Categorie: Afrikareis
Vertrokken Onbekend Waarheen
Amsterdam. Totaal aantal afgelegde kilometers op de reis: 76100!
Het gebeurde in België. ‘Wat een spoorvorming hier,’ zei ik nog.
‘Spoorvorming? Ik vraag me af of dat het is,’ zei Ilco en greep met volle kracht het stuur vast.
Zwalkend reden we Antwerpen binnen, ik weer ouderwets met het zweet in mijn handen, net alsof we een of ander moeilijk oerwoudtraject aflegden. Bij elke passerende vrachtwagen werden we opzij geworpen. Om het nog extra dramatisch te maken begon nu ook de ruitensproeier uit zichzelf leeg te lopen. Schuimend water kolkte naar binnen over Ilco’s schoenen heen. Zeerover wilde niet terug naar Nederland, dat was wel duidelijk.
Gelukkig vonden we een garage die aan het schroeven en bijstellen sloeg en zo konden we, alleen maar met versleten schokbrekers, toch Amsterdam halen. Gezellig schommelend met tachtig kilometer per uur, achter de vrachtwagens. De ring op… en zo in de armen van zestig, zeventig vrienden en familie. De dag eindigde in een warme champagnewolk. Ineens was het half twee en lag ik in een bed in Amsterdam me te verbazen over hoe snel het plafond rond wervelde, overdonderd als na een bruiloftsfeest.

Gelukkig nieuwjaar!
Ik loop van loket naar loket om ons weer in te schrijven, ergens op de reis is dat misgegaan. We staan nu te boek als VOW-personen: Vertokken Onbekend Waarheen. Op zich heel passend, maar niet handig als je bijvoorbeeld een verzekering wilt afsluiten. Na weer een uur in de rij te hebben gestaan, loop ik een koffiewinkeltje in en hoor de mensen voor mij bestellingen plaatsen als ‘een dubbele decaf-frapuccino met sojamelk zonder schuim van dubbelgebrande bonen. Graag met kaneel.’ Waar gáát dit over? Ik voel me meteen een buitenlander.
Of niet? Wasmachines, Albert Heijn, strippenkaarten, verkoudheid. We weten het allemaal nog wel heel erg goed, soms een beetje te goed. Vorig jaar vierden we nog Kerstmis tussen de giraffen in Kenya, nu eten we lekkerbekjes bij opa en oma in Haarlem Noord met een grieperig kind op de bank. Alsof er hier tijdens onze reis maar één dag verstreken is.
2009. We wensen iedereen het VOW-gevoel: Vertrokken Onbekend Waarheen. Ruimte in je hart, je hoofd en je leven.
Liefs van Anna, Ilco, Bloem, Chaia en Dunya
Driving home for Christmas
(Parijs, km 75350)
Schaatsbanen, kerstmarkten, lichtjes: de terugrit naar Nederland is een lange rit door Kerstmis Wonderland. Vooral Madrid is een kersttip, alle straten fonkelen en schitteren je tegemoet. De verwarming in de auto is gemaakt, een heleboel oude reisspullen zijn (met moeite) weggegooid om plaats te maken voor dozen vol Spaanse cava. Nog even en we rijden Amsterdam weer binnen. Thuis voor Kerstmis. Of is Spanje nu thuis? Op dit moment is thuis waar onze familie en vrienden met open armen op ons wachten.
Bij onze vriend Jean-Marc in Parijs, die we het laatst zagen in Timboektoe, blijven we een paar dagen logeren. Overal affiches, fotoboeken en elegante souvenirs van Afrika in dit huis – het voelt vertrouwd en toch ook heel ver. Afrika als exotische decoratie van het leven in het twintigste arrondissement, hoe vreemd is dat? Het wakkert mijn gemis alleen nog maar aan. ‘Het houdt niet op,’ zegt Ilco troostend, ‘echt waar, het houdt nooit op.’

