Categorieën
Afrikareis

“Magic in a magical land”

(Tofo, km 28844 )Toen we ons huis in Durgerdam verkochten en het allerbelangrijkste inpakten om twee jaar met Zeerover op reis te gaan, zag ik er vooral tegenop om alle feesten te moeten missen. Zoals Sint Maarten. Oma’s, vriendinnen, kinderen uit de stad – ze kwamen allemaal bij ons. Ik maakte een enorme pan erwtensoep of bruine bonen en ik bakte koekjes die we versierden om uit te delen aan de kinderen die met hun lampion voor onze deur liedjes kwamen zingen. Ik stak kaarsen aan in de vensterbank, maakte worst warm en dronk een paar borreltjes bij onze onvolprezen buurman Ton. Hoe moest dat in Afrika?
Het eerste wonder is dat ik het niet meer erg vind. “Ach, het is morgen Sint Maarten,” zeg ik alleen maar. Het tweede wonder komt van onze drie dochters. Ineens gaan ze in de weer met zaklantaarns, knuffelbeesten en zelfs Dunya’s roze zwempakje. Het resultaat is verbijsterend. In de pikdonkere nacht aan het verlaten strand (geen maan en geen elektriciteit) branden ineens drie betoverende lampions. Ik sta bij de voordeur van het hutje, met een inderhaast bij het tankstation gekochte zak snoep, Ilco speelt bij de achterdeur buurman Ton: “Zo, rotkinderen, zing dan eens. Of kunnen jullie dat niet meer?” Dunya heeft in razend tempo een heel repertoire Sint Maartenliedjes van haar zussen geleerd en zingt dwars door alles heen.
“Wat was het leuk he?” zegt Bloem vlak voor ze gaat slapen.

Walvishaai

Mozambique is, in de woorden van Bob Dylan “magic in a magical land”. De lucht is altijd blauw, het water van de oceaan is warm, er zijn meer palmbomen dan in welke tropische oase ook. Op het strand verkopen de vissers verse kreeft en enorme baracuda’s.
Ik schrijf op de fijnste plaatsen: op een rots aan alle kanten uitkijkend over de oceaan, temidden van de nieuwsgierige aapjes, geleund tegen de stam van een kokospalm. Dat laatste is levensgevaarlijk want de kokosnoten zijn rijp en ik word er dan ook weggestuurd door een Mozambicaan. Gelukkig maar, anders zou er niks terechtkomen van de publikatie van Het Heksenhotel op 17 januari (onthoud die datum).

We gaan op snorkelsafari en zien talloze dolfijnen, vliegende vissen, een schildpad. Dan draai ik me om en pal voor mijn duikbril zwemt een vis zo groot als een huis. Het is een walvishaai, de grootste vis ter wereld; dit exemplaar is negen meter lang. We kijken elkaar aan, de vis en ik. Zijn bek alleen al is zo groot dat hij makkelijk onze hele familie, die daar recht voor hem spartelt als kleine kikkervisjes, in één hap kan verslinden. Dat doet hij niet, want hij eet alleen maar plankton. Toch deins ik achteruit en instinctief draai ik me om. Daar moeten Ilco en de meisjes later nog erg om lachen: “Dacht je soms dat hij bang voor je zou worden, als hij je billen zag?” Maar ik blijf de hele dag een beetje zweven. Ik heb God gezien.

Duikdiploma

Alles draait hier om de zee. Bloem en Chaia zijn de hele tijd aan het boardsurfen. Ze zijn er al heel goed in en scheuren met een noodgang door de branding. Dunya maakt iets verderop vormeloze zandkastelen, die ze, telkens als het ergens op begint te lijken, weer in elkaar stampt en zoekt gele en felroze schelpen
Ilco duikt met nog weer een ander soort vis: de “manta rays”. Dat zijn roggen van zo’n vijf meter breed. Ze zijn niet gevaarlijk en heel nieuwsgierig, dus ze zwemmen steeds over de duikers heen. Volgens Ilco is het een onvergetelijke ervaring als zo’n enorm beest, langzaam wuivend met zijn reusachtige platte lijf en glurend met zijn ene oog, over je heen zweeft. “ET en UFO tegelijk.”
Ook Bloem en Chaia krijgen hun eerste duiklessen. Bloem mag zelfs met haar vader mee de oceaan in, twaalf meter diep. Bijna een uur blijft ze beneden, alle duikers zijn enorm trots op haar en ze krijgt haar junior duikdiploma. Ik moet aan Garcia Marquez denken: het verhaal van de twee broertjes die de hele zomer spelen op het verlaten strand en duiken naar de zeebodem. Pure idylle. Alleen wordt dan, als ik me goed herinner, de gouvernante vermoord. Daar hebben wij gelukkig geen last van.

Volgende week weer popjenieuws: Shenity Mbeki.

