Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Ode 13 (de saunameester)

Vroeger was de sauna niet bepaald hip, toch? En medewerkers van de sauna vrij onzichtbaar. Daar is ongemerkt verandering in gekomen.

Want nu hebben we de saunameester!

Jezus

De saunameester is makkelijk te herkennen: hij ziet eruit als Jezus, met lang haar en een fancy net-niet baardje, gekleed in een klein handdoekje. Hij is van de opgietingen. Opgietingen betekent dat je je met heel veel mensen op een bepaald moment in een sauna propt waar de saunameestser dan woest begint te zwaaien met een lap, zodat de hete lucht je om de oren vliegt. Sommige saunameesters zijn zeer beroemd om hun opgietingen, er schijnen zelfs wedstrijden voor te bestaan. Je komt er oververhit en geradbraakt uit, maar dat is  precies de bedoeling. De saunameester staat dan klaar met fruit en een drankje.
Zo ook dit weekend. Ik was met mijn liefste zus in een beeldschone spa. We besloten de dag af te sluiten met een sessie met de saunameester, het was deze keer met klankschalen.

Mollig

Ja hoor, daar was hij. Lang haar, lendedoekje, iets mollig maar hij kon het hebben. Zijn stem was buitensporig zacht en hypnotiserend toen hij ons aanspoorde onze ogen te sluiten en in te dalen in de Tibetaanse reikwijdte van de klankschalen.
Ik kon het niet laten, ik moest wel tussen mijn wimpers door gluren. Daar danste onze saunameester tussen de naakte lichamen door, druk in de weer met prachtige instrumenten, af en toe iemand aanrakend die te hard begon te snurken. In de sauna is de collectieve afspraak dat bloot niet erotisch is, maar dat geldt dan weer niet voor de saunameester. Ik kon mijn ogen maar niet van dat lendedoekje afhouden.
Mijn zus zat intussen diep te mediteren. Maar het eerste dat ze daarna zei was: ’Ik wist gewoon dat jij niet meedeed en al die tijd verhalen in je hoofd zat te schrijven over de saunameester.’

 

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Ode 12 (aan schimpige woorden)

Dochter, luidkeels en dramatisch vanaf de bank: ‘Door die schimpige woorden, die ik zonder verdienen heb moeten lijden: hoere, scheuke ende teve…’
Het is voor dramales op school en het is Mariken van Nimwegen in oud Nederlands.

Ik word er zo blij van.

Belatafeld

Schimpige woorden! Het blijft uren in mijn hoofd zingen. Wanneer zeggen we dat nog? Net als toen iemand me laatst schreef: ‘Zijn ze nu helemaal belatafeld!’ Ook zo’n heerlijk knisperend oud woord dat ik te lang niet had gehoord.
Het luistert nauw. Blaaskaak is gewoon verouderd maar deemoed en vergezellen doen iets lichts in mijn brein. Donderjagen, verdonkeremanen, doerak ook. En een naakt lichaam is altijd mooier dan een bloot lichaam.
Ik denk nog steeds aan de schimpige woorden als ik later die dag in de trein zit. Twee meisjes van mijn dochters leeftijd hebben zonder het te beseffen het hoogste woord in de coupé. Gewone Amsterdamse chicks en ze hebben over een foute jongen. In straattaal, en hoe ik ook mijn best doe, ik versta het niet. De intonatie, de klank, alles is anders, eerder een lied of een rap. En toch Nederlands. Het is prachtig. Nee, ik ga hier geen woorden herhalen. Eén keer slechts heb ik me bezondigd aan straattaal in een boek. Loeloe schreef ik. Onmiddellijk kreeg ik een berichtje van een lezeres. Of ik soms loesoe bedoelde, dronken. Ja dus.

‘Fakka is zeker fuck’? vraag ik later toch aan mijn dochter die dus op één dag oud Nederlands en nieuw Nederlands kan spreken. Maar nee, fakka is dan weer ‘Hoe gaat het?’

 

 

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Ode 11 (aan de verdrietigheid)

Ik dacht, ik schrijf honderd odes. Ben ik een jaartje mee bezig, het is een verhaalvorm die mij beter past dan bijvoorbeeld ironie. Bovendien had ik gelezen dat het heilzaam is voor je ziel, om de mooie en fijne dingen om je heen met enige regelmaat te benoemen.

Ik was alleen even vergeten dat het leven niet altijd mooi en fijn is.

