Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Zout op mijn boek

Rommelig, chaotisch, teveel overbodige spullen.’
Dat ben ik als ‘ persona’  van de TU Delft. 

Pijnlijk

Een vriend van de dochter onderzoekt hoe ik meer ruimte in mijn keuken kan creëren. Hij doet kastjes open en dicht en brengt mij genadeloos in kaart, het is een serieus project.
Nu is het ook chaos in mijn huis, onder andere door een dubbele lekkage. ‘Sorry voor de troep,’ zeg ik tegen een vriendin. ‘Welke troep?’ Vraagt ze. Nou, die berg schoonmaakmiddelen en emmers overal.’ ‘Dat was me niet eens opgevallen,’ zegt ze. Wat zegt dat over mijn huis, wat zegt dat over mij als persona?
Het is natuurlijk óók rommelig omdat ik zo hard werk, en ik niet zo’n persona ben die meditatief gaat opruimen. Die flessen schoonmaakmiddelen zitten allemaal nog pijnlijk vol.
Erger is dat ook het schrijven er bij inschiet. ‘Maak er structureel en compromisloos tijd voor’ bezweer ik mijn studenten altijd – maar dan moet ik natuurlijk zelf wel het goede voorbeeld geven.
Dus dit ga ik doen: ik ga onderduiken.

Morgen ga ik met de trein naar Bretagne, naar een boerenhuisje op het plattenland, het heeft een houtkacheltje. J gaat mee, maar ik heb gezegd: de eerste uren van de dag, zo tot een uur of twee mag je niet tegen me praten, dan schrijf ik. Zelfs als ik alleen maar voor me uit zit te staren, zelfs als ik gefrustreerd rondjes om het huis loop.
Ik hoop op regen tegen de ramen, op storm bij de kust verderop, op welverdiende visjes en wijn aan het eind van de dag bij dat houtkacheltje. En nergens schoonmaakmiddelen. 

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Als je het niet meer verwacht: de tandenfee

Een losse tand! Hoe blij werd je daarvan als kind.
En hoe angstaanjagend is het nu. 

Ineens had ik een spleetje tussen mijn tanden. Best wel sexy, maar waar kwam dat vandaan? En vooral: waar ging het naar toe? 

Stutten

Ik begon pas ongerust te worden toen mijn tandarts – normaal de koelbloedigheid zelve – mijn arm begon te aaien en fluisterend tegen me begon te praten. Of ik wel verzekerd was, bijvoorbeeld.
Ze gaf me een briefje voor de tandenspecialist en zo belandde ik op een regenachtige morgen in een marmeren kliniek vol kunst waar alle artsen in het zwart gekleed waren. Daar volgde een lang en best wel pijnlijk onderzoek. Een specialist in een slanke zwarte coltrui nam mij apart in een gezellig hoekje, en viel al wiebelend met zijn been met de deur in huis: ‘Het is een zware infectie, je zou je ziek moeten voelen. Mijn collega’s zouden nu meteen vier kiezen trekken, ik doe dat mogelijk pas in een later stadium. Want we gaan nu eerst…’ Nog veel meer pijn. En dat dit hele grapje mij duizenden euro’s zou gaan kosten. Ik voelde me ter plekke ziek worden. De tandenfee revisited: ze neemt je tanden én je geld.
Maar ik had buiten mijn vrienden gerekend. Zonder dat ik het wist (want anders had ik het verboden) werd er een inzameling opgezet: actie tandenfee. En zo kwam er ineens geld terug op mijn arme rekening. Niet alles natuurlijk, maar het hielp echt. Mijn beste vriendin zei: ‘We moeten elkaar nu eenmaal stutten in times of trouble – en nu was jij aan de beurt.’
Dat heeft toch wel iets van een sprookje.

 

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Flarden

Mijn twee oude wijze petemoeien kwamen los van elkaar aangevlogen, ze hadden zichzelf uitgenodigd. 

Het waren de oude kunstenares en de oude schrijfster – beiden ruim de zeventig gepasseerd- die op verschillende momenten en manieren een rol spelen in mijn leven. 

