Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Fantoompijn

Te veel, te haastig, te moe. En ik laat het bovenraam te snel dichtvallen, bovenop mijn vinger.

Het bloed spuit tegen de muur.

Vrouw alleen

Het eerste halfuur ben ik blissfully verdoofd van de pijn, zodat ik Dunya die geschrokken haar bed uit komt rennen kan geruststellen. Daarna enorm last van het ‘vrouw alleen’ gevoel. Wie stelt mij gerust, wie stelpt het bloeden, wie klapt mijn bed voor me uit (onmogelijk met maar een hand)? Dat is heel wat minder grappig dan hoe ik laatst in de vitaminewinkel tegenover mijn huis stond: kan iemand even mijn jurk dichtritsen?
Mijn vinger moet naar de dokter in Noord, waar ik voor het eerst weer kom na de verhuizing. Ik zie de schoonheid van het IJ, maar ik fiets ook door een grauwsluier van verdriet, nog maar zo kort geleden. Fantoompijn.
Na een slapeloze nacht krijg ik de volgende dag een aanval van op migraine lijkende hoofdpijn. Urenlang lig ik moed te verzamelen om naar de Albert Heijn te lopen, wat ik klappertandend en zwetend doe, en daarna kook ik met mijn laatste krachten een verrassend goede maaltijd voor Dunya en haar vriendin waar ik uiteraard zelf geen hap van naar binnen krijg.

Thuis

Waarom ik dat dan toch nog doe, boodschappen, koken? Ik weet het zelf niet precies. Maar de dochter van zeventien stuurt een berichtje: ‘Ben om zeven uur thuis.’ Ze woont dezer dagen, met haar vader op zakenreis, heel stoer alleen en zorgt voor zichzelf. Als ik haar dan later best moe bij mij op de bank zie zitten met een bordje goed eten, ben ik blij dat ik haar dat kan geven. En ook om dat woord.

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

The perks of being trashy

Ik mag haar niet meer voorlezen. Nee, daar ga ik niet dramatisch over doen.

Het is sowieso een wonder hoe lang wel… en dat zij die nooit leest zo toch stiekem een mooi repertoire aan jeugdklassiekers heeft meegekregen. Daar kan ze nu goed gebruik van maken bij Nederlands.

Netflix

Video killed the radio star. In de remake van dat liedje moet iets met Netflix in plaats van een boek voor het slapengaan. Hoe verrukkelijk: een groot bed helemaal voor jezelf alleen en de helden en heldinnen van Homeland, Narcos, Orange is the new black die je in slaap komen kletsen met al hun dramatische geleef. Je hoeft zelfs het nachtlampje niet meer uit te doen, alleen die klep van de laptop naar beneden.
’s Avonds kijk ik soms mee met de jongste. Expedities en topmodellen  en Amerikaanse soap. Af en toe legt ze haar hoofd op mijn schouder, alleen al daarom. Wat mijn oudsten soms zeggen ‘Ik wil wel weer eens naar het concertgebouw’. Of: ‘Zo fijn dat ik een museumkaart heb.’ Dat ze oprecht blij zijn met een goed boek, je filmhuisfilms aanraden. Dat is niet het geval bij de jongste. Net zoals ze zelf wel zorgt voor haar dagelijkse rantsoen aan chips, kauwgum en ijs, wat ze niet zo gauw van mij krijgt, neemt zij haar portie cultuur in eigen hand. Ook lekker trashy.

