht leeuwachtig beschilderd, maken kinderen aan het schrikken. Ik denk dat ze de kwade geesten uitbeelden waar veel mensen hier in geloven. De dansers stampen door het zand, rollen met hun ogen en bewegen wild hun kruis. Kleine meisjes, vaak jonger nog dan Bloem en Chaia, dansen schaamteloos terug (onze eigen dochters zitten er maar keurigjes bij). De piepjonge moeders, voor de gelegenheid glinsterend opgedoft, gillen het uit. De dans wordt steeds wilder, er zijn wel acht trommelaars en we zien nu ook dansers die als vrouwen zijn verkleed. Ze dragen lange paarse en roze jurken en proberen de leeuw-mannen uit te dagen. Het publiek joelt, de leeuwen sleuren diverse vrouwen mee, er wordt met water gegooid. Nu kan bijna niemand meer blijven zitten. Banken vallen om, de trommelaars en de dansers zijn èèn. Zelfs onze blonde dochters komen eindelijk in de ban.
Er klinkt een laatste roffel – en dan is het ook ineens afgelopen. Het lijkt wel het leven zelf.

Gambia

Van Senegal naar Gambia. Het lijkt zo’n klein eindje maar de weg (als die er al is) zit vol enorme gaten en modderpoelen. Bovendien steekt er van alles over: ezels, paarden, koeien, geiten, biggetjes, stieren, paardenwagens, hanen, kippen, zwerfhonden. De boot over de Gambiarivier blijft, met ons en de auto erop, eideloos ronddobberen omdat het water te laag staat. Zo komen we uiteindelijk toch nog in het pikkedonker in Gambia aan. Een nieuw land, het negende inmiddels. En de eerste tienduizend kilometer zijn gepasseerd!

Categorieën
Afrikareis

Zwetende negers

(Toubab Dialo, km 9860) Ik zit zoals elke ochtend te schrijven op een klif met onder mij de zee. Om mij heen klinken de trommels van de djembeschool: de hele dag door steeds andere meeslepende ritmes. Iets verderop zit een beroemde dansschool: l`ècole des sables.
Het is bijna regentijd, maar nog net niet. We eten ons suf aan de mango`s die uit alle bomen rollen. De vis komt hier met bananenchutney of gestoofd in cocossaus met gember. Er is weer wijn – en niet eens zulke slechte. Bloem krijgt djembe-les. Samen met haar vader en zusjes klautert ze in reusachtige baobab-bomen of ze laten zich door de reuzengolven omver gooien. We hebben zelfs onze eerste mini-safari gedaan en stonden meteen oog in oog met vier vriendelijke giraffen. Er waren ook slapende zwarte neushoorns, dichterbij dan ik ze in Afrika ooit heb gezien.

Fame

Fame goes Senegal. Beneden op het zand oefenen twee jongens iets dat lijkt op capoeira, de Braziliaanse vechtdans. Het schijnt ze niet te storen dat ik stiekem kijk. Hun blote bovenlijven glinsteren van het zweet, ze dragen schelpenkettinkjes en rastavlechtjes in hun haar. Na al die theeverslaafde, in kaftans gehulde, zwaar-gelovige heerschappen, zijn dit tenminste weer mannen waar je lekker naar kunt kijken.
Dat denken dus ook de wanhopige toeristes, die hier voor de duur van hun vakantie een man inhuren. Ze zijn Amerikaans of Duits, middelbaar, een beetje te dik en verlegen. Aan hun zijde prijkt steevast een mooie jongen met rastahaar, die hen hoffelijk begeleidt. De dames maken zogenaamd nonchalant foto’s met een wegwerpcamera en blozen in hun nieuwe sari. Het klopt van geen kanten.