Stom

December blijft moeilijk. Doe mij maar koud, saai en grauw januari, veel minder pretentieus en beladen. In december moet ik nu al voor het derde jaar zo denken aan het gezin dat niet meer is, de feesten en partijen die daarbij hoorden, het grote vieren. Scheiden is stom en het duurt lang, dat voel ik harder in december.
En in die melancholieke staat van zijn overviel me ook de schrijftwijfel. Het nieuwe boek is niet de doorbraak geworden die ik had gehoopt. Dat is hard en het ontbreekt me even totaal aan de moed om door te gaan.
Dus wat moet je dan met je odes? Een ode aan de verdrietigheid? Alsof je daar dan zin in hebt.

Maar ik ga het ook niet uit de weg – en ik ga niet weg. Niet naar het concert van mijn vriendin, niet in de kroeg met collega’s. Gewoon thuis op de bank dek ik me af en toe met mijn verdrietigheid, zacht als een dekentje over me heen.
Nee, het is niet altijd mooi en fijn. Of makkelijk. Of feest.
Maar dit is het ook. Leven.

 

 

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Ode 10 (aan mijn bankrekening)

Vorig jaar sloot ik af in de min: er was meer geld uitgegaan dan binnengekomen.

Dat is ook niet zo moeilijk als je als ‘nieuwkomer’ (uitgeschreven tijdens Spanje) Amsterdam binnenkomt en je wel fatsoenlijk wilt wonen met je dochter. Dan betaal je dus ongelooflijke expatprijzen.

Vertwijfeld

Ex doet een goeie duit in het zakje maar dan nog. Ik herinner me een financieel adviseur twee jaar geleden, die starend naar mijn cijfers vertwijfeld uitriep: ‘Maar dit kan toch helemaal niet!’
Er waren echte vrienden die stand by stonden (en staan) voor leningen en daar hield ik serieus rekening mee, vorig jaar rond deze tijd.
Dit jaar eindig ik in de plus en daar ben ik zo trots op. Het komt door keihard werken, ook ’s avonds en in het weekend, maar werken vind ik niet naar en het werk op zich is allemaal leuk en belangrijk. Wel echt heel tof dat ik op mijn vijftigste nog erin slaag om carrière te maken, trouwens, dwars tegen de tijdgeest in.
Voor volgend jaar weet ik het allemaal nog niet, dat heb je als zzp-er, het heeft ook met toeval en geluk te maken. Maar dit jaar geef ik mezelf cadeautjes voor mijn huis: een mooi nieuw lampje en een gouden kussentje waar de meningen erg over verdeeld zijn maar wat tot in lengte van dagen symbool zal staan voor dit gouden jaar.

En elke dag check ik wel een keer de cijfers op mijn ene bankrekening. Het staat er echt. Pff!

 

 

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Ode 9 (dochters)

Dochters. Ik heb er wel een paar.

Zoals Kimmie die elke week wel komt eten, Laurita die elke week wel komt slapen.

Om in te bijten

Krachtige, prachtige dochters. Ze confronteren je voortdurend met je eigen verval. Wat bij hen heerlijk rond is en om in te bijten zo mooi, is bij jou gewoon verworden tot lubberend vet en vel. Haren van dochters glanzen meer van nature, hun rokjes kunnen korter, hun lippen roder.
Van wat ik zo her en der opvang denk ik dat zonen liever zijn voor hun moeders, dat die de moeder vaak op handen dragen. Dat doen dochters niet. Die pikken je laatste pilstrip, scheren je scheermesjes bot, gebruiken je zachtste handdoek, je duurste antirimpelcreme en maken en passant ook nog even een ladder in je nieuwste panty.
Ach, die lieve dochters. Ze vragen van alles – en soms luisteren ze ineens naar je antwoord. 
Als je niet goed in je vel zit kunnen ze je kapotmaken, dochters kennen altijd je allerzwakste plek en schromen niet om daar extra hard op te duwen. Tegelijkertijd zijn ze wijzer dan wijs en bij vlagen ongelooflijk lief. Een dochtercompliment is een cadeau om heel lang te koesteren.
Maar meestal nemen ze je voor granted – zoals wij dat ook deden bij onze moeders.

Want meer dan wat ook confronteren dochters je met de circle of life en dat er steeds weer nieuwe, sterke vrouwen komen op de wereld. Steeds een beetje sterker en wijzer, lijkt wel.
Uiteindelijk verzoenen dochters je met je eigen sterfelijkheid.

 

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Ode 8

Ik breek een lans voor de traditie.
Die ik los van zwarte piet zie.
Maar: in dat je een gedicht schrijft
tongue-in-cheek terwijl het licht blijft.
Een echt gedicht van jou alleen
aan de mensen om je heen.
Voor elkaar gedichtjes schrijven…
Dát is waarom dit feest moet blijven!

