Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Beetje gek

Ik hou echt van mensen, heel erg zelfs.

Ik ga uit, heb vrienden, eet eigenlijk nooit alleen. Ik lul met de winkeliers in de straat en met de daklozen bij de Albert Heijn.

Extravert

Ook in mijn werk is er voortdurend sprake van interactie. Ik sta met gemak voor een klas moeilijke kinderen of op een podium, ik heb geen telefoonangst zoals mijn dochters. Ik bel gewoon naar instanties en ik open blauwe enveloppen voordat ze uit de hand lopen.
Na zes jaar op het platteland wonen met wisselend succes heb ik besloten dat ik extravert ben. Extraverte mensen -check het maar bij de oude psychologen- krijgen energie van gezelschap en door te praten ordenen ze hun gedachten. Zelfs schrijven lukt me beter nu ik mij weer omringd heb door een wereld vol mensen en prikkels.

Dus waarom deed ik wat ik deed???

Schielijk

Er was dat leuke personeelsfeest op het werk, mensen hadden daar ontzettend hun best voor gedaan. Eerst een officieel gedeelte en daarna buiten eten en drinken, met tweehonderd man. Italiaanse taferelen.Ik kwam naar buiten, als een van de eersten. Ik zag al die tafels, al dat eten, al die glazen wijn op bladen en obers klaar voor de start. Er woei een koude wind ineens maar dat was totaal geen excuus voor wat ik deed. Ik draaide me om en sloop weg, het ouderwetse woord schielijk is hier wel van toepassing. Zo naar mijn fiets en zonder iemand dag te zeggen snel naar huis.
In een atypische vlaag van… wat was het… mensenschuwheid?

schilderijtje aan mijn muur, door Sylvia Waterloo

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Met/zonder sixpack

Er logeert een vriendinnetje bij ons. Vijftien is ze en ze ‘heeft met’ een jongen van achttien. Nu al een half jaar.

Ah, dus zo ziet dat eruit. Ikzelf was ook zo serieus toen, heel jong volwassen. En zeker zo steady in de liefde.

Mapjes

Als je liefdesleven zou bestaan uit foto’s, dan hebben de meeste mensen verschillende mapjes. Een mapje ‘de eerste keer’, een mapje ‘nog nooit zo verliefd geweest’, een mapje ‘die fantastische reizen’, een mapje ‘wild feesten’, ‘trouwen’ wellicht, een mapje ‘gezin’…  Bij elke geliefde horen weer andere herinneringen. Je eerste liefde vergeet je nooit, ook niet degene die bij je was toen je ziek was, toen er dierbaren overleden. Of diegene die voor het eerst je hart brak en natuurlijk vergeet je nooit degene tegen wie je ja zei, JA ik wil.
Laatst dacht ik ineens: bij mij staat bij al die foto’s dezelfde naam. Alle reizen die ik maakte, alle huizen die ik bewoonde, al het lief en leed deelde ik met dezelfde high school lover. Hoe romantisch, maar ook: hoe raar. En hoe ingewikkeld soms voor de nieuwe vriend (die er overigens nooit een punt van maakt).

Ik kijk naar de o zo jonge meisjes op de bank. Dochter speelt Sims 4 en ontwerpt haar ideale man. Met/zonder tattoos, met/zonder baardje, extreme sixpack of toch niet, een sporter of een man in pak… elke keer als ik opzij gluur zie ik weer een andere Ken voor haar paraderen (want die Sims bewegen de hele tijd). Veertien is ze, maar inmiddels alweer toe aan haar derde vriendje. Doe maar, zeg ik in gedachten, check ze uit, al die types. Met/zonder sixpack, grappig, stoer,  of juist heel lief… Wat een goed spel eigenlijk.

 

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Moment

Het middelste meisje had dus dat diploma, en de vleugels uitgeslagen. En omdat wij een soort traditie hebben van gin-tonic drinken bij speciale momenten nam ik haar mee voor een gin-tonic op een fancy plek.

Het was trouwens nog maar de derde keer dat we samen gin-tonic dronken maar we hebben besloten dat het onze traditie is, en dat is veelbelovend.