Mannetjes
Ooit woonde ik in Parijs en studeerde aan de Sorbonne. En nog steeds zijn het dezelfde dingen die Parijs voor mij Parijs maken: de mensen die over straat lopen met grote stokbroden onder hun arm, de mannetjes aan de bar van de Tabac die hun pernod drinken, de dolende clochard die geld geeft aan de muzikant in de metro, die ook nog steeds hetzelfde ruikt.
En ik realiseer me dat op ditzelfde moment de mannetjes in Mauritanie hun zoveelste glaasje mierzoete thee drinken en die in Ethiopie hun stroperige kruidenkoffie van het koffievrouwtje. Dat intussen het verkeer in Kumasi wel weer vast zal staan en een nieuwe groep toeristen net warm wordt onthaald bij de berbers in de woestijn, die zoals altijd hun maaltijd op ondergrondse ovens hebben gekookt. Dat ze nu aan het zwemmen zijn bij Mozambique, dat iemand ergens een dolfijn ziet, dat de wildebeesten zich voorbereiden op hun trektocht naar de Masai Mara waar het water minder schaars is. En dat alles, terwijl ondertussen de kerstlichtjes branden in Madrid, de kaarsjes in Dogonland, en de vulkanische vuren in de bergen van Turkije. Zolang deze aarde draait, zijn er kinderen die spelen, mannetjes die samen drinken en reizigers zoals wij die zich verbazen. Het is het duizelingwekkende besef dat alles overal is. Het houdt nooit op.
.jpg)
Bedankt
Eerst en vooral: alle opa’s en oma’s die ons, met pijn in het hart, zo lang hebben laten gaan. Iedereen die langs is gekomen en avonturen met ons heeft mee beleefd: Nanda, Liekje, Robin, Simon, Marije, Nellieke, Annemijne, Elsemieke, Joep en Jacqueline, Alexander, Anne, Blume, Anat, Linde. En iedereen die in gedachten met ons mee is gereisd. Al onze vrienden onderweg, zoals Liesje en Francois (met wie kan je beter vastzitten in Nouakchott?) Ook alle lezers van het weblog, bekenden en onbekenden: heel erg bedankt! Het was voor ons heel belangrijk om te weten dat we langs deze lijn met jullie verbonden waren. Teije, de Landroverkampioen. Catherine, Nancy en mijn vader die zo nodig onze rompslomp in Nederland opruimden (dan fietste Cath weer halsoverkop naar de Western Union met 1000 euro…). Juf Hetty en juf Ria en Ilona van de Wereldschool. Liesbeth, Jacoline en Anne-Marie die maakten dat mijn boeken konden blijven verschijnen ook al was ik er zelf niet.

Vrolijk kerstmis allemaal!
PS Deze week nog in de winkel Kidsweek Junior met een grote slotreportage over de reis van de meiden.
PS 2. Omdat het reizen voorlopig dus nog niet ophoudt gaat ook het weblog nog door.
Lang en gelukkig
(Montefrio, km 73750. Gaan we hier wonen: JA!)
‘Had jij gezien dat hier zo’n enorm balkon was?’ ‘Nee, jij?’
Bij ons tweede bezoek aan het zigeunerhuis schijnt de zon. Het huis, dat we puur op gevoel gekocht hebben, blijkt alleen nog maar mooier. De eigenaresse, de Engelse Michaela, staat er al net zo bij te stralen als wij. Als we later bij de notaris de verkoopvoorwaarden gaan vaststellen, zegt de makelaar dat hij nog nooit zoiets heeft meegemaakt: ‘Normaal vliegen koper en verkoper elkaar in de haren, jullie zijn alleen maar vreselijk aardig.’ ‘Hoe wil je de betaling?’ ‘Zeg jij het maar.’ ‘En die mooie kast in de keuken…?’ ‘Zal ik die laten staan?’ Zelfs het rode sportwagentje voor de deur, waar Ilco zijn zinnen op heeft gezet, kan misschien worden overgenomen. Mijn moeder de astrologe zou vast zeggen dat de sterren goed staan voor contracten vandaag.

