Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Kijkje in de keuken

Waarschijnlijk vind je dit alleen maar leuk om te lezen als je ook schrijver bent. En als je schrijver bent vind je het ook niet leuk want zelf doe je toch alles anders.

Maar het is waar ik nu tachtig procent van mijn tijd mee bezig ben: mijn nieuwe boek.

Engel

Het wordt een cross-over boek en ik ben er ruim anderhalf jaar jaar geleden aan begonnen. Eerst schreef ik heel snel een eerste versie, gewoon met alle subtekst en huppekee achter elkaar, ik denk in een maand of drie. Ik liet het aan de uitgever en mijn vaste eerste meelezers lezen: is dit een boek of niet?
Ja, zeiden ze, het zit er wel in. Op dat moment vroeg ik een beurs aan. Dit is een verhaal over over een eerste grote liefde, schreef ik. Twee meisjes kijken op een totaal verschillende manier naar de wereld… De jongen voor wie ze allebei als een blok vallen, blijft lang een mysterie, ook omdat hij ervan overtuigd is een engel bij zich te hebben.
In het najaar kreeg ik de beurs. Maar als ik die niet had gekregen was ik ook gewoon door blijven schrijven aan versie twee. Die versie was een paar maanden geleden af en ik breidde mijn groep eerste lezers uit, onder anderen met mijn dochters.
Ze lazen, en ik kreeg een golf van kritiek over me heen.

Focus

Toen ik weer op mijn benen stond, verzamelde ik al die opmerkingen in een nieuw document. Ik nam de kritiek van de oudste dochter als uitgangspunt, schrapte een kwart en veranderde de volgorde. De rest van het commentaar heb ik gegroepeerd per personage en ik begon het boek per personage bij te schaven. Eerst van begin tot einde alles van de jongen, nu ben ik vandaag op pagina 1 begonnen met een van de twee meisjes. Bladzijde voor bladzijde met alleen de focus op haar. Er hoort andere muziek bij dan bij de jongen, die muziek staat op repeat. Dat meisje zit deze dagen onder mijn huid.
Als dat klaar is? Iets met de overgangen. En dan het hele boek nog een keer of drie hardop voorlezen aan mezelf en corrigeren. Naar de meelezers sturen. Enzovoort.

Met een beetje geluk lezen straks 4000 mensen dit boek, dat is minder dan wat er in 1 week op dit blog voorbij komt.
Een labour of love, dat is het.

 

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Stil, tante, stil

Facebook gedraagt zich soms als een dementerende ouwe tante die om de haverklap ouwe koeien uit de sloot haalt. En dan, geschrokken van je reactie, meteen in meervoud gaat praten: ‘We dachten dat je het leuk vond om terug te kijken op deze herinnering.’

Nee, Facebook. Ik hoef niet geconfronteerd te worden met die ene stomme recensie die ik in een vlaag van misplaatste dapperheid had gepost. Of gefeliciteerd te worden met de minimale vriendschap die ik ooit  voelde voor mijn zwaar katholieke bakker uit Spanje. Het kost me al moeite genoeg om in het nu te leven.

Schiphol

Vandaag zegt de tante: precies twee jaar geleden kwam je aan op Schiphol. Je dochter trouwens ook, kijk hoe leuk. En door de foto weet ik alles weer. Hoe uitgeput ik toen al was van het regelen van de Spaanse verhuizing en tegelijkertijd het per internet  inrichten van de herberg. Wc’s bestellen zonder stortbakken, dat soort dingen. Hoe verdrietig de middelste dochter was, ondanks de Nederlandse vriendinnen die haar (juist daarom) opwachtten. Dat ik me een bitch van een moeder voelde. Ja, er was de opwinding van het nieuwe, het grote geluk van terug te  keren in de stad die ik zo had gemist. Niet vaak in je leven maak je zo’n u-turn, alles draaide mee. En ik verlangde naar mijn nieuwe huisje, het grote avontuur dat voor ons lag. Alles zou fijn worden, dacht ik wiebelig, en oja,  ik zou ook nog even een terras en een bruidssuite gaan runnen. Lekker veel taarten bakken.
Als iemand mij toen had gezegd dat ik maar twee zomers in dat huisje zou blijven en dat mijn grootste angst zou uitkomen, namelijk mijn geliefde verliezen, was ik misschien wel gewoon in dat vliegtuig blijven zitten. Is dat echt nog maar twee jaar geleden?
Ik vind daar van alles van, tante Facebook, maar, kom op,… leuk?

