Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Met groene wangen

Dat je terugkomt in het land der levenden en niet alleen zijn je keukenkastjes verbijsterend goed opgeruimd, ze staan ook nog eens vol met Annavreemde producten.

Kokosbloesem en ahornsiroop en groentespread. O ja, ik ging samen met de middelste dochter met de rage meedoen en vijftig dagen groen geluk ondervinden.

Vegan

Op de voorkant van het nieuwe kookboek staan twee gelukt gelukkige vrouwtjes in fancy jurkjes. Zie je wel, stralen ze uit, als je vegan gaat eten wordt alles beter en zie je er nog beeldschoon uit ook. Waar is de tijd van toen ik een kind was en een dag in de week macrobiotische Machteld voor ons kwam koken? Mijn moeder vond het een goed experiment maar wij kinderen gruwden van alle bruine gerechten met gierst en onduidelijke vlokken en waar was ons vlees gebleven? En dat voor een kind (ik) waarvan de mare gaat dat haar eerste woordje ooit ‘mooi’ was, op de voet gevolgd door de volzin ‘lekker vleesj’. Datzelfde kind kloof van iedereen aan tafel de karbonaadjes af tot op het merg en toen later eindelijk mijn buitenbeugel eruit mocht vroeg ik om de grootste T-bone steak ooit om het te vieren.
Vleesloze Machteld zag er grauw en kouwelijk uit, dat verbaasde me niets.

Challenge

Maar goed, nu heb ik dus – o ironie-  twee dochters die het liefst vegan eten en er daarbij prachtig uitzien. En na een hele zomer vol hard werk en gedoe en daardoor rommelig en vet eten, leek het me een goede detox en ook nog eens een leuk moederdochterproject om de 50-dagen groene challenge aan te gaan.
Dus sta ik met mijn groene hamsterwangetjes en verband op mijn neus ineens te roeren in pompoenrisotto zonder boter en zonder kaas, mijn bourgondisch hart klopt er langzaam van. ‘Ik ga wel even langs de MacDrive,’ zegt Ilco die snel wegvlucht naar zijn afspraak.
Ik goochel wat met extra kruiden en knoflook en het smaakt eigenlijk best lekker. Ik neem er een glaasje wijn bij om het te vieren, sowieso dat ik weer een beetje op mijn benen sta. Dat mag van de blije groene meisjes, maar ze raden het niet aan. ‘Wijn is niet goed voor je,’ zeggen ze betweterig.
Ik weet wel zeker van wel.

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Mijn Esther & mijn neus

Ik kan geloof ik niet tegen pijn.

Wat nou taarten bakken en stoer doen? Als een trillend hondje lag ik in bed naast Esther te wachten tot het eindelijk over ging.

Dokter Robert

Mijn ogen werden blauw en mijn wangen werden paars. Het bloed liep in mijn keel en elke keer als ik even insliep, droomde ik dat ik stikte. Dan gaf Esther me een pijnstiller die ze voor me fijn had gemalen want ik kon alleen maar door een rietje drinken. Of ze legde heel lief de deken over me heen – die ik weer wegsloeg want het was zo heet. Ergens in de nacht hield ze ook een hele tijd mijn hand vast.
Dokter Robbert is tevreden, ik heb hem zelfs nog omhelsd op de uitslaapkamer. Mag ik de dokter knuffelen? Zeg dan maar ’s nee. Alle verplegers grinnikten.
Er worden bloemen bezorgd van Mylou ‘om het te vieren’. De tweede nacht ben ik alleen maar kotsmisselijk, ik denk door al die pijnstillers of door de narcose.
En de neus zelf? Ik kan nu al beter ademen dan ooit, ook al is ie verstopt achter heel veel pleisters. Ik stootte me (aan een kussen) en verging van de pijn. Maar ergens vannacht legde ik mijn handen eromheen en dwars door de pleisters en zwellingen heen kon ik hem ineens voelen, heel duidelijk. Mijn neus. Ik denk dat we wel vrienden gaan worden. Eindelijk.

