Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Ode 32

Het begon met de sneeuwklokjes.

Ineens, op rare plekken. Tussen de hondendrollen in stomme stadsplantsoenen in Amsterdam Noord. Zo’n witte zee bij het voorbijfietsen, dat je eerst denkt dat het heel veel snippers wc-papier zijn.

Zin

Ik rook het ook al, maar de meeste collega’s liepen nog te mopperen en te bibberen, wilden het niet zien. Tot gisteren. Toen voelde ineens iedereen het, het was het gesprek van de dag, op de pont met onze gezichten in de zon. Het was eindelijk… Wat hadden we zin in… Andere jassen… Terrasjes… Huppekee naar buiten. De dochter kwam nooit meer thuis van school, die bleef urenlang met haar vrienden in het Westerpark. De andere draaide overuren in het cafe waar ze het terras open hadden gegooid. En iedereen op straat liep rechter.
Ik zag  ergens dat in Spanje nu allang de amandelbloesem aan de bomen zit, dat de zon alweer hoog, dat het kortstondig bloeien begint van wat heel erg snel alweer totaal verdroogde stoffige velden zullen zijn. Ja, er zijn seizoenen in Spanje, maar de zomer overheerst.

Ik mis dat niet.

Goed, al dat fietsen in de regen, in de wind, in de mist, nog maar zo kort geleden en wie weet volgende week wel weer. Ik heb het natuurlijk verschrikkelijk vervloekt, ik ben zo nat geworden, tot op mijn ondergoed, je zadel een ijskoude spons, zulke koude handen dat het pijn deed.
Maar dan is dus de… ja ik zeg het gewoon, het ongelooflijke woord dat je eigenlijk heel snel moet afkloppen voor het weer weg is… dan is dus de lente zachter, mooier, liever. Daarna.

Het is eigenlijk net het leven zelf.

 

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Ode (31) aan de reizigers

Op de school van mijn dochter doet misschien wel tachtig procent na het eindexamen ‘een tussenjaar’.

Om te beginnen de eigen dochter natuurlijk. Maar ook bijna al haar vrienden en vriendinnen. We houden nog steeds elke dinsdag een diner voor iedereen plus aanhang en elke keer gaat er weer eentje weg, of komt er eentje terug.

Dingen meemaken

Gisteren was Mara aan de beurt. Achttien jaar en ze gaat in haar eentje naar Peru, enkele reis. We hebben haar daar al het hele jaar uitgebreid over horen fantaseren maar nu ze vrijdag ineens vertrekt is ze voor haar doen stilletjes en ze draalt lang bij het afscheid.
Bloem praat haar moed in en ook Zoë, die vorig jaar in haar eentje in Azië was. Zij is iets eerder terug gekomen – ineens was het genoeg- en dat kan Mara natuurlijk ook altijd doen.
Op mijn achttiende ploeterde ik mijzelf door een tussenjaar Parijs heen, zonder internet (uiteraard), telefoon, radio, tv, zelfs geen boek had ik meegenomen van thuis. Ik vond mij heel stoer – maar was kennelijk toch niet stoer genoeg om af en toe collect call naar huis te bellen, of misschien zelfs wel gewoon even de trein terug te pakken, waarom niet?

Aan de tafel gaat het weer eens over visa, inentingen, malaria, verzekeringen, de omvang van je backpack en wel of geen boeken mee. Wel boeken, zou ik zeggen. Dingen meemaken, dat ook. En dan straks allemaal weer veilig aanschuiven aan tafel – met heel veel nieuwe verhalen. Wij bewaken hier het fort wel. Goeie reis lieve Mara, Chaia, Gaia, Tal, Finn, Olivier, Karlijn  en alle andere stoeren!

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Ode (30) aan het missen

Ik geloof niet dat andere mensen daar zo last van hebben maar ik ben echt heel goed in missen.

En dan bedoel ik niet het missen van mensen die nooit meer terugkomen, maar juist van de mensen die heel dichtbij je zijn.

Alleen met een kaarsje

De dochter die op reis is, als ik ineens een verdwaald kledingstuk van haar in de was vind. De jongste dochter, elke vrijdag als ik haar weg zie fietsen en weet dat ik haar maandag na school pas weer zie. De vriend die erg goed is in suffe selfies sturen – vooral als hij er lijfelijk niet is.
Juist al die foto’s op Internet kunnen enorm confronterend zijn. Wel op een goede manier: je voelt hoe dol je op ze bent, op missen volgt heel vaak verheugen. Je weet ook dat het goed is voor jezelf om af en toe alleen te zijn, heel goed zelfs. Die kinderen zitten echt niet te wachten op een moeder die er altijd is, die liefde is leuker als je het verlangen weer goed hebt gevoeld. Dat is het zoete van missen, het zachte. Dat je een beetje dapper in je eentje zit met een bordje eten en een kaarsje, helemaal voor jezelf alleen aangestoken.

