Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Theevragen

Van Shanghai naar Texel.

Dat doet die oudste dochter in een ruk door. En ze speelt diezelfde avond nog het weerwolvenspel.

Reisvrienden

Ze doet ook volop mee met de thee-vragen. Aan elk Pickwick  theezakje zit een kaartje met een vraag in de sfeer van ‘wat zou jij veranderen als je minister-president was?’ of ‘wat is het meest romantische dat je hebt meegemaakt?’ Ze drinken hier in het huisje nogal veel thee, dus er is veel te vragen. ‘Wat maakt jou uniek?’ is een fijne. ’Wat is het meest avontuurlijke dat je hebt meegemaakt?’ hoorde ik daarnet. Ze zaten binnen, ik buiten. Bloem wist niet zo goed wat ze moest antwoorden. Terwijl zij – dochter van de avonturier-  dus net die Transsiberie expres heeft gedaan met uitstapjes als twee weken in de woestijn van Mongolië. En haar agenda alweer vol staat met bezoekjes van couchsurfers en reisvrienden uit de hele wereld.
Maar nu is ze hier op Texel met al haar vrolijkheid en levenslust. We hebben haar allemaal gemist, ik zie het aan haar zussen. De gesprekken, de gemakkelijkheid. ‘Ik slaap bij Bloem in bed,’ claimt de jongste en Bloem vindt alles best. Ook alle andere kids in het huis zoeken haar op. Ze stelt vragen, en wil vervolgens ook echt de antwoorden horen, dat klinkt simpel maar dat is het niet.

Uniek

’Ik denk dat je ouder moet zijn om te zeggen wat jouzelf het meest uniek maakt,’ zei ze net, ‘dat dat iets is wat je pas in de loop van je leven ontdekt.’ Toch kan ik het in haar geval al wel zien.
Volgende week gaat ze studeren, dan begint de Intreeweek. Wat boffen al die jongens en meisjes die in haar groepje zijn ingedeeld!

 

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Welkom in ons mini-universum

Waar de grenzen water zijn. En als de nacht valt teruggebracht worden tot waar het bos begint dat ons omringt.

Een veilig hol, dat is ons boshuisje. Ik weet nu al dat ik volgend jaar weer wil. Inclusief alle gasten, die komen en gaan als de dag en de nacht. Het lijkt hier op een schoolkamp met vaste rituelen (ontbijt om 10 uur, voor donker thuis, elke dag een groepsuitje – een duinwandeling of een fietstocht naar de stad, en het dagelijkse ’toetjesbuffet’).

Veertien

Alles is mogelijk als je veertien bent. Zeker hier. Dat je het ene moment giechelt over jongens en het volgende moment een zandkasteel bouwt in het natte zand. Gillend wegrennen omdat je bang bent voor een torretje en vlak daarna lachend van de hoogste duin springen. Je heel mooi voelen en een seconde later hyper ongemakkelijk.
’s Avonds is het nu heel druk, dus Dunya en haar vriendinnen slapen in de tent. Ik lig zelf in het huisje en als ik bijna in slaap val, denk ik: hoor ik het nu goed? Ik loop naar de open tuindeur en blijf daar een tijdje staan. Het galmt door het doodstille bos en natuurlijk denk ik aan andere Texeltoeristen verderop in hun huisjes. Maar het is zo mooi en vooral zo lief. Ze liggen gewoon te zingen samen. Domme blije liedjes in het donker.

Een tijdcapsule is het die ik wil begraven in het duinzand. Datzelfde duinzand waar ik zelf liep met mijn ouders als klein meisje, jaar in jaar uit. Toen al dat aan wanhoop grenzende geluksgevoel: vasthouden, nu, hier.

 

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Kleef aan

Het begon met 1 persoon. Dunya die zo graag eens wat langer in de bossen van Texel wilde zijn.

Vorige zomer was ze daar voor het eerst. Ze rende zo blij door het bos dat ik zei: ‘Volgend jaar gaan we daarheen op vakantie.’  Dus, maanden geleden alweer, huurde ik zo’n vakantiehuisje bij het bos. Twee slaapkamers, groot grasveld, elf dagen. Ik zag ons daar prima samen een beetje fietsen, lezen, wandelen, uitstapjes maken.