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Morgen

Ik was het bijna vergeten in alle chaos, maar ik heb dus morgen die operatie.

Nee, ik ga het niet nog een keer uitleggen, zoek maar in een eerder blog over wat voor operatie het gaat en huiver – net als mijn dochters, die er met enige walging naar uitkijken of eigenlijk vooral niet naar uitkijken en het steeds wegbliepen als ik erover begin.

Narcose

Ik wil die operatie nog steeds heel graag, maar ik wil niet die narcose. Kinderachtig misschien, maar de laatste keer dat ik onder narcose ging, heb ik onwijs liggen vechten om wakker te worden. Ik wist dat ik op die uitslaapkamer lag, ik wilde mijn ogen open doen, dingen zeggen, rechtop gaan zitten… maar dat lukte niet, ik werd zo bang.
‘Dat is een fout geweest,’ zei de anesthesist laatst. ‘Waarschijnlijk was de narcose al uitgewerkt maar de spierverslapper nog niet. Tijdens zo’n operatie kan je niet eens een pink optillen.’ Wisten jullie dat? Vind ik óók eng. En dat je zo wegzakt ineens en niet weet waarheen. Gelukkig zit een van mijn liefste vriendinnen de hele dag (en nacht) aan mijn zijde, als een private nurse.

Het schijnt dat de napijn enorm meevalt. Dat komt goed uit want het wordt prachtig weer en ik wil gewoon taarten bakken dit weekend. Maar mocht je langskomen op het terras, dan mag je niet door het keukenraam naar binnen gluren. Het zou wel eens kunnen dat ik er na de operatie uitzie als een bokser na een gevecht, hebben ze me gezegd, blauwe plekken en alles. Ik heb serieus overwogen (ook als sociaal experiment) om een weekje een burka aan te trekken. Maar het wordt dus heel warm weer dus ik vrees dat ik me maar gewoon terugtrek in mijn keuken, net zolang tot ik beeldschoon ben. Tot die tijd: niet kijken!

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

De bruidjes van het Mandelahuisje

Dan ligt er zo’n enorme berg tule op de grond als je ’s ochtends de bruidssuite binnenkomt met het ontbijtje en dat is dan de bruidsjurk. En uit de badkamer komt zo’n meisje – kind nog- en die kijkt… als de mooiste vrouw ter wereld, die geeft bijna licht; de bruidegommen steken er altijd wat slapjes bij af, maar die compenseren het met trots, want die zien ook wat ik zie.

We hadden er weer twee, dit weekend. Bruidjes. En je zou denken dat ik daar op dit moment de lol niet van in zou zien.

Eitjes met liefde

Dat ik tegen die bruidjes zou zeggen: ‘Doe het niet.’ Of: ‘Het geeft je alles, maar het kost je ook alles.’ Of wacht maar af tot… Of pas op voor…
Maar nee, ik hoef niet op mijn tong te bijten, ik serveer gewoon verse taartjes met frambozen en eitjes met liefde. En als ze weggaan omhels ik ze, altijd. Ik word dierbare vrienden voor 1 dag met alle bruidsparen van het Mandelahuisje. ‘Veel geluk,’ zeg ik tegen ze als ik ze later die dag zie weggaan, soms met een taxi, vaak zeulend met koffers en de grote zak met die bruidsjurk erin die je (weet ik uit ervaring) de rest van je leven nodeloos blijft meeslepen als wonderbaarlijk relikwie. Ze kijken niet om als ze weggaan, want ze hebben nog steeds die blik die tegelijkertijd wezenloos en wijs is. En in die blik loopt naast hen hun geliefde die ze vanaf nu hun man mogen noemen.
Dag lieve bruidjes, veel geluk!

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Dunya

Dunya, mijn allerliefste jongste, morgen word je dertien.

