Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Utopie

Ik heb een nieuwe guilty pleasure, het is een tv-serie, een docudrama.

Three wives one husband, heet het. Een jaar lang hebben ze gefilmd bij een strenge afsplitsing van de mormonen. Die wonen in de rotsen in het Wilde Westen van Amerika en ze geloven dat God blij wordt als een man meer vrouwen heeft.

Worsteling

Eindeloos kan ik ernaar kijken. Je kan er van alles over oordelen, het is bizar en vrouwonvriendelijk en eigenlijk van God los. Maar ik voel voornamelijk ontroering. Dat rare subwereldje van overal blije kinderen, pa Ingalls in het kwadraat – en dat die dan heel veel ma Ingallsen heeft. Die vrouwen stuk voor stuk aan het worstelen met hun jaloezie. Want ja, dan ben je net bevallen en dan moet je man die avond gewoon weer bij een van de andere gezinnen slapen, wat toevallig aan de beurt is. Of dan ben je er net een beetje aan gewend om vrouw nummer drie te zijn en dan komt er ineens een vierde vrouw bij. Wat de serie zo fascinerend maakt, vind ik, is dat je die worsteling ook meemaakt. Je ziet die mensen vreselijk dapper doorploeteren vanuit de gedachte dat je lage gevoelens als jaloezie moet overwinnen, omdat liefde ondeelbaar en oneindig is.

Altijd en eeuwig

Als ik ooit een zomergast zou zijn, zou ik eindeloos veel fragmenten van sekten laten zien, het thema gaat me nooit vervelen. Ik herken die blijheid, dat rotsvaste geloof in iets raars, en tot aan de dag van vandaag weet ik niet of dat nou een nepblijheid is en een nepgeloof. We doen allemaal verschrikkelijk ons best, zoiets.
En wat betreft die jaloezie. Er is een heel mooi liedje van Frans Mulder met in het refrein de zinnen ‘… en (ik moet) mezelf genezen, van mijn jaloezie, en mijzelf genezen van de utopie, van het altijd en eeuwig hand in hand samen zijn, het eeuwig samen zijn…’  Dat klinkt mooi en waar. Maar doe het maar ‘s. 

(en dit staat onder de brug bij mijn huis)

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Voel je vrij, voel je vrouw

‘Dit pakje past niet door de brievenbus,’ zegt de man van de tijdschriftenwinkel en ik barst in tranen uit.
Beetje te lang niet op vakantie geweest, geloof ik, twee zomers doorgewerkt.

Kwakoe

Daarom is het fijn om even met vriendin Sanne naar Kwakoe te gaan. Toch een beetje vakantie: Suriname! Andere geuren, smaken, kleuren op je netvlies. De maizenakoekjes en de bara herinner ik me van onze onnavolgbare nanny Josefien. Soms kwam ze te laat, dan stond ik haar supergestresst op te wachten. ‘Ik moet naar een vergadering, waar bleef je?’ ‘Die man van de bara’s was nog niet open,’ zei ze dan, totaal niet onder de indruk. Ze voerde de kinderen dus bara, okra, spannende drankjes tegen de krampjes en masseerde ze urenlang waarbij ze ze soms ondersteboven aan hun beentjes optilde. Ik denk dat mijn kinderen daarom nu zo soepel zijn en zoveel dingen lekker vinden. Op een dag kwam ik vroeger thuis en hoorde de oudste zelfs brabbelen in vreemde tongen. ‘Ach ja, ik praat soms Surinaams met ze,’ zei Josefien achteloos.
Josefien is dood maar ze is overal op Kwakoe, haar geur, haar eten en haar tovermiddeltjes. Sanne en ik kunnen geen genoeg krijgen van alle kraampjes. Al die zoete dranken, met en zonder alcohol. Fladder, wat is dat ook alweer? En bij de kruiden, medicijnen en smeerseltjes vinden we ook de spannendste dingen (zie foto).

Dansen

We dansen, drinken, maken nieuwe vrienden, en aan het einde stinken we van top tot teen naar barbecue. Ik wil helemaal niet terug met de metro, maar gewoon de hele nacht doorgaan, en morgen weer, misschien zelfs gaan wonen in Zuid Oost, waarom niet? Dat is nu helemaal hip en gezellig.
Maar thuis wachten de jonge katjes. En nogal veel klusjes en regeldingen en pakjes die niet door de brievenbus passen.
Gelukkig is ook de Haarlemmerstraat een soort dorp. ‘Het zit je niet mee vandaag he?’ zegt de man van de tijdschriftenwinkel warm. ‘Kom maar even hier hoor, mop, maak ik een kop koffie voor je. Sigaretje erbij? Stoeltje?’