Schoolbus
Het huis ligt bij het piepkleine stadje Montefrio, 50 kilometer van Granada. Daar groeien in de lente overal asperges en aardbeien en maken ze de allerlekkerste olijfolie en geitenkaas. Er zijn ook twee scholen: een basisschool en een middelbare school. Anders dan in Nederland, gaan alle kinderen naar dezelfde middelbare school. Daar wordt, in overleg met de ouders, voor elke leerling steeds het vakkenpakket bijgesteld. Zo kan het dat de zoon van Michaela direct na die school naar de universiteit van Granada is gegaan, en de dochter naar de kappersschool.
Natuurlijk gaan we op school rondkijken. De herinnering aan de scholen in Italie staat ons nog helder voor de geest: de ongeschilderde muren, de klassikale opstelling, het beperkte lesmateriaal. Gelukkig is het in Montefrio een stuk beter. Alles is warmer, zachter, moderner. Ook zitten er op deze school meer buitenlandse kinderen, uit Engeland, Australie, Nederland zelfs, zodat ze er meer op zijn ingesteld. Dat je zelf naar school je eigen wc-papier mee moet nemen, is dan eigenlijk alleen nog maar grappig. En om twee uur zijn de scholen allebei uit en staat de schoolbus klaar om iedereen thuis voor de deur af te leveren– dat heb je in Nederland dan weer niet.

Welkom!
Hoe kan het, vraag ik me af, dat ik, die nooit meer wilde stoppen met reizen, nu ineens zo blij ben met dit huis? Pas als Ilco en ik, op een ijskoude ochtend, een uur in de kou staan wachten om bij de politie een of andere registratie aan te vragen, weten we het antwoord. We zijn omringd door bibberende Afrikanen die in Spanje willen werken. Dat herinnert aan hoe dichtbij Afrika hier eigenlijk is. En hoe gastvrij we daar overal zijn ontvangen. In hoeveel hutjes hebben we geslapen, aan hoeveel eettafels zijn we aangeschoven, hoeveel cadeautjes, kopjes thee en zegeningen zijn er aan ons gegeven? Ontelbaar. En niet alleen daar. Van de Perzische prinsesjes in Iran, tot de communistische boer in Italie waar we op het erf sliepen, de Turkse familie die vlees bij onze daktent kwam roosteren tot aan het Engelse echtpaar waar we nu al negen dagen wonen en die met onze kinderen gaan picknicken als Ilco en ik weer van alles moeten regelen voor het huis…. We zijn overladen met gastvrijheid.
We hebben zin om nu gastvrijheid terug te geven. In dit nieuwe huis kan het, dat is er als het ware voor gemaakt. En dat is (bijna) net zo leuk als reizen.
PS Op veler verzoek: nu ook op de fotosite foto’s van de binnenkant van het huis, gemaakt door Chaia.
PPS Vanaf 18 december Kidsweek Junior met een grote slotreportage over de reis van de meiden
Spanje!
(Malaga, km 73450. Gaan we hier wonen… lees verder!)
Na het verfijnde maar in zichzelf gekeerde Italie is Spanje een feest van uitbundigheid. Overal kleuren, kunst, moderne architectuur. En ook Zara, BBCWorld en Internet. De wereld komt weer binnen en dat is precies waar we zin in hadden. We kopen geweldige kleren van hippe Spaanse ontwerpers en drinken Spaanse wijn, die inderdaad niet zo elegant is als die in Italie, maar zeker zo vrolijk maakt.
En verder gaan we maar weer, naar het zuiden. ‘Nog even en jullie piepen zo die grens naar Marokko weer over’ schreef een vriendin van Ilco en stiekem denken we dat zelf ook af en toe. Want Andalucia, waar wij nu onze zinnen op hebben gezet, ziet grauw van de regen. Misschien dom, maar we hadden er niet aan gedacht dat we nog door diverse bergketens moesten rijden voor we er waren. Overal sneeuw! En dat terwijl de verwarming van Zeerover er al heel lang geleden mee is gestopt (wie heeft er een verwarming nodig in Afrika?). De kinderen zitten onder dikke dekens op de achterbank warme chocolademelk van het tankstation te drinken en ik droom naast Ilco van Mozambique.