FC Barcelona

Want wie hier woont, heeft geen boodschap aan safari. Constant is het gevecht tegen de sluimerende armoede. Magere zwarte jongetjes komen van alle kanten op ons af om te bedelen om een pen, een snoepje, of gewoon om geld. Opvallend veel van hen zijn gekleed in shirts van FC Barcelona. Voetbal is een van de weinige manieren om te ontsnappen. Of dansen. Of drummen. Ook daarom dansen de jongens op het strand beneden alsof hun leven ervan afhangt. Optreden willen ze, weg van dit arme binnenland waar bijna geen werk is en waar het werk dat er is zo ontzettend slecht betaalt. Naar Dakar, naar het buitenland. Al bij de grens zagen we de busjes staan, volgestouwd met instrumenten.
De hoofdprijs is natuurlijk Europa. “Kun je geen uitnodiging voor me regelen?” is de meestgestelde vraag. Zo makkelijk is dat niet, betogen wij, bij ons is ook niet veel werk, het is er koud en druk, het leven is enorm hectisch.
Dat begrijpen ze heel goed, maar hier is toch hun email-adres. Voor die uitnodiging.

Categorieën
Afrikareis

Senegal!

(Saint Louis, km 9546)

We horen weer vogels! De straten zijn zonder afval en de auto’s lijken weer op auto’s in plaats van oud roest. En de busjes zijn vrolijk geschilderd in rastafari-kleuren en er is weer fruit dat niet verrot is en er zijn restaurantjes en de mensen zijn vrolijk en de vrouwen zijn elegant gekleed… Senegal!
De auto is zwarter en stoerder dan ooit en alleen een echte kenner ziet dat hij is opgebouwd uit drie verschillende generaties Landrover. We staan in een natuurpark aan de voet van een rivier en aan de zee, dus de meisjes zijn de hele dag op pad (Dunya: “Wat is verkenning?”) We slapen weer in de daktent!
Het monster dat Mauretantie heet wilde ons bijna niet loslaten. Vergeet de Bermuda-driehoek, het is Mauretanië dat argeloze reizigers opslokt. Nog op de dag van vertrek werden we door de garage tegengehouden; de Nederlandse banken maken kennelijk niet graag geld over naar het monster. Het duurde zo lang dat we uiteindelijk met een volgeladen auto terug moesten rijden naar het hotel waar we net feestelijk waren uitgezwaaid. De volgende dag opnieuw vertrokken. Na een uur (we waren in ieder geval Nouakchott uit) sprongen diverse waarschuwingslichten op rood. Er bleek een speciaal soort schroef verbogen. Dat betekende op zoek naar een schroef in de savanne, een Afrikaanse variatie op de speld in de hooiberg.
Maar nu zijn we dan toch in Senegal, eindelijk!

Popjes

Voor wie dacht dat wij met zijn vijven reisden, volgt hier een kleine update.
Ze zijn al vaker genoemd: de popjes van Bloem en Chaia. Ze heten Mieke, Annabel, Lila, Maria, Sharana, Rianne, Vriendin, Sascha, Shenety, Tut (heet eigenlijk Rosalinde) en Juf. Deze popjes zitten allemaal op een uitklapbare school waarmee ze door de wereld reizen. Ze hebben ook eigen tijdschriften, vriendinnenboekjes en spelletjes. Bloem en Chaia weten van elk popje de meest bizarre details, dus niet alleen waar ze woont en wanneer ze jarig is, maar ook wat ze later wil worden en hoe haar favoriete pretpark eruit ziet. Zo houdt Juf, die een beetje vreemd is en alleen maar houdt van eten dat roze of rood van kleur is, er een man met twee piemels op na. Lila, die alles leest wat los en vast zit, wil boekhouder worden, Sascha Sunshine kan stiekem met dieren praten en Shenety Mbeki houdt zo van vliegen dat ze een vliegpark heeft opgericht waar je kan bungeejumpen, paragliden, trampolinespringen en alles wat je ook maar even het gevoel geeft dat je vliegt.
Ook Signora is met ons mee, Chaia’s alterego. Signora is altijd zeker van zichzelf en nergens bang voor. Regelmatig schalt haar schaamteloze lach door de auto.
Er was ook nog Ganesha: een Indiase mascotte voor geluk op reis, die vastgeplakt zat op het dashboard. Maar Ganesha heeft het ongeluk helaas niet overleefd.