Dit is een gedicht voor mijn goeie ouwe blog
Bijna twaalf jaar oud en… het is er nog.
Ik schreef over reizen, ik schreef over blijven.
Ik schreef over de liefde, ik schreef over schrijven.
Over kinderen en mijn moeder schreef ik het meest.
Vaak ook melancholisch, over wat is geweest.
Stipt elke drie dagen, ik blijf bij de les.
Dit is stukje dertienhonderdzes.

Dit is een gedicht voor jullie die dit lezen.
Die mij zo vaak van de stilte genezen.
Door simpelweg te volgen, door altijd daar te zijn.
Soms zijn jullie met duizenden, soms was de opkomst klein.
Ik kijk naar de cijfers en zie jullie allemaal.
Ik ken je niet, ik ken je wel, ik vertel je mijn verhaal.
En als niemand dat zou lezen, dan sloeg dit alles dood
Want een schrijver zonder lezers is als een peper zonder noot.

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Ode 7 (the hills are alive)

‘Ik moet even the hills are alive doen’ zei ik deze zomer een paar keer tegen J.

Kenners weten nu natuurlijk meteen: The Sound of Music. Komt deze kerst in een mooie gerestaureerde versie op groot doek in Eye.

Oermoeder

Elk gezin heeft wel zo’n film (boek, spel, vakantieplekje) wat extra speciaal is. En ik sleepte The Sound of Music met me mee het gezin in. Op video eerst nog, later dvd, zelfs in Afrika hadden we hem bij ons. En daar hadden we natuurlijk bijna niks, dus dan wordt wat je hebt extra bijzonder. Onuitwisbare familieherinnering: middelste dochter, na een paar spannende dagen eindelijk herstellend van de malaria en eindelijk weer rechtop, omringd door het hele gezin voor een oud laptopje met daarop The Von Trapp Family. Natuurlijk ‘was’ elk meisje een van de Von Trapp kinderen, en de liedjes kennen we uit ons hoofd. Dat wordt een feestje, straks in Eye.
Ikzelf ben natuurlijk altijd in mijn hoofd Maria geweest, de lieve oermoeder waar iedereen zo ongelooflijk veel van houdt, slank ook nog, en die zo gezellig zingt met haar kinderen. Net op tijd gered uit het klooster. Daar dartelde ze over de Alpenweide, armen uitgespreid: ‘The hills are alive… with the sound of music’.

Dat gevoel. Als ik ergens buiten ben en ik voel me echt heel vrij. Dan ben ik Maria, dan moet ik rennen en zingen. Het pleit voor mij dat ik dat deze zomer gewoon deed met J erbij. Blije vijftiger speelt Julie Andrews. Het pleit voor J dat hij dat laconiek, zonder blikken of blozen, aanschouwde.

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Ode 6 (Dingen die het doen)

Elke dag, ongelogen, ben ik me bewust van de dingen die het doen.

Dat mijn fiets fietst, mijn verwarming warmt, mijn gas brandt, mijn douche warm water geeft.

Winkeltje spelen

Dan stap ik onder die warme straal en dan denk ik: geweldig, het werkt! Een beetje als een kind dat winkeltje speelt en dat er dan moeders echt dingen komen kopen. Iets in mij speelt nog steeds dat ik een poppenhuisje in de Haarlemmerstraat bewoon, een huisje met alles erop en eraan. Laatst had ik zelf de tv overgezet van analoog naar digitaal, best ingewikkeld en best stoer zonder man, en nu denk ik ook steeds: kijk nou, echte televisie. Echt geluid van mijn telefoon naar de boxen, de wc trekt echt door, enzovoort.
Het is natuurlijk niet alleen maar kinderlijke verbazing. Het komt vooral omdat ik het anders heb meegemaakt. Ik raad iedereen aan om twee jaar in een Landrover te gaan wonen. Ikzelf dacht dat ik het niet kon. ‘Ik haat kamperen,’ piepte ik de dag voor vertrek.
Maar ik kon het wel! Slapen in een achterbak, poepen achter een boom, mijn kleren wassen in een groezelig riviertje. Sterker nog, dat was heel vrij. Nooit in mijn leven minder nodig gehad om gelukkig te zijn.