Cortijo Los Gitanos
Dan is het 5 december. Makelaar Patricia komt ons ophalen. Via haar hebben we veel huisjes op het net gezien. ‘Wat is het plan?’ vragen we – wetend dat het nooit lukt om alles in één dag te bekijken. ‘Het plan? Een huis voor jullie vinden,’ zegt Patricia kordaat. ‘Hoe laat zijn we terug?’ vraag ik nog – met Sinterklaas in mijn achterhoofd, maar daar kan Patricia al helemaal niets over zeggen. We rijden dus maar gewoon achter haar aan, heuvel op, heuvel af, langs duizenden olijfbomen. Half Andalucia ligt onder een wolk – zelfs als we wisten waar we heen gingen, konden we het nog niet zien.
Eindelijk: Cortijo Los Gitanos: de zigeunerboerderij. De ligging (voor zover we dat kunnen zien) is goed, mooi op een glooiende heuvel. Degene die ons binnen zou laten is er niet, maar Chaia klimt over het hek en doet de deur voor ons open. ‘Dit mag ik helemaal niet doen, ik plas in mijn broek,’ roept Patricia, maar ze loopt toch met ons mee. Dan gaat alles ineens heel snel: we zien maar een paar kamers, de rest zit op slot – en dan moeten we vluchten omdat er andere kopers aan komen. Het zijn Belgische projectontwikkelaars, ze zijn hier voor de tweede keer en gaan vandaag dit huis onder bod nemen.

Bliksem
Vijf minuten later zitten we met bonkend hart weer in Zeerover. Het is gebeurd, toch nog: honderd procent blikseminslag. Dit huis! Zo romantisch… Overal kamertjes, trapjes, oude balken, fijne keuken en een patio waar je – zelfs in dit weer – op een schommelbank wil neerploffen en nooit meer van wil weggaan. We weten het allemaal meteen: hier willen we wel wonen.
Patricia heeft aan een half woord genoeg. Haast is geboden, de Belgen staan immers klaar om het huis van de markt te halen. Gelukkig is ze vrienden met de eigenaresse. En met de notaris, tevens de eigenaar van speelparadijs Kongo, trouwens ook. Een uur later klauteren, klimmen en glijden de kinderen in Kongo, terwijl Ilco en ik de duizendjes zitten uit te tellen, die nodig zijn om het huis voor ons te reserveren. De eigenaresse hangt snikkend aan de telefoon, zo blij dat er een familie in haar geliefde huis komt.
Nog weer een uur later bonkt Sinterklaas aan de deur en zitten we in Spanje Nederlandse pepernoten te eten. Als dit allemaal een droom is, dan horen jullie dat volgende week!

Felicidades!
En natuurlijk, Ilco is jarig vandaag. Hoy y para siempre, mi amor!
Dance4Life Ibiza
(Ibiza, km 72050. Gaan we hier wonen: nee, veel te geisoleerd en jetset).
Het is de zaterdag voor World Aids Day. Over de hele wereld zijn jongeren aan het dansen. Tegelijk. In sporthallen, clubs, buiten op pleinen, op blote voeten en op de nieuwste Nikes. Ze dansen voor het leven, voor een betere toekomst met meer vrijheid en vooral minder Aids – nog steeds een van de ziektes die vooral jonge mensen treft.
Ik heb Dance4Life zien groeien. Van noodkreet tot plan tot internationaal dance event. Jarenlang heeft Ilco voor Dance4Life over de wereld getrokken en nog steeds is hij een van de ‘ambassadeurs’. Vier jaar geleden danste ik mee in Nederland. Op grote tv schermen zagen wij ze toen ook dansen in Zuid Afrika en Indonesie. Twee jaar geleden dansten Ilco en ik onder de pyramides van Egypte, samen met jongeren voor wie dansen zelf al een revolutionaire daad was.
Dit jaar zijn er negentien landen die meedoen. Via de satelliet zijn ze één kwartier allemaal met elkaar verbonden, dansen ze allemaal tegelijk. En wij dansen, samen met onze dochters, mee in Ibiza.

Adrenaline
Op een bepaalde manier is het altijd hetzelfde. Een organisatie van jonge mensen, gespannen, de opwinding tintelend in de lucht. Zouden ze komen, de jongeren? Een versierde zaal die enorm groot lijkt. Gedraal voor de deur. Verwachting.
En dan druppelen ze binnen, de eerste ‘agents of change’ die op hun school al met Dance4Life hebben meegedaan. Jongens en meisjes vanaf vijftien jaar, zo jong nog. Allemaal in witte t-shirts, met stralende ogen kijken ze om zich heen. Er komen er steeds meer. Het werkt! Ik moet altijd weer huilen, wat gauw gesmoord wordt in keiharde muziek en opzwepende teksten van presentatoren.
En dan komt het magische moment. De live verbinding met de wereld. Het is net een hippe variant op het songfestival: ‘We are now going to… Kenya, USA, Mexico, Ibiza… Spain, are you there?’ We zien elkaar allemaal, we zien onszelf (Ibiza is herkenbaar aan het grote condoomkunstwerk boven het podium) en we dansen allemaal tegelijk. Zelfs in cyberspace: in Second Life vieren ze op virtueel Ibiza ook Dance4Life. Zoveel werelden tegelijk: van Durban tot Washington, van Rusland tot Nederland: een kwartier lang bestaan er geen grenzen meer in tijd en ruimte. Het effect is enorm; als je er bij bent, giert de adrenaline door je lijf. En dat dus vijftigduizend keer, want zoveel jongeren doen er inmiddels mee.