Tent

‘Mogen er ook vriendinnen langskomen?’ vroeg ze op een gegeven moment. ‘Prima,’ zei ik, het was tenslotte haar vakantie. En ze heeft allerliefste vriendinnen, ik heb ze graag om me heen. Niet veel later was het plan veranderd in: de vijf beste vriendinnen van Dunya gaan mee naar Texel.’ Beetje passen en meten met zo’n huisje, maar moet kunnen, toch? Bovendien had een van de moeders een tent voor zes personen, die zouden we op het grasveld makkelijk kunnen neerzetten. ‘Kom je ook even langs?’ vroeg ik aan de middelste dochter met de drukste agenda. ‘Gezellig,’ zei ze. Dus die komt een nacht of twee met vrienden. ‘Wat leuk!’ liet de oudste dochter vanuit China weten. ‘Ik kom rond die tijd weer in Nederland, ik reis meteen door naar Texel. Met Laurita.’
Een vriendin van Chaia appte of ze ook  twee nachten met haar vriend mocht komen, ik rekende uit dat er dan net weer ruimte was in de tent. Ook omdat mijn zus – hoe heerlijk- inmiddels had voorgesteld twee nachten te komen logeren met haar twee zonen. ‘Zal ik ook even overkomen?’ vroeg intussen mijn beste vriendin.

Pannen

We vetrekken dus zo en ik neem als een goede herbergierster grote pannen mee, en extra slaapzakken. De fietsen zijn al gehuurd en staan bij de boot op ons te wachten. Ook hebben we heel veel spelletjes en boeken, dus dat komt allemaal meer dan goed, zelfs als het regent. Het enige waar ik een beetje mee zit, is dat het dus eigenlijk een huisje voor vier personen is. De verhuurder zit ergens anders, geen slapende honden enzovoort, dus ik gok dat het wel los gaat lopen. Toch?

 

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Vogeltje

We hebben een goed jaar achter de rug, toch, lieve dochter?

14 alweer word je morgen, wat is er in twaalf maanden veel gebeurd!

Twee huizen

Dit was het jaar dat je boven me uit groeide. Dat je de tweede van het gymnasium afsloot. Het eerste jaar voor jou met twee huizen. En dat jij en ik in een van die huizen gingen samenwonen.
Ik nam dat heel serieus. Geen afspraken buitenhuis als jij er bent. Als het even kan thuis zijn als jij uit school komt. Samen eten aan de ronde tafel, samen op de bank filmpjes kijken, vaak nog even een gesprekje als ik je welterusten kom zeggen voor het slapengaan.
We hebben verrassend snel een bepaalde vanzelfsprekendheid gevonden met elkaar. Jarenlang vloog je een beetje onder mijn radar, de afgelopen maanden heb ik je beter kunnen bestuderen dan ooit, een soort geluk bij een ongeluk. Een stoer maar ook zacht iemand zie ik, omringd door vriendinnen, een stadsmeisje maar ook een natuurmeid die af en toe even naar buiten moet vluchten met haar skateboard. Je laat je hoe dan ook niet gek maken.
‘Mam,’ zei je laatst, ‘ je moet niet zo beteuterd doen, hoor, als ik door de weeks eens eens wat vaker bij vriendinnen afspreek en dat jij dan thuis zit. Daar wil ik me niet lullig over voelen.’

Je hebt gelijk. Jij bent geen vogeltje om te kooien, en dat is fijn voor ons allebei. Vlieg maar lekker door richting 15, snoesje; ik hou dit nestje warm en zwaai naar je. 14 en prachtig!

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

La vida sigue

San Sebastian moet de grand final van de vakantie worden.

Maar als we er aankomen begint net de Spaanse orkaanwind te waaien, de wind die regen brengt. Overal vliegen mensen in bikini van het strand af door de straten. En die straten puilen al zo uit met lange files en opstoppingen: juist vandaag zijn de jaarlijkse feesten van de maagd begonnen.