Twist

Gisteravond zag ik mijn kans schoon. The perks of being a wallflower, zogenaamd een high school movie maar ondertussen gebaseerd op een gelaagd en gevoelig boek. Met een gruwelijke incest-twist op het eind. ‘Zullen we die film gaan kijken Dunya?’ Het mag, maar wel in haar bed. En ik moet niet zeuren als ze ondertussen op haar telefoon zit. ‘Niet de hele tijd zeggen: kijk je wel? Zie je het wel, wat er nu gebeurt?’ Ze pakt er een zakje chemisch knettersnoep bij en ik zeg niks.
Dit is goed, denk ik, terwijl we op ons buik voor de laptop liggen. Diepgang door kunst. Zoals haar grote zus ook zegt: ‘Ze moet wel een beetje weten wat er gebeurt in de wereld.’
‘Maar wat was er dan aan de hand met die tante?’ zegt Dunya aan het eind van de film. Ze snapt het echt niet en ik moet het haar uitleggen, wat ik snel en luchtig probeer te doen. ‘O,’ zegt Dunya, en ze grijpt alweer naar haar telefoon.
Ze leeft op een felgekleurde snoepwolk, denk ik terwijl ik haar kamer uit loop, zo argeloos en schijnbaar zorgeloos. Ach lieverd, blijf daar nog maar lekker héél lang zweven…

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Verwonderen

‘Als ik er niet bij was, zou je dan ook tegen je oven praten?’

Ik realiseer me dat ik net: ‘Stil maar, ik weet het’ heb gezegd tegen de oven waarvan het alarm aan het piepen is en ik zeg tegen mijn dochter: ‘Als jij er niet bij was, had ik ook nog tegen de taart gepraat. Dan had ik verteld dat ik hem zo zou bevrijden net als de warme broodjes uit het sprookje van Vrouw Holle.’

Colour coded bookshelves

Het huis sprankelt en ademt, het bruist, een komen en gaan, van verwachte en onverwachte passanten. Ik geef mijn eerste diner party, er gaan er nog heel veel komen. De vriezer vult zich met taartbodems, de wasmachine en afwasmachine ratelen, de wifi knettert. De straat blijkt levensgevaarlijk, ik word vrienden met de wijnman van de Grape District, vind het ultieme lampje bij Zenza en het zoveelste lievelingsrokje bij Simone van Luba ( bij wie ik 19 jaar geleden in tranen weer mijn eerste niet-positie rokje kocht na de bevalling van Bloem, ik was Simone’s eerste klant).
In de momenten dat ik de hangbank voor mezelf alleen heb, verwonder ik me. Ik kijk wel een uur naar de fonkeling van dat nieuwe lampje op het plafond Naar de colour coded bookshelves, die een vriendin zo heeft ingericht. Naar het licht dat stofjes laat dansen door het hele huis, naar mijn nieuwe theepot, koektrommel, de afwasmachine zelfs: wow, kijk eens hoe schoon.
In de ochtend is alles nog nieuwer. Dag schoon morgenlicht, zeg ik. Dag espressoapparaatje, dag bankje achter op het mini-platje. Dag krantje op de tafel, spiegel aan de wand, ha fijne badkamer met al mijn spulletjes erin. Hé scheef oud huisje met je ruim 200 jaar aan verhalen, hier ben ik, luister je nu een tijdje naar dat van mij?

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Vieren

‘Nee natuurlijk kan ik niets afspreken de 17e,’  zegt mijn jongste dochter. ‘Je wilt toch niet zeggen dat je die datum vergeten was?’

Vanaf nu ga ik het onthouden: de verkeringsdatum van mijn dochter, die nu ’10 maanden heeft’ met de leukste dertienjarige schoonzoon die je je kunt wensen. Lief en stoer en zichtbaar dol op mijn kind, die jongen. En laatst bracht hij zelfs bloemen mee voor mij, dat heeft geen vriendje van de andere twee ooit gedaan (hoewel Chaia’s Spaanse novio wel heel galant was en altijd volhardend mijn blogjes zat te lezen met google translate).