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Kompas

Rillend van de hooikoorts zat ze deze week nog bij me. ‘Mijn longen zijn best wel slecht.’

Los van dat is de oudste dochter kerngezond en bijzonder goed in staat om precies het leven te leiden dat ze wil.

Transsiberië

Dus weg is ze weer, op naar Rusland, China, de Transsiberië Expres. Helemaal zelf bij elkaar gespaard en geregeld. Aan de liefde doet ze niet, zegt ze. De komende jaren wil ze reizen, filmen, een studentenleven, geen blok aan haar been. Zo anders dan haar moeder – en dat heeft niet alleen met levensfase te maken.
Net als dat lange, blonde uiterlijk, niemand zou haar voor mijn dochter houden. Al was het maar om hoe ze zich kleedt: als het niet fijn zit, trekt ze het niet aan. Geen panties dus, geen hakken, en in de winter een trui en een Hollands regenpak. Heel verstandig, en het staat ongeveer haaks op hoe ik me kleed.
En van wie heeft ze toch dat doortastende? Vijf experts lazen de vorige versie van mijn boek en gaven zinnige kritiek, maar haar commentaar vormde de basis voor alle verandering. ‘Mam,’ zei ze, ‘hier gaat het over.’ En ze vatte mijn hele boek perfect samen in een zin. ‘En dus,’ vervolgde ze, ‘moet je hiermee eindigen, hiermee beginnen, en dan dit en dit schrappen en dat en dat uitdiepen.’

Italiaanse Moeke

Zij was het die een jaar of twee geleden tegen mij zei: ‘Mam, je gedraagt je als een ouwe Italiaanse moeke wier enige geluk het is de hele familie te voeden en bij elkaar te houden. Je bent nog jong hoor, je kan zo ook weer een ander leven opbouwen op een andere plek.’
Ze besefte amper wat ze zei, want het is natuurlijk ook een ongenuanceerde puber. En toen die familie  inderdaad uit elkaar viel, was ze boos en geschrokken. Maar toch, dat kind is een soort kompas voor mij.
En nu is ze weer weg.

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Dus jij gaat nooit naar pornofilms?

Ik zal een jaar of twaalf geweest zijn toen mijn vriendinnetje Sabine de vraag stelde. Het ging over de film Bilitis.

De maker van de film heette David Hamilton. Die kende ik wel, sterker nog: ik was fan. Mijn meisjeskamer hing vol met zijn wazige posters.

Sperma

Posters van mooie dromerige meisjes zoals ik zelf graag wilde zijn. In de natuur en met balletkleren aan. Zo romantisch, Holly Hobbie voor grote meisjes.
Door de opmerking van Sabine veranderde alles. Ineens zag ik het: de tepels van die meisjes door hun balletpakjes, de net iets te hoog opgeschoven rokken, kortom de geile blik van de fotgraaf, een man die hun vader had kunnen zijn. Die liet die meisjes dromen van heel andere dingen dan ik tot dan toe had bevroed. Net als Sabine. Die zei ook ineens als we samen gezellig door een viezig steegje liepen: ‘Het ruikt hier naar sperma.’ En ik sloeg de geur goed op in mijn geheugen om op een goede dag zelf ook achteloos zo’n wereldwijze opmerking te kunnen maken.
Dat moment kwam later dan ik dacht, en toen ik de posters van David H allang van mijn muur had gerukt. Misschien is het eigenlijk nu pas echt aangebroken, nu ik twee weken achter elkaar meer piemels heb gezien dan in mijn hele leven daarvoor bij elkaar. Op filmdoek dan.

Erotica

Cinema Erotica heette mijn klusje bij EYE en ik durf mijzelf inmiddels wel een expert te noemen. Het verschil tussen porno en erotiek? De female gaze? De mooiste erotische gay klassieker? Het begin en de toekomst van de erotische cinema? Ik vertel het je. Net als waarom Sint Sebastiaan zo sexy is, of wat design en seks met elkaar te hebben. Makkie. Eat your heart out, Sabine!

Maar, al associeer ik de geur van sperma allang niet meer met rottende vuilniszakken, toch vind ik het stiekem best jammer dat ze bij EYE Bilitis niet draaiden…

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Bewegingen

De scholen gaan richting zomervakantie, geen schrijversbezoeken meer. De klus bij EYE is geklaard, sterker nog, de programmeur zegt: ‘No offense maar je hoeft niet meer te komen hoor, Anna.’

