Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Ode 51, aan het beeld

Ik dacht eerst dat de juf een grapje maakte.

Of dat het zo’n pedagogisch trucje was naar de kinderen toe. ‘Dit is de leukste klas die je vandaag gaat ontvangen.’
Ik deed al de hele dag een marathon met brugklassers, elk half uur een nieuwe groep. We deden een quiz over kinderboeken.
De zevende klas die binnenkwam, was een relatief klein groepje, maar volgens de juf dus de allerleukste groep van de dag. ‘Ze praten alleen amper Nederlands, want ze zijn nog maar net in Nederland,’ fluisterde de mevrouw van de bibliotheek mij in.
En inderdaad, hoe blijmoedig ze ook hun best deden, nog voor de eerste vraag zag ik al dat het niks ging worden, die quiz. Te weinig basiskennis.
Wat nu?

Landrover

Ik begon maar een beetje te praten, heel rustig, met makkelijke woorden. Over wie ik was, waar ik gewoond had. ‘Ook een tijdje in een Landrover.’ Vragende blikken. Ik zocht een plaatje op het Digibord, kwam terecht bij de site met alle foto’s van onze wereldreis.
In alle ogen die mij geen moment loslieten zag ik steeds meer herkenning en enthousiasme. En ineens vroeg er eentje opgewonden: ‘Syrie?’
Ik liet de foto’s zien die Ilco maakte. Nu durfden de anderen ook. ’Uganda?’ ‘Marokko?’ ‘Ethiopie?’ ‘Kongo?’ Ik had overal wel beeld van: hoe we eten kookten op een vuurtje, hoe de dochters voetbalden met de kinderen, van oerwouden en tempels.
Ja, zo is het, knikten de kinderen trots. Ze begonnen elkaar in onhandig Nederlands dingen te vertellen over hun land. ‘Dat ijs! Dat is nergens zo lekker als daar.’ Ineens stond de volgende groep voor de deur.
‘Deze kinderen hebben mijn leven veranderd,’ zei de juf bij het weggaan, het was nog steeds geen grap. ‘Daar word je toch blij van? Zo aandachtig en open als zij alles in zich opnemen, zo betrokken.’
Natuurlijk dacht ik wel even: de bibliotheek heeft een schrijver ingehuurd, wat heb ik nou feitelijk toegevoegd?
Maar de juf had gelijk, het was een bijzondere klas. En ik had natuurlijk het allerbelangrijkste toegevoegd: verhalen.

 

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Ode 50: aan de verhalen!

‘We moeten onze verhalen vertellen,’ zei de wethouder, ‘dat zal ons dichter tot elkaar brengen.’

Ze zei het bij de presentatie van Dit is mijn lovely leven.

De wethouder vertelde zelf ook een verhaal, meerdere verhalen zelfs. Hoe ze zelf naar Nederland was gekomen met haar ouders, vertelde ze. Hoe haar moeder met handen en voeten aan de slager probeerde duidelijk te maken dat  ze die ene hele kip wilde. Geen varkensvlees natuurlijk. Hoe aardig de slager was en de kleine Touria en haar zusje aan het eind een dikke plak worst toestopte. Hoe ze zag dat haar zusje die plak blij in één hap in haar mond stak. Zelf hield Touria de worst heel raar vast, om het varkensvlees zo min mogelijk aan te raken. ’Altijd beleefd blijven,’ zei haar moeder zenuwachtig en pas buiten om de hoek mocht ze de worst aan een hond geven.
Dat soort verhalen had ik natuurlijk ook gehoord van de kinderen. Verhalen over pesten (‘in de pauze trokken ze de hoofddoek van mijn hoofd’), over het heerlijke leven als kind van een alleenstaande moeder (‘later wil ik dat ook, dat is zo gezellig’), over het fijne, veilige van het geloof (‘mijn liefste wens is een telefoon en dat ik naar het paradijs ga’).

