Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Niks rijmt

Ik haal mijn moedertje op voor een uitje in de middag. ‘Ik heb me ook alvast afgemeld voor het avondeten,’  zegt ze als ze de Flesseman uit komt. Het woord ‘avondeten’ is nooit gevallen.

Sterker nog, ik heb zelf net een etentje met vrienden afgezegd omdat het me allemaal duizelt van de veelheid van kinderen (waarvan nu ook dus een uit huis gaat), vrienden, schrijfklusjes en echt schrijven.

Troijka

Hoe krijg je een oud wiebelvrouwtje van de Nieuwmarkt naar de Jordaan? Uiteindelijk kom ik uit op de fietstaxi. Ik moet me even over enige ik-ben-toch-geen-toerist gêne heen zetten, maar dan is het eigenlijk heerlijk om samen met mijn moeder onder een dekentje over de grachten te worden gezoefd. Ze heeft haar bontmuts op en ik een jas met bontkraag, we lijken wel twee tsarina’s in hun trojka. De lucht zo blauw, wolkjes dansen uit onze mond.
Mijn zus en Liekje geven een zangoptreden. Van die liedjes die iets openkrabben. Nothing rhymes, zingen ze. Zo is het precies. Het ene moment loop ik zingend door mijn huis, wil ik iedereen omhelzen. Het volgende moment duik ik misselijk van de koppijn in een bang hoekje.
Maar nu ben ik blij want Nanda zingt en niemand zingt zo mooi als Nanda. Ik verdraag zelfs het gedonder van mijn moeder. ‘Die dikke man zit precies voor me,’ zegt ze keihard door een prachtig nummer heen. Het volgende moment moet ik haar stutten, valt ze zomaar eventjes in slaap.

Leeg

‘Ik heb genoten,’ zegt mijn moeder wel tien keer in de trojka terug. ‘Zullen wij samen nu een hapje eten?’
‘Je bent nog gewoon op tijd voor je maaltijd thuis,’ ontwijk ik haar vraag. Sterker nog, ze is een van de eersten in de eetzaal. Ik zie het, ik zie alles. De chique vrouw in de hoek met het draadje kwijl uit haar mond, de man die de hele tijd keihard ‘Is het alweer zondag?’ in je gezicht zegt, sowieso al het lege gestaar van die mensen die mijn moeder natuurlijk ook alleen maar zo kent. Het is er te warm en de lucht is dik.
Ik doe mijn moeders jas uit, geef haar wijn, leg een kussentje en een voetenbank bij haar stoel. Vermijd haar smachtende ogen als ik wegga. En ik denk aan de dochter die uit huis gaat, die tintelende verwachting waardoor zij nooit omkijkt als ik haar nakijk.
Het hele leven rijmt niet. Of op een hele rare manier.

15204258_1466369310043975_808423918_o

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Bij Station Lelylaan

Het moment ging bijna achteloos voorbij. Bijna.

Ze is negentien. Ze heeft over de hele wereld gereisd, ook zonder ouders. Ze verdient haar eigen geld, woont amper nog thuis. Dus de volgende stap – haar eigen kamertje in een studentenflat- is logisch, die zag je van kilometers ver aankomen.

Allemaal studenten

Dus daar zaten we, aan haar studenteneettafel. Je doet erg je best met het leuk vinden, zei ze glimlachend. Ik weet heus wel dat je niet van flats houdt en buiten de ring ook nog.
Het is een lichte en ruime kamer zei ik koppig. En je ziet Station Lelylaan gewoon liggen. Bovendien: dit was toch precies wat je wilde: allemaal studenten, lekker met elkaar en toch je eigen plek?
Aan die keukentafel van haar kregen we een gesprek dat we misschien eerder hadden moeten voeren. Over scheiden, over pijn, over ruimte voor jezelf, ja ook voor haar.

En later zat ik alleen op de bank in mijn huis te wensen dat het negentien jaar eerder was. Alleen maar dat kleine baby’tje tegen je aan, alleen maar vasthouden. Mijn wonder van een kind. Kusje erop.

bloems-birthday-24

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Heel maken

Ik droomde dat mijn jongste dochter dood was.
We moeten nog een afscheidsceremonie doen, zei ik steeds. Ik bleef maar slaaphuilen.