Mijn moeder, in mijn herinnering, was er altijd. Maar als ze er dan toch ineens niet was, dan lagen er altijd briefjes en anders wel dienbladen met eten en daarop briefjes. Zelfs briefjes in mijn broodtrommeltje naar school.
Zonder erover na te denken heb ik dat van haar overgenomen. Het is een soort troost, snap ik nu. Niet per se voor het kind, wel voor je eigen hart. Zo ben je er toch een beetje bij.

Want ook al is missen zoet en nodig, het is wel degelijk een pijn.

 

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Ode 29: idealen

Ze is naar de supermarkt gegaan voor een stuk karton en naar de tijdschriftenwinkel voor dikke stiften. En nu zit ze naast me op de bank al een uur netjes te kleuren.

‘Je mag staken morgen,’ heb ik gezegd. ‘Maar dan moet je het ook echt serieus nemen.’

Mijlpaal

Dus is ze al twee weken braaf aan het posten op ‘Insta’. Heeft ze een app-groep met 33 mede-stakers. Heb ik het absentiebriefje voor haar school al getekend en maakt ze nu dus de moderne versie van een spandoek.
Ik was precies even oud toen ik naar het Museumplein trok, toen ging het om de vrede. Dat je kon vechten voor je toekomst, dat je macht had om er iets moois van te maken. Ik weet nog maar al te goed hoe het voelde. Het geluk van saamhorigheid, de drang, het hogere, ik kan er weer ontroerd van worden, steeds meer eigenlijk naarmate ik ouder en wijzer word.
Het pad van deze dochter is totaal anders dan het mijne. Straaljagerpiloot wil ze worden, al best lang. Ze kan nu al heel serieus praten over haar leven op de kazerne straks, stemt haar vakkenpakket erop af. Niet te talig, lekker praktisch, veel sport. En ze is ook nuchterder, een stuk minder onzeker dan ik op die leeftijd. Gelukkig maar.

Maar ook zij stapt op haar vijftiende met een spandoek en een gezonde dosis idealisme de trein in.  Toch een soort mijlpaal vind ik: je eerste echte demonstratie. En bemoedigend: het idee dat over pakweg dertig jaar haar dochter… en dan weer háár dochter… en dat we zo de wereld redden.

 

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Ode 28 – een perfecte dag

Wakker worden zonder wekker.

Zo begon het. Dat overkomt me niet vaak meer, zelfs op zaterdag geef ik vaak les.

Autootje

Maar nu hoefde ik niet uit bed. En er was een lieve man bij me die een ontbijtje op bed voor me maakte, nadat hij me eerst had gevraagd wat ik wilde. Ik kreeg toast en ei en sinaasappelsap en natuurlijk koffie. Met een kaarsje erbij. Er was ook eindelijk weer eens een beetje tijd om de krant te lezen. Ik appte met de dochters dacht vooral aan de dochter in Thailand die net een bloedstollend avontuur had beleefd – en toen was het opeens bijna 1 uur.
We hadden geen plan! Of eigenlijk hadden we heel veel plannen, van concerten en films. Maar de zon scheen zo hard en ineens kregen we haast. We sprongen in een greenwheels autootje, zo’n lekker suf rood dingetje en reden de stad uit. Er is een plek, ik was er één keer geweest, dat is een goedbewaard geheim: een savanne vol damherten. En J wilde altijd nog eens herten in het wild zien.
We zagen er 65, J telde. We liepen en liepen en de zon stond al laag en scheen zo prachtig tussen de bomen en over de duinen. Het was geen lente en geen herfst, het was een extra dag buiten de tijd om. Omdat we al laat waren zagen we bijna niemand anders, alleen die herten.

Boerenjongens

Op een gegeven moment duurde al dat gewandel wel een beetje lang en kregen we het koud. Maar toen was er die ouderwetse pannenkoekentent, blauw van de walm en vol krijsende kinderen. We dronken bruin bier en aten pannenkoeken alsof we nog nooit zoiets lekkers hadden gegeten. Er zaten dan ook verrassende dingen op die pannenkoeken zoals gember en boerenjongens.
Door het donker crossten we rozig terug naar Amsterdam, met een rare Hindoestaanse radiozender op waar J erg fan van was, vooral van de reclames. Eenmaal thuis gingen we allebei naar ons eigen huis, want de drukte van de komende week begon alweer door onze hoofden te gonzen, we moesten vroeg op en J moest nog zijn spullen pakken want die ging voor zijn werk naar Berlijn (het zou wel weer even duren voor wel elkaar weer zagen).

Voor zijn deur namen we afscheid en we misten elkaar op datzelfde moment al. Ik fietste alleen naar mijn eigen huis, het was eigenlijk nog helemaal niet zo laat. Mijn haar rook naar pannenkoeken, en ik dacht: ja, zo ziet het eruit. Een perfecte dag.