Maar er was ook het verhaal van dat ene kind dat meegeschreven had aan het boek en dat plotseling niet mocht komen naar de presentatie omdat de moeder intussen mijn blog had gelezen en mij te vrij, te westers vond. Verhalen kunnen dus ook vernietigend werken.

Later we doorgaan met verhalen vertellen en – schrijven, soms tegen de klippen op.

 

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Ode aan mijn lovely leven (49)

Vandaag heb ik zomaar een boekpresentatie.

Een handelsreiziger in verbeeldingskracht ben ik, wekelijks bij bibliotheken, scholen en pabo’s met maar één missie: verhalen aanwakkeren. En nu is daar ineens een boek van gekomen.

Goud

SKC is een organisatie in Amsterdam die kinderen met een achterstand helpt met de overgang naar het leven na de basisschool. De bevlogen mentoren daar hadden een droom: een boek met verhalen van ‘hun’ kinderen, of ik dat voor ze kon fiksen. Ik vond het een uitdaging. Er gingen nogal wat workshops aan vooraf en veel gezoek van mij en van de kinderen, maar toen had ik op een gegeven moment een grote berg verhalen, observaties, gedachtenflarden. Ik begon het over te typen en te redigeren en dat was het moment dat ik besefte dat we goud in handen hadden. Dat zag de organisatie gelukkig ook en we zochten er de beste vormgever bij die we kenden (Marc van Lemniscaat), kozen voor eengrote oplage, distributie in boekwinkels.
Zodat er nu ineens een ongelooflijk boek ligt vol grappige, originele en nogal ontroerende verhalen van Amsterdamse kinderen. Straks wordt het aangeboden aan de wethouder, ik ben zo ongelooflijk trots.

‘Hoe gaat dat boek heten?’ vroeg de organisatie mij in het begin.
‘Dat haal ik wel uit de verhalen,’ zei ik. En zo is het gekomen dat sinds vandaag DIT IS MIJN LOVELY LEVEN te bestellen is bij iedere boekwinkel.

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Vleugels (ode 48)

De zon kwam op toen wij boven de wolken kwamen.

Die paar dagen Bologna hadden me helemaal opgetild, alles zo licht.

Zon

Maar Amsterdam in de vroege ochtend was ook adembenemend. Mijn kind kwam me van de trein halen, we waren zo blij om elkaar te zien dat ik zelfs vroeg of ze mee wilde lopen naar de bakker, ik kon die 5 minuten zonder haar niet verdragen.
Die avond kookte ik eten van Bologna voor J., ook al enorm blij om me te zien.
Ondertussen had ik zo’n zin om verder te schrijven en vooral te schrappen na de gesprekken met Mireille!
Maar eerst… zaterdag 12 nieuwe schrijvers in de dop bevorderd namens de Schrijversacademie. Ik had mijn best gedaan op goede eindbeoordelingen om hen op hun beurt een beetje op te tillen. Maar de complimenten kaatsten terug, ik kreeg bloemen van ze, een enorm boeket.
Ook in het weekend las ik een mooi boek (van Marita de Sterck), zag ik een mooie voorstelling (Noem het liefde), en een mooie documentaire (gemaakt door J himself). Die docu won vervolgens de publieksprijs op het festival waar hij draaide en dat was zo verdiend.
Ik at met de crew in een fijn restaurant, ik fietste door de zon naar Durgerdam maar kwam daar nooit aan omdat we teveel bekenden tegenkwamen onderweg. Ik zat op twee terrassen in de zon en ik knuffelde met baby Sofia. Als iets je optilt is het wel knuffelen met een baby.

Ik zag voortdurend vleugels.

 

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Ode aan de geest van Bologna

De geest van Bologna. Zo noemt collega Mireille het. Dat is het sprookje van de kinderboekenbeurs waarin wij allemaal meespelen, ik nu ook.