De wekker ging en ik ging gauw kijken, ze zat rechtop in bed. Ik omhelsde haar en ze duwde me weg. ‘Jezus mam, ik ben net wakker.’ Ze kwam naar beneden met haar telefoon, keek even walgend op toen ik yoga ging doen, at haar liefdevol door mij gemaakte ontbijt (warme toastjes, geschuimde melk met honing, een  gepeld mandarijntje) liggend op de bank met haar telefoon en fietste weg zonder om te kijken. O ja, dacht ik, daar ging die droom dus over.

Theepot

Er gaat steeds van alles kapot. Mijn mooie Andalusische schaal viel bovenop mijn nieuwe designtheepot. En ik was nog wel zo trots op die theepot, hij stond steeds zo huiselijk te dampen op de nieuwe tafel. Deze website moest dagen uit de lucht omdat enge spammers probeerden hem te crashen, het is nog steeds gevaarlijk daar. De ergste aanval kwam vanuit de Seychellen, je zou er bijna zelf naar toe vliegen om het op te lossen… En toen  dat eindelijk weer een beetje rustig leek, begaf mijn computer zelf het en moest ik naar de Genius Bar waar ze niks anders doen dan kapotte dingen weer heel maken – maar dan heel hip.
Het kan ook zo. Ik heb mijn toverstokje van de Indianen gepakt. Dat moet je aansteken en de rook jaagt alle slechte energie weg. Met dat brandende stokje ben ik bezwerend door het hele huis gelopen, zelfs tot in de wc. Nu ruikt het overal een beetje naar wierook en gaat er niks meer kapot.

En dat kleine kinderen groot worden is maar goed ook. Ook voor de moeders.

15133940_1459921107355462_1777463661_o

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

De vrouw die ik altijd wilde zijn

Misschien was ze wel de belangrijkste reden dat ik naar de freelancersborrel was gegaan: om me te laten inspireren door een van de meest sterke vrouwen van Nederland.

Alleen al van de oplagecijfers van haar blad gaat je hoofd tollen. Niet voor niks hebben ze tijdelijk kantoor bij Facebook, er is geen enkele community die zo hard groeit. En aan het hoofd van dat imperium staan diverse zelfverzekerde vrouwen, zulk soort vrouwen als ik altijd wilde worden.

Opwindend

De vrouw die speechte deed dat elegant, aanstekelijk en uiterst professioneel. Tijd lijkt geen vat op haar te hebben en dan bedoel ik niet dat ze gebotoxt is want dat heeft wel vat op je. Nee, ze was gewoon een sexy schoonheid van zichzelf, een van de weinige vrouwen die ineens een bril kan dragen en dat het dan een fashion item is. Altijd precies de goede kleren, precies het leuke lichaam en haar, op zo’n feestje sprankelend en ontwapenend maar altijd 100% in charge. Zelfvertrouwen is zo opwindend. Zo’n soort vrouw wilde ik vroeger altijd worden. Sex appeal! Macht! Brains!
En die borrels zijn altijd op precies de goede plek (sinds wanneer is de Reguliersdwarsstraat weer de hipste uitgaansstraat van Amsterdam? Mijn dochter wist het al wel). Er waren oesters, groentespiesjes met houmous, een vette vrouwelijke deejay en heel veel vrouwen en ook leuke mannen die alleen maar SUCCES ademden. In alles.

Jargon

Onmiddellijk sloeg de vervreemding toe. Het gigantische lawaai zodat er geen gesprek mogelijk was. Opgepropt staan in het bijnadonker. Het jargon. ‘Social is het nieuwe publishing’ zei de powervrouw. En ook: ‘Jullie zijn allemaal content.’ Wat natuurlijk niets anders is dan wat ik de kids in de klassen altijd voorhoud: inspiratie is geen toverwolkje in de lucht, jullie zijn zelf de verhalen. Maar toch klonk het anders.
Of eigenlijk was het vooral dat idee van maakbaarheid. Van geluk. Van succes. Van je hele leven.
Ik ga die vrouw nooit zijn.