Je bent geboren uit een verre reis, uit liefde en lichtheid. Plotseling was je daar, een blije kale baby. Je huilde niet bij je geboorte op die zonnige augustusmorgen en de vroedvrouw keek en keek, maar zei toen: ‘Alles is goed, ze hoeft gewoon niet te huilen.’

Circus

Je overviel me, dat ook. Twee grote zussen al op de basisschool, wat deed ik mezelf aan met weer een baby, weer dat gedoe en getrut waar ik eigenlijk niet zo goed in ben? Die gedachte had ik later weer: twee grote zussen al bijna op hun eigen hoefjes, en jij nog aan het begin van de middelbare school, het hele circus weer opnieuw.
Nu ben ik blij, dolblij dat jij er bent, juist nu mijn en jouw wereld zo op zijn kop staat. Geen tijd om te verdrinken in droefenis, er moeten schoolboeken aangeschaft, nieuwe kamers ingericht, die van jou in het ‘andere’ huisje (dat nu zeker doorgaat) wil je turkoois en dat gaan we doen, lieve schat. En je bedje hoog tussen de balken, met een stiekem raampje naar buiten.

Met je gezicht naar de zon

In jou schuilen eigenlijk twee kinderen: een stoere keeper, die een oxboard voor haar verjaardag wil en zich bij voorkeur kleedt in Nike Tech broek met een petje op. Dat is Dunya de bomenklimmer, de kauwgumjunk, de rouwdouwer van de Spaanse campo. Maar af en toe is er ook ineens dat zinnelijke meisje, met een mooi jurkje van haar zus aan, trots op haar prinsessenharen en dol op zoenen met haar vriendje. Ze worden gelukkig allebei dertien.
Ik geloof werkelijk dat je vooral de voordelen ziet van het nieuwe leven dat voor je ligt. Je bent snel, wendbaar, net als je vader je gezicht altijd naar de zon toe. Maar wat er verder ook gebeurt komend jaar, je hoeft niet te huilen liefje, dertien jaar geleden niet en nu ook niet. Mama is bij je.

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Wat er in Maastricht gebeurde

Alsof je overreden wordt door een vrachtwagen.

Nee, dat scheiden gaat me niet in de kouwe kleren zitten. Toch gebeuren er juist ook fijne dingen dezer dagen.

Engelen

Ze komen van onverwachte kanten. Zoals de leuke en beroemde schrijfster die zogenaamd elke zomer twee maanden offline en verweg is. Ineens stond ze voor de deur, ze had mijn blog gelezen. Een vlammend rode jurk strak over de boezem, dito kleur lippenstift. ‘Ik ben vijf jaar geleden gescheiden,’ zei ze, ‘en ik kom jou de tips en tricks geven die ikzelf toen graag had gehad.’ Ik moest ondertussen de bruidssuite schoonmaken, maar ze pakte gewoon een kussensloop en een kussen en barstte los. Heerlijke tips, heerlijke vrouw. Er komt vast nog eens een geweldig zelfhulpboek van.
Ouwe vrienden, nieuwe vrienden. Je doet je ogen open en ze zijn er, gelukkig. Met slimme woorden, een knuffel, en drank – ook dat is een goede vriend dezer dagen.
En dan is er nog dat gewone vakantieleven met de kinderen dat doorgaat. Toen dit weekend ineens iedereen de hort op bleek behalve ik en Dunya boekte ik spontaan (om 4 uur ’s nachts) een hotelletje in Maastricht voor ons tweetjes. Na Texel een logisch vervolg op het project om Dunya die vanaf haar derde in het buitenland zat in te burgeren in het land waar ze is geboren.

