Categorieën
Afrikareis

Van baobabs en leeuwendansers

(Sokuta, Gambia, km 10471)
We slapen onder een baobab. Hij lijkt nog het meest op de Enten uit de Lord of the rings-films. Levende bomen.
De vlakte om ons heen is leeg en stil. Bergjes van zout, iets verderop het water. Een paar krekels zingen alleen voor ons.
In de verte klinken trommels, er is feest in het dichtstbijzijnde dorp, zoals zo vaak. De griot, de verhalenverteller, slaat op de tamtam. Bombombom. Ilco en ik dansen onder de baoboab.

Ze zeggen dat een vertoornde god de baobabs in een ver verleden woedend uitrukte en ondersteboven terug smeet, de takken boven ons zijn dus eigenlijk de wortels.
Ze zeggen ook dat onder baobabs vroeger de griots werden begraven en dat hebben we zelf gezien: de schedels rolden er nog uit. Elk dorp heeft wel zijn eigen, speciale baobab die heilig is. Daar komt de priesteres om geitenbloed te offeren. Ze gooit het zo de holte van de boom in, terwijl ook de dorpelingen dansen onder de boom.

Overdag zien we oude vrouwtjes langs de weg met apenbroodpasta (van de baoboab dus), die je op je huid kan smeren als je ergens een infectie hebt.
Maar Bloem en Chaia zijn vooral dol op de baobab omdat je er zo goed in kunt klimmen. Er is hier zelfs een klimpark dat Accrobaobab heet waar je langs lange lijnen van boom naar boom roetsjt.

kwade geesten

Afrika. Het klopt, het zingt, het beweegt aan alle kanten.
We zijn beland bij een feest met vreemde dansers. Mannen, van top tot teen gehuld in fluorescerende franje en schelpen, hun gezicht leeuwachtig beschilderd, maken kinderen aan het schrikken. Ik denk dat ze de kwade geesten uitbeelden waar veel mensen hier in geloven. De dansers stampen door het zand, rollen met hun ogen en bewegen wild hun kruis. Kleine meisjes, vaak jonger nog dan Bloem en Chaia, dansen schaamteloos terug (onze eigen dochters zitten er maar keurigjes bij). De piepjonge moeders, voor de gelegenheid glinsterend opgedoft, gillen het uit. De dans wordt steeds wilder, er zijn wel acht trommelaars en we zien nu ook dansers die als vrouwen zijn verkleed. Ze dragen lange paarse en roze jurken en proberen de leeuw-mannen uit te dagen. Het publiek joelt, de leeuwen sleuren diverse vrouwen mee, er wordt met water gegooid. Nu kan bijna niemand meer blijven zitten. Banken vallen om, de trommelaars en de dansers zijn èèn. Zelfs onze blonde dochters komen eindelijk in de ban.
Er klinkt een laatste roffel – en dan is het ook ineens afgelopen. Het lijkt wel het leven zelf.

Gambia

Van Senegal naar Gambia. Het lijkt zo’n klein eindje maar de weg (als die er al is) zit vol enorme gaten en modderpoelen. Bovendien steekt er van alles over: ezels, paarden, koeien, geiten, biggetjes, stieren, paardenwagens, hanen, kippen, zwerfhonden. De boot over de Gambiarivier blijft, met ons en de auto erop, eideloos ronddobberen omdat het water te laag staat. Zo komen we uiteindelijk toch nog in het pikkedonker in Gambia aan. Een nieuw land, het negende inmiddels. En de eerste tienduizend kilometer zijn gepasseerd!

Categorieën
Afrikareis

Zwetende negers

(Toubab Dialo, km 9860) Ik zit zoals elke ochtend te schrijven op een klif met onder mij de zee. Om mij heen klinken de trommels van de djembeschool: de hele dag door steeds andere meeslepende ritmes. Iets verderop zit een beroemde dansschool: l`ècole des sables.
Het is bijna regentijd, maar nog net niet. We eten ons suf aan de mango`s die uit alle bomen rollen. De vis komt hier met bananenchutney of gestoofd in cocossaus met gember. Er is weer wijn – en niet eens zulke slechte. Bloem krijgt djembe-les. Samen met haar vader en zusjes klautert ze in reusachtige baobab-bomen of ze laten zich door de reuzengolven omver gooien. We hebben zelfs onze eerste mini-safari gedaan en stonden meteen oog in oog met vier vriendelijke giraffen. Er waren ook slapende zwarte neushoorns, dichterbij dan ik ze in Afrika ooit heb gezien.

