Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Glitter eten

Niet zelf de slingers opgangen! Dat heeft iets vermoeiends. Iets sneus ook.

Dus was het super tof dat een paar van mijn vele dochters zomaar het huis gingen versieren toen ik woensdag jarig was. En twee glitterkanonnen afschoten – ik wil het nog steeds niet opruimen. ‘Eat glitter for breakfast and shine all day’ had Mylou die ochtend gezegd. Wij eten nog steeds glitter.

Keuzestress

Het is waar wat ze zeggen. Dat je milder, wijzer, misschien zelfs wel gelukkiger word na je vijftigste. Toch is er nog iets dat ik wel wil veranderen, bedacht ik me, al mijmerend over het nieuwe, frisse jaar.
Iets met keuzestress. Dat je dochter je mee uit eten neemt terwijl je tegelijkertijd ziet dat een bepaalde filmavond niet loopt en je solidair erheen wilt. Dat er een belangrijke presentatie blijkt te zijn terwijl je net jezelf een vrije dag cadeau had gegeven voor je verjaardag. Dat je kind een gezellig avondje met je had gepland maar je geliefde ook. Dat de was, de afwas en de boodschappenlijst groeien en groeien maar je moet ook nodig koffie drinken met je zus.
Het zijn niet eens de keuzes zelf die moeilijk zijn. Ook niet het genieten van het moment. Als ik kook ben ik niet op mijn werk, als ik met een dochter ben, dan ook helemaal met haar. Maar dat knagende schuldgevoel vooraf, daar wil ik vanaf nu ik 51 ben.

Ik verzon een paar mantra’s. ‘Niemand is perfect.’ ‘Je kunt nu eenmaal niet iedereen te vriend houden.’ ‘Soms gaat er iets mis.’ ‘Ik doe mijn best’. Maar daar zit nog steeds iets verontschuldigends in. ‘Niet zoveel denken’, dat lijkt me al beter. En veel glitter eten.

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Liefde voor altijd

‘Willeke Alberti komt naar de vertoning van Rooie Sien,’ zegt de filmprogrammeur een beetje getroubleerd.

‘Wat leuk!’ jubel ik groupieachtig.

Het is Willeke

Maar het is Willeke!  De vrouw van wie ik al zeker twintig jaar een dubbel-cd meesleep die met enige regelmaat door de man met wie ik getrouwd was werd verstopt of ‘opgeruimd’. Die ik bij voorkeur luister als ik alleen ben omdat ik ook de meewarige blikken van mijn kinderen niet goed verdraag.
Het is Willeke! Met wie ik keihard meezong in de auto naar Berlijn tijdens een autorit met twee vriendinnen, zeker vijfentwintig jaar geleden. Het cassettebandje met Samen zijn, in duet met Paul de Leeuw, werd de soundtrack van een nogal onvergetelijk reisje.
Willeke, wier Morgen ben ik de bruid mij verschrikkelijk aan het huilen bracht aan de vooravond van mijn huwelijk. ‘Het oude huis’ bij elke verhuizing. En dan heb ik het nog niet eens over Telkens weer of Het zal nooit meer zo zijn. Ik zag Willeke dat zingen in Carré, in de documentaire van Silvia Bromet, het was op de dag dat haar tweede huwelijk klapte. Sterk en zacht tegelijk zong ze dat.

q&a

‘Ik wist helemaal niet dat jij van dit soort muziek hield,’ zegt de jongste als ik later thuis hard loop te zingen terwijl zij probeert te leren (gek genoeg durf ik bij haar meer dan bij haar zusjes). ‘Straks schrijf ik bij scheikunde nog op als antwoord ‘Mijn vriendje mag ik even met je praten’’ zegt ze een uur later lichtelijk wanhopig
’Als er een q&a komt, wil jij dat dan doen?’ heeft de programmeur gevraagd. Dat is filmjargon voor een interviewtje na de film. Dus daar zit ik nu op te hopen.

 

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Heel erg gelukkig

Het meisje was goed gelukt. Ze was namelijk jong, mooi, lief, en zelfverzekerd (ze leek op mijn dochters). En ze vroeg: ‘Wanneer was u voor het laatst heel erg gelukkig?’

We voeren op het IJ, de lucht was blauw. Opvallend veel mensen stonden met hun ogen dicht in de zon. Telefoontjes even weg, we speelden vakantie. Meeuwen scheerden voorbij.
Toen was daar die vraag en die bleef trillend in de lucht hangen.