Categorieën
Afrikareis

Tuimelaars

(Xai-Xai, km 28509)waarschuwing: deze keer extra idyllisch…
Maandagochtend.
Dolfijnen buitelen door de hoge golven en zwemmen onder ons door. Schildpadden, walvissen, haaien, nu weer dolfijnen… `wordt het al een beetje gewoon?` Nee dus. Het bijzondere wordt nooit gewoon, het gewone wel bijzonder. Aan het einde van een lange safaridag smaken die gepofte aardappelen uit ons vuurtje lekkerder dan wat ook. Middenin de nacht de tent steviger vastzetten als het ineens begint te stortregenen – veiliger kan een huis niet zijn. Geen beter speelgoed dan schelpen, een pen en een schrift, geen fijnere bibliotheek dan onze eigen boekenla met boeken die stuk voor stuk worden stukgelezen.

Woensdagochtend

Bloem, Chaia en Dunya vangen duizendpoten. We zijn even terug in Zuid Afrika, om het Kruger Park. Dit park is groter dan Nederland, wij rijden er dwars doorheen terug naar Mozambique, steeds verder van de toeristenhotels vandaan.
De dieren zijn hier schuwer. Als we over een steentje rijden, komt een jonge olifant met woest flapperende oren op ons af. Een giraf vlucht in slow motion en verderop wordt de weg geblokkeerd door wel honder voortsnellende buffels.
Als Bloem ´s avonds voor de tent haar tanden poetst, verslikt ze zich in het schuim: `Een hyena!` De hele nacht blijft het beest om onze tent patrouilleren. Gelukkig is er ook een ranger in de buurt.

Zaterdagochtend

Mozambique. De tent staat op een heuvel die uitkijkt over een verlaten meer. Er is hier helemaal niemand. Terwijl ik in de zon zit te schrijven, warmt Ilco met engelengeduld water boven een vuurtje. Het wordt koffie op z´n Turks: zonder filter. Maar ja, dat smaakt dus lekkerder dan de schuimigste capuccino uit welk expresso-apparaat dan ook!

popjesnieuws: Tut

Tut (eigenlijk Rosalinde Bernadette Groen Schreuder) is de enige dochter van Juf die op de Reizende School zit en ze wordt dan ook verschrikkelijk voorgetrokken door haar moeder. Alles wat ze zegt is goed, ook als het fout is. Tut is geobsedeerd door alles wat groen is. Ze eet ook alleen maar groene dingen. Haar lievelingseten is spinazie. Als er niets groens is wordt Tut zo heet van woede dat ze grassprietjes en blaadjes op zichzelf kan roosteren, die eet ze dan op. Bij de school heeft ze een eigen kruidentuintje. Ook is Tut de eigenaar van park De Groene Weide waar je groen schilderijen kunt kopen en en kunt zwemmen in het kroos.
Tut is dol op haar moeder, zichzelf en op make up en als ze je een zoen geeft, lebbert ze je af met haar groene tong.
(verzonnen door Bloem en Chaia)

Categorieën
Afrikareis

Beestachtig mooi

(Kosi Bay, km 27534)
Apen op de tent, apenpoep op onze stoeltjes. Een echte safari met giraffen, zebra’s en zelfs twee leeuwinnen, heel dichtbij. We zien een witte neushoorn zijn territorium ondersproeien, we horen hem hard gnuiven. Een paar giraffen wuiven hun lange nekken rondom een drinkplaats, het lijkt wel een prehistorisch sprookje. Nijlpaarden zwemmen langs met kleine nijlpaardbaby’s op hun rug. En door de lucht glijden adelaars en gieren, op zoek naar prooi.
Hoe dichter we bij Mozambique komen, hoe ongerepter. We zijn de enigen op prachtig wilde stranden waar we snorkelen met gekleurde vissen en flamingo’s elegant voorbij stappen op hun hoge sprieterige poten.

Zie ook Ilco’s andere mooie dierenfoto’s (via ‘ meer foto’s’).

Four Wheel Drive Only

Ook aan de mooie wegen komt een einde. Ik weet nu zeker dat ik nooit zo stoer zal worden als mijn dochters die ontspannen achterin zitten op weg naar weer zo’n verlaten baai. Slippen en stuiteren over het rulle zand zal ik NOOIT leuk vinden, ook al is de beloning dan groot.
En aan Ilco spiegel ik mij al helemaal niet, die is zo onverschrokken. Hij gaat duiken in de wilde zee en wordt onderweg uit een boot gegooid, nadat nog even de ‘lost body procedure’ is doorgenomen. Want er is hier sprake van hevige stroming en heel beperkt zicht. De andere duikers zijn dat gewend, Ilco eigenlijk niet. Eenmaal in het water is hij zijn groep onmiddellijk kwijt. “Zwemmen!” schreeuwt de schipper die snel uit het zicht verdwijnt.
En Ilco zwemt. De lost body procedure moet eigenlijk al beginnen, als hij eindelijk luchtbellen ziet. Dat zijn de anderen! Ilco is gelukkig een enorm goede zwemmer, dus hij duikt als een kanonskogel omlaag. Als hij beneden is, zwemt, zonder net of kooi, een meterslange haai op een paar meter aan hem voorbij.
En het meest opmerkelijke: Ilco is niet bang!