Fame

Fame goes Senegal. Beneden op het zand oefenen twee jongens iets dat lijkt op capoeira, de Braziliaanse vechtdans. Het schijnt ze niet te storen dat ik stiekem kijk. Hun blote bovenlijven glinsteren van het zweet, ze dragen schelpenkettinkjes en rastavlechtjes in hun haar. Na al die theeverslaafde, in kaftans gehulde, zwaar-gelovige heerschappen, zijn dit tenminste weer mannen waar je lekker naar kunt kijken.
Dat denken dus ook de wanhopige toeristes, die hier voor de duur van hun vakantie een man inhuren. Ze zijn Amerikaans of Duits, middelbaar, een beetje te dik en verlegen. Aan hun zijde prijkt steevast een mooie jongen met rastahaar, die hen hoffelijk begeleidt. De dames maken zogenaamd nonchalant foto’s met een wegwerpcamera en blozen in hun nieuwe sari. Het klopt van geen kanten.

FC Barcelona

Want wie hier woont, heeft geen boodschap aan safari. Constant is het gevecht tegen de sluimerende armoede. Magere zwarte jongetjes komen van alle kanten op ons af om te bedelen om een pen, een snoepje, of gewoon om geld. Opvallend veel van hen zijn gekleed in shirts van FC Barcelona. Voetbal is een van de weinige manieren om te ontsnappen. Of dansen. Of drummen. Ook daarom dansen de jongens op het strand beneden alsof hun leven ervan afhangt. Optreden willen ze, weg van dit arme binnenland waar bijna geen werk is en waar het werk dat er is zo ontzettend slecht betaalt. Naar Dakar, naar het buitenland. Al bij de grens zagen we de busjes staan, volgestouwd met instrumenten.
De hoofdprijs is natuurlijk Europa. “Kun je geen uitnodiging voor me regelen?” is de meestgestelde vraag. Zo makkelijk is dat niet, betogen wij, bij ons is ook niet veel werk, het is er koud en druk, het leven is enorm hectisch.
Dat begrijpen ze heel goed, maar hier is toch hun email-adres. Voor die uitnodiging.

Categorieën
Afrikareis

Senegal!

(Saint Louis, km 9546)

We horen weer vogels! De straten zijn zonder afval en de auto’s lijken weer op auto’s in plaats van oud roest. En de busjes zijn vrolijk geschilderd in rastafari-kleuren en er is weer fruit dat niet verrot is en er zijn restaurantjes en de mensen zijn vrolijk en de vrouwen zijn elegant gekleed… Senegal!
De auto is zwarter en stoerder dan ooit en alleen een echte kenner ziet dat hij is opgebouwd uit drie verschillende generaties Landrover. We staan in een natuurpark aan de voet van een rivier en aan de zee, dus de meisjes zijn de hele dag op pad (Dunya: “Wat is verkenning?”) We slapen weer in de daktent!
Het monster dat Mauretantie heet wilde ons bijna niet loslaten. Vergeet de Bermuda-driehoek, het is Mauretanië dat argeloze reizigers opslokt. Nog op de dag van vertrek werden we door de garage tegengehouden; de Nederlandse banken maken kennelijk niet graag geld over naar het monster. Het duurde zo lang dat we uiteindelijk met een volgeladen auto terug moesten rijden naar het hotel waar we net feestelijk waren uitgezwaaid. De volgende dag opnieuw vertrokken. Na een uur (we waren in ieder geval Nouakchott uit) sprongen diverse waarschuwingslichten op rood. Er bleek een speciaal soort schroef verbogen. Dat betekende op zoek naar een schroef in de savanne, een Afrikaanse variatie op de speld in de hooiberg.
Maar nu zijn we dan toch in Senegal, eindelijk!