 

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Ode 27, aan een engel

Mijn zus is mijn grote voorbeeld.

Zus, niet zusje, ook al is ze vier jaar jonger. Maar er was een dag, ergens in onze tienertijd, dat ze me vroeg gewoon zus te zeggen. Wij spreken elkaar nu ook zo aan: ‘Hee zus, heb jij…’ ‘ Zeg zus, zullen we…’

Puur

Het grappige is dat ik me haar amper herinner als zusje. Ze was een stille, in ons verder behoorlijk uitbundige gezin. Hield niet van de dingen waar ik van hield: uitgaan, shoppen, jongens. Dat kwam pas veel later bij haar – toen ik net zo’n beetje uitgeraasd was.
Ik ben mijn zus pas later gaan zien als de engel die zij is. Engel in de zin van: puur, echt, zuiver. Mijn zus kan niet huichelen, niet liegen. Ze zal zich nooit anders voordoen dan ze is, is geen uitslover. Naast haar voel ik me soms zo’n opgewonden standje.
Terwijl mijn zus juist iemand is die altijd alles van mij wil weten. Soms hebben we elkaar een tijdje niet gezien en dan hangen we echt aan elkaars lippen, kunnen niet ophouden met praten.

Mijn zus kan alles. Een trendy boetiek runnen, opgroeiende jongeren coachen, werken als foody, als yogajuf. En met alles stopt ze ook net zo makkelijk als het werk haar overneemt en ze zichzelf dreigt te verliezen. Ze heeft een lekker rustig ego, ook dat is bijzonder inspirerend.
Vanavond vieren we haar verjaardag, ik ben zo blij dat ik daarbij ben. Zou ze ook mijn vriendin zijn als ze mijn zus niet was? Ik weet het wel zeker. 

 

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Ode 26: twintig!

Ik weet nog hoe ik zelf twintig werd.

Ik had al maandenlang met mijn vriend door Zuid Amerika gereisd, ik had in een kraakpand gewoond, in Parijs gestudeerd.

Volle maanfeesten

En toen ik twintig werd, was ik net begonnen aan de UvA, Spaans. Ik woonde drie hoog achter in De Pijp, in een piepklein turquoise huisje waar ’s nachts (en overdag) de muizen feest vierden. Ik had een studentenbaantje in het theater, hing avonden lang in de Smoeshaan. De wereld draaide op volle toeren en ik stond precies in het midden van alles.
Precies zo wordt mijn eigen dochter twintig vandaag. Om zes uur vanavond, want dan is het middernacht in Thailand. We kunnen haar niet bellen want ze zit dan middenin de jungle en slaapt op drijvende hutjes in een meer. In de app foto’s van volle maanfeesten waar iedereen heel hippie-achtig in regenboogkleuren beschilderd is, verhalen over boeddhistische feesten en stappen in Bangkok.
Alsof ik in een tijdspiegel kijk. Dertig jaar terug, ben ik ooit zo vrij geweest als toen? Zo vol van mezelf en van verwachting.

Zo is ook dit kind, blozend en stralend, om in te bijten zo mooi. Ik drink morgen – onze tijd- gin-tonics met haar beste vriendin en man wat zullen we proosten op haar. Liefste Chaia, wat doe je het toch allemaal verschrikkelijk goed, leven!

 

 

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Ode 25 (aan Laurita)

Ik herinner me een lief blond kindje op mijn aanrecht.

Daar zaten ze allemaal vaak, maar Laurita was dat ene kind dat partijtjes vaak een beetje eng vond. Dan kwam ze maar bij mij in de keuken. Terwijl de anderen op speurtocht gingen, hielp zij mij met de taart decoreren.

Caring

Laurita was een vriendin van de oudste dochter. Ze pikte de dansschoentjes van de middelste, speelde dat ze ook meerdere zusjes had. Algauw was ze niet meer weg te denken.
Wij gingen op reis, we verhuisden naar Spanje maar Laurita bleef, kwam vaak naar Spanje toe. Inmiddels ook als vriendin van de middelste en als ‘nepzusje’ van de jongste, waar ze over waakte als een moedertje. Zorgen – of zoals ze dat in Engeland zoveel mooier zeggen- caring zit haar in het bloed. Laurita moet een restaurantje runnen, dacht ik vroeger al vaak, zelden zo’n natuurtalent gezien.
Maar Laurita is ook een perfectionistje. Ze wilde zo graag hoge cijfers halen, uitblinken op school, ergens rond haar zestiende ging het mis. Burn out. Met hetzelfde talent voor caring trok ze uiteindelijk zichzelf uit het dal. Ik ken geen kind dat zo lang heeft moeten doen over haar examens, studeren voor deelcertificaten combineerde ze met werken in restaurants. Waar ze haar natuurlijk met open armen ontvingen, Laurita was algauw de steun en toeverlaat van de keuken, de bar, de ‘runners’.