Oma Linde

’s Nachts komen Deze, Blauwe, Simbie , Knorretje en Leeuwieleeuw tevoorschijn. Dunya heeft ook nog twee poppen: Peppino en Oma Linde, de laatste vernoemd naar de gulle gever. Maar Oma Linde was een beetje kapot en ze maakte ons zo vaak aan het schrikken omdat ze echt begon te huilen als je haar oppakte of tegen haar aanstootte. Ook was ze enorm groot en zwaar. Dus nu heeft Dunya laatst met onze instemming Oma Linde gegeven aan een heel klein zwart meisje dat woont in een berbertent en geen enkel speeltje heeft. Oma Linde is bijna net zo groot als deze Seleka, maar heel veel dikker.

Categorieën
Afrikareis

Tijd

(Nouakchott) “Jullie doden de tijd.” Dat zegt Momo in het boek Momo en de Tijdspaarders. In dat boek is een heel leger van enge mannen bezig de mensen hun tijd af te nemen zodat iedereen steeds gehaaster wordt.
Bij ons in Mauretanie is het omgekeerde aan de hand. We krijgen steeds meer tijd, zonder er ook maar iets voor te doen. De reparatie van de auto duurt nog steeds voort.
“Ik wil korting,” zegt Ilco tegen de man van de auto-onderdelenwinkel, “want dankzij jou hebben we nog weer een week vertraging.” De man van de winkel kijkt hem verbijsterd aan en een Mauretaanse vriend zegt later: “Tijd is hier totaal onbelangrijk. Dingen duren zolang ze duren. Als dat langer is dan je dacht….. inch`Allah. En met geld heeft dat al helemaal niets te maken.”
Ik dood de tijd, zegt de Nederlander. Maar de Afrikaan zegt: uiteindelijk doodt de tijd jou.

Hunker

West Afrika wordt bezocht door een bonte stoet van pioniers. Vanuit Auberge Sahara zien wij onder anderen:

Een rijdende school van zestien kinderen die pas aan het einde van het schooljaar weer in Frankrijk zullen terugkeren.
Een vrouw die alles achter zich heeft gelaten en met haar ouders en haar kind kippenboer gaat worden in Senegal.
Vijf junks die aan het afkicken zijn.
Een Vlaamse tv-komiek die zich een week met een groep kamelen en een camera heeft teruggetrokken in de woestijn.
Twee dappere idealisten die met hun computer naar Afrika zijn gekomen om overal duurzame ontwikkeling in de bouw te creeren.
Een groep hippie-tandartsen uit Spanje, die in hun rijdende praktijk de gebitjes van zoveel mogelijk kindjes wil aanpakken.
Duitsers die in een week naar Mali rijden om daar heel duur hun Mercedes te verkopen.
Twee andere Nederlanders die net met hun auto over de kop zijn gegaan (echt waar).
En een stuk of wat eenzame motorrijders die elk hun eigen Paris-Dakar doen.

Wij kijken ernaar. We praten met de vissers voor wie de klok elke dag gelijk loopt: vloed, eb, vis binnenhalen en dan druipend in een doorgezakte auto vol vis naar de stad.
We hunkeren. Naar de dampige stranden en oerwouden van Senegal. Naar de olifanten van Burkina Faso. Naar de films van Ouagadougou. Naar de rivierbootjes van Gambia. Naar het Dogon volk van Mali. En dan met een bootje over de Niger naar Timboektoe.