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Rennende baby’s

Vorig jaar om deze tijd deed ik de jongste dochter een belofte.

Deze week loste ik die belofte in.

Robot

Na de eerste huilbui werd de dochter heel pragmatisch. Die dag in juli 2016 waarop we haar een van de rottigste berichten gaven die je je kind maar kunt geven, kwam ze elk uur naar me toe in de keuken, waar ik werktuigelijk rijen herbergtaarten stond te bakken. Hoe moest dat dan met die twee huizen en haar kleren? Met de vakanties? Moest ze dan dubbele schoolboeken? En haar kamer in het nieuwe huis, kreeg ze daar een hoogslaper?
Het meest ingewikkeld vond ze het dat de poes doordeweeks niet mee kon naar mij. Waarop ik uiteindelijk zei: ‘Maar lieverd, we kunnen daar ook een kat nemen.’  Als ze toen om een hond had gevraagd had ik het ook nog wel toegezegd, vermoed ik. Een nest cavia’s, een complete volière. Maar het bleef goddank bij een poes. Al werd dat wel gaandeweg ‘een kitten’, en toen ineens (geen idee wanneer dat is gebeurd) ‘twee kittens’.

Dushi en Lobi

In Aalsmeer woonden Dushi en Lobi. We gingen ze ophalen in de bloedhitte, Lobi moest ervan overgeven. Eenmaal thuis had ik een afspraak, dus dochter en haar vriendin hadden de belangrijke taak bij het eerste wennen te zijn. Ik liet ze achter met twee doodsbange katjes diep onder de bank. En kwam terug in een soort slagveld, overal troep en stof en ‘o ja mam, je bank is nu wel voorgoed verpest door al die nageltjes’.
Mijn bed is in de kamer dus die nacht was het alsof ik weer een baby had. Ik lag te luisteren naar alle nieuwe geluidjes, me af te vragen of alles goed ging, af en toe kwam er eentje tegen me aan slapen, dan waren ze weer klaarwakker. Om zes uur schrok ik zelf wakker doordat ze keihard over me heen renden. Dat heb je dan weer niet bij baby’s – of het moeten horrorbaby’s zijn-, wel dat je dan denkt: ‘mooi zo, geslapen tussen 1 en 6, dat begint ergens op te lijken.’
‘Mam,’ snotterde de dochter op dag twee. ‘Ik hou nu al zoveel van ze. En ik geloof dat ik allergisch ben’ ‘Jezus,’ zei ik. ‘Maar we doen ze niet weg,’ zei ze stellig. ‘We verzinnen wel wat.’
Dus nu ben ik iets aan het verzinnen.

 

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Sugar baby love

Ha, Pretty Woman op tv. Dat ga ik leuk samen kijken met de jongste dochter – zal ik alvast popcorn maken?
Dan bliept mijn telefoon. ‘Mam, we blijven bij een vriendin slapen.’

Of: ha, lekker een avond alleen thuis, doorschrijven… of zal ik even naar een vriendin? Net als ik dat aan het regelen ben, zwiept de deur open. ‘Mam, we komen met zijn vieren hier logeren en morgen van hieruit met zijn allen naar Walibi.’

Inhaalactie

Het is een combinatie van bijna-schoolvakantie en een vader op reis. Maar ook een inhaalactie van mijzelf. Vorig jaar om deze tijd ging mijn leven op zijn kop. Nu kan ik het beter: voor ze koken, zorgen, een schoon huisje, meeleven met al die pittige eindproefwerken, en mijn eigen afspraken min of meer om hen heen plannen.
En deze week is ook dat leren weer voorbij en dwarrelen ze alle kanten op. Ik zet de ramen wijd tegen elkaar open, de buren worden zoals altijd wakker met keiharde radiomuziek. Sugar Baby Love. Hoezo zijn pubers sloom? ’s Avonds nog even chillen in het Westerpark, slaapfeestjes bijna elke nacht, ze zitten zelfs te pokeren. En de middelste is hard aan het werk in het restaurant, terwijl ze probeert de overgebleven tijd zo goed mogelijk te verdelen tussen al haar vrienden, zelfs die uit Spanje zijn over. 
Ik zeg nooit nee. Niet als het huis ineens ontploft als ik net klaar zat voor een sereen avondje met mezelf. En ook niet als ze plotseling ergens heen gaan en ik met teveel tijd en eten blijf zitten. Dan kan de stilte waar je net nog zo naar verlangde raar hard vallen. Het is al met al een vrolijke oefening in vasthouden en loslaten.