Steenvis

Nog één voorbeeld.
Bij het snorkelen, waarschuwen ze je voor de steenvis. Zijn prik is dodelijk, of, zo staat overal, leidt in ieder geval tot amputatie. Als Ilco mij meeneemt naar een prachtig koraalrif, is het eerste dat we zien… inderdaad. Ik schiet omhoog, maar Ilco zwemt geïnteresseerd naar de bodem toe om het monster eens uitgebreid te bekijken. “Hij valt echt niet aan,” grinnikt hij later, “je moet alleen niet op hem gaan staan.”
Goed, ik spiegel mij dus niet aan hem. Maar ik wás er wel!

We gaan weg uit Zuid Afrika, wat was het mooi!
De laatste witten die we zien, nodigen ons nog allerhartelijkst uit voor een traditionele maaltijd – die, heel verrassend, blijkt te bestaan uit gekookte aardappels, draadjesvlees en bloemkool met een sausje- en wijzen ons de beste en de mooiste route. Op naar Mozambique!

(volgende week weer popjesnieuws: Tut).

Baaia dankie, Zuid Afrika!

We gaan weer verder.

Categorieën
Afrikareis

De draak en de non-Europeans

(Drakensberg, km 26939)

Mijn moeder is op bezoek en ze reist met ons mee naar de Drakensberg. Dat betekent in een berghutje bij de open haard zitten met verse forel op het vuur, bossen vol exotische veldbloemen plukken en ’s nachts kruiken in je bed. Ook dat is Zuid Afrika! Net als de stranden, de dierenparken en de grote, Amerikaans aandoende steden met hun overdadige supermarkten waar we nog steeds niet op uitgekeken raken.

Maar eenmaal van de snelweg af, is het wel heel fijn om de stilte weer te horen en vanuit ons hutje naar de bruine bergketen te kijken die de grens vormt met Lesotho. Alleen Dunya is teleurgesteld: “Denk je dat hij dan misschien morgen komt, mama? Die draak.”

Huiselfen

De echte draak is overal. Dat is dat monster van de apartheid dat weliswaar is getemd maar nog lang niet verslagen.
In West Afrika waren wij vaak de enige witten en dat was niet raar. Als we hier de enige witten zijn, is het dat wel. De scheiding is enorm. Waar je woont, wat voor werk je doet, waar je booschappen doet, of je met de auto gaat of met de bus, zelfs hoe je je vrije zondagmiddag doorbrengt… alles is bepaald door je huidskleur.

Er is een geniepig soort racisme. “Voorbij Durban is het gevaarlijk op de weg want daar zijn veel niet-Europeanen,” zegt een man op de camping veelbetekenend. Non Europeans? Ik denk eerst nog in al mijn argeloosheid dat in Amerika de schoolvakanties zijn begonnen, maar deze witte man bedoelt natuurlijk de overige vijfennegentig procent van de Zuidafrikanen. In een fancy restaurant (publiek wit, bediening wit) verschijnt ineens een onooglijk zwart vrouwtje met een doek om haar hoofd. Het enige wat zij mag doen is opruimen – als een soort huiself op Zweinstein. Net als de pakkenwassers bij Ilco’s duikschool (de duikers zelf zijn natuurlijk allemaal wit) Het is een ongemakkelijk spel waar je zonder het te willen aan mee doet (wij spelen met wit) en het is een verademing om een Nederlands meisje tegen te komen dat zo verliefd is op een zwarte danser dat ze zonder reserve bij hem in de township is gaan wonen. Het kan dus wel.

Maar Ilco zegt: “Dat gaat hier nog eens heel erg uit de hand lopen, net als in Zimbabwe.”

Popjesnieuws: Lila de Vriesch

(deel 4 uit de serie, verzonnen door Bloem en Chaia)
“Ik ben Lila de Vriesch. Ik ben niet geboren; op een dag ben ik gewoon uit een boek gekomen. Toen heette ik nog Lila Bolckermans maar die naam gebruik ik niet meer. Want ja, ik ben die dochter van die vermiste ouders, die op een avond naar een café gingen en nooit meer terugkwamen. Maar daar wil ik het niet meer over hebben. Ik heb een nieuwe moeder nu, Mira de Vriesch.
Ik zit op de reizende school omdat leren mijn allergrootste hobby is. Ik heb de medaille gewonnen van de slimste op aard en daar ben ik erg trots op. Ik weet alles, want ik heb alle boeken gelezen die er zijn en ook die nog geschreven gaan worden. Mijn lievelingsboek heet De Verdronken Stad, dat is van Pim Brom (dit boek is op te vragen bij Bloem en Chaia). Ik kan mensen uit de dood terughalen met een toverspreuk en mijn geneeskrachtige handen. Later word ik schrijfster en boekhoudster.”

Oma Maria

Lieve moes, ik mis je nu al!

Categorieën
Afrikareis

Langs de Wild Coast

(Durban, km 26339)

Olifanten!
Kleine, grote, baby’s en hele oude rimpelige. Ze rollebollen in een modderpoel, doen spelletjes met slurven, eten de struiken kaal, poepen dikke drollen op de weg en lopen rakelings langs onze auto. Overal zijn olifanten.