Deze week overhandigde ze me met enige schroom een brief. Haar motivation letter om te worden toegelaten tot de hotelschool, of ik even wilde meelezen. Zoals met alles had ze ook nu haar hart en ziel in deze brief gestopt. Al haar verlangen naar het nieuwe ‘avontuur’ spatte ervan af.
Het bangige blonde kindje is uit haar ei gekropen – en hoe. Die hotelschool zou wel totaal krankzinnig zijn als ze haar niet aannemen.

 

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Ode 24 (aan de pijlers van onze samenleving)

Vanuit de trein liepen wij in een montere colonne, de meesten hadden hun rolkoffertjes of boodschappenkarretjes bij zich.

NOT. Zo heet de huishoudbeurs voor leraren.

Snoep

Het was een echte beurs, ik was er wel vaker geweest maar toch was alles weer overweldigend. Onder de systeemplafonds met nergens iets van daglicht van die rijen en rijen organisaties die allemaal bestaansrecht hebben, zoals moestuinen op school en seksuele voorlichting op school en kunst op school en computers op school.
En het belangrijkste is natuurlijk een schrijver op school, dus ik stond in zo’n echte stand, een soort mini-huiskamertjes in het geel, met posters en filmpjes en, zoals dat hoort, een schaal met snoep.
Aan ons trokken alle leraren van Nederland voorbij, naarmate de dag vorderde werden hun tassen met folders en cadeautjes dikker. Bij de stand naast ons kon je roze mocktails drinken, bij de Fortnite-op-school stand kreeg je popcorn, je kon gratis foto’s door de schoolfotograaf laten maken en dus overal maar dan ook echt overal snoep eten. Van dat snoep dat op de scholen allang niet meer mag.

Sneeuw

Nadat ik urenlang over De Schoolschrijver had verteld en en passant ook nog opvallend veel collega’s was tegengekomen, was het tijd om op te breken.
Toen we buiten kwamen zagen we pas dat er een dik pak sneeuw lag. In diezelfde colonne liepen we terug, maar nu allemaal een stuk langzamer. De rolkoffertjes trokken diepe sporen in de sneeuw. Velen van ons hadden nog een lange reis met vele vertragingen voor de boeg.

 

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Ode 23 (aan mijn glamourleven)

Er was een boekpresentatie, het was met beroemde mensen.

Wat ik van mijn moeder leerde, heet het boek. Ik sta op de kaft, ik ben ‘en vele anderen’. 

Een Ellie Lust, een Murat Isik, een Susan Smit

Diverse bekende Nederlanders hebben daarin een verhaal over hun moeder geschreven. Ik was dus ook gevraagd, al lang geleden. Wel met een specifieke vraag: de moeder in mijn boek Een heel bijzonder meisje, kon ik daarover schrijven?
Ik ben enorm gevoelig voor wensen van redacteuren en misschien nog wel gevoeliger voor gevraagd worden voor iets waar beroemde mensen aan mee doen, dus ik had ja gezegd. Dat verhaal geschreven. Een factuur gestuurd. En het daarna weer vergeten.
Tot de boekpresentatie zich ineens aandiende. Dat was ook het moment dat ik nog eens even goed keek naar het verhaal dat ik had opgestuurd. Er ontbrak een witregel. Normaal niet erg, maar in dit geval maakte het het verhaal raar onbegrijpelijk. Ik belde, maar toen lag het boek al op de persen. Eigen, slordige, schuld.
Toch ging ik vol gespannen verwachting naar de boekpresentatie. Wanneer sta je nou als collega naast een Ellie Lust, een Murat Isik, een Susan Smit? Shownieuws zou komen, ik kocht er speciaal een nieuwe haar-bloem voor.

Schuim

Even was ik verward, waar was het feestje? Toen bleek dat ik, best wel uncool, een uur te vroeg was gekomen. Later kwam het alsnog goed. De presentatie was, inderdaad, flamboyant. Shownieuws was echt gekomen. Dat weet ik omdat de camera pal voor mijn neus ging staan om alle celebs eens even goed te filmen (ik zag meteen niks meer). Ook Schuim was er, de societyrubriek van het Parool. Mijn vriendin Mylou (ook in het boek en de artiest van de avond) werd op de foto gezet, ze trok me snel naar voren. ‘En wie ben jij dan?’ vroeg de Schuimredacteur, niet heel erg geïnteresseerd. ‘Ik sta ook in het boek,’ zei ik moedig. Op dat moment liep Stine Jensen het beeld in.
Maar zoals een wijs iemand zei: ‘Je kunt ook NIET en vele anderen zijn.’