 

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Schoonmoeder

Schoonmoeder werd 86 – hoewel ze zelf dacht dat ze 87 werd.

Ze dacht nog wel meer. Dat ze nog niet had verteld dat de jeugdvriend van haar man deze week was overleden, bijvoorbeeld. Op een gegeven moment ging ik het tellen. Ze begon er op de avond twaalf keer over. En elke keer zei ze trots dat die vriend indertijd zijn goedkeuring aan haar had gegeven.

Mantelzorg

Schoonmoeder is denk ik de uitvinder van de mantelzorg. Jarenlang zorgde ze voor diverse oude mensen in de straat. ‘Ik hoop dat als ik zelf oud ben, er dan ook iemand zich zo om mij bekommert,’ zei ze met enige regelmaat. Maar dat zei ze dan een beetje dreigend en ik dacht: o jee. Ik zag mezelf al opgescheept met een mopperig oud wijffie, klagend en zeurend. Dat nooit!
Ze heeft altijd gehoopt dat ik, na drie zoons, de rol van dochter wilde spelen, met haar wilde winkelen, haar misschien zelfs mama noemen. Ik heb dat allemaal nooit gedaan. Ik had mijn eigen moeder al, en mijn eigen interessante jonge leven waar schoonmoeder amper in paste. Een van de ergste blunders uit mijn leven heb ik ook bij haar gemaakt, lang geleden maar toch. Ik heb haar toen gecomplimenteerd met een setje spuuglelijke nieuwe kleren dat ze voor mij had klaargelegd ter beoordeling. ‘Die kleur zal je mooi staan,’ sprak ik ongeinteresseerd. Ze staarde me aan: ‘Ik heb je toch net uitgebreid verteld hoe ik dit voor het hoogbejaarde buurvrouwtje op de kop heb getikt?’ Vage excuses mompelend ben ik het huis uit gevlucht.

Lief

Ik ken haar nu zo’n 35 jaar en mijn bange toekomstvisioenen zijn niet uitgekomen. Integendeel. Schoonmoeder is nog nooit zo lief geweest. Zo herhaalde ze deze avond óók opnieuw en opnieuw hoe ze bofte met haar kinderen. En daarmee bedoelde ze ook mij – al doe ik nog steeds niet mee met de mantelzorg.
Ze wordt steeds kleiner en als je haar aait gaat ze onhoorbaar spinnen. Ik zag mijn eigen dochters – even oud als ik toen ik schoonmoeder leerde kennen- zo lief met haar zijn, en zelf omhelsde ik haar ook en dacht: tsjonge, was dat al die tijd nou zo moeilijk?

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Dilemma’s

Een bikini of een badpak? Orange is the new black of Madmen? Btw aangifte doen of stiekem doorschrijven aan mijn boek? Wijn of chocola?

Mijn dag is een ketting of zeg maar gerust een keten van dilemma’s.

Dinsdagdiner

De dinsdagavond is duidelijk. Dan ga ik dus niet naar die extra leuke zumbales, maar dan kook ik het ‘dinsdagdiner’, zoals het in de app staat, alle vrienden van de dochters kunnen aanschuiven. Die dag is mijn tafel altijd vol, vaak moet ik er stoelen bij zetten. En dan pakken we het boekje ‘dilemma’s op dinsdag’ erbij, altijd goed voor verhitte gesprekken. Voorbeeld: ‘Elke keer dat je in de supermarkt bent moet je een pot bieten kapot gooien OF als je boodschappen doet probeer je altijd af te dingen bij de kassa.’ En dan MOET je kiezen. ‘Je zweet olijfolie OF alles wat je eet is te pittig.’ Nog meer? ‘Je zet van al je drollen een foto op Facebook OF je durft niet in je eentje naar de wc.’ ‘Je moet elke ochtend van 7 tot 8 vissen OF je moet iedere keer voordat je seks hebt je vader om toestemming vragen.’
We kunnen er geen genoeg van krijgen. Vaak zit er een vraag achter, zoals: hoe belangrijk is decorumverlies voor je, of welk zintuig is het meest onmisbaar?