Zenuwachtig

In Spanje was het een iets ander verhaal. Daar deden de dingen het meestal wel – maar soms ook niet. Als het heel hard regende viel het Internet weg, de stoppen sloegen met enige regelmaat door om onverklaarbare redenen, en als je vergat olijfpitten in de grote oven te storten, viel de verwarming weg. De sceptic tank kon ineens vol zijn en de Landrover kreeg ook kuren. Dat was eigenlijk lastiger dan tijdens die wereldreis. Daar wist je zeker dat de dingen het niet deden, in Spanje werd ik er vaak zenuwachtig van. O nee toch, als nu maar niet…
Maar nu doet alles om me heen het weer. En als er toch ineens een kastje van de muur flikkert, dan heb ik nu een vriend met een boor en die komt altijd METEEN.

 

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Ode 5 (aan de stadsheksen)

Op de pont kom ik een collega tegen. ‘Ga je ook naar die uitverkochte voorstelling?’
Ik flap eruit: ‘Eigenlijk ga ik naar een heksenkring, vanwege de volle maan.’
De collega knikt, meteen stil.

Het is alweer een tijdje geleden, maar de uitnodiging was op een of andere manier blijven resoneren. ‘We vieren deze week de bloedmaan. Dit zijn de donkerste dagen. Hoe intiem kan de donkerte zijn?’

Acht doodstille gestaltes

Dus daar lig ik, in het pikkedonker, met acht andere vrouwen. Het donker in onszelf op te zoeken – dat is nog wel een klusje. Zoals hoort bij een heksenkring zijn er kaarsjes, koekjes, oude muziek. We gaan ook naar buiten, het ijskoude stadsbos in. Van het pad af, verder en verder. Eenzame fietsers en ook een paar dronken toeristen komen voorbij. Wat zien ze? Acht doodstille gestaltes, op verschillende plekken, bevroren tussen de bomen. Genoeg om ze nachtmerries te geven, denk ik. Maar wij staan daar sterk en gebaad in het maanlicht van de bloedmaan dat helderder en helderder lijkt te worden. Aan het eind drinken we samen port op een open plek en delen een paar geheimen.
Zijn we eng, gek? Nee hoor. Al die vrouwen zijn stuk voor stuk jong en hip (ik hoor bij de oudsten), met goede banen en leuke kleren. Wat ons bindt, is een liefde voor rituelen, voor een beetje magie in de gewoonheid van het leven. En we zijn sterk! Want verbonden met zoveel maanzusters over de hele wereld die zich op dit moment laven aan precies diezelfde maan.
Zie je, ik ga al helemaal in wiccajargon praten.

Ach, het heeft ook iets ontroerends. Zie ons daar nou toch noest naar de maan staan staren met zijn achten. Midden in het Vliegenbos, in de nacht, in de kou.

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Ode 4 (Kruimels)

Een stilleven van lege koffiekoppen, vuile glazen, de laatste paar zelfgebakken koekjes.

De waxinelichtjes zijn al uit, de kamer is heel stil ineens. Daar zit ik, achter me zoemt de vaatwasser, ik heb met lichte tegenzin mijn laptop gepakt om nog wat te werken. En ik staar naar de kruimels.

Het ontbijt en de liefde

Ooit hoorde ik Linda van Dijk haar perfecte zondagochtend beschrijven: ‘In bed de krant lezen, tussen de kruimels van het ontbijt en de liefde.’ Daar denk ik tegenwoordig wel eens aan, op zondag.
Maar je hebt ook avondlijke kruimels: de vriendelijke getuigen van het etentje dat hier net plaatsvond. Dat is elke dinsdag als alle kinderen met aanhang aan mijn tafel neerploffen. Het is een goeie traditie geworden, waar ik alles voor afzeg.
Ik hou van de voorpret. Maandag, soms in het weekend al, begin ik zo’n beetje te denken over de dingen die ik ga koken, ik ga naar de Marokkaanse winkel, schil de appels voor de appeltaart, zoek nog even een receptje terug.
En natuurlijk hou ik van het roezige huis vol gelach en gepraat en van hoe al die schalen vol eten razendsnel verdwijnen. Ik luister, ik eet, ik wil ze allemaal knuffelen.

Maar misschien nog meer dan van het diner zelf houd ik van de kruimels die het verhaal van het diner navertellen. De mooiste stilte is de stilte na de storm. Met daarin de echo’s van het gelach, de geur van zelfgetrokken soep die nog overal hangt.
Het zijn meestal vier vaatwasmachines vol en een keer stofzuigen voor er weer ruimte is hier in dit kleine huisje. Maar in het kaarslicht zien de kruimels er niet uit als rommel. Het zijn de lieve brokstukken van mijn eigen volle leven.