PS door Ilco: Ezel

Ach, het was precies 1200 jaar geleden nog zo fijn koek en ei tussen het opperhoofd der christenen en die der islamieten. Zeker, er was territoriumdrift, maar die raakte elkaar hooguit wat in Andalusie. Pas bij Paus Urbanus II, die in 1099 opriep tot de eerste ‘Heilige’, maar vooral plunder en verkrachting brengende, Kruistocht, ontspoorde het voor het eerst. In 807 lieten Karel de Grote en Haroen al-Rasjid elkaar echter lekker met rust tijdens het onthoofden van de andersdenkenden en het verwerven van nieuwe zieltjes in de eigen wingebieden. Het schaarse contact bestond uit het over en weer sturen van cadeaus. De hofkronieken van Karel waren daar zeer lovend over: lampen van Nubisch goud, koperen Byzantijnse kandelaars, fijngewoven Perzische tapijten, geurige kruiden en oliën en zelfs een heuse olifant! De analen van Haroen waren ronduit minzaam over wat hen werd geschonken en dat is best begrijpelijk: wat linnen, kanonnen, honden en … ezels.
Goed, het noorden was nog arm; het grote overhevelen van grondstoffen en slaven vanuit Afrika en het Oosten naar Europa was nog niet begonnen. Maar een ezel, kom op zeg, dat doe je alleen je vijand cadeau. Toch? Ze klinken lelijk, ogen lelijk en poepen grote, ronde keutels. De wraak was dan ook groot en lijkt nog steeds niet zoet genoeg. In alle Arabische landen is de ezel inmiddels de grootste zielenpoot die je maar kunt bedenken. Ze zeulen zichzelf door de hitte met achter zich altijd véél te zwaar beladen houten karren, waarvan de stangen net zolang tegen hun huid schuren tot ze open en bloederig zijn. In die wonden verzamelen zich dan weer de vliegen en de infecties, maar ook de vele zweepslagen. Nooit lijkt het arme beest hard genoeg te gaan, in de ogen van zijn tiran bovenop. Met stokken of rubberen slangen worden ze minstens tien keer per minuut keihard geslagen. De slang heeft dan nog het ‘voordeel’ dat je hem in één van de oren van de ezel kunt hangen, wanneer deze niet meer op de stokslagen reageert. In dat geval wordt er keihard door de buis geschreeuwd, zodat die explosie van herrie middenin het oor uitmondt.
Hoe meer men vanuit de auto’s naar die ezelaar roept dat ie op moet rotten des te harder lijkt deze slemiel van het verkeer zijn frustratie te willen lozen op het weerloze beestje voor hem. Regelmatig rijden de auto’s er trouwens ook tegenaan, waardoor er hier geen ezel is die niet gewond of mank is, maar meestal zijn ze beide. Het wordt echt tijd voor een ezelvakbond. Ezels aller landen verenigt u. Dit kán echt niet langer getolereerd worden. We hadden er nooit één moeten sturen, zo’n ezel. Maar nu we zien hoe ze het maken, moeten we ze maar allemaal terug komen halen. Net als de fietsen uit Duitsland.

Categorieën
Afrikareis

Wereldschool

(Nouakchott)

Dit is nu ons Mauretaanse leven:
We wonen in een auberge en er trekken allerlei gehaaste reizigers aan ons voorbij, op weg naar Senegal en Mali, of alweer terug naar Europa. Voor onszelf rijgen de dagen zich aaneen als een snoer van onopvallende kralen. Af en toe zit daar een pareltje tussen:
– Ilco duikt bij het glamourloze strand door de golven met duizenden glibberige sardinen.
– Bloem en Chaia hebben voor het eerst echt vriendinnen die bij ons komen spelen en eten. Ze zijn Afrikaans en hebben mooie namen als Fatma, Tatouche en Nanouche; ineens leren onze dochters Frans.
– Dunya speelt eindeloos met een autootje “en de kindjes gingen over een hobbelweg en ze vielen niet om”.
– Ikzelf begin te fantaseren over een nieuw boek. Heel inspirerend is de bibliotheek van het centre culturel francais, weer een soort oase maar dan anders: voor het eerst sinds tijden weer boeken, schilderijen en films om me heen.
En elke dag zien we langzaam, heeeeeeel langzaam, de auto weer opgebouwd worden. Nog een week, hopelijk…..