Vol

De oude.schrijfster zei: ‘Natuurlijk kun je nu niet schrijven, je hoofd zit veel te vol.’ Dat wilde ik eigenlijk niet horen. Toen kwam de oude kunstenares. Ze nam me mee en stopte me vol met appeltaart en koffie en terwijl ik schranste alsof ik eigenlijk hevig op dieet was, keek ze peinzend naar me en zei:: ’Jij kunt echt fantastisch schrijven, ik draag de teksten die je voor mij schreef nog altijd met me mee.’ Dat klonk al beter. De kunstenares voegde eraan toe: ‘Vijftig is zo jong, je hebt nog zoveel tijd. En alles wat je wilt kan nog gebeuren.’
Dat beaamde ook de oude schrijfster. ‘Neem je tijd,’ zei ze, en ook: ‘Schrijven verleer je nooit.’ We dronken er samen een fles wijn op.
En ja, het is nog steeds Kinderboekenweek. Er was een vergeten dorpsschooltje tussen de maisvelden en een juf uit verhalen die zelf verhalen met haar klas schreef. Hoezo tijdgebrek, hoezo curriculum? De kinderen in haar klas schreeuwden allemaal dat ze barstten van de fantasie en er was een jongen die vroeg: ‘Hoe voelt dat als je een boek schrijft?’
‘Soms heel stom,’ zei ik, ‘maar soms…’ En ik herinnerde het me, heel goed zelfs. 

Ook stuurde Iemand me deze foto. De kinderen hadden vanwege de Kinderboekenweek hun lievelingsboek mee naar school mogen nemen – en kijk nou toch.
Nee, het was geen slechte week. 

 

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Perfect match

Hallo kinderboekenweek! Weet je nog dat ik jarenlang dag in dag uit met je in de weer was?

Dat was toen ik nog vooral voor de basisschool schreef. Dan reisde ik twee weken non-stop het land door. Ik kwam ervoor over uit Spanje, dat waren altijd krankzinnige weken van den Helder tot Maastricht. Ik verzon elk jaar nieuwe workshops, complete verhaalwedstrijden. 

Reis mee

Nu valt het reuze mee met de drukte en dat is stiekem wel fijn. Ik heb me ook maandenlang nogal verzet tegen het thema, iets met voertuigen. Boten, vliegtuigen, weetikveel. En dan als ondertitel: reis mee.
Maar terwijl ik de komende paar schoolbezoeken aan het voorbereiden ben valt pas het kwartje: dit is een briljant thema. Om mij uit te nodigen, bedoel ik. Want welke kinderboekenschrijver kan claimen dat ie in een echte Landrover gewoond heeft? Dat ie daarmee de halve wereld over is gereisd en ondertussen allerlei boeken heeft geschreven? Moord in de jungle schreef ik op weg naar Senegal, de kaft is zelfs letterlijk onze foto. Vanuit de Landrover werkte ik aan Schiet niet op mijn olifant, het schildpaddeneiland bij Guinee Bissau was de bron voor Stop hou op en sowieso het idee van het meisje dat de hele wereld over reist met haar ouders en intussen detective is, komt natuurlijk direct daarvandaan. 

Ik pak de oude reisfoto’s er maar weer eens bij. Hallo kinderen van de Kinderboekenweek, er komt een schrijver aan, kijk maar, reis mee!

 

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Red ons!

Twaalf kinderboekenschrijvers in spe keken vol verwachting naar me op. Twaalf dromen van een eigen boek, en ik ging ze daarbij helpen.

Het seizoen bij de Schrijversacademie is weer begonnen.