Industrie

Denk 80.000 bezoekers. Denk dat echt. Dat is meer dan het dubbele van de grootste beurs die ik ken: de NOT in de jaarbeurs. De International Children Bookfair is niet te bevatten zo groot. Alleen al om de ingang te vinden zijn Mireille en ik een uur bezig met eromheen lopen. Daarna ben je binnen ook weer eindeloos lang bezig om de uitgang te vinden. Voor de wc’s, het eten, overal staan laaaange rijen. Tussen de verschillende hallen door zijn laad- en losplekken en daar zie je tientallen beursbezoekers op de kale grond zitten, even rust.
Ik wist serieus niet dat kinderboeken zo’n industrie waren. En ik kan toch niet nalaten te denken: dus dit zijn alle mensen die stuk voor stuk hun hypotheek betalen, hun brood verdienen met kinderboeken. Terwijl de schrijvers, althans die ik ken, er allen tig bijbaantjes naast moeten hebben.
De schrijvers die wij tegenkomen (en je komt elkaar voortdurend tegen) zijn stuk voor stuk kapot. Van de beurs, maar ook van het werken in de tijd ervoor.

Palazzo

Er zijn toffe feestjes. Etentjes, een borrel in een enorm palazzo van de Nederlandse boekenbranche. ‘Dit is zo’n hoogtepunt,’ zegt iedereen om ons heen. ‘Kijk, dan hoe prachtig de zalen met muurschilderingen, de plafonds. En hoe lekker de hapjes.’ Eigenlijk zegt iedereen hetzelfde; daar is ie weer: de geest van Bologna.
In de stand bij Lemniscaat mogen we aanschuiven voor een prachtige lunch met wijn. Mireille praat met haar Sloveense uitgever, ikzelf ga op de foto met Japan.
Maar als we vragen aan de hardwerkende mensen van de uitgeverij: ‘Hoe gaat het? Verkopen jullie onze boeken al?’ gaan ze moeilijk kijken. Prentenboeken, ja, die doen het goed.
‘Hoe leuk het feestje ook is, eigenlijk is de voorpret leuker dan het feestje zelf,’ zegt Mireille als we met blaren op de voeten en lichte buikpijn van al dat eten weer de beurs verlaten.
Dan komen we de Vlaamse Bart Moeyaert tegen. Die maakt echt iets historisch mee, hij heeft hier net de Nobelprijs voor de jeugdliteratuur gewonnen, een prijs met een duizelingwekkend geldbedrag. Bart staat te klooien met een telefoon. ‘Kunnen jullie…?’ vraagt hij verlegen. Naast het banier met zijn naam erop maken we een paar foto’s terwijl hij blij de lucht in springt. Dat voelt ineens ontroerend echt.

 

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Ode aan Bologna (46)

‘Dus jij bent nog nooit in op een internationale kinderboekenbeurs geweest?’ vroeg J verbaasd. Zelf gaat hij, maar dan voor de film, ieder jaar naar Cannes, Berlijn, soms nog verder.

Maar nee, kinderboeken zijn niet zo glamoureus. Of ikzelf ben dat niet. Toen ik nog in Spanje woonde gebruikte ik mijn kostbare vliegtickets liever om naar Nederland te gaan. Wel keek ik altijd jaloers naar al die Bologna-foto’s van collega’s op Facebook.

Particolare

Er worden dit jaar in Bologna maar liefst drie boeken van mij aangeboden aan buitenlandse uitgevers. En ik ben erbij. Al is het de eerste keer in tweeënhalf jaar dat ik tijdens een schoolweek niet bij mijn dochter ben en al heb ik wel ander werk bij me dat niet kan wachten. Maar ik ben er!
Samen met collega Mireille betrek ik een fraai palazzo dat er aan de binnenkant uit ziet als het flatgebouw in Una Giornata Particolare. Heerlijk formica Italiaans. Maar dan wel zonder dekens op de bedden, ik slaap als een prinses op de erwt onder: een laken, twee handdoeken, een jas van Mireille, een tafelkleed en een sjaal van Mireille. Naast mijn bedbank staan zeldzaam lelijke kunstbloemen, in de hoek een staande klok die kapot is, kitscherige schilderijtjes aan de muur.
En buiten zon, terrasjes, veel schrijvers in het wild en dat prachtige Bologna met zijn rode daken, torens en groezelige portieken. ‘We zijn schrijvers,’ vertellen we de vrouw van het buurtrestaurantje en ze begint meteen te stralen. Op elke tafel in haar eethuisje ligt een boek, bij ons is het Liefde en schaduw, in het Italiaans.