Broodtrommeltje

De dochter is naar school, haar broodtrommeltje liefdevol gevuld, mijn moedertje heb ik net gebeld. Het is fijn haar veilig in de Flessenman te weten, omringd door de helden die haar verzorgen. De vakantie is geboekt, voor het eerst met de nieuwe man, o zo spannend. Het huis is stofgezogen, de wasmand leeg, de sportschool bezocht, de vriendinnen gemaild, de boodschappenlijst ziet er heel overzichtelijk uit. Yoga gedaan, koffie gedronken op mijn eigen terrasje in de zon, een verstandig ontbijt achter de kiezen – vanaf vandaag ga ik echtechtecht weer zonder suikers, brood en pasta leven. Stoer nieuw idee gepitcht voor een artikel, de zorg over hoe ik dat ga fiksen nog even uitgesteld want definitieve go afwachten. Afspraken met twee vriendinnen in de agenda van deze week plus de psych, allemaal soulfood, allemaal geregeld. Computer opgeladen, is wel een dingetje want stuk maar nu een heerlijke 97%. Nee, ik mag niet door de mails van mijn afgelopen jaar gaan dwalen om mezelf te pijnigen met en te herinneren aan wat er allemaal is gebeurd, dat heb ik gisteren al gedaan. Dit blogje geschreven. Facebook weg geklikt. Muziek opgezet waar alleen ik in trance van raak. 95%.

En de dikke kat van de buren komt door het open raam naar binnen, nestelt zich aan mijn voeten en zegt sfinxachtig: En nu schrijven jij.

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Niks aan de hand

Nog een keer mijn moeder. Omdat ze in het ziekenhuis lag. En er ook alweer uit, gelukkig.

Het was kantje boord, volgens de cardioloog. En extra tricky omdat mijn moeder op papier heeft staan dat ze geen operaties meer wil.

Coherent

‘Mama, dat was niet de afspraak,’  zeiden mijn zus en ik die allebei onze telefoon niet hadden gehoord en de nachtelijke wake gemist. We zaten lacherig van opluchting bij het bed van een alweer vrij coherent moedertje. Doodgaan met haar dochters aan weerskanten van haar bed, zo wil ze dat, we hebben het vaak genoeg van haar gehoord. Daar lag ik wel eens wakker van toen ik nog in Spanje woonde.
Maar nu heeft ze dus een nieuw medicijn gekregen dat heel goed werkt en ze is zelfs alweer thuis in de Flessenman.
Ik hield het hele weekend mijn beste vriendinnen op de hoogte, zij kennen mijn moeder ook al zo lang. De dingen die ik haar jarenlang kwalijk nam zijn eindelijk gesmolten, zei ik tegen hen. Zoals dat ik al zo lang haar moeder ben in plaats van andersom, of nouja op een bepaalde manier. Ik kan mijn moeder weer omhelzen en dat deed ik dit weekend nogal veel. Ik zei zelfs: ‘Als ze dood was gegaan, was het ook goed geweest.’ Zo denkt mijn moeder er zelf ook over, dat zegt ze al jaren. Maar ze is weer opgekrabbeld, alles is goed. We gingen weer over tot de orde van de dag, niks aan de hand.
Alleen maar dat je wereld even stil stond.

(foto van vier jaar geleden)

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Heel erg genant

Heb je recent nog een grote blunder gemaakt? Het antwoord is ja.

Het gebeurde twee weken geleden al, bij de opening van de tentoonstelling van Martin Scorsese in  het Amsterdamse EYE, maar ik durf het nu pas op te schrijven.

De heilige boven

Mijn collega’s hadden er zoveel werk van gemaakt. Heel letterlijk: de taxi van Taxi driver voor de deur, de boksring van Raging bull binnen, dat werk. En gezien de relithema’s bij Scorsese was er ook een prominente plek waar je kon biechten. Dat zag er beeldschoon uit met kleedjes en kruizen en mannen in priesterlijke gewaden.
Alleen, er durfde kennelijk niemand te biechten, het was er uitgestorven.
Nu is er iets in mij dat daar slecht tegen kan. Ik ga ook altijd juist naar dat kraampje op de markt waar niemand staat en bij het songfestival ben ik altijd voor Spanje.
Dus ik stapte naar voren en vroeg hoe het werkte. De ‘priester’ reageerde enthousiast. Ik kreeg een telefoonnummer en kijk, boven zat een andere priester achter glas, die kon ik bellen en onmiddellijk bij hem biechten, hij zou antwoorden.
Ik dacht even na. Je moet bij zoiets natuurlijk wel iets echts biechten, anders wordt het flauw. De ergste zonde die me te binnen schoot, besloot ik voor mezelf te houden maar er was een goede tweede. Ik pakte mijn telefoon en kreeg inderdaad de heilige boven aan de lijn.