15133971_1455841947763378_1245805981_o

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Wereldreizen

Een blauwe envelop op de deurmat. 150 achtstegroepers enthousiasmeren voor de literatuur. Kinderbijslag aanvragen. Het programma van je website laten updaten. Glas naar de glasbak verplaatsen. Voor de duizendste keer al die lange haren controleren op luizen. Je tanden flossen, wederom met je vinger naar de dokter.

Ik wilde o ik wilde dat ik niet overal zo tegenop zag.

Getob en gepieker

Ik maak zelfs lijstjes van alle erge dingen, alsof ik ze daarmee kan bezweren. Die lijstjes verplaatsen zich van dag tot dag in mijn agenda, tot ik ze ineens weer kwijtraak. Die lijstjes dus, de dingen zelf nooit. Die tikken je steeds harder op de vingers. Regel nou eens fatsoenlijk je BTW-aangifte als een volwassen vrouw. Schrijf die brief aan de school van je kind over speciaal vakantieverzuim. Bereid je lessen eens een keer op tijd voor in plaats van zo hapsnap op de valreep. Geef aardig antwoord op die lieve fanmail die al weken in je mailbox bungelt. Bel je moeder, je schoonmoeder, je collega voor die sollicitatie en tsjonge maak nou eens gewoon die stapel post open, misschien valt het wel mee…
Het valt altijd mee, dat is het punt niet. Maar dat getob en gepieker vantevoren lijkt wel steeds groter te worden zodat het samen met de dingen zelf voor je het weet je halve dag opslokt. Dat was het allergrootste voordeel van in een Landrover wonen en over de wereld reizen: er kwam geen post en geen mail en geen uitnodiging voor iets met lesgeven, voor alle instanties was je van de radar.

Bossche bollen

Dus dan gaat eindelijk die wekker om kwart voor zes nadat je om kwart voor vier en kwart voor vijf alvast bent wakker geschrokken. Dan zit je dus in het donker en in de regen in de trein als een mol. Dan staan er inderdaad een dag lang 150 achtstegroepers te popelen om een echte schrijfster te ontmoeten.
En die kids zijn gewoon lief. Net als de twee ouderwetse bibliothecaressen en het bibliotheekje dat stiekem alle modernisering heeft overgeslagen op het ingeslapen dorpsplein. Ze nemen je mee uit lunchen, die vrouwen, en het lokale succesgerecht is een bord met drie witte boterhammetjes: 1 met een merkloze kroket, 1 met bruine rosbief en een met een schriel gebakken ei, en een toefje huzarensalade overal overheen. Dat je dan later op de terugweg van pure opluchting halverwege  uitstapt om echte Bossche bollen mee te nemen voor thuis waar je – even- als een wereldreiziger wordt ingehaald. En je bent niet eens moe.

15053312_1453263884687851_1334307788_o

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Voelen

Het was Sint Maarten. De intocht van Sinterklaas. En ik was alleen.

Het is bijna pathetisch hoe ik hang aan tradities en rituelen, dus dit leek me een goede oefening in loslaten.

Hoofdpijn

Ik rende niet weg naar de sportschool, ik boekte mijn weekend niet helemaal vol. En toen de hoofdpijn van het niks zich aandiende, greep ik niet onmiddellijk naar de pillen. Ik deed wat iedereen zegt dat je moet doen als frisgescheiden vrouw: extreem goed voor jezelf zorgen. Een beetje zoals in het vliegtuig: eerst je eigen zuurstof regelen, dan pas anderen helpen.
Ik nam dus een gezichtsmasker dat ik al twee maanden geleden van mijn dochter kreeg. Ik maakte een healthy breakfast waar de groene meisjes trots op zouden zijn. Ik zette kannen water klaar die ik leeg moest drinken, deed yoga, lakte al mijn negentien nagels. En de vinger die nog steeds ziek is, mocht liefdevol heel lang badderen in de soda. Ik stofzuigde mijn huis en waste al het beddengoed.
Ik keek de intocht, huilde een beetje om al die wezenloos blije kinderen en de geruststelling dat het allemaal gewoon doorgaat. Was ook oprecht blij dat ikzelf nu niet ergens op een koude kade stond met een oververhit kind op mijn arm en ogodschoencadeautjes.
Ik wachtte tot de hoofdpijn zou zakken, tot alles zou zakken. Zo’n lege dag duurt best lang.
Toen deed ik een bloem in mijn haar en ging met de trein naar de voorstelling (zie foto) van mijn lieve vriendin Esther. Ik had de eerste gezien en dit was de laatste. Esther straalde alleen maar kracht en schoonheid uit, na afloop wilde ik de hele tijd dicht naast haar staan: kijk, mijn vriendin!