Rijk

En dat terwijl we dezelfde ochtend nog in totale eenzaamheid hoog door de bergen liepen. En ik tegen het vrouwtje van ons heerlijke huisje zei dat ik het zo jammer vond om bij haar en haar homemade ontbijtjes weg te gaan. ‘Ik vind het ook jammer,’ zei ze. Om er monter aan toe te voegen: ‘Pero la vida sigue.’ Het leven gaat door.
En hoe. In Guernika speelt een gehandicapte gitarist de Canon in D van Pachelbel. Precies zoals ik het het mooist vind, pizzicato. ‘De muziek van de sekte,’ zeg ik tegen J. ‘Laten we dan maar snel doorlopen,’ zegt hij maar ik vertel, zachtjes mee wiegend, hoe op deze klanken iedereen de oceaan in liep, het is de scene uit begin van mijn boek. Ik moet wel meezingen, ik weet alles nog, de verwondering, de extase, hoe blij ik toen was ‘Je hoeft niet van alles uit het verleden afscheid te nemen,’ zeg ik. Dat ik een rijk leven heb, zegt J.

En dat rijke leven beweegt heen en terug. Van de villa in de bergen naar de kleinste pensionkamer ooit – maar ook de enige die nog vrij is in hartje San Sebastian, weer eentje zonder raam. Maar buiten in het donker barsten nu echt de feesten los, weer of geen weer, met openluchtconcerten, meer mensen dan in Amsterdam op koningsdag –  en met het grootste vuurwerk dat ik ooit zag. De barretjes ontploffen van de mensen, de tapas hoog opgetast. Tot vijf uur gaat dit nonstop zo door, weet de pensionhoudster. En dan is er eigenlijk maar een ding dat je kunt doen: je gooit je erin. 

 

 

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Leger en leger

‘Ach,’ zegt J. ‘Daar lag een dood egeltje op de weg.’
Ik zie het in de achteruitkijkspiegel. We zijn bijna bij ons huisje in de bergen, het wordt al donker en ook een beetje koud.

‘Ik kan hier niet keren,’ zeg ik. ‘Morgen leggen we het in de berm.’
‘Dan ligt het daar de hele nacht midden op de weg,’ mompelt J.

Het concept vakantie

Ik was maar één keer echt chagrijnig de afgelopen dagen. Dat was toen we de regen en de kou gingen trotseren om toch maar naar een of ander uitkijkpunt te gaan. En dat we dat uitkijkpunt niet vonden. Of nouja, de weg werd te steil en te glibberig, ik durfde niet meer. Toen begreep ik er even helemaal niks meer van, van het concept vakantie.
Maar eenmaal terug in onze jeugdherberg, diep verscholen in het bos, was ik alweer vrolijk. Ook daar was het koud en er waren ongemakkelijke stapelbedden. Maar ook een dikke vrouw met lila haar die stevige maaltijden voor ons kookte. Niet zelf koken, uren achter elkaar lezen, wanneer gunde ik mezelf dat voor het laatst? Mijn hoofd wordt leger en leger.
En vandaag worden we beloond met een nieuw huisje in de bergen helemaal voor ons alleen. Ongelooflijk uitzicht: Heidi meets Sancho Panza. De zee is om de hoek, fijne barretjes erbij, geen toerist te bekennen. En de zon is terug. Hoezo chagrijnig?
Dat komt ook omdat ik hier ben met een man die alles een beetje zachter maakt. Die prettig onnadrukkelijk aanwezig is, glimlacht tegen irritant krijsende baby’s en schurftige zwerfhonden aait.

Liedje

Dus hoe graag ik ook naar het fijne huisje wil, ik jaag de auto de berm in en keer hem om, midden in een enge bocht. Terug de berg af, weer de berm in, J. die eruit rent om het egeltje in het gras te leggen.
‘Heb je er nou wel iets liefs bij gezegd?’ vraag ik als hij hijgend weer naast me zit.
J schudt zijn hoofd en ik hoor mezelf zeggen dat we dan maar een afscheidsliedje voor het egeltje moeten zingen. Er schiet me even niets anders te binnen dan Slaap egeltje slaap en dat zingen we samen terwijl we verder rijden.

