Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Toost

Ik ga vandaag, na de begrafenis, een goede fles wijn kopen.

En dan hef ik het glas op:

De dappere vrouwen voor mij
Dat ik nu vooraan sta in de rij
Op de dochters achter mij.

Ik hef het glas op de moeders, overal ter wereld, die hun armen om hun kind slaan en het oprapen als het valt.
Op het vallen sowieso drink ik, met name op het struikelen.
En dat we dan weer opstaan.
En ik drink ook op hen die niet opstaan. Een extra groot glas.

Ik drink op grote slagvelden en kleine puinhopen.
Op dat elke ochtend toch weer die fokking zon.
Ik drink op de makers die blijven maken, de zangers die blijven zingen, de dansers die blijven dansen. Op de schrijvers die blijven schrijven, simpelweg omdat het niet anders kan.

Ik drink op begrafenissen en geboortes. Huwelijken en scheidingen. Ik probeer zelfs te drinken op de pijn.

Ik drink die hele fles leeg.

 

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

In memoriam

‘De doden gaan altijd per drie,’ zegt de vrouw van de bakker.

Maandag overleed mijn oude schoonmoeder, de andere oma van de dochters.

Burchten

Wil van der Linde, laten we haar naam noemen. We kenden elkaar bijna veertig jaar. Ik was niet de schoondochter die ze had gedroomd en ben dat ook nooit geworden. Maar in de afgelopen decennia zijn we toch verbonden geraakt. Al was het maar door de vrouwelijke lijn die ook mijn moeder en zelfs mijn grootje omvat.
Wil was echt een vrouw van haar generatie: onvoorwaardelijk trouw aan haar man en kinderen. We hebben het hier over gezinnen met de man als spil – maar zonder de vrouw zou hij patsboem omvallen. Dat klinkt als een stom cliché maar ik bedoel het bloedserieus. Vrouwen maakten burchten en die burchten noemden we ‘gezin’. Zo is het decennialang gegaan. Dat hun eigen dromen en plannen daarmee op een zijpad kwamen te staan was de prijs die de vrouwen betaalden, Wil ook. Soms mopperend, maar ook dus: onvoorwaardelijk.
Ik heb veel geleerd van Wil. Soms heel prozaisch: dan vroeg ik haar ‘Hoe moet ik dat nou toch doen, als ik thuiskom van werk en ik moet ook nog koken voor die kleintjes?’ ‘Vooruitkoken,’ zei ze dan. En dan deed ik dat, jarenlang. Van Wil heb ik aanpakken geleerd en multitasken en nooit ziek zijn; en er was altijd die grote liefde voor haar kinderen –  ook voor mij.

Vrij

Bij mij en mijn vriendinnen zijn de vanzelfsprekendheden van onze moeders op scherp komen te staan; en bij onze dochters op hun beurt zie ik een zee aan vrijheid ineens. Die ze schaamteloos innemen, ook dat is nieuw.
Maar het komt ergens vandaan, die vrijheid. Wil en alle andere voorouderlijke vrouwen staan zachtjes om de meiden heen, vol trots en ja, liefde.
Ach die liefde, die onvoorstelbare onbenoembare moederliefde. Daar wist jij alles van, lieve Wil. Nu mag je eindelijk ook vrij zijn.

 

 

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Uit de droom helpen

‘En wat zei jij toen?’ vraagt de dochter.

Het verhaal heeft nog een staartje.

Annie Praag en Anna van Woltz

‘Goeiemorgen mevrouw, ik kom de meters checken. Lekker muziekje heeft u op trouwens.’
‘Dat is mijn schrijfmuziek.’
‘O, u bent schrijfster? Hoor die vingertjes nou tikken. Jeugdboeken, zegt u? Mag ik u vragen naar uw naam?’
Ik zeg mijn naam en hij zegt verrast: ‘O, dat bent u.’
Nu heeft hij eindelijk mijn aandacht. ‘Wereldberoemd in de Haarlemmerstraat,’ grap ik vrolijk terug.
De man noteert intussen mijn telefoonnummer. ‘Annie Praag. Die boeken kent toch iedereen? Jip en Janneke enzo.’
En ja, wat zei ik toen? Nou, niks. Hoe leuk is het als die man ’s avonds thuiskomt bij zijn vrouw en vertelt wat hij nou weer heeft meegemaakt vandaag: de beroemde Annie Praag ontmoet, van Jip en Janneke. ‘Ze weten toch niet dat ze eigenlijk dood is,’ zeg ik tegen de dochter.
Ik kan mensen nou eenmaal niet goed uit de droom halen. Nooit gekund. Daarom ben ik zo goed in verhalen verzinnen met kinderen, ik corrigeer zelfs geen schattige verspreking. Als zij denken dat het pinazi heet, dan heet het pinazi. Een van de ergste dingen die ik heb moeten doen is de jongste vertellen dat Sinterklaas niet bestond. En dat deed ik alleen maar omdat ik had gemerkt dat haar schoolvriendinnetjes zoveel verder waren dat ze haar mogelijk zouden gaan uitlachen.