Foetsie

Doe het niet, wilde ik zeggen. Er wordt steeds minder gelezen, dat is echt waar en wordt ieder jaar erger. Het leven van een schrijver is hard en zonder roem. Precies een jaar geleden presenteerde ik zelf met veel tamtam mijn twintigste boek – mijn beste, volgens mensen die het weten kunnen – en waar is dat inmiddels gebleven? Foetsie, bijna nergens meer in de boekwinkel, en in de bibliotheek blijven ze ook maar ploeteren. De komende week hoor ik of ik een beurs krijg voor mijn volgende boek – ik hou mijn hart vast. Waar haal ik anders de motivatie vandaan om weer zo idioot veel tijd en liefde te investeren, hoe krijg ik die eeuwige zelftwijfel terug in zijn hok?
Kabouters, coming of age, parallelle fantasiewerelden achter putten en wastafels. Ik kende alles en al en toch, voor deze toekomstige schrijvers voor me was het nieuw en belangrijk. Ik zag de zin, de fantasie hing bijna tastbaar in de lucht, er was kostbare tijd bevochten. Mogen we beginnen? En ja, dacht ik, ja! En ik luisterde, dacht mee, raakte zelf ook opgenomen in hun verhalen. Schrijf maar, schrijf! Van alle dingen die je kunt doen op de wereld, doe dit. Vol goede moed vertrokken ze, twaalf keer heel erg dapper.

Volgende week is het ook kinderboekenweek. Als iedereen die dit leest nou eens begint met een kinderboek te kopen, gewoon voor zichzelf, zoveel kost dat echt niet. Steun de schrijvers tegen de klippen op! (en ja, mijn laatste boek is dan misschien niet meer op de plank, maar gewoon heel makkelijk te bestellen bij al die andere dapperen: de mensen die nog steeds een boekwinkel durven runnen).

 

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Zonder hoofdletters

Ieder mens kan zijn Grote Liefde ontmoeten, zelfs uit een vorig leven. 

Dat lees ik op Facebook, het staat in een boek, nogal veel mensen vinden het leuk dat de liefde niet alleen Groot maar ook Eeuwig is. 

Amsterdamse fiets

Ik ben nu alweer een tijdje met J en dat is zonder hoofdletters, af en toe rammelt het als een Amsterdamse fiets die altijd buiten staat. J en ik zijn elkaar per ongeluk tegengekomen, daar zat geen Groot Plan achter. Geen enkel plan zelfs; we hadden geen van beiden zin in een Grote Liefde. Grote Liefdes zijn namelijk ook doodvermoeiend – dat lees je dan weer niet in de boeken.
J en ik hebben allebei in het verleden dingen met Liefde in de soep laten lopen en daar hebben we wel en niet van geleerd. We zijn wie we zijn door nogal wat ongedeelde voorgeschiedenis. Ik ken zijn ouders niet, hij mijn kinderen niet toen ze jong waren, mijn leven in Spanje niet of dat in de Landrover en ook al praat ik daar best veel over, het blijft een abstractie. Niks geen soulmates uit vorige levens.
September was bovendien een lastige maand. Terwijl ik in een herfstdepressie kukelde over zo ongeveer alles waar ik mee bezig ben, stonden er door het filmfestival dat J organiseerde ineens tig spotlights op hem. En met die spotlights kwamen ook nogal veel andere mensen, afspraken, onrust. ‘Je bent zeker heel trots op hem?’ Dat vroeg letterlijk iedereen.
En ja. Maar dat gaat dan niet zozeer over het succes, maar over hoe J als persoon heeft kunnen groeien, iets heeft kunnen overwinnen door dit te doen. Daar ben ik super trots op.
En ondertussen probeerde J moedig en met wisselend succes om dwars door alle ruis naar mij te blijven kijken, echt kijken bedoel ik. 

Ik denk dat het zoiets is: elkaar wezenlijk willen leren kennen. En door blijven fietsen als het piept en kraakt (oké, af en toe even naar de fietsenmaker).  Zonder hoofdletter en bijvoeglijke naamwoorden, en we maken er ook geen boek van. Of nouja. 

(Grootse Foto door Lex de Meester)

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Probeer om te keren

Ik heb zo’n verschrikkelijk slecht richtingsgevoel. Ga rustig uit een winkel precies de verkeerde kant op, doe dat helaas ook bij snelwegen en van instructies als ‘ga verder in westelijke richting…’ raak ik totaal van slag. Oké, het westen… eh, waar is de zon?

Maar zo erg als vorige week heb ik het al een tijdje niet meegemaakt. 