Popjes

Voor wie dacht dat wij met zijn vijven reisden, volgt hier een kleine update.
Ze zijn al vaker genoemd: de popjes van Bloem en Chaia. Ze heten Mieke, Annabel, Lila, Maria, Sharana, Rianne, Vriendin, Sascha, Shenety, Tut (heet eigenlijk Rosalinde) en Juf. Deze popjes zitten allemaal op een uitklapbare school waarmee ze door de wereld reizen. Ze hebben ook eigen tijdschriften, vriendinnenboekjes en spelletjes. Bloem en Chaia weten van elk popje de meest bizarre details, dus niet alleen waar ze woont en wanneer ze jarig is, maar ook wat ze later wil worden en hoe haar favoriete pretpark eruit ziet. Zo houdt Juf, die een beetje vreemd is en alleen maar houdt van eten dat roze of rood van kleur is, er een man met twee piemels op na. Lila, die alles leest wat los en vast zit, wil boekhouder worden, Sascha Sunshine kan stiekem met dieren praten en Shenety Mbeki houdt zo van vliegen dat ze een vliegpark heeft opgericht waar je kan bungeejumpen, paragliden, trampolinespringen en alles wat je ook maar even het gevoel geeft dat je vliegt.
Ook Signora is met ons mee, Chaia’s alterego. Signora is altijd zeker van zichzelf en nergens bang voor. Regelmatig schalt haar schaamteloze lach door de auto.
Er was ook nog Ganesha: een Indiase mascotte voor geluk op reis, die vastgeplakt zat op het dashboard. Maar Ganesha heeft het ongeluk helaas niet overleefd.

Oma Linde

’s Nachts komen Deze, Blauwe, Simbie , Knorretje en Leeuwieleeuw tevoorschijn. Dunya heeft ook nog twee poppen: Peppino en Oma Linde, de laatste vernoemd naar de gulle gever. Maar Oma Linde was een beetje kapot en ze maakte ons zo vaak aan het schrikken omdat ze echt begon te huilen als je haar oppakte of tegen haar aanstootte. Ook was ze enorm groot en zwaar. Dus nu heeft Dunya laatst met onze instemming Oma Linde gegeven aan een heel klein zwart meisje dat woont in een berbertent en geen enkel speeltje heeft. Oma Linde is bijna net zo groot als deze Seleka, maar heel veel dikker.

Categorieën
Afrikareis

Tijd

(Nouakchott) “Jullie doden de tijd.” Dat zegt Momo in het boek Momo en de Tijdspaarders. In dat boek is een heel leger van enge mannen bezig de mensen hun tijd af te nemen zodat iedereen steeds gehaaster wordt.
Bij ons in Mauretanie is het omgekeerde aan de hand. We krijgen steeds meer tijd, zonder er ook maar iets voor te doen. De reparatie van de auto duurt nog steeds voort.
“Ik wil korting,” zegt Ilco tegen de man van de auto-onderdelenwinkel, “want dankzij jou hebben we nog weer een week vertraging.” De man van de winkel kijkt hem verbijsterd aan en een Mauretaanse vriend zegt later: “Tijd is hier totaal onbelangrijk. Dingen duren zolang ze duren. Als dat langer is dan je dacht….. inch`Allah. En met geld heeft dat al helemaal niets te maken.”
Ik dood de tijd, zegt de Nederlander. Maar de Afrikaan zegt: uiteindelijk doodt de tijd jou.

Hunker

West Afrika wordt bezocht door een bonte stoet van pioniers. Vanuit Auberge Sahara zien wij onder anderen:

Een rijdende school van zestien kinderen die pas aan het einde van het schooljaar weer in Frankrijk zullen terugkeren.
Een vrouw die alles achter zich heeft gelaten en met haar ouders en haar kind kippenboer gaat worden in Senegal.
Vijf junks die aan het afkicken zijn.
Een Vlaamse tv-komiek die zich een week met een groep kamelen en een camera heeft teruggetrokken in de woestijn.
Twee dappere idealisten die met hun computer naar Afrika zijn gekomen om overal duurzame ontwikkeling in de bouw te creeren.
Een groep hippie-tandartsen uit Spanje, die in hun rijdende praktijk de gebitjes van zoveel mogelijk kindjes wil aanpakken.
Duitsers die in een week naar Mali rijden om daar heel duur hun Mercedes te verkopen.
Twee andere Nederlanders die net met hun auto over de kop zijn gegaan (echt waar).
En een stuk of wat eenzame motorrijders die elk hun eigen Paris-Dakar doen.

Wij kijken ernaar. We praten met de vissers voor wie de klok elke dag gelijk loopt: vloed, eb, vis binnenhalen en dan druipend in een doorgezakte auto vol vis naar de stad.
We hunkeren. Naar de dampige stranden en oerwouden van Senegal. Naar de olifanten van Burkina Faso. Naar de films van Ouagadougou. Naar de rivierbootjes van Gambia. Naar het Dogon volk van Mali. En dan met een bootje over de Niger naar Timboektoe.