Dochters
Eén van Ilco’s persoonlijke drijfveren om Dance4Life op te starten, was de toekomst van zijn eigen dochtertjes.
Nu zijn diezelfde meisjes ineens groot genoeg om mee te doen. Dunya natuurlijk niet (hoewel ze per se dat podium op wil, zich op een of andere manier heel goed bewust van de wereldwijde tv-verbinding), maar Bloem en Chaia, in hun mooiste kleren, keuren de Spaanse jongens en durven zelfs mee te dansen.
Spaanse scholieren dansen net als die in Nederland: van stoere breakdance tot met z’n allen op een kluitje en zelfs een rommelige polonaise. Heel veel geflirt ook natuurlijk.
En dan staat er ineens een jonge vrouw op het podium. Ze heeft Aids, behoorlijk vergevorderd, het is een heftige toestand. De jongeren staan als aan de grond genageld, bevroren in hun dans. ‘Bescherm jezelf… en geniet! Geniet van het leven,’ besluit de vrouw op het podium haar verhaal. Dan barst de muziek weer los.

Barcelona danst
Het was ook de week van de grote bootreis van Rome naar Spanje.
Zinnenprikkelend, feestelijk Barcelona; overal vensters naar de wereld!
Het lied van Lauria
(Rome, km 70750. Gaan we hier wonen: niet in Rome, maar…).
In restaurant Africa in Rome slaat het weer toe. Reisheimwee. Het lichte, wilde lied van Afrika. Vorig jaar zaten we er nog middenin…
En dat, terwijl we net deze week voor een tweede keer zijn gaan kijken bij de boerderij in het dal van Lauria, tweehonderd kilometer onder Napels. Land, uitzicht, fruitbomen. Het is volgens mij de droom van heel veel mensen: zo’n huisje voor een prikkie kopen en heel mooi maken. Je eigen avocado eten op de patio, onder de bloemenpergola. Een zwembad erbij voor hete zomers.
De buurvrouw komt koffie en zelfgebakken koekjes brengen. De meiden testen de kwaliteit van de klimbomen. En de architect staat te popelen om te beginnen. Alsof dat nog niet genoeg is, worden we naar het huis toe geleid door zo ongeveer de grootste regenboog die ik ooit heb gezien.
Een droom, inderdaad. Maar is het ook onze droom?

Erbarmelijk
Een week lang testen we het leven in Lauria. Boodschappen doen, naar de markt, de lokale koekjes van de bakker proeven, en een plaatselijk uitje: een elegant meertje rondwandelen.
En heel belangrijk: we gaan in het stadje de scholen bezoeken. Daar worden we bekeken als een soort filmsterren. Kinderen hangen over balustrades om maar een glimp van ons op te vangen.
Wat niet meevalt, is de erbarmelijke kwaliteit van de gebouwen. Het enige dat overal aan de muur hangt zijn rozenkransen en Jezuskruisjes (hoezo publieke school?) Nog geen gezellig verfje kan er vanaf – om over mooi lesmateriaal nog maar te zwijgen. Ik denk aan de geweldige lesboeken die ik zelf heb gemaakt in Nederland, mijn fijne scholenproject Het Verhalenkasteel en de moed zakt me in de schoenen. ‘We geven die scholen gewoon zelf een make over,’ bedenkt Ilco, maar dat lijkt me niet genoeg. Nu snap je pas echt wat de Italianen bedoelen als ze woest worden over de kwaliteit van hun onderwijs.
Maar aan de andere kant: ik heb nog nooit zulke aardige juffen gezien. Hier een aai, daar een zoen, ze lopen knuffelend door de gangen. Is dat niet eigenlijk het belangrijkste?