Lievelingsrokjes

Dus wij zaten daar in een mooie stadse binnentuin, allebei in blauwe kleren. Moeder en dochter, je kon het zien. Zij draagt al mijn lievelingsrokjes nu, die voor mij van het ene jaar op het andere te kort zijn geworden. Zomaar opeens!
Eerst namen we dure rosé. Het was een Moment. Dus na een tijdje zei ik iets over de keren dat ik was tekortgeschoten als moeder. Dat was niet niks. En zij zei er ook iets over, ook voor haar niet niks. Ik zei sorry, dat kan je soms niet vaak genoeg zeggen, zij knikte.
Toen kwam eindelijk de gin-tonic, lekker hip met komkommers en rozemarijn erin. We proostten in de zon en ze vertelde honderduit over alle reizen die ze dit jaar nog gaat maken, grotendeels in haar eentje.

En al die tijd voelde ik hoeveel ik van haar hieldhieldhield. Houdhoudhoud.

 

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Van buiten naar binnen

De tafel zat vol met kinderen want het was dinsdag. Ik ging nog even een stoel halen van de zolder. Daar was het plotseling heel sereen. Van beneden klonk blij en geanimeerd geroezemoes.
En nu hier blijven, dacht ik. Gewoon hier blijven.

Kijken, van buiten naar binnen, en dan het liefst vanaf een afstandje. Soms zweef ik een beetje buiten de dingen om, zoals geesten doen.

Poes voor het raam

Kennen anderen dat ook? Expres aan de overkant van de straat gaan lopen om je huis te zien van de buitenkant. Hoe het licht schijnt van het kleine lampje binnen en de hele ruimte zacht oranje maakt. De halsgevel die zo mooi is uitgelicht. Mijn gevel! Poes voor het raam, boven bij het kind de gordijnen dicht tegen de zon. Blauwe gordijnen.
Of wat ik laatst deed. Ik was helemaal alleen ’s avonds, dat gebeurt niet zo vaak. Ik zat buiten, op het Amsterdamse platje en het werd ineens donker. Door de open ramen zag ik mijn huis binnen zo mooi en fijn oplichten. De verschillende lampen, de bloemen in een vaas, de bank waar iedereen altijd op neerploft, de ronde eettafel vol verhalen, nu leeg.
Lang ben ik zo blijven zitten, kijkend. Van buiten naar binnen. Ik wilde er niet in, ik wilde daar buiten blijven, om het hoekje. Alleen maar kijken naar het schilderij. Samen met alle andere geesten van de nacht stuurde ik iets zachts en eindeloos mee.

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Vlees en zand

Ik kwam de zaal uit lopen, mijn zwarte jurk was helemaal bruin geworden, mijn knie geschaafd.

We waren naar Carne y Arena, een VR-ding van de kunstenaar Iñaritu. Je moet vechten voor kaartjes, net als bij een popconcert.

Oude schoenen

Als je in het eerste zaaltje komt – helemaal alleen – liggen daar oude schoenen en waterflessen. Dat zijn echte spullen die zijn gevonden in de woestijn tussen Mexico en Amerika, waar vluchtelingen dag in dag uit in de meest gruwelijke omstandigheden de grens proberen over te komen. Elk jaar overlijden er 1000 mensen.
Het volgende moment sta je zelf met je blote voeten in het zand en ben je een van die vluchtelingen. Nog nooit eerder zo’n goede VR-bril gehad, je vergeet dat je eigenlijk best gek in je uppie in een grote ruimte staat met twee begeleiders die zacht tegen je praten alsof je zo een ernstige operatie moet ondergaan. En die je dan een rugzak omdoen, een bril op en een koptelefoon.
En weg ben je.
Of nouja, weg was ik. Er zullen heus genoeg mensen zijn die blijven denken dat het film is, of kunst (want het is hallucinerender dan film alleen). Maar ik wás in die woestijn. Ik knielde neer, tussen de vluchtende mensen, dook in elkaar bij laagvliegende helicopters, zoeklichten. Gezien de staat van mijn jurk ben ik op een gegeven moment zelfs op de grond gaan liggen.

‘Jezus,’ zei ik tegen de begeleiders, toen die ineens mijn bril en koptelefoon af deden. Ze knikten begripvol en wezen me de weg naar buiten.
En nu voelt het nog steeds alsof ik elk moment heel hard in tranen ga uitbarsten.

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Zout

Dochters gaan wederom met hun vader naar Caraibische oorden deze maand. ‘Ik verheug me zo op die turquoise zee.’

Alsof ik die zee niet ken! En tegelijkertijd al heel lang niet heb gezien. Die zee die zo licht is dat je naar je voeten kunt kijken, gekleurde vissen erin en zo warm. Ik was een jaar of twintig toen onze reizen me daar voor het eerst heen voerden. Mijn enige referentie waren tot dat moment reclames. De wilde frisheid van Limoenen. En dan een Bounty eten. Zo’n zee.