PS door Ilco: Ezel

Ach, het was precies 1200 jaar geleden nog zo fijn koek en ei tussen het opperhoofd der christenen en die der islamieten. Zeker, er was territoriumdrift, maar die raakte elkaar hooguit wat in Andalusie. Pas bij Paus Urbanus II, die in 1099 opriep tot de eerste ‘Heilige’, maar vooral plunder en verkrachting brengende, Kruistocht, ontspoorde het voor het eerst. In 807 lieten Karel de Grote en Haroen al-Rasjid elkaar echter lekker met rust tijdens het onthoofden van de andersdenkenden en het verwerven van nieuwe zieltjes in de eigen wingebieden. Het schaarse contact bestond uit het over en weer sturen van cadeaus. De hofkronieken van Karel waren daar zeer lovend over: lampen van Nubisch goud, koperen Byzantijnse kandelaars, fijngewoven Perzische tapijten, geurige kruiden en oliën en zelfs een heuse olifant! De analen van Haroen waren ronduit minzaam over wat hen werd geschonken en dat is best begrijpelijk: wat linnen, kanonnen, honden en … ezels.
Goed, het noorden was nog arm; het grote overhevelen van grondstoffen en slaven vanuit Afrika en het Oosten naar Europa was nog niet begonnen. Maar een ezel, kom op zeg, dat doe je alleen je vijand cadeau. Toch? Ze klinken lelijk, ogen lelijk en poepen grote, ronde keutels. De wraak was dan ook groot en lijkt nog steeds niet zoet genoeg. In alle Arabische landen is de ezel inmiddels de grootste zielenpoot die je maar kunt bedenken. Ze zeulen zichzelf door de hitte met achter zich altijd véél te zwaar beladen houten karren, waarvan de stangen net zolang tegen hun huid schuren tot ze open en bloederig zijn. In die wonden verzamelen zich dan weer de vliegen en de infecties, maar ook de vele zweepslagen. Nooit lijkt het arme beest hard genoeg te gaan, in de ogen van zijn tiran bovenop. Met stokken of rubberen slangen worden ze minstens tien keer per minuut keihard geslagen. De slang heeft dan nog het ‘voordeel’ dat je hem in één van de oren van de ezel kunt hangen, wanneer deze niet meer op de stokslagen reageert. In dat geval wordt er keihard door de buis geschreeuwd, zodat die explosie van herrie middenin het oor uitmondt.
Hoe meer men vanuit de auto’s naar die ezelaar roept dat ie op moet rotten des te harder lijkt deze slemiel van het verkeer zijn frustratie te willen lozen op het weerloze beestje voor hem. Regelmatig rijden de auto’s er trouwens ook tegenaan, waardoor er hier geen ezel is die niet gewond of mank is, maar meestal zijn ze beide. Het wordt echt tijd voor een ezelvakbond. Ezels aller landen verenigt u. Dit kán echt niet langer getolereerd worden. We hadden er nooit één moeten sturen, zo’n ezel. Maar nu we zien hoe ze het maken, moeten we ze maar allemaal terug komen halen. Net als de fietsen uit Duitsland.

Categorieën
Afrikareis

Wereldschool

(Nouakchott)

Dit is nu ons Mauretaanse leven:
We wonen in een auberge en er trekken allerlei gehaaste reizigers aan ons voorbij, op weg naar Senegal en Mali, of alweer terug naar Europa. Voor onszelf rijgen de dagen zich aaneen als een snoer van onopvallende kralen. Af en toe zit daar een pareltje tussen:
– Ilco duikt bij het glamourloze strand door de golven met duizenden glibberige sardinen.
– Bloem en Chaia hebben voor het eerst echt vriendinnen die bij ons komen spelen en eten. Ze zijn Afrikaans en hebben mooie namen als Fatma, Tatouche en Nanouche; ineens leren onze dochters Frans.
– Dunya speelt eindeloos met een autootje “en de kindjes gingen over een hobbelweg en ze vielen niet om”.
– Ikzelf begin te fantaseren over een nieuw boek. Heel inspirerend is de bibliotheek van het centre culturel francais, weer een soort oase maar dan anders: voor het eerst sinds tijden weer boeken, schilderijen en films om me heen.
En elke dag zien we langzaam, heeeeeeel langzaam, de auto weer opgebouwd worden. Nog een week, hopelijk…..