“Alle olifanten hebben lachmonden,” zegt Bloem, maar ik ben altijd een beetje bang voor ze. Olifanten zijn niet zacht zoals leeuwen, niet grappig zoals giraffen en struisvogels en niet zo mooi als zebra’s of gemsbokken. Ze zijn alleen maar reuze slim, als tenminste dat verhaal klopt dat ze het in geen twintig jaar vergeten als je een keer onaardig tegen ze hebt gedaan. Dus ben ik altijd maar erg vriendelijk als ik er eentje tegen kom, zelfs in Artis. Door het open raampje van Zeerover zeg ik zachte woordjes tegen de kolos die naast me staat, zijn kleine kraaloogje kijkt me indringend aan.
“Mam, doe niet zo stom,” zegt Chaia, “hij verstaat je echt niet hoor.”
“Weet je dat zeker?”
“Nee, dat niet.”
Ik kan het toch niet laten. En bovendien, je weet maar nooit of je nog eens een wederdienst van een olifant nodig hebt.

Lente

De Kaap hebben we nu achter ons gelaten, die hele witte, hele mooie, heel erg toeristische provincie van Zuid Afrika waar zelfs de eenvoudigste jeugdherberg nog een zwembad heeft en één camping zelfs ligbaden.
We hebben nog nooit zoveel kilometers gemaakt: tweeduizend in één week. Van Kaapstad naar Durban. Aan de ene kant bruist de zee, aan de ander kant zijn er hoge rotsen en steile kliffen. We slaan dit jaar de winter over, want hier is het lente, de wilde bloemen bloeien omstuimig paars en geel tegen de bergen. Ook de sinaasappelbomen in de valleien staan in bloei en de geur is zo bedwelmend dat we eerst denken dat er een fles wc-luchtverfrisser geknapt is. Later wordt het leger en landelijker, met weer koeien en geiten op de weg. Dan ineens is alles tropisch met zelfs vogels en aapjes in de bananenpalmen. We schoppen onze schoenen uit, maar dan doemt Durban op met zijn brede straten en hoge kantoorgebouwen.

Witte haaien

We worden uitgezwaaid door de walvissen én door de haaien. Witte haaien zijn het, van die gemene die mensen aanvallen. Er zijn op sommige plekken zelfs netten gespannen voor de kust zodat ze niet bij de stranden in de buurt komen. Chaia koopt een haaientand van haar zakgeld. En Bloem doet iets heel stoers. Ze gaat, samen met haar vader, duiken in een kooi midden tussen de monsters. Ik vind het maar eng, maar ze komt vrij laconiek terug. Ja, heel veel haaien. Ja, op een meter afstand en nee, ze had geen handschoenen aan. “Maar het was wel koud.”

Ook dat wordt anders. Het water wordt warmer: de Indische Oceaan!

(Zie ook het nieuwe kaartje van onze reisroute elders op deze site.)

Popjesnieuws: Sascha Sunshine

Verder met het popjesnieuws, verzonnen door Bloem en Chaia, opgeschreven door Anna.
Sascha is de zus van de stoute kleuter Mieke. Ze is eigenlijk tamelijk ideaal: heel erg mooi, aardig, slim… en ze kan met dieren praten. Sascha is dan ook een soort alterego van Chaia (zoals haar vriendin Shenety dat van Bloem is, maar dat komt later).
Sacha is de eigenaar van een bijzonder dieren-pretpark. Net als een safaripark lopen alle dieren daar gewoon in het wild. Maar omdat Sascha dus met ze kan praten, doen ze haar geen kwaad – sterker nog, ze kan de dieren, ook al zijn ze wild, allerlei kunsten laten doen. Dus kun je in dat pretpark op de rug van een leeuw door een hoepel springen, hardloopwedstrijdjes doen met de cheetahs en van de nek van een giraf af glijden.
Sascha is vegetariër, lid van alle dierenbeschermingsorganisaties die er zijn en haar lievelingsdier is een dolfijn.

Volgende week: Lila de Vriesch.

Categorieën
Afrikareis

Werelds

(Hermanus, km 24229)

– “Hi Ilco,” vleien de Engelse nichten van de wasserij die op een chill out room van een hippe club lijkt. My beautiful laundrette – en voor een habbekrats doen ze je was en strijken en vouwen die voor je alsof je kleren net uit de boetiek komen (mogen deze jongens met ons mee? Voor altijd?)
– “Epileer je mijn wenkbrauwen niet te grondig?” vraag ik bezorgd aan de Chinese schoonheidsspecialiste (er is hier zowaar een enorme Chinese gemeenschap) als ze na tien minuten nog steeds nieuwe scharen en pincetten tevoorschijn tovert. “Yes yes, too much, yes. Solly,” zegt ze enthousiast en smeert Chinese toverolie op mijn gezicht die warempel botoxachtige effecten heeft.
– “Good of you to come, Anna,” zegt de tandarts die op Bobby Ewing lijkt. Ook zijn kantoor doet aan Dallas denken: vanuit de behandelstoel zie je de zee en er lopen assistenten op veel te hoge hakjes. “Bleech, panoramical pictures, mouthwash?” vraagt de tandarts en doet mij, nadat ik slapjes op alles ja heb gezegd, vervolgens royaal een fluorbehandeling cadeau. Als ik wegga omhelst hij mij en zoent me innig op mijn gladde wangen.
– “Dat is dan 400 rand,” zegt de Vlaamse dokter, nadat hij zes soorten drankjes en medicijnen heeft voorgeschreven voor een hardnekkig buikgriepje van Dunya. Hij is in pak, hij komt aan huis, hij spreekt zes talen… en je kunt bij hem met creditcard betalen.
– En echt élke keer als we een biefstuk gaan eten in het steakrestaurant aan de overkant, van het hotel in Kaapstad gaan halverwege de lichten uit en verschijnt er een taart met sterretjes. De muziek gaat op topsterkte, happy birthday natuurlijk, en alle obers (“Hi, I’m your waiter tonight. My name is Mandla. From Amandla, haha.”) zetten snel hun feesthoed op en haasten zich om rondom de, meestal tamelijk beduusde, jarige te komen dansen, zodat je –net op weg naar de salad bar- in een verbijsterende kakafonie vast komt te zitten.