Ik heb me vaak in rare bochten moeten wringen vanwege de dromen van anderen. Soms denken kinderen dat ik Anna Woltz ben. ‘Wat cool, ik zag u nog op het Jeugdjournaal’. Dan vind ik het zo sneu voor ze dat ik dat niet was, dus dan glimlach ik alleen maar mysterieus. Of is dat eigenlijk laf? Wat als die meterman straks in de boekwinkel gaat zoeken naar de plank met boeken van Annie Praag?

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Vies!

Het is best ernstig. Alleen mijn dochter durft met mij samen te wonen.

En die heeft natuurlijk eigenlijk geen keuze.

Muis in de gordijnen

Ik heb het vaker gezegd: ik kan niet schoonmaken. Wat ik ook probeer, het blijft groezelig. Ramen lappen begin ik niet eens meer aan. Ik kan het niet en ik word er ongelukkig van. Ooit bezwoer ik mezelf: nooit meer stofzuigen, altijd geld genoeg verdienen voor hulptroepen. Zelfs tijdens mijn studie gaf ik mijn eerstverdiende centjes aan mijn onderbuurmeisje dat als schoonmaakster bijkluste. Maar ik wil kennelijk nóg liever wonen in ‘mijn’ dure Haarlemmerstraat, dus de afgelopen jaren deed ik het toch maar weer zelf, schoonmaken. Ik probeer het echt en ik ben ook goed in de kosmetische kant van het geheel: het ziet er in eerste instantie best prima uit hier.
Deze zomer ging ik langzaam de grens over van ‘gezellig rommelig’ naar ‘chaos’. Sommige mensen gaan poetsen van rouw en paniek, ik dus niet. Totdat mijn dochter mij op een gegeven moment zei: ‘Dit huis is bezeten.’ Dat was pal nadat ze een muis in de gordijnen had gezien (de poezen er geïnteresseerd naast, alsof ze naar een spannende serie zaten te kijken). En het was ook nadat ik haar -ja sorry, jongens, dit is geen koket blog -tot twee keer toe verschillende soorten ontbijtgranen met larven erin had geserveerd (ik moet dus ook vaker mijn bril op). Voeg daarbij al die motjes in het huis… de stofklonten… die ramen waar je nu dus echt niet meer doorheen kunt kijken… de kapotte kattenbak….

Het goede nieuws is dat ik na een vrije financiële val nu het jaar toch in de plus lijk af te sluiten – ik ben heus heel goed in andere dingen. Dus. Ik telde mijn geld en belde de geweldige poetsvrouw die me ook al gered had bij het opleveren van het huis van mijn oom. ‘Kelly,’ zei ik, ‘wil je me alsjeblieft helpen…’

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Roosendaal, perron 9 3/4

Ik kom eigenlijk nooit in Roosendaal.

De laatste keer kan ik me nog herinneren, 21 jaar geleden.

Hoogzwanger

Ach ja, toen liep ik door ditzelfde poortje. Kouder dan nu, want december. Ik was net bij een try out geweest van het RO Theater, daar werkte ik toen. Het was al laat, ik was doodmoe en ik wilde alleen nog maar naar huis. Dat komt, ik was hoogzwanger. Ik ging dus niet met de acteursbus mee, maar had besloten er net iets eerder tussenuit te piepen en de laatste trein te nemen.
Nu is er in Roosendaal een verwarrend spoor en daardoor stapte ik in de trein die de verkeerde kant op ging. Er volgde een van de naarste nachten uit mijn leven waarin ik bibberend en misselijk met stoptreintjes en eindeloos wachten op ijzige perronnetjes zonder wachtkamers naar Amsterdam terug probeerde te komen. Vanaf elke station belde ik vanuit de telefooncel naar huis, waar mijn man op mij wachtte. Ik kwam er pas tegen een uur of vier in de ochtend aan.

Festivaldirecteur

Ik kom van Film by the sea. Er is gedoe met treinen vanuit Vlissingen, dus de carservice brengt mij naar Roosendaal. Er is nog steeds een verwarrend spoor, maar nu herken ik het. Hier liep ik de verkeerde kant op, 21 jaar gleden. Met die dikke buik. Als iemand toen tegen mij had gezegd: over 21 jaar loop je hier weer, en woon je, na vele ongelooflijke omzwervingen, weer om de hoek bij waar die tweede toen is geboren. Maar nu met een derde dochter. En je komt van een nieuwe man vandaan die totaal anders is, al is hij toevallig ook festivaldirecteur. Had je dat verteld aan mijn kleumende, 21 jaar jongere ik, ze had je niet geloofd.
Het is duizelingwekkend. Wie weet, over nog weer 21 jaar, ben ik zomaar weer op station Roosendaal. Wat voor Anna loopt daar dan? Zou ik dat nu geloven?