Juf Hetty

“Het tegenovergestelde van nergens is niet ergens maar overal.” (Arthur Japin)

We hebben nu ook alle tijd voor de Wereldschool. Dat gaat als volgt. Bloem en Chaia moeten elke dag twee uur huiswerk maken en af en toe een toets of een dictee. We hebben schoolboeken bij ons, schriften en cds. Alle gemaakte toetsen verzamelen we en wanneer we een postkantoor zien dat er een beetje betrouwbaar uitziet, sturen we het op naar de Wereldschool in Lelystad.
De Wereldschool stuurt die toetsen vervolgens door naar juf Hetty, de vaste juf van Bloem en Chaia. Juf Hetty woont in Amerika, dus de brieven moeten nog een flink stuk verder.
Juf Hetty kijkt de toetsen na en stuurt vervolgens een bericht aan Bloem en Chaia per email. Dat bericht is meestal zoiets als “Goed gedaan, ga zo door.”

Schooltje spelen

De school bestaat uit twee vakken, taal en rekenen. Omdat juf Hetty er nu eenmaal niet altijd bij is, ben ook ik juf geworden. Per ongeluk.
Ik doe drie ontdekkingen.
Leraren moeten goede planners zijn. Want waarom is er niet, zoals bij de kinderen hier, gewoon een boek per vak? Nee, er zijn werkboeken en opdrachtenboeken en toetsen en werkbladen en signaalvellen en meesterkaarten die “op een duidelijke plek in de werkkamer dienen te worden opgehangen” (waar dan, in de Landrover?)
De tweede ontdekking is (niet verder vertellen) dat qua rekenen ik ongeveer ben blijven steken op het niveau van groep zes. Ik vind het reuze lastig: verhoudingstabellen, meetkunde, ingewikkelde vermenigvuldigingen en alles UIT JE HOOFD.
Maar gelukkig is er ook: het plezier van schooltje spelen onder de blauwe hemel, in de berbertent, op het strand en zelfs hier in Nouakchott… met twee slimme, halfblote meisjes met hun neus vol zomersproeten. Zie ook de map met fotos van de Wereldschool op de fotosite van Ilco (via “meer fotos”).
En nee, we spijbelen bijna nooit.

PS Voor wie er nog steeds geen genoeg van kan krijgen: koop vanaf 25 mei de Kidsweek met daarin een reportage over en van Bloem en Chaia.

Categorieën
Afrikareis

Van oase naar oase

(Nouakchott)
Ik adem zand.
Het is nu zo heet in de woestijn… Wel vijfenveertig graden in de schaduw. Onze huid wordt ruw en barst. Van echte hitte smelt je niet, je wordt stof. Net zoals de zandstormen die we voorbij zagen razen en die alles wit kleuren, als sneeuw.
Alleen voor half elf en na half zes kan je in de zon zijn , bijvoorbeeld om een kamelentocht te maken. Daarom zijn we van oase naar oase getrokken. En daar hingen we dan onder de dadelpalmen, net als de nomaden zelf. In sommige oases waan je je in de tropen, je kunt er zwemmen in tinkelende watervalletjes onder een dak van palmbladeren.
We sliepen een keer helemaal alleen in de golvende zandwoestijn aan de voet van een duin die zo hoog was dat de sterren s nachts gewoon naar beneden tuimelden. We lagen op onze rug in het zand en later zagen we de maan opkomen.
En we aten macaroni met kameel, rijst met kameel, pasta met kameel, couscous met kameel… Vullend, dat wel.
Dit is Afrika.

Weee theescheten

Onder het zand liggen complete steden verborgen als een soort zand-atlantis. Ooit was hier een bloeiend centrum van handel en wetenschap. In een van de vele “bibliotheken” zien we een eeuwenoud handgeschreven manuscript van de sharia voor onze ogen verpulveren. Stof.
Bloem wil nu archeoloog worden, zou het liefst meteen al met haar schep beginnen te graven.
“Verdient dat goed?”vraagt Chaia.

Onze chauffeur peutert de godganse dag in zijn neus en is, net als alle Mauretaniers, verslaafd aan zoete thee, wat weer leidt tot weee theescheten.
Hij rijdt niet slecht, maar elke keer als we een hobbelige piste nemen, gilt Dunya het uit. We dachten dat het ongeluk voorbij was, maar nu blijkt het tegendeel. We hebben meer tijd nodig en gelukkig hebben we dat nu in overvloed. Time is on our side.

Auberge Sahara

Als we na tien dagen woestijn in de hoofdstad Nouakchott terugkomen, hebben we geen zin meer in thee, onze buik vol van kameel en we willen ook niet meer een chauffeur. We willen weer zelf rijden, we missen onze Zeerover. Snel haasten we ons naar de garage. Op veel voorbereid, maar niet op dit: daar staat hij zielig bloot, zonder dak, deuren, stoelen, ramen. Er is nog helemaal niks hersteld.
Dit is Afrika.
Dat wordt dus zeker een week garagemannen achter de vodden zitten, vanuit Auberge Sahara.
En het is zooooooo heet.