 

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Stoer en ook feministisch

‘Ik ga snel even buiten zitten nu er zon is.’
‘Ja, gezellig aan de snelweg,’ zegt J. stoïcijns. ‘Ik pak alvast de wijn.’

Dus daar zitten we nu. In een snelwegmotel, het verkeer raast voorbij. Er is een no nonsens zwembad, veel formica, een paar dikke Spaanse toeristen, en wijn uit plastic bekertjes.

Dirndljurken

Ik ga het steeds leuker vinden, dat Baskenland. In Vitoria zijn de jaarlijkse fiestas, dat is net als in Andalusia maar dan in boerenkielen en dirndljurken in plaats van gestipte flamenco. Maar net zo trots, iedereen loopt te zuipen en te flaneren. En natuurlijk is er valse processiemuziek.
J en ik fladderen overal doorheen maar steeds. Dan weer met een vage missie de bergen in (‘er schijnt daar iets ouds en mystieks te zijn’) waar we een afslag missen en de weg uiteindelijk zo smal en steil wordt dat we toch maar weer omkeren. Maar prachtig! Dan weer in dit rare snelwegmotel waar de kamer naar insecticiden stinkt. Verderop zijn allemaal fancy bodegas want dit is hardcore Rioja. Maar zonder het er echt over te hebben laten J en ik die en hun toeristenrondleidingen links liggen. Wel drinken we diezelfde wijn in een middeleeuws dorpskroegje en eten er wonderlijke lokale daghappen bij van witte bonen en lever. Die nacht heb ik een beetje buikpijn.

La Passionaria

Baskenland is stoer en ook feministisch, gezien alle graffiti overal. Dit is het gebied van La Passionaria, de vrouw die de revolutie tegen Franco leidde, ik schreef ooit een scriptie over haar. Ik doe automatisch feministische dingen. Autorijden als de tomtom allang niet meer snapt waar we uithangen. Knopen doorhakken over waar we nu weer moeten slapen. Geen lippenstift als ik geen zin heb. Ik glij uit in een eng hotelbad en lig met mijn paars geworden bil in de zon – als die zon tenminste zin heeft om tevoorschijn te komen. Of ik ga een of andere bloederige horrorfilm voor J zijn werk gezellig mee kijken in bed zonder met mijn ogen te knipperen.
En ik geef J mijn laatste manuscript in handen, wat nog bijna niemand gezien heeft. Dat zit hij nu naast me te lezen, terwijl ik dit schrijf. De andere hotelgasten vluchten een voor een naar binnen en wij twee blijven dapper over in de niet-zwoele vallende avond. Met die wijn in plastic bekertjes.

 

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Stretch!

Bilbao is een hele toffe stad. Ook in de regen.

Als je je niet vantevoren vast wil leggen door overnachtingen te regelen. Maar het is wel hoogseizoen. En als je bij Baskenland hetzelfde romantische gevoel krijgt als bij Bretagne. Maar ook hetzelfde probleem: regen.

Hoog in de bergen

Dan zit je dus het ene moment op het strand en het volgende moment regen je tot op je ondergoed kletsnat als je de paseo langs de rivier doet, die volgens de reisgids het hoogtepunt is van je verblijf. Dan open je je hotelraam in hartje Bilbao maar dan is het geen raam want het opent naar een dode binnenplaats met een dak erboven en slaap je zonder zuurstof, gevangen in oude hitte. Dan kan je daarna nog zo graag aan die romantische visserskust willen verblijven maar dan beland je in een middeleeuws herbergje hoog in de bergen. Waar je dapper met je Fiat 500 en je nieuwe reisgenoot door de mistwolken naar toe klimt. Zo oerwoudachtig al die wilde bossen om je heen, zo verrukkelijk -maar ook zo verdacht- groen.
‘Stretch’, zegt mijn vriendin Jacqueline in zo’n geval. Het hele leven is voor haar als yoga, het gaat allemaal om jezelf in balans houden, om flexibel blijven en voortdurend  stretchen. Ze heeft dat woord ‘stretch’ zelfs voor mij op een kaartje geborduurd.

