Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Gekust door de zon

21 waren we en de wereld lag aan onze voeten.

We ontmoetten elkaar op de universiteit, jij vers uit Brabant, ik stoer uit Parijs. Ik zou je wel eens even laten zien hoe het moest.

Kleine Komedie

Je wilde zangeres worden en ik schrijfster. Ondertussen studeerden we Spaans en werkten samen in de Kleine Komedie. We dronken samen, dansten samen, en bespraken lang en veel de liefde samen.
Alles wat we bedacht hadden gebeurde.
Jij werd zangeres en ik schrijfster. We trouwden met spannende mannen. Jij werd een beetje moe van dat ik wel wist hoe het moest. We verloren elkaar uit het oog – maar net nooit helemaal.
En elke keer als we elkaar weer vonden, was ik zo blij. Je bent mijn zonnigste vriendin, zelfs als je door verdrietige dalen gaat -en dat gebeurde meer dan eens- jij bent zo iemand die gekust lijkt door de zon.
De laatste tijd raken we elkaar niet meer kwijt. Elke eerste woensdag van de maand schuiven we al ons werk opzij en gaan samen wandelen, urenlang. En koffie drinken. En praten.
Ik weet allang niet meer precies hoe het allemaal moet, dat scheelt.

Huisje

En gisteren was ik bij je toen je, zo stoer, helemaal op eigen kracht je nieuwe huisje kocht, voor jou en je kinderen. Komt geen man aan te pas. Ik zag je voor het eerst de sleutel in het slot steken. Zittend op het aanrecht dronken we cava en bespraken de liefde. Maar het huis was pas echt ingewijd toen we samen door de lege ruimte gingen dansen. Don’t you worry ‘bout a thing, dat was het lied dat jij speciaal had meegenomen in een cd-speler.
51 zijn we en de wereld… is wat je ervan maakt. Volgens mij, lieve schat, weet jij precies hoe dat moet!

 

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Pinkstermama

En ze valt en ze valt en ze valt.

Mijn lieve wiebelmoedertje.

O mama

En dus zat ik op Eerste Pinksterdag niet in de zon op een terras of in een park maar wederom in het Onze Lieve Vrouwen Gasthuis, waar ze mijn moeder, na de zoveelste val, met de ambulance naar toe hadden gebracht.
O mama.
Ze zullen haar wel weer oplappen maar het is bijna onmenselijk om te zien hoe ze weer bont en blauw is, deze keer met enorme verbandtulband om haar hoofd. En elke keer ook die geestelijke klap: vallen is toch even in duizend stukje uiteen barsten. Hoeveel vallen kan een mens maken? Hoe vaak ga ik haar nog, samen met mijn zus, gebutst als een klein kind in mijn armen hebben? Wat is daar nou in Godsnaam de bedoeling van?

Fokking ziekenhuis

Ik zou dus eigenlijk iets leuks gaan doen met de lieve J. We zaten net op het terras met vrienden toen dat telefoontje kwam. ‘Je hoeft echt niet mee,’ zei ik nog, maar hij deed het toch. Zoals hij onlangs ook aan mijn bed zat in datzelfde fokking ziekenhuis. Deze keer een beetje babbelend met mijn moeder en verder discreet maar stabiel op een bankje in de gang. Urenlang, tot de zon al onder was en de mooie Pinksterdag voorbij. ‘Iedereen zou af en toe een halve dag moeten doorbrengen in het ziekenhuis,’ zei hij later – en dat hij allemaal wijze bespiegelingen had gehad over het leven in het algemeen en zijn eigen leven in het bijzonder.
Dat was op veel manieren een geluk bij een ongeluk.

 

 

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

NU!

‘Anna, je spreekt met je huisarts, ik heb slecht nieuws voor je.’
‘Mevrouw van Praag? Ik heb goed nieuws voor u!.’
Tussen deze twee berichtjes zitten een kleine twee weken, twee ziekenhuisbezoekjes en nogal wat nieuwe grijze haren.