Categorieën
Afrikareis

Bloem tien jaar

(Atar)
Komen jullie op Bloems verjaardag?
Je rijdt gewoon in Mauretanie de woestijn in, er is maar een weg. Als die weg na een paar uur plotseling ophoudt, ben je bij een klein stoffig dorpje. Inmiddels is het vreselijk heet, veertig graden in de schaduw, dus je bent blij als er aan het einde van dat dorpje een soort oase opdoemt. De vloer is er van zand en er scharrelen kippen rond. Er staan bomen, die ze kini-bomen noemen en die groot en schaduwrijk zijn en vol witte bloesem. Overal ruik je de bedwelmende geur. Je hoort de duiven koeren en iets verderop zingen de kinderen van de plaatselijke school. s Avonds is er altijd wel ergens in de verte een feestje.
Er zijn kleine hutjes, maar wij slapen in de berbertent. Als je wilt, mag je ook gewoon op de grond slapen (er liggen overal matrasjes), of in de hangmat. Bloem en Chaia hebben er vannacht op het dak van een huisje geslapen en zo werd Bloem tien. Kijk, daar loopt ze, onze grote dochter. Ze is lang en bruin in haar bikinibroekje en ze heeft haar haren vanmorgen in een losse staart gebonden. Flowerpower-girl, noemt Chaia haar en dat klopt precies. Om haar bord stonden vanmorgen de elf popjes waar zij en Chaia elke dag mee spelen. Die popjes hebben zelfgemaakte bezemstelen omdat ze op een toverschool zitten. En omdat we nu eenmaal in een islamitisch land zijn, heeft Bloem voor allemaal een hoofddoekje geknipt. Natuurlijk gaven de popjes Bloem ook een kadootje.

Kamelenvlees

Gooi je hete kleren uit, zet je voeten in het zand. Er is zelfs een klein zwembadje: een eenvoudig stenen bassin met een zeiltje erover. Het is precies goed om wat af te koelen. Verder hoef je niks. Doe als de Mauretaniers: plof neer en drink thee. Vanmiddag delen we snoepjes uit aan alle kinderen van het dorp en gaan we nog wat muziek maken op het duin. Bloem heeft een echte djembe voor haar verjaardag gekregen. Er is hier ook een digeridoo, misschien wil je daarop leren spelen? Of schaken en kaarten onder het rieten afdakje?
In het dorp hebben ze een reusachtige chocoladetaart voor Bloem gebakken en vanavond zijn er heuse lamskoteletjes. Na een week lang elke dag kamelenvlees is dat een enorme luxe. En als het niet gesmolten is, is er zelfs ijs.
Neem een stuk taart en een glas koud bronwater uit de put. Laten we proosten op die mooie, vrije Bloem van tien.
Je bent welkom.

.

Bloem forever

Categorieën
Afrikareis

Insha’allah

(Nouakchott)
De dokter komt zo insha’allah (als God het wil).
Wij vinden wel nieuwe auto-onderdelen insha’allah.
Er is heus wel een Western Union open insha’allah.
Uw visumverlenging is vanmiddag klaar insha’allah….

Zen & de kunst van het wachten. En heimwee… naar koninginnendag in Durgerdam en de terrasjes van Amsterdam. Want Nouakchott, de hoofdstad van Mauretanie, staat nu niet bepaald bovenaan het lijstje van favoriete stedentrips. Geen boulevard, geen park, geen terras, geen museum, geen geldautomaat (maar ook niks om je geld aan uit te geven). De stad bestaat grotendeels uit zandstraten vol hobbels en kuilen waar de mensen leven tussen hun eigen afval. Alles is in opbouw (of afbouw) en de enige reden voor het ontbreken van een krottenwijk, is dat de stad zelf een grote krottenwijk is. Iedereen poept en plast maar in het rond en de stank is bij vlagen onverdraaglijk. De paar sneue expats die hier zijn terechtgekomen hangen dus met z’n allen rond het (enige) zwembad van het hotel waar wij nu ook verblijven. Zachte bedden voor onze gekeneusde lijven!