IJscoman

Je gaat zo’n meisje toch serieus antwoord geven. Ook al zagen we heus wel de map onder haar arm, wisten we dat we geld moesten gaan doneren (het was, bleek later, om stervende kinderen nog één mooie dag te geven).
Terwijl we allemaal deden of we niet luisterden naar de andere passagiers aan boord, galmden hun antwoorden over het klotsende water. ‘Toen ik weer begon met studeren,’ zei een vrouw van een jaar of veertig. Om er ongevraagd aan toe te voegen dat ze lang niet had geweten wat ze moest met haar leven.’Elke keer als ik klingel met mijn nieuwe fietsbel,’ zei een grauwig muisje. ‘Omdat het klinkt als de ijscoman.’ Ze belde en wij hoorden het ook.
‘Toen ik werd ingeloot op het Hyperion,’ zei een zorgelijk jongetje, te klein nog voor de middelbare school. ‘En nu ben ik te laat want ik moest naar de ortho.’
Een meeuw krijste en we keken allemaal even omhoog.
Wanneer was ik voor het laatst heel erg gelukkig? Beelden schoten door mijn hoofd. Een kind in haar bed met de armen om je heen. Mijn redactrice en ik die al stiekem proostten op het nieuwe boek en in elke voorbijganger een personage herkenden. Toen mijn schatje laatst ‘honey’ tegen mij zei.

Meeuwen

Toch nog plotseling bonkte de pont tegen de kade en iedereen kwam razendsnel in beweging, onttoverd. Het meisje met haar mapje had een donateur gevonden, ze spoedden zich naar een bankje om te schrijven.
Ik keek nog even naar de meeuwen in de blauwe lucht en ik dacht: nu. Of eigenlijk nu min tien seconden.
Waar meeuwen zijn, daar is de zee heel dichtbij.

 

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Moving your feet

Ik kreeg sokken van een boekhandel. Er stond op: Books let you travel without moving your feet.

Dat is precies wat ik de kinderen in de klas altijd zeg.

Avonturier

Ze hangen aan mijn lippen als ik vertel over al mijn reizen met de avonturier met wie ik getrouwd was. Ik laat zien hoe die reizen terugkomen in mijn boeken. Om steevast te eindigen met: ‘Maar je hoeft echt niet ver te reizen om mooie dingen mee te maken.’ Bij de scholen waar ik kom hebben veel kinderen een achterstand, die gaan niet zomaar op reis. Juist zij moeten het hebben van de kracht van de verbeelding.
Net als ik. Sinds ik in Amsterdam woon heb ik geen echt grote reizen meer gemaakt. De stad is mijn grootste inspiratiebron, met alle films, voorstellingen, bibliotheken. Alleen al in de musea heb ik de afgelopen tijd zulke prachtige dingen gezien, vaak samen met J die goed weet wat er te doen is en ook nog eens onvermoeibaar is.
Ondertussen zit die avonturier met wie ik dus ooit getrouwd was op het moment dat ik dit schrijf op het carnaval van Colombia. En daarna reist hij door naar Californie. Dat laatste voor zijn werk, maar daar gaat het niet om. Zo’n wereld is reusachtig vergeleken met de mijne.

Bacillen

Ik heb keuzes gemaakt en bij die keuzes horen (veel) minder reizen. Sterker nog, ik zie mij de komende tijd echt Europa niet uit gaan. En dat is prima.
Maar soms… Dan is het zo koud en staat de wekker zo godvergeten vroeg; dan word ik gek van al dat gesnotter en rondwervelende bacillen op kantoor. Juist dan herinner ik me dat ik rond mijn verjaardag alle grote carnavals van de wereld af zou gaan reizen, ik was al begonnen met Venetië en Rio. En ik was nog lang niet klaar…

 

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Totaal niet professioneel

Het viel me op dat de meeste collega’s die op de valreep verstek lieten gaan bij de opening van het filmprogramma dat deden vanwege hun kinderen. Ziek, ouderavond, scheikundeproefwerk.

Het viel me ook op dat ik dat helemaal niet erg vond.