De timeline van de liefde

Dat vieren van data, van momenten, ik ben er dol op. Een memorabele avond met een spectaculaire volle maan plaatst een tijdlang alle volle manen in een ander licht. Ik koester graag het begin van een vriendschap, het begin van een verliefdheid. Maar ook de dag dat alles zwart werd… en weer licht, later zoek ik vaak de datum terug, bijvoorbeeld door oude mailtjes erbij te halen. Ankerpunten in de timeline van de liefde.
Zo hebben Ilco en ik bijna zeventig keer 2 oktober en 2 april gevierd, de dag van de eerste zoen (en een halfjaar na de dag van de eerste zoen). Waar we ook waren, we gingen samen uit eten, soms in een ander land of in een beeldschoon hotel. Ilco is nogal goed in vieren.
Dit jaar op 2 oktober kwam hij terug uit Mexico en reed ik net weg met het verhuisbusje. Ilco stelde voor om toch samen het glas te heffen die avond, maar dat kon ik niet goed. Soms valt er gewoon even niets te vieren.

‘Hij heeft voor me gekookt,’ zegt de dochter desgevraagd. ‘Pasta en gehaktballetjes.’
‘En, was het lekker?’
‘Heel lekker,’ zegt Dunya. ‘Al waren de gehaktballetjes een beetje aangebrand. Maar ik heb ze gewoon opgegeten.’
Ze wordt groot, mijn kind.

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Glamour

De kinderboekenmarkt Den Haag, dat is the place to be.

Traditioneel de spectaculaire afsluiting van de kinderboekenweek, bruisende ontmoetingsplek van kinderen en heel veel schrijvers. Jaar na jaar gemist vanwege Spanje. En nu ik eigenlijk niet meer schrijf voor de basisschool was ik eindelijk uitgenodigd.

Ziekenhuis

Het was een prachtige dag en een wonderlijke plek. Ergens in de outstkirts van de Den Haag, je moest vanaf de tram nog zeker tien minuten lopen door een gigantisch verlaten winkelcentrum. Maar daar was het: vlaggen, kinderen, veel kinderen.
Misschien was het gebouw ooit een school geweest maar het deed meer denken aan een ziekenhuis. Lange steriele gangen van niks naar nergens. En kraampjes in die gangen, zoals dat is met een markt. Ik speurde naar bekende collega’s. LR zag ik, in een flits. Muizen natuurlijk. De meest fancy kraampjes waren van schrijvers die iets in eigen beheer hadden uitgegeven. Mijn uitgeverij – toch de koning of op zijn minst de koningin onder de kinderboekenuitgevers – vond ik uiteindelijk in een soort gymzaal, naast een enorme tafel met Spaanse kinderboeken (beneden had ik in een ander verlaten hoekje ook al een lege ruimte vol Duitse boeken gesignaleerd).

Giraf

Er was een podium in een uiterst donker zaaltje met een leuk programma en een heerlijke presentatrice. ‘Jongens, blijf vooral nog even, het wordt hier nog heel leuk,’  hoorde ik haar toen ik binnenkwam licht wanhopig roepen tegen de paar kinderen die net weg aan het lopen waren achter een man verkleed als giraf. ‘Wat een hitte daarbinnen,’  hoorde ik een paar ouders mompelen. Dat trotserend was ik getuige van hoe de gerenommeerde schrijfster TD die volgens mij speciaal over was gekomen uit Frankrijk prachtig begon voor te lezen voor drie kinderen en een verder lege zaal. En hoe daarna de bekende superheld en rasentertainer MvD zich dapper uitsloofde voor vijf.
Daarna ging ik iets vertellen over mijn vijftienplus boek voor diezelfde paar achtjarigen. De presentatrice en ik worstelden ons erdoorheen. As toetje moest ik nog signeren. Het lag zeker niet aan mijn uitgeverij die stapels boeken had aangesjouwd. Maar in het zaaltje was alleen maar een vaag tafeltje in de verste hoek beschikbaar zonder aankondiging erbij. En hoewel de ruimte was geafficheerd als ‘Young Adult Zaal’ zagen wij vooral dezelfde man in zijn giraffenpak. Die goede zaken deed, daar niet van. ‘Je mag wel gaan hoor,’  fluisterde het PR meisje van de uitgeverij mij schaamtevol in het oor.
Gelukkig was het strand dichtbij.

(foto van een ander optreden deze kinderboekenweek).