 

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Hup studenten!

Vandaag worden er nieuwe maatregelen afgekondigd, gericht op studenten.

Ik hou mijn hart vast.

Anderhalve meter krokodil

Je zou maar een ‘leeg’ eindexamen hebben gedaan. Zonder feesten en het gevoel dat jij even on top of the world staat. Je zou maar je halve leven (!) hebben verlangd naar een tussenjaar. Reizen gepland, baantjes gepland, ervaringen gedroomd. Baf, droom aan flarden. Je zou maar verschrikkelijk houden van festivals en alleen van dansen echt tot jezelf komen. Je zou dit jaar maar aan je studie zijn begonnen, alles nieuw en eng. Ikzelf vond op de Intreeweek van de UVA mijn studentenkamer en een paar van mijn beste vrienden. En kroegen waar ik nog steeds kom.
Is het gek dat de studentenverenigingen overstromen van de inschrijvingen dit jaar? En hoe ontroerend dat die vervolgens verschrikkelijk hun best doen om alles goed te doen. De online feestjes worden steeds creatiever, ik hoor van compleet online nagebouwde studentenplekken inclusief ‘de blauwe doorgezakte bank’ waar je even slap kunt bijkletsen en ‘het roddelhoekje bij de bar’. Alles digitaal. Of wat te denken van dat ene (1!) live onderdeel van de Intreeweek, de stadswandeling, en dat dan helemaal uitgedacht in piepkleine groepjes die rond moeten lopen met een plastic krokodil tussen hen in van anderhalve meter.
Ik kijk naar mijn middelste dochter die biologie studeert en bij wie sinds een half jaar voor het eerst een (1!) practicum live doorging. Wekenlang liep zij zich als een gek te verheugen op dat ene kippen-embryo dat ze zou gaan ontleden. Ik zag haar gewoon opknappen.

Ik heb het natuurlijk niet over de excessen, excessen zijn overal. De meeste studenten die ik ken zijn voorzichtig en bezorgd over corona. Laten we heel erg trots op ze zijn. Laten we ze steunen en begrijpen en vertroetelen waar kan.

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Catch

Deze man en ik hebben dus een weekendrelatie.

Tevens een latrelatie. En in tijden van Vlissingen ook een langeafstandsrelatie.

Rebound-schatje

Overigens beschouwde ik hem lang als een rebound-schatje, het was sowieso te vroeg om verliefd te worden.
Soms begrijpen we niks van elkaar. Soms begrijp ik niks van mezelf in relatie tot hem. Astrologisch gezien is hij een luchtteken en ik een waterteken, dat kan ik -intuïtieve vis- heel letterlijk zo ervaren: alsof hij ergens in de lucht een beetje boven mij zweeft en ik krijg hem maar niet te pakken. Hij op zijn beurt is heel erg gewend om zijn eigen man-alleen leven te leiden, zonder met iemand rekening te houden.
Kortom, een heleboel afstand op heel veel manieren.

Maar kijk nou toch wat PZC-fotograaf Lex de Meester zomaar ineens gevangen heeft: twee heel erg mooie -want heel erg blije- mensen.

 

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Festival tijdens virus

Het is gelukt! Het eerste live festival van Nederland is van start: Film by the sea.

En ik was erbij.

Buiging

Het is ontroerend hoe iedereen zijn best doet met de regels. Om te beginnen de bioscoop die al zijn zalen beschikbaar stelt en daarmee enorm zijn nek uitsteekt (als er hier nu Corona uitbreekt, moet de tent meteen twee weken dicht). Bestuurslid Eva ontvang iedere bezoeker met een buiging, eigenlijk leuker dan een hand of een verplichte knuffel.
Waar J vorig jaar nog één speech hield in meerdere zalen werd gestreamd, zijn nu alle bezoekers van het openingsgala over de hele avond en alle zalen verspreid. Wat betekent dat J van zaal naar zaal rent en zeven keer achter elkaar zijn openingspraatje houdt. Ook de nazit na afloop is verspreid over meerdere plekken in de stad, car service rijdt af en aan. Drankje op je tafel, zitten in plaats van staan. Maar het lukt. Er is een rode loper, er zijn toch galajurken. Er is een fijne film. En er zijn heel veel toffe mensen waaronder mijn dochter met haar vriend Jelmer, in zijn eerste galapak.
Ik schrijf dit the morning after vanuit mijn hotelbed, starend over een bruisende zee. Grote boten komen voorbij, elders draait de bioscoop alweer op volle toeren, daar is ook de dochter – en J alweer op kantoor. Ik weet niet wat mij meer roept: de zee of de films.