Een disneyland van spetters

Bloem, die eerst niet eens zelf kon opstaan, duikt nu alweer het zwembad in. De hechting in Dunya’s gezicht is na een operatie echt heel mooi geworden en ze ziet er gelukkig niet meer uit als een bokser vlak na de wedstrijd. Ook zij zwemt vrolijk rond: “Kijk mama, een disneyland van spetters!” En Chaia noemde het ongeluk in een interview met de Kidsweek (verschijnt later) zelfs “het stomste maar ook het leukste wat ons deze reis is overkomen” want “nu weten we dat we een sterke familie zijn en dat we alles aankunnen”  (wellicht hebben het zwembad en de verse pannenkoekjes bij het ontbijt hier ook iets mee te maken).
Wat ook hielp om het leed te verzachten: lieve mails uit Nederland.
Ilco heeft in alle hoeken en krochten van Nouakchott gezocht naar onderdelen voor de auto. Tussen de geiten en de kippen vonden we uiteindelijk de enige andere Landrover in deze stad en deze auto wordt nu –insha’allah- donor van de onze. Nieuw dak, nieuwe deuren, nieuw frame, nieuwe ramen. Het duurt twee weken.
Het zal niemand verbazen dat we die twee weken niet in Nouakchott blijven. Om de woestijn en de oases van Mauretanie te verkennen hebben we een pick up met chauffeur geregeld. Onze Mauretaanse vrienden zweren bij zijn betrouwbaarheid.
En die engeltjes, die volgens velen op onze schouders zaten bij dat vreselijke ongeluk, die engeltjes fladderen gewoon mee. Insha’allah.

Categorieën
Afrikareis

Auto op zijn kop

O nee, daar gaan we.
De auto draait en draait. Naar links, naar rechts. Klabeng, ondersteboven.
Dan een enorme klap waarna alles ophoudt.

Benzine. Bloed. Ik leef nog. Waar zijn de meisjes?
Ik zie Chaia, ze klautert over mij heen door het raam de auto uit. Bloem wil niet, de koelkast is op haar terechtgekomen. Iemand trekt haar door het dakraam naar buiten.
Waar is Dunya? WAAR IS DUNYA?
Hier is ze al, zegt iemand. Ik kruip naar buiten, als een beest over de grond. Op mijn hoofd het grote boek van Polleke waar Bloem net nog in zat te lezen, ik merk het niet.
Dunya huilt, ze zit onder het bloed. Blijkbaar is ze door het open raam de auto uitgeschoten. Ik trek haar op mijn schoot. Stil maar, alles komt goed.
Bloem ligt, ze wil niet opstaan. “Mijn rug, mama, mijn rug.” Stil maar.
Verderop schreeuwt Ilco wanhopig tegen de chauffeur die dit alles op zijn geweten heeft. Ik hoor hem steeds opnieuw roepen: “Pourquoi, monsieur, pourquoi si vite?” Stil maar.
Iemand gaat hulp halen. “Het ziekenhuis,” zeg ik, “vlug.”
Tijdens het wachten sjouwen Chaia en Ilco het hoogstnoodzakelijke uit de auto, die als een omgevallen tor op zijn rug ligt. Paspoorten, geld, autopapieren, de lievelingspopjes van de meisjes, de satelliettelefoon, de ipod.
Een mantra komt op in mijn hoofd. “We leven, we slaan ons hier wel doorheen, we zijn een sterke familie.”
Steeds herhaal ik die woorden tegen Dunya en Bloem. We leven, we slaan ons hier wel doorheen, we zijn een sterke familie.
En die hele lange, lange driehonderd kilometer naar de hoofdstad blijf ik dat maar herhalen.

Hippies

We hadden gekampeerd op het strand van een woest en prachtig natuurpark. Geen elektriciteit, geen wc. Alleen maar een paar hippies zoals wij die hun verse visjes roosterden boven het vuur en hun afwas deden in zeewater.

Het was een piste dwars door de woestijn om er te komen en op de terugweg bood de parkwachter aan om met ons mee te gaan om de weg te wijzen. De laatste vijf kilometer waren extra lastig en de parkwachter stelde voor dat hij zou rijden.
Het leek een goed idee van een betrouwbaar persoon met veel ervaring. Wie had kunnen denken dat deze man, zodra hij het stuur overnam, veranderde in een roekeloze macho, die binnen drie minuten de macht over het stuur kwijt was?