Zomerstraatje

Het is nieuw om alleen met de jongste op vakantie te zijn. Ze is de hele tijd in de weer met haar telefoon, maar ik eigenlijk ook met mijn computer, dus dat is wel ontspannen. En we zitten ook samen wifiloos uren te dineren in een zwoel zomerstraatje, terwijl we een soort per ongeluk truth or dare spelen. Dat ze dat volhoudt, met al haar ADHD-neiginkjes, is al een soort wonder. Naast haar in het prinsessenbed slaap ik lekkerder dan ik in tijden heb geslapen. Overdag maakt Dunya stomme foto’s van me met konijnenoren en face swaps, en ook van ons samen met de zelfontspanner, om dat vervolgens onmiddellijk op snap chat te zetten. En we kopen schoolspullen, de nieuwe Harry Potter en bij de Hema een paar extra zachte handdoeken voor de badkamer in het nieuwe huisje (wat nu voor 95 % zeker doorgaat). Daar had je natuurlijk niet helemaal voor naar Maastricht gemoeten, zou je denken. Maar juist.

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Kankerhoer en lul

Niemand mag stom doen tegen je kind. En ze mogen haar al helemaal niet slaan.

‘Jij en papa lopen me de hele tijd te knuffelen ineens, hou daar nou eens mee op.’ De dochter is er zelf sneller overheen dan wij. Maar toch.

Bij de Appie

Het was iets met een halve botsing met een tegenligger op het fietspad. Een grote volwassen man die begon te schelden toen mijn dochter ‘Pas op’ riep. Ze fietst als een malle, daar niet van. Of nouja, eigenlijk fietst ze gewoon als een Amsterdamse puber. ‘Kankerhoer!’ brulde de opgefokte man. En daarvoor moet hij eigenlijk al branden in de hel. Zelfs de vrouwen die ik haat (ja, er zijn er wel een paar) noem ik geen kankerhoer.
‘Lul,’ riep Chaia terug, toch een veel vriendelijker scheldwoord. En ze stapte af om haar fiets op slot te zetten want ze was bij de Appie om te gaan werken. Mijn dochter is zo’n meisje in een lichtblauwe schort achter de kassa, ze is de klantvriendelijkheid zelve.
En toen gebeurde het.
De man draaide om, stapte af en kwam met zijn  intimiderende twee meter recht op haar af (een meisje van zeventien!). Hij spuugde haar in haar gezicht en sloeg haar, zodat ze viel.

Zielig

Erger werd het niet, Chaia kreeg hulp en de man verdween schielijk. Politie erbij, een kleine blauwe plek bij haar oog en daarna was iedereen heel lief voor haar, om te beginnen de collega’s van de Albert Heijn.
Ik voel nog steeds dat ik die man terug wil spugen en misschien ook wel in zijn ballen schoppen met mijn puntigste stilettohakken aan. Maar ik moet ook af en toe denken aan wat hij riep, volgens Chaia, toen hij razendsnel wegfietste. ‘Wat ga je nou ineens zielig lopen doen, als ik ga huilen komt er niemand naar me toe…’

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

A room of one’s own

Ik ging op date, de afgelopen weken.

Mijn nieuwe vrienden: de makelaars. Die hebben me al naar de raarste krochten van de stad gebrach

All Expats Out

Inmiddels weet ik hoe het moet: een huurhuis zoeken in het centrum van Amsterdam (want ja, ik ga dus weg uit de herberg, daarover een andere keer meer). Welke apps en sites, welke woorden je moet gebruiken tegenover de eigenaar van zo’n pand, welke scans je paraat moet hebben en hoe je op de goeie manier je ellebogen gebruikt, iets wat beter werkt dan charme en zeker beter dan eerlijkheid. Het is een stomme ratrace, gedomineerd door expats die de prijzen van de vrije sector omhoog stuwen. De expats zijn de one night stands van de huizenmarkt, of eigenlijk zijn ze de sjieke escorts die de markt voor de dappere Amsterdamse ploeteraars volledig verpesten. Zoals de Wallen worden schoongeveegd, zou je ook de expats moeten verzamelen en wegzetten, ergens net buiten de ring. lijkt me. Ze gaan toch weer weg, met de stad krijgen ze nooit een vaste relatie.