Gemak

Niet meer paardrijden of blijven zitten op school? Dat had de jongste dochter aan haar vriendin gevraagd. Zelf was ze heel duidelijk: ‘Ik wil écht niet blijven zitten, dan maar stoppen met voetbal.’ Stel dat dat de keuze was – maar dat probleem doet zich helemaal niet voor. Mij trof vooral het gemak waarmee ze het besliste. Net zo razendsnel als de dilemma’s er soms op dinsdag doorgejaagd worden. Misschien hoort twijfel wel bij ouder worden?

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Liedje

Ik schrok ervan wakker.

Eerst wist ik niet wat het was.

Paradijs

We waren naar een feestje, dochter en ik. Een boerderij in the middle of nowhere, met overal vuurtjes, pizza ovens en blote kleine kinderen die trampoline sprongen, door de modder rolden en de allergrootste marshmallows  roosterden die ik ooit heb gezien.
De boerderij was van vrienden die we op reis ontmoet hebben. Sindsdien zoeken we elkaar af en toe op, waar ook ter wereld – en nu dus in een droomhuis, met hoge plafonds, plavuizen, en de keuken van Swiebertjes’ Saartje. We bleven logeren, er was toch plek genoeg.
Dus lag ik ineens in het donker onder de balken in een houten bedje samen met mijn dochter hypergezonde plattelandslucht in te ademen.
Je zou zeggen: het paradijs.

Blind

Middenin de nacht werd ik wakker, met een vreemd soort paniek. Wat was het? Een droom? Muggen, kakkerlakken, muizen? Nee, ook niet. Een of ander raar geluid? Het duurde even voor ik me realiseerde dat dat juist het probleem was: geen geluid. De stilte zelf had me wakker gemaakt. Zo leeg was het voor het laatst in Spanje: een totale afwezigheid van klanken. Alsof je oren ineens blind zijn geworden. Ik lag er wakker van en me af te vragen wat er eerst was gekomen: die stilte, of de angst ervoor.
Pas toen de vogels wakker werden, viel ik weer in slaap.
Later stapte ik op Amsterdam CS uit de trein en zo hup mijn straat in. Thuis.
Ik liet me meevoeren in de beweging naar mijn huisje toe, ramen wijd open, de ononderbroken geluiden van een zomerdag in de metropool. Ik denk altijd dat het koningsdag is in jouw straat, zei mijn zus die zomaar even langs kwam. Onophoudelijk gekabbel van stemmen, gebel van fietsen, rolluiken van winkels. Een paar scooters, een politie-auto met sirene, flarden muziek, een glasbak die geleegd wordt. En onder alles een zacht en continu geronk.
Het is het liedje van de grote stad en het zong ook in mij.

 

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Opruimen (deel 2)

Ik schreef laatst over spullen weggooien en hoe makkelijk dat is. Veel mensen dachten daar totaal anders over en vertelden hoe pijnlijk ze het vonden om dierbare voorwerpen weg te doen. Maar er is iets anders wat ik nog veel en veel moeilijker vind.

Ik ruik sigaren en mijn grootvader is bij me. Ik zie een moeder zeulen met een pasgeboren baby en ik weet alles weer: de overrompeling, de vermoeidheid, de hyperfocus. Ik hoor Earth Wind & Fire en ik dans weer met Mylou op een schoolfeest, met alle opwinding van dien. Een woord kan een geliefde terughalen, de smaak van kersen een heel land (Spanje). Dus nee, ik vergeet niks, daar heb ik geen spullen voor nodig.

Wc hokje

Mijn probleem is eerder dat de herinneringen trekken aan het nu, vooral als je er niet op bedacht bent. Ik heb totaal geen controle over de memory lane die door mijn brein kronkelt langs voorbije zaken en die ze me laat voelen met een kracht alsof het pas gisteren was. Ik denk soms dat ik daarom schrijf, omdat ik anders krankzinnig zou worden.
Het kwam deze keer door een droom. Je zou zeggen dat de nacht rust brengt, maar bij mij is het vaak een uitvergroting van mijn gedachten en overpeinzingen van de dag.
Dus we waren weer op wereldreis. Met de Landrover en met het gezin. We stonden op een perfecte plek, een beetje de zee van Tarifa meets de jungle van Ghana en Mozambique, zinderend, weids en alles groen met van die tropische wilde bloemen. Er was een open plek met warempel een wc-hokje (ik zei toch: de perfecte plek) en een paar andere reizigers. De kinderen waren aan het spelen, de man was een vuurtje aan het stoken om te koken. Ik was ongelooflijk gelukkig zoals je dat kunt zijn op een eindeloze wereldreis met je jonge gezin.
En dan zijn er dus mensen die wakker worden en denken: wat heerlijk, dat heb ik allemaal meegemaakt en daarna gewoon overgaan tot de orde van de dag. Zo opgeruimd wil ik ook denken maar het lukt me voor geen meter. Kan iemand me uitleggen hoe dat moet: al die herinneringen in duidelijke dozen deponeren, ergens op een verre zolder?