Ik schreef dat stukje laatst over de borstenbus niet zomaar. Toen wist ik al dat er bij mij ‘iets’ gevonden was (en dat je dus wel degelijk moet schrikken als ze zogenaamd voor wat extra controle ter plekke nog een foto willen maken).

Speler

1 op de 8 vrouwen… 50 % van de vrouwen met deze uitslag… 1 op de 5 kans dat het toch… Ik was nogal goed geworden in percentages ineens. En daar hielp de begeleidende brief van het bevolkingsonderzoek aan mee: ‘Bij de helft van de vrouwen met deze uitslag is het geen kanker.’ Ik vond dat totaal niet geruststellend.
Maar gaandeweg voelde het meer en meer als iets waar je totaal geen vat op hebt. Ergens in een andere dimensie zit de Grote Speler en die deelt de kaarten, geen idee welke je deze keer trekt, welke dobbelsteen Hij voor je rolt. Dat je een moeder bent, veel te jong, gezond leeft, je portie wel even hebt gehad… het is van geen enkel gewicht.
Dat is een wanhopigmakende gedachte waar ik wel wat nachtjes wakker van heb gelegen. Hoe klein je bent.
Op andere momenten dacht ik: het is wat het is, ik doe het ermee. Dan was ik een beetje verlicht.

Taart

Vriendin Mylou was helemaal mee gekomen voor de uitslag (‘Neem altijd iemand mee, ga niet alleen’) en we zaten in no time aan de taart, niks geen operatie, bestraling, kaal, begrafenis en weetikveel wat ik in mijn hoofd allemaal al had meegemaakt.
‘Yes,’ zei ik met mijn mond vol. ‘We gaan heel oud worden, jij en ik, nog zoveel beleven samen, we zijn nog maar op de helft.’
‘Dat weet je niet,’ zei Mylou. En ik dacht: o ja. Nu al weer onverlicht.
Ik heb deze keer de kaart ‘verlaat de gevangenis zonder te betalen’ gekregen. En dat vier ik nu. NU!

 

 

 

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Het onverwachte alles

Dat alles zo fantastisch is. En dat het nergens op slaat.

Het lichtgroen in de stadsparken, iepensneeuw op straat. Je veertienjarige dochter die je mee uit neemt (en de spiegelselfie, alle spiegelselfies, om het vast te leggen). Niet uitgepraat raken met je vrienden, nooit. Fluitenkruid op de route naar Schellingwou. Stomme liedjes zingen op de fiets. De aanraking van je geliefde in het eerste morgenlicht. Zon. Een huis aan de Haarlemmerstraat. Appelbollen bakken en dat er mensen komen die ze allemaal opeten. Je mooiste boek op weg naar de eindredacteur. De pont over het IJ, zeker nu ze steeds op de kade knallen. Het perfecte wijntje op het perfecte moment. Dansen op Gruppo Sportivo. Eindelijk je bed in kruipen als je heel moe bent. Een onverwachte ontmoeting, het onverwachte alles.

En.
De dood van een dierbare familievriendin, veel te jong, veel te onaf. Zelf (even) naar het ziekenhuis moeten. Percentages. Afgronden. Willekeur, eindigheid. Zoveel tijgers in de nacht.

Ik hou zó van het leven, zo griezelig veel van het leven.

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Moederdag

Mama. Je bent er nog – dat is al best lang niet meer vanzelfsprekend.