Belediging

Nooit over je kinderen praten op het werk en ze zeker niet als excuus gebruiken. Dat vond ik jarenlang totaal niet professioneel. Ooit zei iemand een keertje toen ik een vergadering miste: ‘Je hebt zeker een ziek kind.’ Dat bedoelde die persoon gemeen en ik vond het een belediging. In hoeveel bochten ik me soms wrong met die zieke of anderszins om aandacht vragende kinderen, dat was mijn probleem, daar viel ik niemand mee lastig. Andersom irriteerde het me echt als iemand een babyfoto had als screensaver. Ik ging heel ver, toen.
Maar nu ben ik zomaar veel minder streng geworden. Kinderen blijken een prima gespreksonderwerp te zijn, juist op het werk. Ik leefde alleen maar mee met de collega’s die niet naar de opening kwamen, vond ze er zelfs leuker door.
Die van mij zat ondertussen rustig thuis terwijl ik proostte met de filmmaker. Op een gegeven moment kreeg ik deze foto door.

Alles onder controle dus.

De dag erna had ze een studiedag van haar school – dat is jargon voor dat je kinderen plotseling thuis zijn. Dus zat ze weer alleen want ik ging gewoon om half negen de deur uit.
‘Al wakker?’ appte ik op een gegeven moment. Waarop ze deze foto stuurde.

Ik zat eigenlijk midden een moeilijke planningsklus maar ik draaide me onmiddellijk naar de dichtstbijzijnde collega. Die zat ook hard te werken, maar ik had er geen enkele moeite mee haar uit haar concentratie te halen. ‘Kijk,’ zei ik trots en duwde mijn telefoon onder haar neus.

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Weerstand

Een lief iemand had mij de ochtendsauna cadeau gedaan.

Ik ging bijna niet omdat mijn saunavriendin ziek was. Maar ja, ik had die bon al ingewisseld en de ochtend vrij gehouden. ‘Ga nou maar wel,’ adviseerden de dochters. ‘Je kunt het goed gebruiken.’

Hete kamertje

Dus fietste ik in alle vroegte tegen de spits in en zat om negen uur ’s ochtends al in ‘het hete kamertje’ – zoals mijn kleine broertje dat vroeger noemde. Ik deed een ijs-scrub en zwom in het buitenbad terwijl het vroor. ‘Vergroot je weerstand’ stond overal op saunabordjes en ja hoor, ik voelde het gebeuren. Mijn spieren werden krachtiger, mijn hart pompte steviger en de griezelige griep die elke winter op de loer ligt zweette ik er bij voorbaat uit.
Eerst was er bijna niemand. Maar er kwamen steeds meer mensen, vooral huisvrouwen en gepensioneerde stellen. En ik kreeg wat ik wel vaker heb in de sauna: last van staren. Want ja, zo’n stel dat al honderd jaar getrouwd is vormt een soort tweepersoons familie-opstelling: zwijgend in zichzelf verzonken, mondhoeken en schouders wat droef afhangend, iets verbetens in hun stil verbond. Dat naakt te zien heeft iets genadeloos.

Sauna etiquette

Het is tegen alle sauna-etiquette in, ik weet het, maar ik kan bijna niet NIET kijken. Juist naar al die borsten, billen en andere lichaamsdelen in verschillende stadia van vergroeidheid en doorleefdheid.
Zodat ik langzaam maar zeker mijn weerstand voelde groeien – maar dan anders. Kleding beschermt je niet alleen tegen de kou maar ook tegen teveel per ongelukke intimiteit. Kennelijk hou ik meer van mensen in kleren. Enkele uitzonderingen daargelaten natuurlijk.

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

De stressparadox

‘Vitamine D,’ zegt mijn vriendin Jowi. ‘Een toverdrug.’

We zitten in een gestolen uurtje koffie te drinken en ze heeft me net het geheim onthuld van haar stralende uiterlijk – terwijl ze het toch minstens zo druk heeft als ik.