Iemanja

Heel anders dan de zee in Spanje. Die herinner ik me het best middels de wijde stranden en surfgolven van Tarifa – ooit gingen we daar elk jaar naar toe.
De Noordzee is het minst elegante zusje van alle zeeën. Meestal grijs, grauwe lucht erboven, vaak koud en daardoor het allerzoutst. Toch was dat de zee waar ik het meest aan dacht in Spanje. De geur van de duinen alleen al brengt me terug naar mijn allereerste vakanties op Texel, hoe groot was toen die zee.
In de Noordzee gingen Astrid en ik gisteren een ochtendduik maken, het strand was nog heerlijk leeg. Er waren overal kwallen en het water was troebel en koud. ‘We dansen met Iemanja,’ riep Astrid want die is van de santeria en Iemanja is de grote zeemoeder van ons allemaal. En ik sprong en dook in de golven en ik voelde dat ze gelijk had. De zee is de zee is de zee.

Dat was de slotzin van dit blog. Maar later dacht ik: wat een onzin. Iemanja in de Tropen is toch van een andere orde. Net een tikkie meer… turquoise. En laat dat nou net mijn lievelingskleur zijn. 

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

De reis van haar leven

Ik droomde dat we met mijn moeder in de rolstoel naar de trein gingen om ‘de reis van haar leven’ te maken.

Het ging om een reis langs plekken die bijzonder voor haar waren geweest geloof ik en zoals dat is in dromenlogica zaten mijn moeder, broer, zus en ik allemaal op andere plekken in de trein.

Time out

Ruim twintig jaar geleden nam mijn moeder een time out. Ze stopte met werken en ging bijkomen van alles wat daarvoor was gebeurd in haar tumultueuze leven. Het idee was dat ze na een tijdje weer genoeg kracht zou hebben om alle dingen te gaan doen die haar even teveel waren, astrologie-consulten geven bijvoorbeeld. Of koken. ‘Ik ben uitgekookt,’ zei ze. Na zoveel jaren huisvrouw zijn klonk dat best logisch.
Alleen, ze is nooit meer gaan koken. Ze is op een of andere manier in die time out blijven hangen en het duurde heel erg lang voordat we dat door hadden met z’n allen. Steeds dacht ik: het komt wel weer. Maar vanaf het moment dat ze stopte met werken is mijn moeders leven alleen maar kleiner en kleiner geworden. Tot waar ze nu is: in een bed met een hek ervoor in een tehuis.
In mijn droom besefte ik dat en ik stapte uit bij de volgende halte, het was een prachtig stationnetje middenin de Andes: fris en helder, met allemaal bontgekleurde passanten.

Mijn zus stapte ook uit en ik zei tegen haar:
‘Ze zal nooit meer voor mij koken.
Ze zal nooit meer iemands sterren lezen.
Ze zal nooit meer vragen wat ik voor mijn verjaardag wil.
Ze zal nooit meer een boek van mij lezen.
Ze zal nooit meer een klein gebedje voor ons doen.
Ze zal nooit meer mijn verdriet voelen.’
Mijn zus knikte wijs en ze wees naar de trein – die leeg was. ‘En ze zal nooit meer de reis van haar leven maken.’

 

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Clowntje

The secret to balance is there always is a lot of movement. Dat zegt mijn favoriete yogalerares.

Ik doe de oefening, gezellig voor mijn laptop op een matje op de grond, en voel hoe stevig ik sta, zelfs op één been.

Aardverschuiving

Deze dagen laat Facebook mij veel herinneringen zien. Drie jaar geleden rond deze tijd verhuisden we van Spanje naar Amsterdam. Het werd een nog veel grotere aardverschuiving dan ik toen dacht. Wie had geloofd dat ik binnen twee jaar nóg een keer zou verhuizen, dat mijn hele bestaan op zijn grondvesten zou komen te schudden? In die drie jaar heb ik meer tranen vergoten dan alle dertig jaar ervoor, ben ik kleiner geweest dan klein, banger dan bang.
Maar wonderlijk hoe dat werkt met balans. Ik voel me net zo’n speelgoedje op een veer, een clowntje dat alle kanten op zwiept, maar toch altijd weer rechtop komt te staan.
En hoe. Mijn leven is zonnig nu, ruim. ‘Hoe gaat het met je?’ Als mensen mij die vraag stellen deze dagen, zeg ik schaamteloos: ‘Ik ben gelukkig.’