Juf Hetty

“Het tegenovergestelde van nergens is niet ergens maar overal.” (Arthur Japin)

We hebben nu ook alle tijd voor de Wereldschool. Dat gaat als volgt. Bloem en Chaia moeten elke dag twee uur huiswerk maken en af en toe een toets of een dictee. We hebben schoolboeken bij ons, schriften en cds. Alle gemaakte toetsen verzamelen we en wanneer we een postkantoor zien dat er een beetje betrouwbaar uitziet, sturen we het op naar de Wereldschool in Lelystad.
De Wereldschool stuurt die toetsen vervolgens door naar juf Hetty, de vaste juf van Bloem en Chaia. Juf Hetty woont in Amerika, dus de brieven moeten nog een flink stuk verder.
Juf Hetty kijkt de toetsen na en stuurt vervolgens een bericht aan Bloem en Chaia per email. Dat bericht is meestal zoiets als “Goed gedaan, ga zo door.”

Schooltje spelen

De school bestaat uit twee vakken, taal en rekenen. Omdat juf Hetty er nu eenmaal niet altijd bij is, ben ook ik juf geworden. Per ongeluk.
Ik doe drie ontdekkingen.
Leraren moeten goede planners zijn. Want waarom is er niet, zoals bij de kinderen hier, gewoon een boek per vak? Nee, er zijn werkboeken en opdrachtenboeken en toetsen en werkbladen en signaalvellen en meesterkaarten die “op een duidelijke plek in de werkkamer dienen te worden opgehangen” (waar dan, in de Landrover?)
De tweede ontdekking is (niet verder vertellen) dat qua rekenen ik ongeveer ben blijven steken op het niveau van groep zes. Ik vind het reuze lastig: verhoudingstabellen, meetkunde, ingewikkelde vermenigvuldigingen en alles UIT JE HOOFD.
Maar gelukkig is er ook: het plezier van schooltje spelen onder de blauwe hemel, in de berbertent, op het strand en zelfs hier in Nouakchott… met twee slimme, halfblote meisjes met hun neus vol zomersproeten. Zie ook de map met fotos van de Wereldschool op de fotosite van Ilco (via “meer fotos”).
En nee, we spijbelen bijna nooit.

PS Voor wie er nog steeds geen genoeg van kan krijgen: koop vanaf 25 mei de Kidsweek met daarin een reportage over en van Bloem en Chaia.

Categorieën
Afrikareis

Van oase naar oase

(Nouakchott)
Ik adem zand.
Het is nu zo heet in de woestijn… Wel vijfenveertig graden in de schaduw. Onze huid wordt ruw en barst. Van echte hitte smelt je niet, je wordt stof. Net zoals de zandstormen die we voorbij zagen razen en die alles wit kleuren, als sneeuw.
Alleen voor half elf en na half zes kan je in de zon zijn , bijvoorbeeld om een kamelentocht te maken. Daarom zijn we van oase naar oase getrokken. En daar hingen we dan onder de dadelpalmen, net als de nomaden zelf. In sommige oases waan je je in de tropen, je kunt er zwemmen in tinkelende watervalletjes onder een dak van palmbladeren.
We sliepen een keer helemaal alleen in de golvende zandwoestijn aan de voet van een duin die zo hoog was dat de sterren s nachts gewoon naar beneden tuimelden. We lagen op onze rug in het zand en later zagen we de maan opkomen.
En we aten macaroni met kameel, rijst met kameel, pasta met kameel, couscous met kameel… Vullend, dat wel.
Dit is Afrika.

Weee theescheten

Onder het zand liggen complete steden verborgen als een soort zand-atlantis. Ooit was hier een bloeiend centrum van handel en wetenschap. In een van de vele “bibliotheken” zien we een eeuwenoud handgeschreven manuscript van de sharia voor onze ogen verpulveren. Stof.
Bloem wil nu archeoloog worden, zou het liefst meteen al met haar schep beginnen te graven.
“Verdient dat goed?”vraagt Chaia.