Wonder

Allahoe akbar, zeggen ze hier, God is groot. Het eerste wonder is dat we alle vijf ongedeerd zijn. Gebutst, gekneusd, geschramd, van top tot teen verstijfd, maar niks ernstigs.
Het tweede wonder zijn de hulptroepen. Waar kwam die Spaanse Arabier ineens vandaan die ons naar de hoofdstad bracht en een dag later de auto voor ons ophaalde? Mijn vriend Abbe van de kliniek, die steeds eten bracht (het is ongelooflijk fijn als je totaal ontredderd bent en er komt ineens iemand met pizzas binnen) en dag en nacht zijn auto en zijn telefoon voor ons openstelde. Of onze Landroverman in Nederland, Teije, die alles uit zijn handen heeft laten vallen om onderdelen te regelen die juist hier in Mauretanie enorm schaars zijn.
Het derde wonder is misschien de Landrover zelf wel. Het is door zijn enorm sterke kooi dat wij er nog zijn. En hij rijdt nog steeds, ook al is hij dakloos en totaal uit het lood.
We weten nu nog niet of we hem weer genoeg kunnen oplappen. En veel van onze fijne spulletjes zijn stuk. Maar dit weten we wel: we gaan hoe dan ook door met onze reis.
We leven.
We zijn een sterke familie.

Categorieën
Afrikareis

De oversteek

(Nouahdibou, km 8570)
We hebben het gehaald!
Bijna tweeduizend kilometer door de Sahara, voorbij de Kreeftskeerkring. Het was een lange tocht. Eenzaam maar mooi. Soms was het net alsof we op de maan reden, dan weer was alles van zout en verderop stond de woestijn ineens in bloei, vol paars en geel. Hele stukken reden we vlak langs de zee, waar scheepswrakken dreven. Los van deze spookschepen herinnerde alleen een spoor van oude autobanden langs de weg, geknapt door de hitte, aan eerdere reizigers die deze tocht hebben gemaakt.
Wel was er overal politie. “Computers weg,” riepen Ilco en ik steeds als er weer uit het niets een controlepost opdook. “En Dunya, schattig kijken.”
Want dat helpt, hebben we ontdekt. Ajax – een sticker met Salam (vrede) – en Dunya. Zelfs de meest norse politieman smelt voor haar. Eentje vroeg zelfs verlegen of hij een foto van haar mocht maken “voor mijn zoontje”.
En op het heetst van de dag aten we kip in stoffige woestijnstadjes, met Al Jazira op de tv.

Drijfzand

“Neem de strandweg,” zei een Franse toerist op een ochtend tegen ons, “die is zo mooi.”
“Nee, je kunt nu niet over het strand rijden,” zei de man van het laatste cafeetje voor het einde, die ons een zanderig kopje koffie verkocht. Hoezo niet? Verlangend keken we naar het enorm brede strand. We wisten dat het ver in de middag pas weer vloed zou worden, wat was het probleem? Dat kon de man ons niet echt duidelijk maken. En het alternatief (twee uur terug door de woestijn naar de hoofdweg) was ook niet bepaald aanlokkelijk. “Kom,” zei Ilco, “we proberen het iets verderop.”
Het gebeurde vlak voor de zee. Ilco begreep als eerste dat we niet zomaar even waren vastgelopen.
Drijfzand.
Daar stonden we; ik in mijn zijden designersblousje (nee, niet op hakjes, op blote voeten) en Ilco in zijn witte iceberg-jeans. Een soort kruistocht in spijkerbroek maar dan anders.
Er kwamen twee krikken, twee rijplaten, twee scheppen, drie vissers, een behulpzame collega-chauffeur en een sleepkabel aan te pas, maar toen waren we weer vrij. Ruim twee uur later reden we weer langs de man van de zandkoffie, vrolijk zwaaiend vanuit een auto die nu niet meer zwart was maar bruin.

Mauretanie

De douanepost bestond uit een scheefgezakt hutje in een vreemd soort niemandsland zonder weg, vol met autowrakken en afval. De beambte zat op de grond, blootsvoets, tussen de vliegen. “VanderLinde… VAN DER Linde?” Een collega kwam binnen: “Van der Sar, van der Vaart… c est normal en Hollande.” “Aha.” Toen wilde hij een cadeau. Ilco probeerde het nog met koekjes, maar het ging toch gewoon om geld (“Ik heb het s nachts zo koud”). Er was het nodige gedoe met vage wisselaars, briefjes in onduidelijke valuta gingen over en weer, toen was er een ferme handdruk en reden we eindelijk Mauretanie binnen. We hadden het graag gevierd met een goede prosecco, maar ze leven hier volgens de sharia en alleen al op het bezit van alcohol staan fikse boetes.
Wat is Durgerdam ver weg, zo met de hele Sahara ertussen.