Dus hup. Paracetamolletje tegen de kater (als je niet kan dansen drink je meer), kopje koffie, galajurk opvouwen en snelsnel…  de wereld in!

 

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Hotter

‘Ik foto.’ De Chinese nagelstyliste pakt er een pluizig sierkussentje bij. En een nogal grote nepbloem. ‘So Beautiful,’ zucht ze, terwijl ze mijn handen elegant drapeert over het pluis. 

Als ik rijker was, liet ik altijd mijn nagels doen – inclusief nepbloem. Nu doe ik het speciaal voor het gala vrijdag. Vorig jaar was ik underdressed, dat laat ik me niet nog een keer gebeuren. De opening van Film by the Sea heeft een hoog zeemeerminnen-gehalte, weet ik nu. Veel glitter en opsmuk en sowieso alle dames in het lang tot zeer lang (denk sleep). 

Gezellige decolleté’s

Ik heb nu dus een jurk in plaats van een pak, ben bovendien tien kilo slanker, kijken of ik deze keer wel word opgemerkt op de rode loper. Vorig jaar leidde het nog tot gesnik in de nacht: tig foto’s voorbij zien komen van J als directeur met diverse sterren en galaprinsessen aan zijn zijde… allemaal niet zijnde ik.
‘Jij 52?’ Ook daarom hou ik van de nagelstyliste. Om haar oprecht verbaasde uitdrukking. Wat ziet ze? Een interessante vrouw in de bloei van haar leven, hoop ik, stijlvol, chic. Niet meer het meisje dat ik nog erg lang wilde zijn. Dat meisje had korte rokjes, gezellige decolleté’s, reuzenbloem in haar haar. Mijn moeder had de irritante gewoontes mijn rokjes aan de achterkant met een ferme ruk omlaag te trekken. Inmiddels snap ik een beetje wat ze bedoelde. Je ziet er eerder ouder dan jonger uit in net te sexy kleren – hotter than my daughter.
Maar ik begrijp ze zo, die hotter than my daughter-vrouwen! Voordat ik in een spiegel kijk, zie ik ALTIJD nog dat meisje op haar kittige hakjes. Dat beetje onzekere wriemel- en wiebelmeisje dat zichzelf wapende met lipstick en minirok. Soms zie ik haar zelfs nog steeds in de spiegel en heb ik de genadeloosheid van een foto nodig om te zien: oeps, kan niet meer. Of een moeder die aan mijn rok trekt.

Deze nagels zou ze in ieder geval elegant gevonden hebben.

 

 

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Wijze Man

Alsof ik steeds een andere jas uittrek,’ zei ik tegen de Wijze Man.’ 

Een paar keer per jaar fiets ik voor hem naar Amstelveen, en elke keer als ik daarvandaan kom, voel ik me zelf ook een stukje wijzer. 

Kaal

Dat van die jassen had met mijn moeder te maken. De jas ‘dochter van’, die was ineens weg nu ik tegen niemand meer mama kan zeggen. Ik heb ook andere jassen. ‘Moeder van veel kinderen’ is er eentje. ‘Vlotte collega’. ‘Geliefde, vriendin, juf Anna – allemaal jassen. Ik trek ze al naar gelang aan en uit, maar, zei ik tegen de Wijze Man, wat zit er eigenlijk onder al die jassen? Dat voelt kaal. Waardoor we een interessant gesprek kregen over identiteit.
Introspectie is een mooi ding, vond de Wijze Man. En we praatten nog wat langer over mijn identiteit – niet te verwarren met zelfbeeld. Dat dat iets te maken heeft met schrijven is wel duidelijk, en ook heus met andere mensen, die ‘moeder van veel kinderen’ is bijvoorbeeld heel sterk.
Maar verder moest ik de komende tijd van de Wijze Man bij wijze van oefening mezelf gaan observeren en dan denken: ‘Dit ben ik dus.’
En omdat ik het braafste meisje van de klas ben, begon ik daar meteen dit weekend mee. Ik dronk koffie op het strand van Vlissingen, het was nog vroeg. Ik was de eerste die daar ging zitten, J had ik achtergelaten in het crisiscentrum van het festival. 

Er was zon, zee, lucht. En koffie. Toch wel zo’n beetje het ultieme geluk, voor mij. Dit ben ik dus, mompelde ik hardop (er was toch niemand anders). Ik liep terug door de zee, hyperbewust van mijn voetafdruk op het lege strand. Alsof ik de eerste was die daar liep. Mijn voet op het zand. En tegelijkertijd wiste de zee achter mij die voetafdruk ook meteen weer weg, en ook dat was wie ik was.