Af en toe krijg ik nog wel zo’n blast from the past, en Facebook triggert dat. Soms zoek ik het zelf ook op. Het is niet dat ik die verdrietige tijd uit mijn leven swipe, die hoort er ook bij. Net als al het ongelooflijk mooie en fijne van vroeger, dat mis ik soms heel hard. De reizen, het gezinsleven, het gemak. Die allereerste liefde, ja die ook. En ik zwiep, zwiep als een speelgoedclowntje op een veer, en mijn yogalerares zegt in de verte: ‘Sway with the breeze.’

 

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Zeep en gigolo’s

‘Where are you from? Are you from Germany? Hello. Hello!’

Door het open raam aan de straatkant dwarrelen altijd dezelfde flarden naar binnen. De jongens en meisjes van de zeepwinkel staan weer eens op straat, van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat, gekleed in grondige bruine schorten, gewapend met een zeepflesje.

Wonderzeep

Als je antwoord geeft, ben je al de klos. Zelfs als je ze groet, sleuren ze je al zonder slag of stoot naar binnen. Pak je iets van ze aan, dan ben je verloren. Ze slaan toe, hengelen je de tent in, wassen je handen met wonderzeep en glibberen je vervolgens naar de kassa waar je een krankzinnig hoog bedrag betaalt.
Het is net zoiets als de knappe jongens bij de Albert Heijn die een abonnement op Het Parool verkopen (en soms het NRC). Eigenlijk moet je wegkijken, zorgen dat je hun blik niet vangt. Maar dat zit zo niet in mijn karakter. Kijk ze nou dapper bezig zijn, altijd zo aardig en charmant. Iets tussen ideale schoonzoon en gigolo in. Er was er zelfs eentje die wilde met me daten, hij heeft me nog drie keer geappt.  Dus ja, om de haverklap heb ik weer het Parool (of het NRC) en dat moet ik dan weer opzeggen want ik heb niet voor niks geen krant.

Wegkijkende mensen

Dit is het gat in mijn standvastigheid: ik heb met ze te doen. De gedachte dat ze daar de hele dag staan (stáán, hoe zwaar is dat, ze hebben niet eens een stoel), in weer en wind ook nog, temidden van al die wegkijkende mensen – en dat ze dan urenlang niet eens één zeepje of krantje verkopen… en wat hun baas dan zegt… die natuurlijk op zijn beurt schaamteloos put uit mijn medemenselijkheid, dat snap ik ook wel.
Maar moeten we dan allemaal hard worden en wegkijken? Dan maar af en toe een krantje. Of een zeepje.

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Harde grenzen

‘Wat zie je er goed uit, waar ga je naar toe?’ vragen de altijdvrolijke mannen van de coffeeshop naast mijn huis.
‘Nou, ik ga naar een voorlichtingsavond over alcohol en drugs op de school van mijn dochter.’ Ik wijs vaag naar boven waar de dochter in kwestie braaf zit te leren.
‘Wij houden wel een oogje in het zeil,’ knikken de mannen ijverig.

Mild straffen

Daar zit ik even later, met andere ouders. GGD erbij, Jellinek, en een theatergroep die heel goed naar jongeren heeft gekeken. We mogen interventies doen en algauw begrijp ik dat alle andere kinderen op deze school heel gezeglijk en redelijk zijn en enorm bang voor alcohol en drugs. Of komt het omdat het voor de onderbouw is en ikzelf ook al ervaring heb met oudere pubers?
Genadeloos wordt me voorgespiegeld wat ik had moeten doen. Niet drinken waar je kinderen bij zijn. Harde grenzen stellen. En als die dan een keer overschreden worden, mild straffen. ‘Toch een keertje gedronken? Dan onmiddellijk alle andere ouders van de bij het gebeuren aanwezige kinderen opbellen. En bij je eigen kind bijvoorbeeld een week de telefoon innemen.’ Dat zegt de mevrouw van de GGD en alle ouders knikken. Is dat mild straffen? Ik voel me een enorme softie.
Toch wel bedrukt verlaat ik de school. Ik heb te weinig grenzen gesteld, dingen niet goed gezien, niet goed gedaan.

Thuis zit de jongste dochter nog steeds te leren. Als ze naar bed gaat (veel te laat, maar ze leert nog steeds) krijg ik ineens een omhelzing. ‘Ik hou zoveel van je, mama en ik ben zo blij met ons samen in ons fijne huisje.’ Als ze me loslaat, geeft haar gezicht bijna licht, heel wonderbaarlijk. Voor het eerst zie ik de vrouw in haar, of nee ik zie haar ziel. En dat is even zo groot dat ik toch nog gerustgesteld ga slapen.