Ruimteschip

Vier keer per week vaar ik naar mijn werk in het ruimteschip, het mooiste kantoor van Amsterdam. En dan is er natuurljk nog al het lesgeven, aan kinderen en grote mensen. Het schrijven zelf. Plus iedereen om mij heen die jarig is of trouwt.
Ik betaal de Amsterdamse huur en alles wat ik doe gaat goed, in een flow. Maar ik ben geen dertig meer, dat voel ik wel. ‘Ik ben superwoman niet,’ zei ik laatst tegen mijn vieze keuken. Dat hoorde de oudste dochter. ‘Maar eigenlijk ben je dat wel.’
Mijn lichaam zegt iets anders. Rare uitslag, slappe benen, steeds in slaap vallen op momenten dat dat niet de bedoeling is. Natuurlijk moet je dan meer pauze nemen en dat komt ook wel weer. Voor nu stap ik naar binnen bij de vitaminewinkel tegenover me in de straat.
‘Vitamine D,’ zegt de moederlijke dame, nog voor ik iets gezegd heb. ‘Dat zag ik meteen toen je binnenkwam: wat heeft die vrouw vitamine D nodig.’ Ze geeft me een potje pillen. En dan smeert ze me ook nog een soort toverdrankje aan. ‘Dat verkoop ik de hele dag door, echt fantastisch voor je weerstand. Dit is het laatste dat ik nog heb.’ Ik koop het onmiddellijk. Om vervolgens nogal te schrikken van het bedrag dat ik moet betalen.

Feelgood jurkje

Dat is dus de paradox: je werkt voor je geld. Maar hoe meer je werkt hoe meer je dure oppep-drankjes nodig hebt. Of een fijne shiatsu massage van Caroline, dacht ik laatst verlangend. Een feelgood jurkje voor de feesten en presentaties zodat je er minder dof uitziet. Of dat ik iemand inhuur om mijn intens bewoonde huis nou eens echt goed schoon te maken. Maar ja, dat kost dus alleen maar meer geld allemaal, zodat je weer harder moet werken.

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Lang en gelukkig

Meisjes waren we, hyperromantische meisjes.

We droegen heus wel tuinbroeken, maar liever nog bloesjes met kantjes. En de helft van de tijd praatten we over jongens.

Laura of Annabel

Hoe het zou zijn, onze eerste zoen, wie van ons twee het eerst, op wie we allemaal verliefd… Ook tekenden we regelmatig trouwjurken en vertelden elkaar over onze toekomstige dochters die lange haren zouden hebben en misschien wel Laura heetten of Annabel.
Ik zette de droom consequent door, en trouwde met de jeugdliefde die op zijn witte paard voorbij was gekomen en mij uiteindelijk ten huwelijk vroeg in de sneeuw. We trouwden in de overtreffende trap, ik in een witte jurk van voile, reuze sprookjesachtig. Mijn vriendin Mylou was getuige.
Zelf maakte zij ondertussen kennis met de meer grillige kanten van de liefde. Jaar in jaar uit leefde ik met haar mee: overrompeld, verbijsterd, verdrietig. Eén keer leek het er op dat de trouwjurk besteld kon worden, ik boekte alvast mijn ticket vanuit Spanje. Op de valreep liep het anders.

Mylou geloofde allang niet meer in sprookjes, toen mijn eigen liefde anders eindigde dan ‘tot de dood ons scheidt’. Ik weet niet wat ik in die tijd had moeten doen zonder haar.

Getuige

En nu, afgelopen weekend, stond ze zelf voor de ambtenaar van de burgerlijke stand. Wijs en ervaren, met beide benen op de grond. Maar wel in die romantische witte jurk. Ik stond naast haar als getuige, samen met Esther, en het was precies zoals we vroeger altijd hadden gefantaseerd.

 

 

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Een heerlijk kind

Ze is niet elke dag meer bij me. Ze is wel bijna elke dag in mijn telefoon.

De blijdschap als je kind de trap op komt denderen. Die voel ik ook bij haar berichtjes. Chaia is een goede app-er, impulsief, attent, origineel. En ze stuitert alle kanten op. Vaak zijn het lichtelijk opgewonden kennisgevingen. Mooie cijfers. Slechte cijfers. Dingen kwijt. Dingen ontdekt. Zin in iets, haat aan iets. Vaak ook zijn het mini-liefdesverklaringen, al dan niet verpakt.

Verjaardagscadeau

Iedereen houdt van Chaia, om te beginnen die twintig vrienden van haar die hier vanavond komen eten (‘Mam, mag dat? Als heel groot verjaardagscadeau’). Een aantal van hen komt sowieso al elke dinsdag en ik zie goed hoe dol ze allemaal op Chaia zijn.
Dit jaar heeft ze het zwaar. Met de operatie, het eindexamen, met haar ouders soms. Dan implodeert ze, soms is het een regelrechte explosie. Dat is dat Spaanse temperament van haar dat zo diep in haar genen zit. Ook haar vrienden zien het. Want Chaia is Chaia, die is nooit iemand anders dan zichzelf. En die vrienden van haar – dat merk ik elke dinsdag- zijn echt goed want die omarmen de hele Chaia. De woeste Chaia, de feest-Chaia, de chagrijnige Chaia, de Chaia met haar totaal eigen jargon met wie niks ooit saai is.
Maar ook kennen wij allemaal – ik weet zeker dat haar vrienden dit onmiddellijk zullen beamen – de overstelpende, oneindige liefheid van Chaia. Als Chaia je vriendin is, heb je heel veel geluk.