Walvissen

Dan landt Zeerover, eindelijk! De auto wordt grondig gewassen, opnieuw ingepakt, volgetankt. Het lijkt wel alsof we opnieuw op reis gaan. Zelfs het afscheid van Kaapstad is met huilende meisjes, dit keer omdat opa en oma weggaan. Maar Afrika lonkt. Het andere Afrika, dat in Kaapstad weggestopt zit in de Townships een paar kilometer buiten de stad.
We zetten de Poppeys op en nemen de N2 langs de kust.
Er zijn walvissen! De hele baai is er vol van. Rare, enorm grote beesten die water proesten en met hun staarten naar ons zwaaien. Ilco gaat de hele dag met zijn camera op een rots zitten en Bloem, Chaia en Dunya spelen voor de kust. Dat deden ze in Kaapstad ook het liefst. Hoezo speeltuinen, springkussens en MacDonalds om de hoek als je ook kunt klauteren boven op de rotsen en tussen de schelpen huisjes voor popjes kunt maken…

Popjesnieuws: Mieke en Vriendin

Beroemd geworden door de Kidsweek en het weblog: de popjes. Chaia en Bloem weten echt alles van ze, ik schrijf het alleen maar op: welkom in de wondere wereld van de popjes.
Deze week dus Mieke en Vriendin. Mieke Sunshine komt uit Spanje, waar haar ouders miljonair zijn geworden met hun overheerlijke Sunshine-taartjes. Toen de taartjesomzet een beetje begon in te zakken, zijn ze naar Nederland gekomen.
En daar woonde Tiwa van der Berg, een dochter van extreem keurige ouders. Tiwa was, net als Mieke, altijd verdrietig. Zowel zij als Mieke hadden steeds maar het gevoel dat er in hun leven iets belangrijks ontbrak.
Maar toen kwam Juf en die bracht ze bij elkaar in de school Wereldwijd. En sinds die tijd zijn Mieke en Tiwa (omgedoopt tot Vriendin) onafscheidelijk. Ze praten hetzelfde, ze kleden zich hetzelfde, ze eten hetzelfde – het liefst pindakaasijsjes.
Mieke en Vriendin zijn enorm stout. Ze maken foto’s van hun oppas Annabel als die op de wc zit, ze sluipen middenin de nacht naar de keuken om te snoepen en ze rennen vaak zomaar in hun blootje naar buiten. Als ze zich een keer netjes hebben gedragen, presenteren ze niet veel later de rekening: 5 euro graag. Ze slapen –hoe kan het ook anders- samen in een tweepersoonsbed met daaronder een koelbox vol met gestolen pindakaasijsjes.

Volgende week: Sascha Sunshine.

Bedankt opa en oma

Tot ziens!

Categorieën
Afrikareis

Alles zo licht

(Kaapstad) Lees het vorige weblog er nog eens op na en bedenk: een ruige familie die soms wekenlang op het meest simpele eten heeft geleefd; die woonde in een auto en al in geen maanden meer een supermarkt had gezien. Die ontstellend armoedige ziekenhuisjes heeft bezocht en gewend is dat van een stad alleen de hoofdstraat geasfalteerd is (en soms zelfs dat niet).
En denk dan aan Kaapstad, stad van wolkenkrabbers, koffiewinkels, shopping malls, salad bars en speeltuinen. Wasserettes met echte wasmachines erin! Warm water, onbeperkt stroom, internet zo snel als een straaljager…
Opa en oma zijn er met kilo’s boeken en drop. ‘Ik merk dat jullie lang niet veel hebben gegeten,’ zegt oma als we al genoeg hebben aan een klein bordje eten (en vervolgens de een na de ander met buikpijn naar de wc verdwijnt).
Maar het licht is hier zo helder en de golven beuken zo prachtig tegen de Kaap. Ik koop nieuwe lippenstift en nagellak in drie kleuren. Dit zijn wij natuurlijk óók: een westerse familie met een geladen credit card en erg veel trek in wijn en schuimende capuccino (Ilco en Anna) en in echt Italiaans ijs (de meisjes).