In the end these things matter most: How well did you love? How fully did you live? How deeply did you let go?
― Buddha

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Schuilen

Goeiemorgen schatje zei ik en schoof de gordijnen open – en weer dicht, het was nog te donker, je zus en ik zijn nogal van slag omdat Donald Trump gewonnen heeft.
Met een ruk zat ze overeind en graaide naar haar telefoon. Whatthefuck, zei ze, whatthefuck whatthefuck.

De avond ervoor zat ik nog met tien jonge mensen om de tafel. Sinds kort geef ik elke dinsdag studentenetentjes voor de dochters, hun vrienden en collega’s, maar ook voor de baristas van het Mandelahuisje, ik zorg nog steeds graag een beetje voor ze. Vorige week was het nog rustig, deze week hadden ze er kennelijk zin in. En ik dus ook, ik heb die enorme tafel niet voor niets middenin mijn huis gezet.

Gezoend met een Trumpfan

Ik liep heen en weer met schalen en luisterde naar de verhalen over nieuwe studies of juist stoppen met studies, over reizen, over vriendjes of juist uitmaken. Er was er eentje die per ongeluk had gezoend met een Donald Trumpfan, daar werd nog vrolijk om gelachen.
Later vertrok een aantal om in de kroeg naar de verkiezingen te gaan kijken, de oudste dochter en Karlijn klommen in mijn bed bij de tv en bleven de hele nacht wakker. Alsof we meemaken hoe Hitler opnieuw aan de macht komt, zeiden ze. Zelfs de jongste, normaal nog heerlijk argeloos en speels, zat de volgende ochtend in alle vroegte bleekjes op de bank. Het komt goed, wilde ik zeggen, iets over zachte krachten en het goede in de mens, in alle mensen.
Ik zei het niet en iedereen fietste weg, moedig de regen in.

Ze zijn sterk en buigzaam, de jongens en de meisjes die ik aan mijn tafel had, hun levens zijn nu al behoorlijk gecompliceerd. Een argeloze jeugd is misschien sowieso wel een mythe.
Maar wel eentje waar ik graag een beetje in geloof. Met mijn tafel als schuilplaats, een goed bordje eten en de gordijnen vroeg dicht.

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Huilen

Stomtoevallig zag ik dit wekend twee films over mijn allergrootste angst.

In Don’t look now (ouwe film, nu opgepimpt) gaat meteen in het begin het kind dood. In Tonio ook.

Zweven

Bloem wilde naar Tonio omdat het de Nederlandse Oscarinzending is. ‘Er zitten hier alleen maar huilende bejaarden in de zaal,’ constateerde ze geamuseerd (ikzelf zag een gevarieerd en vooral aandachtig publiek). Toen had ik haar wel al dringend toegefluisterd: ‘Niet doodgaan hoor, dat is een bevel.’
Het venijn zit in die film in het begin. En dan bedoel ik niet eens het kind dat doodgaat.
Don’t look now had ik al wel gezien in mijn studententijd. Wat ik niet onthouden had (waarschijnlijk omdat ik het toen bejaardenseks vond) was de prachtige liefdesscène tussen de ouders van het kind, echt adembenemend mooi.
Daar zit de pijn en daar zat het voor mij ook bij Tonio. Niet in de momenten van radeloosheid en diep verdriet, die zien er precies zo uit als je verwacht. Maar in die paar gesublimeerde momenten van licht die je deelt met een ander. Je kind. Je geliefde. Even stopt alles, zelfs de dood. Terwijl je natuurlijk heus wel weet dat… of juist. Die pijn dus.
Dat kan je al voorvoelen als je samen met je dochter  in de bioscoop per ongeluk veel te veel popcorn zit te eten uit 1 reusachtige bak.