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Kerken en fonteinen en andere shit

Morgen komt ze terug uit Rome. En het is een beetje alsof ikzelf terugkom.

Zal ik over dertig jaar vertederd voor de derde keer naar dezelfde foto’s kijken van een rommelig groepje pubers poserend op het forum romanum? En dat het dan mijn kleindochter is die daar staat?

Blonde halfgod

Van mezelf herinner ik me vooral een totale desinteresse voor alles wat oud was. Ik was 16 going on 17 en werd totaal niet opgewonden van een zootje stenen waar ik met geen mogelijkheid het decor in terugzag van al die Griekse en Latijnse teksten die we dag na dag moesten vertalen op school. Wel weet ik nog heel goed hoe ik afdwaalde van de rest van de klas omdat de wilde bloemen zo mooi bloeiden. Dus daar zat ik met mijn discopermanentie en een geel geblokt bloesje, dat weet ik nog precies, tussen de gele bloemetjes met mijn gezicht naar de zon. De pizza’s, die herinner ik me ook nog. Nooit meer zo lekker pizza gegeten als toen in Rome, de eerste keer in mijn leven dat ik pizza kocht van mijn eigen geld. Zittend op de Spaanse trappen at ik het op, een piepklein puntje, totaal immuun voor de hitsige Italiaantjes om me heen, ik had immers serieuze verkering thuis in Nederland, mijn eigen blonde halfgod.

Blaastesten

Op de voorlichtingsavond van de school van mijn dochter kwam het allemaal weer terug. O ja, Rome. Kerken en fonteinen en andere shit. En die momenten waarop we even vrijgelaten werden en heel volwassen op een terrasje gingen zitten met een sigaretje en een wijntje. Ja, er werden kinderen dronken, maar dat hoorde erbij, dat kotste je wel weer uit.
Ik heb daarom echt te doen met mijn dochter als ze de eerste avond een mopperberichtje stuurt dat ze zo streng zijn op drank dat de kids zelfs blaastesten moeten doen. Een slok alcohol betekent meteen met het vliegtuig naar huis ’En de Italiaanse wijn is juist zo lekker,’ antwoord ik onpedagogisch. Gelukkig ziet mijn dochter beter dan haar moeder vroeger hoe mooi alles daar is, dus de berichtjes worden steeds vrolijker. ‘Alleen geef ik wel veel geld uit,’ staat er ineens. ‘Ik heb zo’n mooie bh gekocht!’ Een bh uit Rome is nooit geldverspilling, schrijf ik haar terug. Ik heb haar goed opgevoed!

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Mijn moeder de glazenwasser

Amsterdam slaapt, heel kort maar toch. Ergens in de vroege ochtend valt alles stil, gedurende een uurtje of drie.

De scooters, de kroeglopers, de rolkoffers, de timmermannen, de fietsbellen. En de geuren: de hashdampen, de patat en shawarma, het verse brood van alle concurrerende bakkers, altijd wel eentje open. De ratten, de gekken, de wezenloze toeristen en de nonstop vuilnisauto’s. Als een dikke, vette hoer knipogend achter haar raam, zo komt Amsterdam bij me binnen.

Snackbar

Naast de snackbar, ik vond dat niet heel sexy klinken. Maar voor mijn dochters bleek dat juist een grote attractie. ‘Dag en nacht verse patat, de hemel,’ verzuchtte Chaia.
Er lopen hier ook vage mannen met bolhoeden door de straat die zichzelf ‘buurtgastheer’ noemen. Martin is mijn favoriet.  Hij veegt je stoepje, spreekt stoepfietsers en foutparkeerders streng toe en praat en praat met iedereen die niet door hem heen kijkt. Voor de deur ontmoet hij mijn moeder en algauw hebben die twee een gesprek waar ikzelf ver buiten sta. Als ik eindelijk de stomme rollator weer heb uitgeklapt, hoor ik hem tegen mijn moeder zeggen” ‘Dus dit is jouw ouwe buurtje? Wat leuk.’  Wat niet waar is, het is MIJN oude buurtje, twee dochters zijn hier om de hoek geboren. Mijn moeder woonde juist altijd aan de andere kant van het Damrak. Maar ze knikt enthousiast naar de buurtgastheer en voegt er zelfs de cryptische zin aan toe: ‘Ik heb hier vroeger nog alle ramen gelapt in de hele straat.’
‘Dat waren toch echt andere tijden he?’ zegt de buurtgastheer warm en vol begrip.