Dansen

En vandaag, op 2 oktober, hebben we iets te vieren, Ilco en ik. Want het was op 2 oktober dat Ilco voor het eerst iets aan me vroeg. ‘ Wil je dansen?’ Het was op een of ander vaag feest, in Haarlem, maar daarna zijn we nooit meer opgehouden. Met dansen, met reizen.
Is dit de man van je leven?’ vroeg mijn vader, eigenlijk al heel snel. En ik zei ja.
Want dit is de man die de zigeunerin in me heeft wakker gekust. De grootste fan van mijn boeken, zelfs toen ik nog helemaal geen schrijver was. De man met wie ik het beste kan lachen van alle mensen op de wereld en die er ook nog eens uitziet als een filmster (veelgestelde vraag: ‘Ken ik jou niet van tv/de film/een popgroep…?’). Mijn persoonlijke stylist die zorgt voor de lichtheid van mijn bestaan. En natuurlijk de gedroomde vader van mijn kinderen. (Bloem: ‘Ik vind het echt heel vervelend, mama, dat jij papa al hebt. Met wie moeten wij nu later?’)
Dat werd allemaal beslist door die ene vraag op 2 oktober. En door mijn antwoord natuurlijk. Ja, ik wil met je dansen, altijd en zeker ook vandaag in het mondaine Kaapstad (terwijl opa en oma lekker oppassen) – dansen, net als op dat feest, nu precies vijfentwintig jaar geleden.

Vanaf vandaag: elke week popjesnieuws

Ik ontkom er niet aan, de elf popjes van Bloem en Chaia worden beroemd. Ze staan deze week in de Kidsweek Junior, we krijgen mailtjes over ze en een vriendin uit China heeft zelfs een kado voor ze opgestuurd. Daarom met ingang van vandaag elke week popjesnieuws.
Het verhaal van de Popjes begint met Juf. Juf is 37 jaar en komt uit Mongolië. Ze heet eigenlijk Marjolein. Marjolein Schreuder. Juf heeft een man, Leonardo, en negentien kinderen, die wonen allemaal in het Schreuderpaleis.
Op een dag kreeg Juf haar ‘eigen briljante idee’: ze ging een school oprichten, Wereldwijd. Die school reist over de hele wereld, ze maken dezelfde reizen als wij. Jufs Lievelingskind, Tut, zit ook op Wereldwijd, verder zijn het kinderen die ze geronseld heeft van over de hele wereld.
Juf houdt van alles dat roze of rood is (ze eet ook alleen maar rode en roze dingen), van zoenen en van zichzelf. Ze heeft haar eigen pretpark waar je in een speciaal huisje met haar kunt zoenen en tegen haar aan kunt kruipen in het spookhuis. Ze heeft een vreemde, sexy dans en haar meest typerende uitspraak luidt: ‘Oooo, het stuk, het stuk!’
(foto: Juf op de Tafelberg)

Volgende week: Mieke en Vriendin

Categorieën
Afrikareis

West Afrika – zo was het

(Kaapstad, km 24179)
We hebben een reuzensprong gemaakt. Omdat in Niger twee stammen elkaar in de haren zijn gevlogen, er in Angola landmijnen zijn en in Kameroen de wegen zo nat en blubberig zijn dat je, volgens de berichten van collega-overlanders, maar twintig kilometer per dag kunt reizen, hebben we de auto in Ghana op een vrachtboot gezet. En die boot gaat helemaal naar Kaapstad. Helaas mochten wij zelf niet mee, dus we zijn naar Kaapstad gevlogen. Volgende keer meer daarover, maar nu eerst een terugblik op ruim vijf maanden West Afrika.

West Afrika was:
– Natuur! Eindeloze woestijnen met kamelen erin. Knisperend groen regenwoud. Kusten- zowel verlaten stranden vol kokospalmen als onherbergzame rotsen met aangespoeld afval van de vissers. En vaak was het net als in het boek van de Berenjacht: ‘we kunnen er niet bovenover, we kunnen er niet onderdoor… o nee, we moeten er wel dwars doorheen!’
– Nieuwe verkeersregels! Bijvoorbeeld: hoe haal ik zo gevaarlijk mogelijk in (Afrikanen doen dat bij voorkeur in een bocht, vlak voor een heuvel, vlak voor er een tegenligger aankomt, of als er net twintig geiten oversteken). Weetje: geiten gaan altijd opzij, voor schapen moet je remmen, want die blijven dom midden op de weg staan.
– Fruit! Na de mangotijd kwamen de ananassen, de groene sinaasappels, en de bananen (klein, groot, gebakken, als chips, voor het ontbijt of voor het avondeten).
Overigens zijn er ook zat woestijnweken geweest met hoogstens hier en daar een komkommer.

West Afrika was ook:

– Sterke vrouwen! De hele dag door staan ze te wassen, te koken, eten langs de weg te venten. Ze zijn zo arm en ze werken zo hard. En toch, ze zijn goed gekleed, ze lachen vaak en lopen altijd kaarsrecht en met enorme ladingen spullen op hun hoofd. Zie ook Ilco’s fotoserie ‘chapeau!’ (via ‘meer foto’ s – Ilco heeft inmiddels een geweldig oeuvre op kunnen bouwen).
– Hitte en regen! Vijftig graden in de woestijn, je moest wel het grootste deel van de dag in de schaduw blijven. En in de oerwouden waren er moessons. We wisten dat het regentijd zou zijn, maar we hadden ons er niet op voorbereid, we haten regen. Maar ja, daarom zijn die oerwouden dus zo groen…
– Geloof! Ashanti, Diola, Dogons en andere animisten. Eindeloze gebedsoproepen en strenge moslims in de noordelijke landen, en in Ghana ineens een uitbundig evangelisme met overal leuzen als ‘God First’, ‘Bursting with goodness’, ‘Go for love’ ‘Humble yourself’, ‘Crucify him’ en –ook heel fijn- ‘What is written, is written’. Overigens, nergens ter wereld zie je zoveel vrouwen op brommers als in moslimland Mali.