Ik voel me heel belangrijk.

 

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Ode aan hoe het was (45)

Kijk even naar deze foto. En dan naar de foto bij mijn vorige blogje.

Er zit bijna vijftig jaar tussen.

Moeder-carriere

Wat er aan de hand is, los van de tand des tijds: de vanzelfsprekendheid is verdwenen. De vader was niet bij dit foto-moment maar zelfs als dat wel zo was geweest, was dit geen jong, krachtig gezin meer. Daar is een leven overheen gegaan. Een leven dat in ieder geval voor de moeder niet bepaald mild is geweest.
Kijk nog eens naar de zwartwit foto. Daar zit een moeder op het zelfbedachte hoogtepunt van haar moeder-carriere, al haar kuikens veilig bij haar, trots, warm. Op de foto daarna is zij vooral de koningin van de broosheid.
Gisteren was ik nog bij haar, ze was op haar kamer in het tehuis. Ik belde aan en ze riep de hele tijd: ‘Binnen!’
‘Mam, ik heb geen sleutel,’ riep ik door de deur. ‘Doe even open.’
‘Hallo?’ riep mijn moeder terug. ‘Binnen! Binnen!’

Het huis van mijn moeder is geen veilige plek meer met het touwtje uit de brievenbus. En ik vraag me we al jaren af waar nou toch de vanzelfsprekendheid is gebleven.

 

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Ode aan de app-groepjes (44)

Vertel mij je app-groepjes en ik vertel je wie je bent.

Zussen en broer. Zo heet de groep. Mijn zus heeft er een fotootje aan gehangen dat voelt als meer dan 1 leven geleden.

Family

We are family. Zo heet de app-groep van het volgende gezin, mijn eigen gezin. Er wordt nog steeds wel in gepost maar hij is gaandeweg zakelijker van toon geworden. Haarlemmers is erbij gekomen, jongste dochter verzon de titel vanwege de Haarlemmerstraat. Ik zit erin met de drie dochters en ben meteen zelf de meest enthousiaste poster.
Meer praktisch van aard is de groep Hoe het gaat met Maria, waarin we het wel en wee  van mijn moeder overleggen. Die groep heette eerst Maria, maar dat vond ik te verwarrend: alsof mijn moeder zelf steeds berichtjes stuurde (wat ze helemaal niet meer kan).
Er is de werk-app, die heet op dit moment Shell Shockers, en de BFF’s, met twee beste vriendinnen erin. Er is Dinsdagdiner bij Anna, die elke dinsdag even heel actief wordt als alle kinderen en aanhang zich wel of niet aanwezig melden.
En dan natuurlijk de diverse reisgroepjes van de kinderen die af en aan geactiveerd worden. Als de oudste op reis is volgen we dat via Latina Chicks samen met de familie van Karlijn. Middelste heeft ons toegevoegd aan Babi Pangang waarin we haar Aziatische avonturen en en passant ook die van Olivier kunnen volgen, haar reismaatje van het begin.

Vannacht dook ik even die parallelle reis-app in en bladerde door een leven dat voor mij altijd plaatjes zal blijven. Ik miste haar even verschrikkelijk. Niet haar beeld, meer haar stem, haar geur en de tintelende hoeveelheid energie die zij altijd verplaatst.
Dat voel je dan weer niet in de app. 

 

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Ode aan de gilmlach (43)

Ik deed een experiment met mezelf, het duurde niet heel lang.