Kipsalade

Je bent niet meer de moeder die voor mij zorgt. De moeder op feestjes aankwam met een enorme schaal kipsalade en dat ik de schaal er ook meteen bij cadeau kreeg. Die als ik ziek was een fris bedje maakte op de bank met allemaal lekkere hapjes ernaast op een tafeltje. De moeder die nooit ophield lief te zijn en verrassend rake observaties over mij kon doen. Stomme observaties deed je ook trouwens, die hadden dan met mijn uiterlijk te maken (rokje te kort, decolleté te laag, kont te dik). De moeder die op de fiets sprong als ik het even zwaar had, die mijn kinderen meenam om bloemen te plukken en liedjes te zingen.
Die kinderen komen nu naar jou toe. Ik kan me niet herinneren wanneer zij of ik voor het laatst een cadeautje van je kregen (en dan bedoel ik niet een plastic vaasje dat je zelf ook hebt gekregen, of drie gratis kaartspellen van het cafe op de hoek). Ik koop zelfs niet meer stiekem namens jou cadeaus voor de kinderen, dat decorum houden we niet meer op.
Het zorgen is omgedraaid, al jaren.  Laatst moest ik naar het ziekenhuis, ik vertelde het je niet eens.

Gratis poffertjes

Daarentegen, de hele Nieuwmarktbuurt houdt van je, ze beantwoorden je kushandjes, geven je gratis poffertjes, een haring, een compliment. Daar teer je op. ‘Wat een lieve moeder heb je.’ Ik hoor dat bijna dagelijks.
Heel soms vertel ik je nog wel eens iets zoals een kind aan haar moeder. Dan lichten je ogen op, soms zeg je precies dat wat ik wil horen, liefdevol, wijs. Een minuut later ben je het alweer vergeten.

Op moederdag memoreer ik dat je er nog bent. En niet meer bent.

 

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Niet elk boek over jongeren is een jongerenboek

In reactie op de recente nominaties voor het Beste Boek voor Jongeren, waarbij maar 1 young adult boek zit en young adult wordt bestempeld als ‘marketingconcept’.

Jong zijn is een lastige klus.
Het ene moment snap je alles, beter en helderder dan je later ooit iets zal snappen. Dan weer word je gek van jezelf en de mensen om je heen. Opgroeien gaat voor niemand zonder kleerscheuren, en the first cut is the deepest. 

Een reuzensprong over het ravijn

Ik behoor tot de categorie mensen die zo intens puber zijn geweest dat het nooit helemaal is overgegaan. En als ik het misschien toch even vergeten ben, hoef ik alleen maar om me heen te kijken, ik ben omringd door jongeren. Ik zie dus ook dagelijks hoe dat werkt als het gaat over lezen. Een basisschoolkind geef je nog wel eens een boek cadeau, een basisschooljuf leest voor, er is vaak een goede schoolbibliotheek en een liefdevolle relatie met de grote bibliotheek.
Maar alles verandert op de middelbare school. Je moet ineens lezen voor je lijst, je maakt als het ware een reuzensprong over het ravijn naar een wereld waar je nog amper raakvlakken mee hebt. Te klein voor tafellaken en te groot voor servet, zei mijn vader vroeger – tot mijn grote irritatie. Dan liever Paul Biegel: ‘De aard van het kind is niet het klein zijn maar het groter worden’

Ticket

Een boek kan een blik bieden in dat puber-ravijn, soms is het zelfs je ticket naar de overkant; in de parallelle wereld van het verhaal kun je dingen onderzoeken, uitproberen, ontdekken.
Maar dan moet het wel kloppen. NUR-code 285 (fictie 15+) is er eentje om te koesteren. Niet elk boek over een jongere is namelijk een jongerenboek. En ook niet elk jongerenboek heeft die impact, is dat ticket naar de overkant. Voor en over jongeren schrijven is een kunst, het vereist kwaliteiten die raken aan maar soms wezenlijk anders zijn dan die van de volwassenenliteratuur. Dat heeft met stijl te maken, en ook met een bepaald soort bescheidenheid. En dan is jongerenliteratuur ook nog om veel redenen een niche binnen de boekwinkel. Ga er maar eens naar binnen. Zoek de kinderboeken. Zoek daarbinnen de young adult. Denk de chicklit, vampiers enzovoort weg, dat zijn ‘maakboeken’. Wat blijft er over?
Godzijdank nog van alles. ‘Jullie kinderen hebben geluk’ houd ik de nieuwkomersmoeders in mijn lessen vaak voor. ‘Ze goeien op in een land waar een prachtige literaire traditie is voor jongeren.’