Links afslaan, links afslaan

Ik wilde wat adviezen van mijn zus die een wijze yogacoach is. We spraken af in de Wibautstraat. Alleen, ik kwam nooit in de Wibautstraat aan.
Eerst had ik namelijk nog een andere afspraak en die was in Amstelveen. Ondanks google maps verdwaalde ik volledig op die tocht van west naar oost. Het was warm, ik was moe en net iets te druk. Maar het ging pas echt mis toen de telefoon mij ineens het water in wilde sturen. ‘Links afslaan. Links afslaan.’ Dat zei ze terwijl ik hoog boven het water fietste, parallel aan de snelweg. Nee, ik reed dat water niet in – zo erg is het nou ook weer niet – maar van de verwarring ging ik zoveel keer afslaan dat de routebeschrijving definitief op hol sloeg en ik de resterende fietstijd ineens van twintig minuten naar veertig minuten zag springen. Inmiddels was ik ruimschoots te laat voor de afspraak met mijn zus.
Ik stopte op een brug die ik kende (de Berlagebrug – ik las het op het bordje) maar ik was inmiddels totaal gedesoriënteerd, Half snkkend belde ik mijn zus. ‘Ga maar naar huis, ik weet nu zelfs vanuit hier niet meer hoe ik in de Wibautstraat kom.’
‘Ik kom je halen,’ zei ze vrolijk in mijn oor. Even later zag ik haar zwaaiend aan komen fietsen. Ze nam me mee voor koffie en wijze adviezen – ook al had ik inmiddels nog maar amper tijd. Daarom stuurde ze me ook nog een slimme mail en ook maar meteen wat appjes met ademhalingsoefeningen. Meteen voelde ik me een stuk minder verdwaald in mijn drukke leven. Je zou iedereen zo’n zus gunnen.

Maar goed, dat kan dus, ze heeft sinds kort haar eigen praktijk, check maar: yoganandavanpraag.com.

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Zing een liedje voor me

Gespot in de Flesseman: zes wazige oude dametjes.

Op vrijdag doen ze daar een spel om de verleppende breinkracht te trainen. Het betreft hier een doos met kaartjes, twee spelleiders en de opkomst van vandaag die alleen uit vrouwen bestaat.

Een citroen en een kanarie

Zo is er de Indische dame die normaal altijd heel hard vloekt. Nu zie ik ineens de keurige vrouw die zij ooit moet zijn geweest. Ze weet op bijna geen enkele vraag het antwoord, en als het haar dan wordt verteld knikt ze peinzend en zegt steeds: ‘Ach, uiteraard.’ Een andere vrouw – als je goed kijkt vermoed je een carrière als journalist bij een leuk opinietijdschrift – wordt zo gefrustreerd door haar eigen onvermogen dat ze dwars door elke vraag roept: ‘Wat nou weer? Ik versta er niks van.’
Wat is de overeenkomst tussen een citroen en een kanarie? Die vraag weet niemand, ik denk dat het komt door het doordenkwoord ‘overeenkomst’. Maar daarentegen kunnen ze stuk voor stuk alle spreekwoord-kaartjes afmaken.
‘All draagt een aap een gouden ring… mama?’
‘Hij is (mompelmompel) een lelijk ding!’
‘Goed zo! En wat betekent dat?’
Nee, dat weten ze dan niet meer. Van geen enkel spreekwoord. 

Liedjes

Maar dan komen de liedjes. En dan komt er tover in de lucht. In een groengroen groen groen knollenknollenland, aan de Amsterdamse grachten, toen onze mop een mopje was… na de eerste paar woorden zingen ze allemaal mee, uit volle borst. En ik ook. Dit heeft mijn moeder mij geleerd: zingen. Altijd en overal zong ze en zo is haar hele schat aan oude en nieuwe liedjes moeiteloos in mij gestroomd. Zo herinner ik me een nazomer, zo’n vijfentwintig jaar geleden, dat we samen een dagje naar Texel gingen. Het was prachtig weer en we hadden fietsen gehuurd. Terwijl we het eiland over crossten was mijn moeder non-stop aan het zingen. De jonge Anna werd er gek van, nu zou ik er een lief ding voor over hebben om mijn moeder weer zo gelukkig en in haar element te zien.