Onze chauffeur peutert de godganse dag in zijn neus en is, net als alle Mauretaniers, verslaafd aan zoete thee, wat weer leidt tot weee theescheten.
Hij rijdt niet slecht, maar elke keer als we een hobbelige piste nemen, gilt Dunya het uit. We dachten dat het ongeluk voorbij was, maar nu blijkt het tegendeel. We hebben meer tijd nodig en gelukkig hebben we dat nu in overvloed. Time is on our side.

Auberge Sahara

Als we na tien dagen woestijn in de hoofdstad Nouakchott terugkomen, hebben we geen zin meer in thee, onze buik vol van kameel en we willen ook niet meer een chauffeur. We willen weer zelf rijden, we missen onze Zeerover. Snel haasten we ons naar de garage. Op veel voorbereid, maar niet op dit: daar staat hij zielig bloot, zonder dak, deuren, stoelen, ramen. Er is nog helemaal niks hersteld.
Dit is Afrika.
Dat wordt dus zeker een week garagemannen achter de vodden zitten, vanuit Auberge Sahara.
En het is zooooooo heet.

Categorieën
Afrikareis

Bloem tien jaar

(Atar)
Komen jullie op Bloems verjaardag?
Je rijdt gewoon in Mauretanie de woestijn in, er is maar een weg. Als die weg na een paar uur plotseling ophoudt, ben je bij een klein stoffig dorpje. Inmiddels is het vreselijk heet, veertig graden in de schaduw, dus je bent blij als er aan het einde van dat dorpje een soort oase opdoemt. De vloer is er van zand en er scharrelen kippen rond. Er staan bomen, die ze kini-bomen noemen en die groot en schaduwrijk zijn en vol witte bloesem. Overal ruik je de bedwelmende geur. Je hoort de duiven koeren en iets verderop zingen de kinderen van de plaatselijke school. s Avonds is er altijd wel ergens in de verte een feestje.
Er zijn kleine hutjes, maar wij slapen in de berbertent. Als je wilt, mag je ook gewoon op de grond slapen (er liggen overal matrasjes), of in de hangmat. Bloem en Chaia hebben er vannacht op het dak van een huisje geslapen en zo werd Bloem tien. Kijk, daar loopt ze, onze grote dochter. Ze is lang en bruin in haar bikinibroekje en ze heeft haar haren vanmorgen in een losse staart gebonden. Flowerpower-girl, noemt Chaia haar en dat klopt precies. Om haar bord stonden vanmorgen de elf popjes waar zij en Chaia elke dag mee spelen. Die popjes hebben zelfgemaakte bezemstelen omdat ze op een toverschool zitten. En omdat we nu eenmaal in een islamitisch land zijn, heeft Bloem voor allemaal een hoofddoekje geknipt. Natuurlijk gaven de popjes Bloem ook een kadootje.

Kamelenvlees

Gooi je hete kleren uit, zet je voeten in het zand. Er is zelfs een klein zwembadje: een eenvoudig stenen bassin met een zeiltje erover. Het is precies goed om wat af te koelen. Verder hoef je niks. Doe als de Mauretaniers: plof neer en drink thee. Vanmiddag delen we snoepjes uit aan alle kinderen van het dorp en gaan we nog wat muziek maken op het duin. Bloem heeft een echte djembe voor haar verjaardag gekregen. Er is hier ook een digeridoo, misschien wil je daarop leren spelen? Of schaken en kaarten onder het rieten afdakje?
In het dorp hebben ze een reusachtige chocoladetaart voor Bloem gebakken en vanavond zijn er heuse lamskoteletjes. Na een week lang elke dag kamelenvlees is dat een enorme luxe. En als het niet gesmolten is, is er zelfs ijs.
Neem een stuk taart en een glas koud bronwater uit de put. Laten we proosten op die mooie, vrije Bloem van tien.
Je bent welkom.

.

Bloem forever