Slaapliedje

’s Nachts wiegen de geluiden van de stad mij als een lullaby of Harlem in slaap. De buren hebben een feest, altijd wel ergens. Niemand klaagt, niemand is hier immers komen wonen voor de rust. Ik slaap zacht verder. Onduidelijke funk. Eindeloos geklets, door hormonen gedreven studenten. Om even wakker te schrikken van Dunya, die met haar hele meiden-slaapfeestje van vier vriendinnen de trap af komt stommelen, blote voeten en alles. ‘Waar gaan jullie heen?’ mompel ik, want mijn bed is in de woonkamer. ‘Even patat halen, goed? En daarna echt slapen, mam, beloofd.’
Ik wacht tot ik ze terug hoor komen, de frietgeur komt met hen mee. En dan zak ik toch nog diep weg in die paar zeldzaam stille uren. Nog ver voor het licht is, begint het buiten alweer te rommelen. Het hotel zet de tafeltjes buiten, de bakker verleidt de eerste vroege fietsers op weg naar hun werk en misschien een verlate nachtvlinder. Glasbak, vuilnisauto, timmerman. Ik open de gordijnen.

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Song for the Asking

‘Geloof jij ergens in?’ vroeg mij de wijze zentherapeute toen ik op een kille winterdag vorig jaar vrij wanhopig naar haar toe was gevlucht.

Ik marchandeer met de kosmos, dat is wat ik doe.

No more tears

De kosmos die altijd en overal is, daar niet van. ‘No more tears,’ bibberde ik tegen de fonkelende oud en nieuwlucht vorig jaar, we deden iets met je diepste wensen toevertrouwen aan ballonnen. Op 1 januari stortte ik alweer in. Hoe mijn kindereen keken als ze me weer met rode ogen in de keuken aantroffen… Jezus, nee toch, niet wéér? De jongste maakte er een gewoonte van mijn gezicht eerst even te scannen voor ze besloot wel of niet een gesprek te beginnen als ze thuiskwam van school.
Deze zomer heb ik de kosmos vrij dwingend aan het werk gezet. Vind me een huis! En ook: vind me een leuk nieuw parttime baantje naast het schrijven voor als de herberg stopt. Soms stond ik minutenlang  in de wind over het IJ te staren als een modern vrouwtje van Stavoren. Kom op, help eens mee daarboven.

Omhelzen

Ik ben de kosmos ook altijd oneindig dankbaar. Deze herfst dans ik elke dag als een blij kind door mijn huisje en ik wil iedereen omhelzen die lief voor me is – en dat zijn er zoveel. Dat baantje is nog niet helemaal gelukt (ja jongens dit is een open sollicitatie, niks te kosmos, rechtsstreek naar jullie).
Hoewel. Deze week lag er een brief op de trap. Ze waren laat, het fonds voor de letteren en voordat ik de envelop opende, maakte ik een snel noodplan voor als het een afwijzing zou zijn. Maar het was een royale schrijfbeurs, het bedrag stond de dag erna al op mijn rekening. Als er ooit iets goed getimed was, om heel veel redenen… Ja, daar word ik wel gelovig van.

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Moeders vleugels

Gisteren was het kinderboekenbal, een van de hoogtepunten van het jaar. En yes, ik had kaartjes bemachtigd. Samen met Jowi, dubbel leuk.