Young adult. De term is vervuild geraakt maar het genre leeft. Koester dat. Beloon dat!

(Ouwe foto, 2013. )

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

21

Morgen is mijn bloemenkind jarig.

Hier werd je geboren, lieve oudste: op de Brouwersgracht, boven de coffeeshop. Morgen is dat precies 21 jaar geleden.

Hunkering

Je kinderen zijn je kinderen niet, ze zijn de zonen en dochters van ’s levens hunkering naar zichzelf. Die woorden van Kahil Gibran heb ik vaak geciteerd. Maar pas nu, nu je echt 21 wordt en nergens meer een ouder voor nodig hebt, besef ik het me ten volle.
Je bent op de wereld gekomen, meisje van me, als een bloem uit een knop. Je bent open gegaan, helemaal prachtig, helemaal af. En wij, je ouders, hebben je zoveel liefde gegeven als we maar konden – en ondertussen van alles fout gedaan dat we nooit zouden doen.
Je bent los nu, kunt het zonder mij, makkelijk. Andersom is een ander verhaal: kan een moeder ooit zonder haar kind?
21 jaar!
Baby, peuter, kleuter, puber, student, vrouw… de zandbak op de Herenmarkt, de optochten van Durgerdam, de wereld in Afrika, het boerenleven in Spanje… de duizend boeken die ik je voorlas, zoveel beelden, zoveel verhalen, zoveel gebeurd, zo verbonden.
Forever lieve dochter, of je wilt of niet, forever and ever.

Je kinderen zijn je kinderen niet.
Zij zijn de zonen en dochters van ’s levens hunkering naar zichzelf.

Zij komen door je, maar zijn niet van je,
en hoewel ze bij je zijn, behoren ze je niet toe.

Je mag hen je liefde geven, maar niet je gedachten,
want zij hebben hun eigen gedachten.

Je mag hun lichamen huisvesten, maar niet hun zielen,
want hun zielen toeven in het huis van morgen,

dat je niet bezoeken kunt, zelfs niet in je dromen.
Je mag proberen gelijk hun te worden, maar tracht niet hen aan jou gelijk te maken.

Want het leven gaat niet terug,
noch blijft het dralen bij gisteren.

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Borstenbus

Ik moest helemaal naar Slotervaart of zoiets. Daar stond zo’n GGD-bus.

Reuze goed hoor, dat bevolkingsonderzoek borstkanker. Maar sexy is anders.

Indringer

Dan zit je daar in zo’n bus gepropt met allemaal middelbare vrouwen met tegenzin. Een vrouw heeft haar middelbare man meegenomen, die voelt als een indringer. Je zit daar al zo onbeschermd. Het enige uitzicht een groot scherm met weetjes: zoveel honderden vrouwen worden gered van de dood door vroegtijdig opsporen, drie (vier? een? nu alweer vergeten) van de tien vrouwen krijgt het. ‘Dat is toch nog best veel,’ constateert de enige man aanwezig. Alle vrouwen zwijgen geïrriteerd, jaha, dat zien wij ook wel.
De ene na de andere vrouw mag weg. Dan ben je zelf aan de beurt.
Uitkleden in zo’n hokje. En dan een lief meisjes dat je in een soort omhelzing neemt. ‘Laat je maar meevoeren, hier tegenaan leunen, beetje scheef hangen, ontspannen, adem in.’ Koud. Au. En dat vier keer. Kleren weer aan. Wachten. Nog meer vrouwen mogen weg. ‘Anna? Sorry, we moeten nog een foto maken.’ Kleren weer uit. Leunen, ontspannen, adem in, koud, au. ’Betekent dit…?’ ‘Gewoon routine.’ Kleren weer aan, weg weg!

Zo kwetsbaar ineens, alles. Gauw een mooi nieuw bloesje kopen.