Het mooiste

Wat was het mooiste, vraagt iedereen. Misschien de schildpadden in Guinnee Bissau, de kust en de tropische binnenlanden van Senegal. Of de stilte van de woestijn.
Het reizen zelf is fijn. Het oneindige landschap dat aan je voorbij trekt. De wind door de open ramen van de Landrover. Bananenchips eten. Altijd muziek op (vaste begintune van een reisdag: ‘rien n’a changé’ van de Poppys). Nu we weer een beetje in de bewoonde wereld zijn, valt op dat we prettig verwilderd zijn met te lange haren en niet al te schone kleren. Dat is goed.
We hebben vrienden gemaakt, maar vaak waren we de enigen (of in ieder geval de enige witten). Nee, dat leverde geen ruzie op, we hebben het leuk met elkaar. We hebben al drie verjaardagen gevierd en er was elke keer taart.
We misten Nederland niet; onze vrienden en familie soms.
We hebben ook twee enorme dieptepunten gehad. Het auto-ongeluk in Mauritanië en Chaia’s malaria, waar we nog maar net van bekomen zijn. Als er iets goeds over deze ellende te zeggen valt, is dat we er zachter en sterker tegelijk van zijn geworden (en door zijn eindeloze bezoeken aan de garage is Ilco vloeiend Frans gaan spreken, ook altijd handig).
En we zijn allemaal aan het schrijven. Bloem en Chaia werken aan een serie (Bloem: De schaduwtekenaar, Chaia: Lizzy en Loena), ik werk aan meerdere boeken tegelijk en zelfs Ilco kruipt af en toe achter de computer.
What is written, is written.

Verlanglijstje

De komende maanden gaan we door Oost en Centraal Afrika naar boven rijden, tot aan het Midden Oosten. Nieuwe landen, nieuwe avonturen.
Maar eerst komen opa en oma op bezoek, met een koffer vol Nederlandse spullen. Op het verlanglijstje stond onder meer:  drop, stroopwafels, een enorme lading boeken… en een nieuwe nummerplaat – de vorige laten we ergens achter in een rivier van West Afrika.

NB Deze week (vanaf donderdag 27) ligt er weer een nieuwe Kidsweek in de winkel met de avonturen van Bloem en Chaia!

Categorieën
Afrikareis

Amazing days

(Krokobite, Ghana, km 18054)
Om bij te komen na de ziekte van Chaia zijn we de vieze stad uit gevlucht naar een tropisch kratermeer. Hier horen we weer vogels, hier kunnen we weer buiten leven.
Voor de Ashanti is dit een heilig meer. Ze geloven dat hier de zielen van de doden komen om afscheid te nemen van de god Twi. Het is dus eigenlijk een soort transit-plek. De vissers varen niet in boten, maar op planken en gebruiken handpeddels om de doden zo min mogelijk te storen.
Ik zwem in het meer dat rustig en vredig is. Ergens onder me zwemt Roef, die deze week, veel te vroeg, is overleden. ik kende zijn vrouw, Susan en moet al dagen aan haar denken. En er zijn nog meer doden om mij heen. Laura, Jozefien. Ilco’s vriend Wim. Bert, de man van mijn beste vriendin en vader van mijn “petekindje” Madelief. En mijn neefje Jeroen natuurlijk, hij zou nu negentien jaar zijn.
Het is een mooie plek om afscheid te nemen van de wereld, denk ik, zelfs als je eigenlijk nog niet van plan was over te stappen, en ik zwem een tijdje met ze mee. Mijn lieve doden.

Ilco: ” En heb je ook nog gewoon lekker gezwommen?”

Ruimte

Is het niet gevaarlijk wat jullie doen, wordt ons af en toe gevraagd. Want we rijden over soms onbegaanbare wegen, ver van de bewoonde wereld, en dwars door gebieden met tropische ziektes.
Natuurlijk vragen we ons dit zelf ook wel eens af. Het was bijvoorbeeld afschuwelijk dat Chaia malaria kreeg, ondanks al onze voorzorgen.
Maar hoe veilig ben je in Nederland? Roef zat gewoon te eten in een Amsterdams restaurant toen zijn hart plotseling stopte. Hij was even oud als Ilco… We moeten dus wel vertrouwen op die engeltjes die steeds met ons meerijden. Alleen Isfahan, dat ook nog in ons reisplan staat, dat moeten we misschien maar overslaan.
En er is nog iets. Als je van de kust van Senegal dwars door West Afrika gaat via Timboektoe en dan eindelijk aankomt bij de kust van Ghana, dan is dat strand zo wit en dan zijn die palmbomen zo groen… Er zijn hier zoveel ” amazing days”, zegt een Engels meisje dat nu een jaar in Ghana woont, zoveel meer dan in Londen. Dat is waar. Ik loop langs de zee en voel hoeveel ruimte er is in mijn hoofd om bijvoorbeeld te schrijven. Er zijn geen andere ” zorgen” dan waar ik hier in vredesnaam een dagcreme vindt die niet bedoeld is om de zwarte huid op te bleken – en, o ja, hoe laden we hier de schoolcomputer van de meisjes op zonder stroom?