Ik neem het werk van de spelleidsters over, onze liedjes verwarmen de hele eetzaal. En we gaan net zo lang door tot de helft van de dames inclusief mijn moeder in slaap is gevallen.
Normaal kom ik vaak bedrukt uit de Flesseman, deze keer zing ik luid. Dwars door het verkeer, dwars door Amsterdam. Alleen de bomen dromen…

(foto van 25 jaar geleden)

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Soms mislukt er gewoon iets

Misschien liep ik toch wel door naar Zoutelande.

Zondagavond was voor mij het hoogtepunt van J’ s festival.

Jaws journey

Op het strand werd de film Jaws vertoond. Het was prachtig weer, de zonsondergang was ongelooflijk, de zee ruiste. En Jaws is natuurlijk J’s film maar hij is ook een beetje van ons sinds we samen de sentimental Jaws-journey hebben gedaan in Amerika. Ik had me er zo op verheugd en ook heel erg meegeleefd met het wel en wee van de voorbereiding.
Maar ik was er niet bij.
Ergens op dat festival kreeg ik kortsluiting in mijn hoofd. Misschien door de overdosis aan mensen, waarschijnlijk doordat ik al maanden, inclusief toen iedereen op vakantie was, aan het werken ben en ineens stilviel. Het ging niet. Ik kon met iemand meerijden en liet de zonsondergang pardoes achter me. Eenmaal in Amsterdam realiseerde ik me dat ik nu wel naar mijn eigen evenement kon: iets met film en muziek en veejays waar ik heel hard voor had gewerkt om publiek voor te werven. Ik had steeds gezegd: ‘Helaas jongens, ik ben er zelf niet bij dan. Want Jaws…’

Maar zelfs dat fietstochtje van tien minuten was teveel moeite. Ik zat op de bank en elders in andere dimensies werden films vertoond op grote schermen, klonk muziek, zaten mensen vreselijk te genieten. En ik zat te knikkebollen op die bank. Tsja, dit blogje is net het leven zelf – soms een beetje een anticlimax.
Een van mijn beste vriendinnen herinnerde me gelukkig aan mijn eigen woorden die haar ooit hadden geholpen: ‘Soms mislukt er gewoon iets.’ Ik vond die woorden wijs.

 

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Zoekend naar Zoutelande

Ik ben op een festival. Met een rode loper en alles. (lees verder)

J is de directeur en heeft een galapak aan, net als alle mannen. En de dames in lange glinsterjurken met slepen waar steeds iedereen op stapt want er zijn meer dan 1000 mensen.

Oesters

Nog meer glamour. De hotelkamer die een van de mooiste is waar ik ooit ben geweest. Zeezicht vanuit bed, je ziet de schepen voorbij komen. Op het openingsgala oesters, sushi, champagne, alles onbeperkt. Soort van beroemde mensen op de rode loper en veel gewichtigheid alom. J doet het top, rustig en hypersociaal en knap ook in die black tie.
Ik denk dat dit een heel goed moment is om tegen mijzelf het volgende modezinnetje te zeggen: Geniet ervan. Van de glamour, van het succes van J, van de films. Dus dat deed ik ook vannacht. Ik at oesters en dronk champagne en gaf wel vijfhonderd mensen een handje, ik bleef maar lachen.
Maar vanmorgen werd ik heel vroeg wakker (mijn innerlijke wekker staat standaard op schoolgaande kinderen ingesteld) en toen scheen de zon zo mooi over de Oosterschelde… Het strand hier is eindeloos, je kunt helemaal doorlopen tot aan Zoutelande (daar ben ik nog nooit geweest maar dat klinkt zo mooi: helemaal tot aan Zoutelande).
Dus in plaats van naar het festivalgebeuren te gaan en verder te praten met al die leuke mensen en in plaats van tig prachtige films te gaan kijken of te kijken hoe J elk kwartier een andere inleiding houdt, liep ik ineens – alsof het een vlucht was bijna- de andere kant op. In mijn eentje, blote voeten in het zand. Langs de zee, over het strand, zoekend naar leegte. 

En niet echt maar in mijn gedachten ging ik helemaal tot aan Zoutelande.
En terug.