Koptelefoons

Wat ik precies voelde op het moment dat…. Of ik ook spijt had. Schaamte wellicht? De biechtvader liet me er niet makkelijk mee weg komen. Maar uiteindelijk zeiden we samen een soort aflaatgebed op en toen ik mijn telefoon weer in mijn zak stopte voelde ik me werkelijk een beetje gelouterd.
Totdat ik al die mensen met koptelefoons opmerkte. Ik had ze wel gezien, die koptelefoons, ik had zelfs gezien vanuit mijn ooghoek hoe de ‘priester’ ze razendsnel begon uit te delen. Maar ik had dus niet begrepen dat al die wildvreemde mensen vrolijk mee hadden zitten luisteren naar mijn biecht. Ja, dat is stom.
Ik ben daar heel snel weggelopen, met mijn blik op oneindig.

(foto van dat andere EYE-programma, Cinema Erotica).

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

De wilde wind is gaan liggen

Ik storm net mijn huis binnen als de telefoon gaat.
‘Dag lieve oudste dochter van me,’ zegt mijn moeder. ‘Ik ben zo benieuwd hoe het met je gaat.’

Anna: ’Nou, ik kom net van noord, je weet toch dat ik zo’n klus doe voor EYE?’
Maria: ’O ja.’
Anna: ’Dus er was vandaag een lezing en een performance over erotiek.’
Maria: ’Over erotiek, haha, wat grappig.’
Anna: ’Er was ook nog een film maar die heb ik geskipt want ik wilde Dunya naar bed brengen.’
Maria: ’O ja. Die lieve Doeneke. Ik ben zo benieuwd hoe het met je gaat, lieverd.’
Anna: ’Nou, druk dus met de erotiek.’
Maria: ’Met de erotiek? Haha.’
Anna: ’Want ik doe dus die klus, dat heb ik je vorige week nog verteld. Ik gaf je zo’n ansichtkaartenboekje, weet je nog?’
Maria: ’O ja. Wat voor klus precies?’
Anna: ’Voor EYE. Maar mam, ik kom donderdagmiddag even bij je langs, maar daar bel ik nog over als je niet in bed ligt en je agenda bij de hand.’
Maria: ’Donderdag?’
Anna: ’Donderdagmiddag, dan kom ik. Voordat ik naar EYE ga.’
Maria: ’Naar EYE? Dat is toch het filmmuseum?’
Anna: ’Precies. Daar werk ik voor Cinema Erotica.’
Maria: ’Haha. Cinema Erotica.’
Anna: ’Ja. Maar ik ga nu Dunya naar bed brengen.’
Maria: ’Lieve oudste dochter. Ik hou van je en ik weet dat het goed zit tussen ons, maar ik wil je zo graag weer ’s zien.’
Anna: ’Ik kom donderdag.’
Maria: ’Donderdag? Ik moet in mijn agenda kijken of ik kan.’
Anna: ’Maak je geen zorgen, daar bel ik je nog over.’
Maria: ’Ik hoop dat we elkaar dan kunnen zien.’
Anna: ’Dat komt vast goed. Ga nu maar lekker slapen.’
Maria: ’Ik ga denk ik nog even tv kijken.’
Anna: ’Ook goed.’
Stilte.
Maria: ’Wat een wind he?’
Anna: ’Ja, ik ben al de hele dag als een soort bezwering jouw liedje aan het zingen. Je weet wel, dat wiegenliedje dat jij ooit hebt gemaakt: De wilde wind is gaan liggen…’
Maria (zingt): ‘…nam razen en blazen mee. Maar jou mijn lodderig liefje, gaf ik aan de wind niet mee.’
(zingen samen het hele couplet en refrein)
Anna: ‘Slaap lekker straks, mama.’
Maria: ‘Dag lieve oudste dochter van me. Ik hoop dat ik je snel weer eens zie.’

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Monumentje bij haar verjaardag

Martje Harmanna Hoff werd op 1 juni 1911 geboren in Amsterdam.