Don’t jinx it. Daarom een neutrale foto van de kerstverlichting in de straat, gezien vanuit mijn raam. Geen kerstboom meer nodig.

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Herfst

‘Nog heel even,’  zegt mijn vader, ‘en dan komt er een gi-gan-ti-sche crisis.’

Ik zie mijn vader niet zo vaak maar een keer per jaar gaan we een hele dag herfstwandelen, meestal op de Veluwe of bij het Gooi. Dit jaar passen we ons aan bij mijn huidige staat van zijn: het Amsterdamse Bos.

Rugzakje

Je zou denken dat je daar snel mee klaar bent, met dat Amsterdamse Bos, maar mijn vader heeft routekaarten bij zich en een Plan: de Vijverwandeling verbinden aan wandeling nummer 4 via nummer 3, met een detour om te lunchen bij de geitenboerderij. Hij heeft zijn vaste wandelrugzakje bij zich met water en energierepen erin en toch maar een regenjack. Ikzelf loop op mijn laagste hakjes door de bladeren te stampen met aan mijn pols een felgestippelde paraplu.
Wij praten zoals altijd stevig door. Mijn vader vraagt naar mijn boek in wording en ik houd een lange monoloog, zoekend naar de kern die zich zoveel makkelijker laat opschrijven dan vertellen. ‘Het is dus niet heel maatschappelijk,’ hoor ik mezelf tenslotte wegebbend zeggen. Waarop mijn vader de bal inschiet. Zijn droeve stokpaardje: de wereld staat in brand, het milieu, de armen en de rijken, de haat en de oorlogen. De crisis die we nu gaan krijgen en die zal lijken op die van vlak na de Gouden Eeuw. Geen sprake van dat mijn kinderen onbekommerd zullen opgroeien.
Mijn vader weet alles. Hij praat snel, analytisch en extreem goed gedocumenteerd. Zelfs het bos verliest zijn gouden glans.

Geitenboerderij

Bij de geitenboerderij eten we met grote happen dikbelegde broodjes en dan ook nog heel veel  ijs als ware het ons laatste avondmaal. Daarna valt mijn vader eventjes in slaap, zomaar tegenover me aan de tafel. Baby’s en bejaarden alom, op deze doordeweekse herfstdag. En mijn vader en ik.

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Je ogen glinsteren zo

Wat maakt een huis een fijn huis?

Een bank om languit op te liggen, boeken, een kat  en vooral… een tafel.

Stoere types

Twaalf weken levertijd had ie, de steigerhouten ronde tafel. Maar dat zeiden ze pas toen ik al betaald had. Dus deden we hier eerst iets met bordjes op schoot en later kwam een lief iemand een schattig retrotafeltje brengen van oranje formica. Daar zaten we best wel knullig aan, een beetje alsof je speelt dat je aan een tafel zit.
Gisteren was het zover. ‘De chauffeurs brengen de tafel alleen tot aan uw deur.’ Het kostte me een week schaamteloos bellen en appen, toen had ik gelukkig een rommelig groepje stoere types bijeen die even zouden komen voor het takelen van de tafel. Die vervolgens ruim een uur te laat kwam, dus daar stonden ze dan, de buurmannen en andere schatten die keurig op tijd van hun werk waren weggerend.
‘We krijgen hem wel over de trap,’ zei iemand monter. We kregen hem niet over de trap. Dat werd dus weer het touw en blok en het oranje afhoutouw. En weer allemaal toeristen met camera’s. Daarna bleef iedereen meteen maar eten, negen stoelen, schalen, flessen, kaarsen… en er was nog steeds plaats.

Dat iedereen kan aanschuiven, vrienden en buren en collega’s en kinderen en hun vrienden. Eetfeestjes, het allerleukst als het per ongeluk gebeurt zoals gisteren, stiekem ben ik nog steeds een beetje herbergierster. Vanaf de overkant van de tafel bestudeerde de jongste me. ‘Je lacht de hele tijd. En je ogen glinsteren zo. Ja, je bent echt heel blij.’