Ik kijk steeds in mijn agenda. Klopt het wel, al die lege bladzijden? Moet ik niet…? Ja, ik moet wc-borstels kopen en schilderijtjes ophangen en wasmachines aan de praat krijgen, bedenken waarom het lekt in de badkamer en waarom de wc (zonder ouderwetse stortbak) nooit meer ophoudt met doorspoelen. Maar geen herbergzaken, eindelijk kan alle schrijflust weer geactiveerd worden. Om te beginnen op het kinderboekenbal.

Amsterdams chickie

Gisteren was ook de tweede dag van mij en de jongste dochter  in het nieuwe huisje. We zoeken dapper naar nieuwe routines. Samen eten zonder dat er nog een tafel is (die heeft een beetje lange levertijd), samen ontdekken dat de tv het nog niet doet, samen opstaan in het donker, haar eindeloos nakijken hoe ze wegfietst door de drukke straat, stoer Amsterdams chickie.
Haar zussen mis ik nogal. De oudste is op zoek naar een studentenkamer, de middelste heeft het sowieso te druk. ‘Ik denk niet dat ik tijd heb om bij je langs te komen,’ was een van de eerste dingen die ze me zei toen de kogel door de kerk ging. Ze fietst dagelijks van haar eigen tuinhuisje in Noord naar Zuid (school), naar Oost (paard) en weer naar Noord (werk). Ze is al zeventien, ik moet haar loslaten denk ik, net als de oudste.
Maar ze is nog maar zeventien…

Leeg huis

Dunya kon niet mee naar het kinderboekenbal vanwege voetbaltraining. Dat betekende ook dat ze dan thuis zou komen in een leeg huis, op de tweede dag nog maar. Terwijl ik daar nog over aan het piekeren was, app-te de oudste: ‘Ik realiseer me dat ik je niet meer zomaar zie, dus vanaf nu kom ik elke week voordat ik naar salsales ga bij jou eten.’ De salsa is dinsdag.
Pal daaroverheen een berichtje van de middelste.: ‘Dinsdag kom ik bij je eten, wil je gegrilde aubergines maken en vegan tzaiziki?’

Nee, ik ging niet naar het kinderboekenbal.

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Badeendjes en kilo’s liefde

Het is zaterdagavond. Mijn vrienden zijn net weg. Ze hebben kaarsjes voor me aangestoken omdat de lampen het nog niet doen. Soep gemaakt, wijn opengetrokken, een paar perongelukke sigaretjes achtergelaten. Buiten onweert het.
Ik ben verhuisd.

Nou hèhè, dat heb ik lang uitgesponnen met jullie en met mezelf. Maar ik woon vanaf nu niet meer in de herberg.

Takelen

Het was niet leuk om de verhuisdozen in te pakken. Neem de vijf badeendjes uit de badkamer die al lang met ons meereizen: papa-eend, mama-eend en drie kindjes. Neem ik de mama-eend mee, en de kindjes dan?
‘Wat ga je het meest missen van deze plek?’ vroeg de middelste dochter. ‘Het licht, het water, het uitzicht,’  zei ik. Om er meteen aan toe te voegen: ‘O nee. Dat ik jou niet meer elke dag zie. Dat ga ik missen, heel erg.’
Maar er waren vrienden, de hele tijd. Met spullen en eten, met tijd, met kilo’s liefde. Dan wordt zo’n studentenverhuizing heerlijk nostalgisch. Takelen terwijl de halve straat staat te applaudisseren, die ene vriendin die alle macho’s uit de coffeeshop mobiliseert: ‘Kunnen jullie misschien even helpen om een wasmachine naar boven te tillen? Onze vriendin kan het niet alleen.’ Het resultaat zie je op de foto.

Marije heeft mijn boeken op kleur gesorteerd, iemand anders heeft van een grote doos een tijdelijke linnenkast gefabriceerd. De voorraadkast vertoont hiaten maar wijn is er in overvloed. Mijn telefoon zoemt nonstop warme berichtjes en buiten klinkt het stadse slaaplied van rollende airb&b-koffertjes en lallende studenten. De kaarsen branden een voor een op. Maar het wordt hier toch nooit echt nacht.