Het kwam: ik liep naar het station, mooi opgedoft en met een duidelijk plan. En ik kwam een andere vrouw tegen op de brug, ook mooi opgedoft en met een duidelijk plan. We glimlachten naar elkaar.
En ineens dacht ik: wat zou er gebeuren als ik ga glimlachen naar iedereen die ik tegenkom.Hoe leuk wordt alles dan.

Schichtig

Laat ik het maar meteen onthullen: het ging niet zo goed. De meeste mensen keken schichtig weg. Of ze keken dwars door mijn glimlach heen, totaal niet gefocust op de wereld voor hun neus. Na tien mensen toeglimlachen begon ik me uiterst ongemakkelijk te voelen, mijn glimlach werd een grijns. Er was 1 man die terug bleef staren, om bleef kijken, alsof ik ontzettend aan het flirten was. In de trein had ik even rust, maar toen ik uitstapte in Utrecht was er genoeg om tegen te glimlachen. Er was iets in de jaarbeurs, overal liepen creepy verklede mensen. Die reageerden al helemaal niet op mijn glimlach, behalve als ik een foto van ze maakte. Dan glimlachten ze op een bepaalde manier naar mijn telefoon.
Er was 1 kind met een half glimlachje, 1 woest terugkijkend ander kind. En ook in Utrecht: dat snelle wegkijken alsof ik iets zeer obsceens deed.

Kindhuwelijken

En toen die jongen, de leeftijd van mijn oudsten. Stralend beantwoordde hij mijn glimlach. Ik glimlachte opgelucht terug – maar hij hield me staande. ‘Denkt u wel eens na over het huwelijk?’
‘Wat?’ Vroeg ik verward.
‘Niet dat ik u meteen een aanzoek doe hoor,’ zei hij geruststellend. En begon een heel verhaal over kindhuwelijken.
Het was echt een lieve jongen en ik kon niet meer terug, gevangen in die blije glimlach.
Zodat ik dus nu voor de rest van mijn leven donateur ben van een stichting tegen kindhuwelijken in Burkina Faso.

 

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Ode aan het nu (42)

Ik moest iets op een bibliotheek in het Hoge Noorden en daar zat ik al een week over te stressen.

Of ik wel op tijd zou komen met tig keer overstappen, of  het wel de moeite waard zou zijn en dat ik zo vroeg op en zo druk…
Maar ik pakte het anders aan. Ik ging doen dat ik Verlicht was: er was geen verleden en geen toekomst, er was alleen die ene dag in het Hoge Noorden.

Ochtendlicht

Ik werd wakker met precies die gedachte en misschien daarom was toen ik buitenkwam de wereld zo beeldschoon. Het vroege ochtendlicht was zo ongelooflijk, de grachten zo spiegelend glad, de stad nog fris en nieuw zo vroeg in de ochtend. In de trein zat ik alleen maar naar buiten te kijken, naar een nieuwe bekende wereld. Ik zag de wilde paarden van de Oostvaardersplassen, al dat oneindig laagland en nog steeds dat licht. De extra sterke cappuccino van de Julia smaakte precies goed daarbij, wat zeg ik verrukkelijk.
Af en toe dacht ik heus wel: help straks mis ik mijn aansluiting. Maar dan zei ik tegen mezelf: nou en? Dan kom ik te laat en dat lossen we dan ook wel weer op. Of ik strand helemaal in de middle of nowhere en wie weet wat ik dan voor avonturen beleef. Echt waar, zo dacht ik, ik was wel urenlang zen.
Het ging door in de bib. De kinderen waren lief en leuk en ze hadden als door een wonder allemaal mijn boeken gelezen en er zelfs kijkdozen van gemaakt. Ontroerd ging ik ze fotograferen.
Toen zag ik dat briefje: ‘Dit boek was niet te doen, er zat totaal geen humor in.’

Je zou denken dat mijn zenbubble toen knapte. Wel een beetje natuurlijk. Maar het was toevallig wel mijn minst geslaagde boek waar de jongen het over had. En ik was nog steeds zo Verlicht dat ik dacht: ach prima, zo belangrijk is het ook allemaal niet. Niks. Alles.