Ze was amper 26 toen ze trouwde met de man van haar leven: een knappe joodse intellectueel en strijder tegen alles wat met dictatuur en onderdrukking te maken had. Tijdens en na de oorlog een lichtend voorbeeld voor velen.

Chauffeur

Martje stelde haar hele bestaan in dienst van deze man. Niet alleen werd ze ook actief in de strijd tegen de onderdrukking, vooral zorgde ze er op de achtergrond voor dat haar geliefde kon stralen. Ze zorgde voor hun vier kinderen, het huishouden, het luisterend oor als haar man weer een belangrijke lezing of publicatie had. In het geheim en met veel moeite haalde ze haar rijbewijs zodat ze ook zijn chauffeur kon zijn en bracht hem overal naar toe.
Haar kinderen vonden haar soms hard en ongeduldig. Waarschijnlijk hebben ze wel het een en ander meegekregen van de frustratie van Martje, die niet van nature de vrouw op de achtergrond was, maar toch the wind beneath the wings van die ene.
Want ze hield zo van hem! Hoe hard hij ook werkte, hoe vaak hij ook weg was, en hoe weinig tijd hij ook voor haar maakte. ‘Als ik met pensioen ben, ben jij aan de beurt,’ beloofde hij haar vaak. ‘Dan gaan we rustig genieten, reizen, samen zijn.’ Maar toen hij eindelijk met pensioen ging, stierf hij kort daarna, veel te jong, veel te hard gewerkt.

Pijn

In de zeventien jaar dat zij hem overleefde, vond Martje volop bewijzen voor wat ze eigenlijk altijd al wel wist: dat haar man in zijn dynamische leven ook meerdere vrouwen had bemind. De grote pijn daarover heeft wonderlijk genoeg haar liefde voor hem nooit verminderd. Martje omringde zich in haar huisje in het bos met zijn beeltenis en nalatenschap, en schreef commentaar bij oude foto’s die ze keurig in albums had geplakt: ‘Wat was je toen nog jong en knap mijn liefste.’

Mijn grootvader blijft herinnerd in prijzen, lezingen, boeken. Maar ik drink ieder jaar op jou, mijn grootje, vrouw der vrouwen, gevangen in een tijd en zeker ook in een liefde. Die eeuwige vermaledijde liefde…

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Een man die met vogels praat

Ik zou kunnen schrijven over de opening van Cinema Erotica vandaag. Over hoe de afgelopen maanden woorden als ‘erotiek’ ‘sexy’ ‘opwindend’ ‘porno’ en ‘orgasme’ jargon voor me zijn geworden.
Maar wat ik eigenlijk spannender vind heeft te maken met J.

De man over wie sommige vriendinnen van me lichtelijk bezorgd zeggen: ‘Horrorfilms? Dat is zijn werk? Arme jij.’ 

Musje

Ik zag het ineens op Schiermonnikoog. Er streek een musje neer bij de tafel en J zei ‘Hallo’. Op zo’n rustige manier. Daarna bleef hij er nog een tijdje aandachtig naar kijken, het leek een woordeloos gesprek.
Ik ging erop letten. Eigenlijk zei J hallo tegen nogal veel vogels. De hele tijd door. Af en toe stapte hij zelfs speciaal van zijn fiets voor een fazant of een rotgans – of weetikveel hoe die vogels allemaal heten.
Het is niet zoals ikzelf met poezen praat. Tegen hen zeg ik dingen als: ‘Jaja, ik weet het, je hebt honger. Iedereen heeft honger, ik ben bijna klaar met werken en dan ga ik voor het eten zorgen.’
‘Praat je zo ook met de poezen als wij er niet bij zijn?’ vroeg de oudste dochter een keer.
Nee dus. Via de poezen communiceerde ik in Spanje met de hele hongerige roedel in mijn huis. Hoogstens zei ik wel eens tegen de zwerfpoezen als we samen moederziel alleen op de patio zaten: ‘Daar zitten we dan.’ En ook wel eens ‘Wat nu?’ Maar die poezen zwegen dan sfinxachtig.
Dat doen de vogels bij J niet. Die praten terug. Echt. Er waren er twee – futen of grutto’s of weetikveel- die belachelijk lang boven zijn hoofd bleven cirkelen en heel hard schreeuwden, het was bijna de horrorfilm Birds. Of nouja dat vond alleen ik. 

‘Jij praat met vogels,’ zei ik uiteindelijk.
‘Ja,’ zei J ruiterlijk. ‘Iemand moet het doen.’