(Pas gisteren vond ik het beeld bij dit verhaal, in Het Stedelijk Museum. Koekiemonster gevloerd door snoep.)

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Brief aan mijn dochters op 1 mei 2018

Morgen is het 1 mei, de dag van de arbeid. Een goed moment om een paar levenslessen te delen.

Toen ik zo oud was als jullie, lieve meiden, en reuze strijdbaar (zie foto), vond ik het al vanzelfsprekend dat je als vrouw je eigen geld gaat verdienen (les 1). Nog tijdens mijn studie kreeg ik mijn eerste serieuze baantje en na een aantal jaren hard doorwerken diende uiteindelijk mijn droombaan zich aan.
Twee jaar later nam ik ontslag.

De kracht van vrouwen

Er gebeurden namelijk andere dingen: baby’s, reizen, emigratie. En dat was geweldig! Les 2: doe wat je wilt en doe dat hartstochtelijk.
Maar nu is in mijn leven het moment aangebroken om weer iets nieuws op te bouwen, na al die carrièrebreuken en -switchen. ‘Dat gaat je natuurlijk gewoon lukken, mama,’ zei de oudste dochter, op een moment dat ik het zelf nog totaal niet voor me zag. Ik moest bijna opnieuw beginnen – en nu was ik geen ambitieuze twintiger meer.
Maar kijk! Daar zat ik een paar dagen geleden, in een volle zaal, en vanaf het podium werd mijn naam genoemd, een vet compliment over het werk dat ik had geleverd. Toen vond ik het wel heel jammer, lieve meiden, dat jullie niet in die zaal zaten. Niet om dat compliment an sich over werk dat iets teweeg brengt, net als de andere dingen die ik doe, het schrijven voorop.
Maar vooral om dat voorbeeld dat ik ook graag wil zijn (les 3), iets dat te maken heeft met de ongelooflijke kracht van vrouwen. 

Soms hoop ik dat dit blog heel lang blijft bestaan. Dat jullie, dochters van me, het af en toe nog eens doorlezen, ook als jullie zelf carrières en kinderen hebben. En dat jullie dan denken: wow, mijn moeder. Die flikte het hem toch maar!

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Koningsdag? Revolutie!

In plaats van koningsnacht, vier ik de revolutie.

Het is dit jaar 50 jaar geleden -in 1968- dat er een revolutie losbarstte over de hele wereld, van Praag tot Parijs, tot Chicago en Mexico.

Paplepel

Ik was toen1 jaar oud. Misschien was You say you want a revolution van de Beatles wel het eerste lied dat ik hoorde vanuit mijn wieg. Misschien was ‘Vietnam’ wel het eerste woord dat ik mijn ouders hoorde zeggen, tijdens verhitte gesprekken met hun hippie-vrienden, wie zal het zeggen? De revolutie is mij met de paplepel ingegoten. Als puber liep ik rond met een oversized colbert vol buttons, liet ik mij vastketenen aan de kerncentrale van Borssele en haalde ik met een ouderwetse collectebus geld op voor Nelson Mandela – die toen nog helemaal niet zo lekker lag als nu (uigescholden en bespuugd ben ik, samen met al mijn idealistische vrienden).
En dat lekker strijdbare gevoel is weer terug nu ik voor het filmmuseum meewerk aan een groot 1968-filmprogramma. De afgelopen dagen plakten we leuzen op de nette witte muren (‘Verschrikkelijk lelijk, maar vooruit maar’ zei de grote baas zuchtend), kochten we een buttonmachine en ging ik stiekem steeds anarchistischer te werk.

Mijn koningsnacht was dus revolutienacht. En hoewel ik meestal wel in de mood ben voor Maxima met haar mooie jurken en die drie prinsesjes, keek ik op weg naar huis met lichte weerzin naar de oranje roes in mijn straat. Het denderde de hele nacht door. Ondertussen lagen mijn eigen prinsesjes lekker te slapen en voelde ik me heerlijk strijdbaar en links. Leve het actievoeren, leve alle grote en kleine revoluties!