Where the soul is singing
Chaia moppert op de schooluniformen, maar klaart iets op als ze ziet dat je er zelf leuke versieringen op mag borduren. Bloem heeft een groter probleem: omdat ze nog geen Italiaans spreekt, moet ze beginnen in het eerste jaar van de middenschool. Dat betekent in de klas met kinderen die een jaar jonger zijn. De tranen springen haar in de ogen.
‘Als het je nou lukt om de komende maanden Italiaans te leren,’ troost de juf, minstens zo ontdaan, ‘dan valt er misschien over te praten.’
Na een weekje hebben we alles gezien: het huis, het stadje en de bergen met de zee daarachter. Bloem zit al dapper Italiaanse woordjes over te schrijven uit de Italiegids van Francien Oomen.
Home is where the soul is singing. Een studio voor Ilco, een schrijfhuis voor mij, een lange tafel in de zon en het schoolbusje voor de meiden. Ilco en ik kijken elkaar aan. Het is geweldig, alleen…Soms zingt er nog een beetje teveel Afrika in ons.
We trekken er nog maar een angel card op – en dan gaan we het onszelf nog wat moeilijker maken. In Spanje staat een wit huisje aan zee. Een Internetliefde, die we nu ook maar eens echt moeten bezoeken.
We reizen via Ibiza, want dit weekend gaan we daar meedansen met Dance4Life! Volgende week een verslag.
Ti amo Sicilia?
(Gaggi, km 69985. Gaan we hier wonen: tsja…).
Het was als een blind date. We hadden zin om verliefd te worden. Hadden ons er enorm veel van voorgesteld. ‘Een historisch moment,’ zei ik bij de overtocht, ‘voor het eerst gaan we voet zetten op Siciliaanse bodem.’
We stonden op verlaten stranden waar de zee bijna Caribisch blauw is, reden door het lege, stoffige binnenland en dachten aan Amerikaanse westerns. Dronken kleine kopjes koffie in barretjes omringd door mannen in pakken met zwarte zonnebrillen op hun neus. Liepen door hip Catania, waar de gemiddelde leeftijd ergens rond de twintig moet liggen en kochten zwaardvis op de vismarkt van brokkelig Palermo. s Avonds keken we hoe de kastanjeventer in het gele licht van de oude lantaarns naar huis sjokte. En overal hingen de citroenen en sinaasappels aan de bomen, plukte Dunya handenvol mandarijnen en proefden we de eerste olijvenoogst, weggespoeld met de meest geweldige wijn voor maar drie euro.
Ja, zeiden wij tegen Sicilie, ja ja JA!

Sicilianen
Toen moesten we dat huis aan zee nog vinden.
We reden rond met naar aftershave geurende projectontwikkelaars, Nederlandse kennissen en oude vrouwtjes. We zagen huizen die niet aan de kust lagen, verlaten ruines met droomuitzichten maar zonder riool en water, afschuwelijke Amerikaanse villa’s met drive in garages en voor elk gezinslid zijn eigen badkamer, pittoreske huisjes op rotsen waar je alleen maar via een ellenlange trap naar toe kunt (arme opa en oma als die ons komen bezoeken) en liepen door eindeloze spooksteden van vakantiehuizen, die negen maanden per jaar leeg staan.
En we ontdekten hoe de Sicilianen zijn buiten het toeristenseizoen: volledig op zichzelf gericht. Heel druk bezig met la bella figura: de schijn ophouden. Vooral niet iets kwetsbaars of eigens laten zien. En niet erg aardig. We zagen veel van die oude mannetjes zoals de tandarts, waar Ilco kwam voor een zenuwbehandeling: met neushaar, onberispelijke kleren en een patserauto. Met een beeldschone piepjonge assistente (‘eentje met lente’ zei Ilco) die later ook zijn maîtresse bleek. En met allemaal dubieuze makelaarsvriendjes die ons mee op sleeptouw namen. Dat leverde ook al niets op.
Het begon op te vallen. Wij wilden Sicilie, maar Sicilie wilde ons niet. Niet echt.