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

De polonaise van het geluk

You can get it if you really want, zongen wij van the young people’s group vroeger, het was een van de lijfliederen van de sekteachtige groepering waar mijn ouders een tijdje bij zaten. We dansten er een polonaise van het geluk bij op de wilde feesten: succes was maakbaar en saaie levens voor losers.
Het was een parallelle wereld, een soort perron 9 3/4 van het dagelijks bestaan.

Hofje

Net zoiets als het hofje waarheen we dit weekend onze vriendin hielpen verhuizen. Je rijdt door een vrij sfeerloos nieuwbouwgebied van grote gebouwen, ziekenhuizen, parkeerterreinen en drukke stadswegen. En dan ineens is er een klein deurtje en achter dat deurtje ligt een verrassend groot historisch hofje. Groen en schattig, vol verhalen, alsof de tijd er is vertraagd.
Ik zat daar even voor de deur, alsof het mijn hofje was. Een weekendhofje waarin ik geen huishouden had, mijn werk opzij was geschoven en er geen zorgen waren over het betalen van de Amsterdamse huur en andere prozaïsche brokstukken van het bestaan. Gewoon alleen maar even ZIJN, in gezelschap van lieve vrienden en met vier hoge muren eromheen. Heel licht voelde dat, en makkelijk. Zulke hofjes bestaan dus gewoon.
Ik ga er alleen niet meer de polonaise voor dansen.

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Nothing left to lose

Een van mijn eerste herinneringen. Er stopt een volgeladen busje voor de deur bij mijn hippieachtige ouders. Eruit stapt een vrouw met (in mijn herinnering) wild krullend haar. Ze is helemaal uit Engeland of misschien wel Amerika komen rijden. ‘Hier ben ik dan,’  zegt ze en ze spreidt haar armen uit naar het busje. ‘Met alles wat ik bezit op deze wereld.’ De bewondering van mijn ouders stroomt ook door mij. Dus zo ziet vrijheid eruit!

Je hebt verzamelaars en zen masters. Ik ben dat laatste, maar ook een beetje noodgedwongen.

Verzamelaar

J. is een verzamelaar. Die woont al zo ongeveer zijn hele leven in een pittoresk huisje in De Pijp. Dat huisje staat helemaal vol met spulletjes. Kastenvol dvd’s en boeken, stapels archieven en de meest uiteenlopende verzamelingen van cultobjecten (denk gezellige beeldjes van Frankenstein, skeletten, een masker van Scream). En dan heeft hij ook nog een zolder vol met dozen. J. is sinds ik hem ken al dingen aan het weggooien, maar ik zie ook stapels groeien. Alleen al de boeken die hij koopt en niet gelezen krijgt.
Ik dacht daaraan toen ik vanmorgen heel vroeg wakker werd en de doos boeken zag staan die deze week vanuit het exhuis werden nabezorgd. De helft daarvan bestond uit boeken van mijzelf. Om precies te zijn: van een door mij opgekocht partijtje van mijn twee minst geslaagde boeken. Het kostte een kort moment van barenspijn maar toen zette ik ze klaar om weg te gooien. Wie wil die ouwe boeken lezen, zelfs door mij afgedankt inmiddels? Niemand toch?

Overzichtelijk

Het is heerlijk overzichtelijk leven voor een chaoot als ik. Alles wat ik in huis heb wordt gebruikt, wat you see is wat you get. Ik heb geen kasten, geen opslag. Eerst was dat de zolder maar die is al vrij snel omgebouwd tot logeerkamer voor de oudste, dus we deden de troep weg.
En zoveel was dat niet eens. Als je zo vaak verhuist en ondertussen ook nog jaren in een Landrover woont, leer je wel weggooien. Mijn persoonlijke archief bestaat uit een paar fotoboeken, en twee dozen persoonlijke briefjes en tekeningen van de kinderen – en een handvol van mijzelf (mijn poesiealbum en twee dagboeken). Een paar dierbare babykleertjes. En verder helemaal niks. Geen diploma’s, geen wiegje, geen bewijzen van de plekken waar ik werkte.
Zelfs mijn trouwjurk ben ik kwijtgeraakt ergens tijdens mijn laatste verhuizing.