En als ze je dochter is… dan ben je elke dag wel even blij. En dat vandaag al negentien jaar.

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Vurrukkulluk

Hoe oud moet je worden om volledig te vertrouwen op je eigen kracht?

Ik ben nog steeds bij EYE aan het werk, op het mooiste kantoor van Amsterdam, en daar was de vriendenpremiere van de nieuwe film van Frans Weisz: Het leven is vurrukkulluk (ga zien die film!).

Warm bad

Pal voor de volle zaal van Cinema 1 werd Frans Weisz na afloop ineens emotioneel. Er waren net die dag alle recensies verschenen en die waren niet allemaal goed, sommige zelfs ronduit onaardig. ‘Ik kan niet meer met mijn eigen ogen naar de film kijken nu,’ zei Frans verward.
Zijn zoon Geza die een van de hoofdrollen speelt zei -ook voor de volle zaal- dat Frans vooral moest focussen op hoe fantastisch het was geweest om die film te maken ‘Maar eigenlijk wil ik zelf ook onder de dekens kruipen en niet meer tevoorschijn komen.’
Frans Weisz wordt dit jaar tachtig en is een van de grootste filmmakers van Nederland. Wat een jammerlijk vooruitzicht dat je sommige hangups nooit kwijtraakt. Ook ik ken de harde klap van een slechte recensie op een boek van me, mijn euforie over wat ik maak is groot maar broos. Ik hoopte eigenlijk dat ik daar overheen zou groeien.

Altijd op weg naar het volgende gedicht

Maar er gebeurde ook iets moois in EYE. De hele zaal begon dingen terug te roepen naar Frans, steunende, vrolijke dingen, een groot bad van liefde was het, zelfs schrijver Remco Campert mengde zich erin. Nadat hij Frans met de film had gecomplimenteerd, zei hij: ‘Altijd op weg naar het volgende gedicht.’ 

Later stond ik nog in de lift met Remco Campert en ook Jan Cremer en ik dacht: dit gebeurt, hier, nu.

Als eerbetoon aan mijn held Remco Campert een lievelingsgedicht:

LAMENTO

Hier nu   langs het lange diepe water
dat ik dacht dat ik dacht dat je altijd maar
dat je altijd maar

hier nu   langs het lange diepe water
waar achter oeverriet   achter oeverriet de zon
dat ik dacht dat je altijd maar altijd

dat altijd maar je ogen   je ogen en de lucht
altijd maar je ogen en de lucht
altijd maar rimpelend   in het water rimpelend

dat altijd in levende stilte
dat ik altijd zou leven in levende stilte
dat je altijd maar   dat wuivend oeverriet altijd maar

langs het lange diepe water   dat altijd maar je huid
dat altijd maar in de middag je huid
altijd maar in de zomer in de middag je huid

dat altijd maar je ogen zouden breken
dat altijd van geluk je ogen zouden breken
altijd maar in de roerloze middag

langs het lange diepe water   dat ik dacht
dat ik dacht dat je altijd maar
dat ik dacht dat geluk altijd maar

dat altijd maar het licht roerloos in de middag
dat altijd maar het middaglicht   je okeren schouder
je okeren schouder altijd in het middaglicht

dat altijd maar je kreet   hangend
altijd maar je vogelkreet   hangend
in de middag   in de zomer   in de lucht

dat altijd maar de levende lucht   dat altijd maar
altijd maar het rimpelende water   de middag   je huid
ik dacht dat alles altijd maar   ik dacht dat nooit

hier nu langs het lange diepe water   dat nooit
ik dacht dat altijd   dat nooit   dat je nooit
dat nooit vorst   dat geen ijs ooit het water

hier nu langs het lange diepe water   dacht ik nooit
dat sneeuw ooit de cipres   dacht ik nooit
dat sneeuw   nooit de cipres   dat je nooit meer

————————-

Uit: Dichter (1995)