Moord in de jungle
Dit was ook de week van Moord in de jungle. We gingen het ophalen bij redacteur Anne-Marie, tijdelijk ook op Sicilie. Ik had de omslag nog niet eens gezien, wat is het mooi geworden! We doopten het boek in prosecco en het werd een memorabele nacht in de Siciliaanse bergen. Dag boek! Veel succes op je reis door de wereld. Ik hoop dat je veel vrienden gaat maken.
En toen vonden we, om de hoek bij Anne-Marie, toch nog dat Siciliaanse droomhuis. Met zicht op zee en ontworpen door een echte architect. Niks te Amerikaanse villa. Wat betekent dit, nog meer prosecco?
Nee, daarvoor is het droomhuis te duur. Zeker in vergelijking met het oude boerderijtje onder Napels dat ook nog steeds op ons staat te wachten. De makelaar daar is aardig en heeft helemaal geen neushaar. En hij stuurt ons voortdurend geweldige mails over hoe mooi het kan worden.
We klappen de daktent in, we gaan terug naar het vasteland. Eerst daar nog maar eens kijken.
Droom
(Cefalu, km 69515. Gaan we hier wonen: ? – volgende week eindbalans Sicilie).
Het is zondagochtend, alleen Dunya en ik zijn wakker. Boven de bergen komt de zon op over Sicilie. De zee is glad als een vijver, beneden ligt het oude Cefalu met zijn smeedijzeren balkonnetjes en wapperende was in alle kleine straatjes. De kerkklokken weerkaatsen in het dal en in de verte zingt alweer de eerste politiesirene.
Ik schrijf over Sinterklaas, een boek dat pas volgend jaar in de winkel komt. Met blote benen in november, kopje sterke espresso naast de computer.
‘Wat speel je Dunya?’
‘Ik speel dat mijn poppen op reis gaan.’
Ik speel dat het Sinterklaas is. Dat het Nederland is en een groepje kinderen Sinterklaas de mijter van zijn hoofd willen trekken. Het ziet er niet goed uit voor Sinterklaas, maar ik weet nu al dat het goed komt. Hollandse beelden: chocoladeletters, de folders van Bart Smit, wie stout is de roe. Ik zap heen en weer tussen de pepernoten en de espresso. De olijvenoogst is hier begonnen, overal van die zwarte poepjes op de grond. Als het hier al regent, regent het olijven.

Tranen in Amerika
Een mail van mijn tante uit Amerika. Obama, Obama, Obama. We kunnen alleen nog maar huilen, schrijft ze. En ook: ‘Dit is een transformatie voor de wereld.’ Mijn tante ziet de dingen graag vanuit een stars and stripes-perspectief.
Maar in Sicilie praatte Obama vloeiend Italiaans. In heel Palermo was geen CNN te ontvangen, zelfs niet in de dure hotels. Misschien het Amerikaanse consulaat? Maar dat bleek gesloten, er stonden alleen een paar gefrustreerde basketballers die waren gekomen om te feesten en te stemmen. Ilco beleefde de hele nacht vanuit Cyberspace.
‘Il sogno, de droom,’ schrijft de Unita de volgende dag, met een vette verwijzing naar Martin Luther King. Het is mooi, het is hoopvol, ook wij hebben de meisjes op het beslissende moment uit hun bedjes gehaald. Op Sicilie is er vooralsnog geen mens mee bezig. Het is dus olijvenoogst. Ti amo op de brug. En Catania speelt tegen Palermo.