Stretch dus

‘Ik hou eigenlijk niet van bergen,’ zeg ik tegen J maar ik voel al dat het aan het veranderen is. Die hypergezonde nattebossenlucht, dat Sound of Music-uitzicht. En los daarvan kunnen J en ik een paar dingen nogal goed samen. Zoals wijn drinken. En de wijn, echt, die is hier fantastisch.

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Opdringerig leven

Ik was een beetje reismoe. Maar twee jaar zonder echte vakantie en wel doorwerken is  het andere uiterste.

Dus vertrek ik zometeen voor twee weken naar Baskenland. Met J.

Snel

De eerste vakantie in 35 jaar met een andere man. En zonder de kinderen, dat is voor het eerst in 20 jaar. Hoewel ik zelf die ticket heb geboekt, heb ik niet vaak zo ambivalent mijn koffer gepakt. En het J. ook moeilijk gemaakt deze weken, een paar keer gedacht: laat maar zitten, alles. Ik blijf wel contemplatief alleen thuis.
Maar het leven dringt zich toch wel op. Net als met de jonge katjes. Toen ik een kleine twee jaar geleden bij de dierenarts zat met onze Spaanse Sammy op schoot, zachtjes tegen hem zat te praten terwijl hij langzaam veranderde van een slapende in een dode kat, toen ik daar in mijn eentje weg fietste met dat lege mandje, toen dacht ik: genoeg. Teveel katten begraven de afgelopen tijd. Al die zwerfkatten in Spanje, mijn lieve oude Moeha, de oermoederkat, die werd verscheurd door wilde honden en ik die haar vond. Hoe hard je kunt huilen om zo’n beestje… genoeg. Dat wil ik niet meer, dat kan ik niet meer. Dan maar helemaal niet. 

En kijk wie er nu weer mijn leven in is getrippeld.

 

 

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Precies hetzelfde

Ze komt even binnenvallen voor een koffie en we hebben grappig genoeg precies dezelfde kleren aan.

De middelste dochter is stiekem op kamers. Dat is ineens best snel gegaan.

Het mooiste minhuisje van Amsterdam

Nee, ze woont nog gewoon bij haar vader. Maar daar hebben we ooit een prachtig tuinhuis voor haar gebouwd aan het water, inclusief eigen badkamer. Het mooiste minihuisje van Amsterdam, waarom zou je daar ooit weggaan?
Maar ik ging zelf weg uit Noord natuurlijk. En het laatste jaar is Chaia een stuk zelfstandiger geworden. Zoals nu haar vader een maand weg is: ze kookt, wast, werkt elke dag, runt haar eigen huishoudentje inclusief kat. En hoewel ik haar vaak genoeg zie, is ze het grootste deel van de tijd van mijn radar. Ik zie haar niet thuiskomen na het stappen of werken, ik zie niet wat ze eet, met wie ze is. Dat gaat allemaal prima zonder mij, maar ik vind het wel… vroeg? Als er echt iets is (een probleempje met de wasmachine, tentamenstress) zoekt ze me wel op, maar af en toe denk ik wel lichtelijk verward: waar is toch mijn meisje?

Chips

Totdat ik me realiseerde: ik deed precies hetzelfde. Ook net achttien en ik trok in bij haar vader in een kraakpand aan de Weteringschans. Ik werkte die hele zomer in de Albert Heijn in de Vijzelstraat, ging lang op reis naar Zuid Amerika. En daarna een jaartje studeren in Parijs. Om nooit meer in mijn ouderlijk huis terug te komen.
Ik weet nog dat mijn moeder me een keer vertelde dat ze snikkend met een zak chips bij het buurtwinkeltje stond – de chips die ze altijd speciaal voor mij kocht. Daar lachte ik toen vrolijk om. Nu denk ik: ach, arme mama…