Bootwerker

Met Chaia gaat het trouwens geweldig. Ze eet en eet als een bootwerker met een lintworm. Eieren, worst, patat, kip. Ze is al bijna weer op haar oude gewicht. Ook zij is blij hier, samen met Bloem in de reuzengolven.
Voor Dunya maakt het waarschijnlijk niet veel uit waar ze zit. In Nederland zou ze de eendjes brood geven, hier voert ze de krokodillen in een meertje verderop. En, ja pap, we kijken heel goed uit dat ze er niet in tuimelt!

Categorieën
Afrikareis

Malaria

(Kumasi, Ghana, km 17329)
De koning houdt audiëntie. Hij komt in vol oornaad het paleis in, aangekondigd door trommelaars en hoornblazers. Overal zijn zwarte mannen in lange Romeins aandoende gewaden. Dit zijn de Ashanti, ooit de machtigste stam van West Afrika, rijk geworden door goud en slavenhandel (met de Nederlanders bijvoorbeeld).
De koning spreekt zelf niet. Hij neemt geschenken in ontvangst, hij luistert. Zijn raadsheer spreekt namens hem.
Deze keer is er een groep Zuidafrikanen. Zij zijn dwars door de jungle van Angola getrokken, met Landrovers, om de koning van de Ashanti een geschenk te geven: duizenden klamboes. “We hebben krokodillen getrotseerd, rivieren en oerwoud, onze auto’s zijn van de weg geraakt, maar we wilden u en dit volk dit geschenk komen brengen. Want een klamboe is een van de weinige dingen die echt helpt tegen de hier zo talrijk aanwezige malariamuggen.”

Tussen de halfblote Ashanti loopt een lange, blonde fotograaf. Het is Ilco die zich er naar binnen gekletst heeft. Natuurlijk.
Maar waar zijn al zijn vrouwen?

Greppel

Sommige mensen zitten in de put of in een dip, wij zitten in de greppel. Zo’n soort greppel als er hier overal langs de kant van de weg zijn om de enorme sloten regenwater op te vangen. Bloem is in zo’n greppel gevallen en ging bijna kopje onder; het regende zo dat de hele weg blank stond en je niet meer zag waar de greppel begon.
Dit was een greppelweek. Zo’n week waarin dikke mannetjes rondrijden met ladingen dode kippen.
Een week waarin alle fijne plannen in het water vielen: géén kleurrijke woestijnmarkt in Burkina Faso, géén olifantenpark in Ghana, niet met z’n allen naar de koning van de Ashanti.

Want Chaia werd ziek. Hoge koorts, hevige krampen.
Na twee dagen gingen we toch maar naar een ziekenhuis om te laten onderzoeken welk virus of parasiet het was. Dat bleek een soort salmonella te zijn.
Een malariatest deden ze standaard – en bleek ook nog eens positief.
“Maar we slikken anti-malariamedicijnen.”
“In dit natte seizoen, ontkom je er toch niet aan,” zei de dokter, die aan de lopende band malariapatiënten voor zich had. En inderdaad, hier kijkt niemand ervan op.
Malaria? Ja, vervelend. Volgende patient.

Dapper

Maar ondertussen is ons meisje zo verschrikkelijk ziek. Klein en dapper ligt ze in het hotelbed, de ogen in het ingevallen smoeltje groot en diepblauw. Hebben we ooit eerder zo’n ziek kind gehad? Ilco en ik doen wisseldiensten, Bloem helpt geweldig mee en een bij vlagen boze Dunya speelt de van haar troon gestoten koningin.
We moeten lastige keuzes maken: laten we haar in het ziekenhuis, waar ze in een schokkend armoedige, hete kamer met meerdere doodzieke kindjes in een bed moet liggen, of nemen we haar weer mee – ook al houdt ze niets binnen en dus ook niet de medicijnen?
Gelukkig vinden we ook hier weer goede dokters en behulpzame Afrikanen. Wil Chaia een warm bad? Er wordt een enorme teil aangesleept. Willen we niet uren op onze beurt wachten in het overvolle ziekenhuis? Iemand loodst ons langs de ergste rijen. Een dokter die op zondag naar het hotel komt? Een Nigeriaanse topvoetballer vindt hem voor ons.
Ze wordt beter, Chaia, de medicijnen slaan eindelijk aan. Vanmorgen zaten we met z’n allen The sound of music te kijken op de computer en Chaia zat de hele film uit – en at ondertussen zelfs een boterham! Wat een geluk.
Maar het zal nog wel even duren voor Chaia weer echt helemaal op krachten is. Tot die tijd is ze vast heel blij met bemoedigende post uit Nederland. Dit is haar emailadres: chaiamaria@hotmail.com