Psychedelisch Sicilie
De laatste keer dat we in Kenia waren, was er oorlog. Nu vieren ze feest, net als mijn tante, want Obama is Keniaan. Zijn vader was een Luo.
Het is onvoorstelbaar hoe vaak we nog aan Afrika denken. Ons nieuwe huis – waar het ook staat – heet dan ook alvast Villa Africa.
Dat leek ons ook zo fijn aan Sicilie. ‘Op sommige plekken kan je daar Afrika nog voelen,’ kwijlt de Lonely Planet. Maar in Afrika heb je echt niet zulke mooie wegen, grote fabrieken of psychedelische winkels. Daar gooit niemand eten weg, zoals we hier vaak genoeg zien op de campings (en je hebt er ook geen douchemunten). Afrika? Iedereen hier is wit en moppert op die paar Senegalezen die op hun beurt ook tamelijk ontheemd rondlopen. Alleen het ruige binnenland, met zijn stoffige, droge bergen waar niks groeit, doet een beetje denken aan landen als Sudan. Maar daar woont dan ook niemand.
Pepernoten, olijven, huilende Amerikanen en dansende Luo’s – en een eiland dat zich nergens mee verbindt. Ik kijk en schrijf en zweef overal boven, zoals je dat in dromen soms wel hebt.
Heksenwens
(Palermo, km 69105. Gaan we hier wonen: weet ik nog niet).
Heksennieuwjaar. In de nacht van 31 oktober op 1 november begint bij de heksen het nieuwe jaar. In die nacht gaan alle grenzen open,ook die naar de geestenwereld. Het is hét moment voor magie en wenskracht.
Precies twee jaar geleden kreeg ik op 31 oktober een mailtje van de goede geesten, of eigenlijk van de uitgeefster van Leopold. ‘Vanaf nu gaan wij je boeken uitgeven,’ schreef ze. In mijn eentje zat ik te juichen achter de computer. Zo’n gevoel alsof je ingeloot wordt op je favoriete middelbare school. Beter nog. En mijn eerste boek bij Leopold was – hoe kan het ook anders – Het heksenhotel.
Dit jaar is er weer een mail op 31 oktober. ‘Je nieuwe boek is uit,’ schrijft de uitgeefster, ‘het ligt hier voor me op mijn bureau en het is heel mooi en spannend.’ Mijn nieuwe boek! Moord in de jungle, het boek dat ik in Afrika schreef. Het is het verhaal van Isabel Snoek, een detective met sproetjes die de hele wereld over reist. Een hele week vroeger dan gepland is ze ter wereld gekomen. En jullie kunnen haar allemaal eerder bewonderen dan ik! Doe dat en zegt het voort: Isabel Snoek is NU in de winkel!

Appeltjes van oranje
En wij zijn nog steeds in Sicilie. De geluiden van de afgelopen week: politiesirenes en zee. Kamperen aan zee is in Sicilie eerder regel dan uitzondering. Wat je dan toch weer niet bedenkt, is hoeveel herrie die branding maakt. Het is me een woest gebulder in de nacht, zoveel zelfs dat als we eindelijk weer eens op een parkeerterrein staan (van het supergastvrije Sicily Tourism deze keer), Ilco verzucht: ‘Heerlijk geslapen. Wat een rust.’
Met de huisjes aan zee valt het niet mee. Ze zijn duur. En lelijk. Of ze zijn omringd door spooksteden van vakantiehuizen die negen maanden per jaar leeg staan.
We bekijken wel een huisje in een sinaasappelvallei. Een snoezig roze huisje, bij een klaterend beekje. Maar wat moet je nou toch met twee hectare sinaasappelbomen? Ja, marmelade maken en uitpersen en misschien wel de schillen confijten. Maar dan, wat doe je met de overige miljoen sinaasappels? ‘Op de markt gaan staan,’ suggereert de vrouw van Sicily Tourism. Kan. Maar wie snoeit die bomen, wie raapt al die sinaasappels op voor ze gaan rotten? Daar kan ik nou echt zenuwachtig van worden. Het doet me denken aan camping ‘Los mangos’ in Costa Rica, die helemaal was overgenomen door kolonnes dronken apen. De geur van overrijpe mango bleef nog weken in je kleren hangen…

Een lege plek
Het roze huis ligt vlakbij Catania, absoluut een van de jongste steden die we ooit hebben gezien. De filmische markt waar we anderhalve kilo tonijn kopen ligt pal naast de universiteit. Ik zie Bloem en Chaia hier al helemaal lopen met hun blonde haren. Chaia natuurlijk op een Vespa, stijlvol in dezelfde kleur als jas en tas. Zelf denk ik vooral: help, ik moet naar de kapper. En mijn nagels weer lang. En eigenlijk ook een nieuwe broek. Chaia heeft haar zinnen gezet op laarzen. Zelfs Ilco wil ook wel weer eens een mooi pak en een shirt dat niet verkleurd is.
Maar nog even niet. Want waar laat je zoiets allemaal in een Landrover? Dat is net zoiets als twee hectare sinaasappels in je tuin. En stiekem wens ik, de eeuwige reiziger, tijdens de heksensabbat dan toch dit: een lege plek om te blijven.