De afgelopen weken kon je mij op de raarste momenten op de fiets zien springen, al dan niet samen met de jongste dochter die er wel een spel in zag: huisjes kijken. Ik kwam in schitterende nieuwbouw die voelde alsof je in Badhoevedorp beland was, maar ook in huizen vol vreemde geesten. Zoals dat pand aan het Damrak boven de gokhal. Centraler vind je ze niet en dat moet ik hebben voor de bezigheden van de dochters, dus ik ging kijken. Je kwam er via een ingenieus pad over de daken, zo schijnt dat hele Damrak opgezet te zijn, opdat je niet door de winkels moet. In dat pand had tot voor kort een illegale airb&b gewoed, er schenen tientallen toeristen per nacht te hebben gefeest. Muren vol barsten, uitzicht op blinde muren en overal de zwoele geur van wiet. Zelfs voor die woning werd gevochten.

Huisje

Er waren makelaars in pak zoals  je je dat voorstelt maar ook die expres casual in spijkerbroek of bloemetjesbloes aan kwamen lopen, verder grote vrouwen van housing services en gehaaide vastgoedratjes die je een extra maand huur aftroggelen. Toch werden het allemaal mijn vrienden.
Maar het ging niet zonder kleerscheuren. Sommige makelaars hebben mij verschrikkelijk laten zitten, na mij te hebben verleid en uitgeput. ‘Ik heb me hard gemaakt voor je,’  zeiden ze veelbelovend. Maar iemand anders kreeg dan toch het huis. Terwijl, de liefste makelaar van allemaal heb ík zelf laten zitten, omdat er een ander huis op mijn pad kwam.

Dat huis is nog steeds niet 100% zeker, dus ik schrijf dit met een dagenlange buikpijn van de zenuwen. Duim voor me en voor dit hele fijne huisje

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

De liefde

Het gaat niet meer verder.

Na een liefde van 34 jaar, en eigenlijk voor altijd, hebben Ilco en ik besloten na deze zomer uit elkaar te gaan.

Verder wil ik er niks over zeggen, dus vraag maar niks – en zeker niet op de publieke podia van dit blog en Facebook.
‘Sadness does not want to be healed, it wants to be hold.’ (Jeff Foster)

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Mijn hele hebben en houwen

‘Je hebt de medicijnen voor je moeder niet vantevoren besteld, nu gaat ze decompenseren.’ Het is een onheilspellend begin van een minivakantie. ‘Ik neem de volledige verantwoordelijkheid op me,’ hoor ik mezelf zeggen.

Het plan was: Dunya die zo lang uit Nederland weg is geweest, Texel laten zien. De plek waar ikzelf als kind altijd kwam. Dus besloten we mijn eigen moedertje mee te nemen. En de oudere dochters gingen ook mee. Twee nachtjes.

Een schaap scheren

Mijn moeder moet om de haverklap en op de raarste plekken plaspauzes en slaappauzes houden, er is daarnaast nogal wat gesjouw met een rollator en met mijn moeder zelf, en dan zijn er nog haar niet-aflatende vragen als: ‘Wanneer heb jij voor het laatst een schaap geschoren?’ Net een kind. Prima, maar niet als je eigenlijk te moe bent.
Dus dat ik vergeten ben haar acht medicijnen te regelen, hakt erin. En op de A7 krijg ik ook nog eens een ouderwetse aanval van autorij-angst, wat ik vooral niet wil laten merken aan mijn hele hebben en houwen in die auto. ‘Mam, je weet toch dat al onze levens op dit moment van jou afhankelijk zijn?.’ Dat zegt een dochter als ik zeg dat die handtas bij mijn voeten niet heel handig staat qua rem. Paniek op paniek.

Roedel

Maar nu zijn we dus op Texel, met een tas vol nieuwe medicijnen. Trip down memory lane. Vroeger ging ik hier spoorzoeken in het bos, de geur van rottend hout is voor eeuwig verbonden aan geborgenheid. Ik kwam terug met mijn eigen kids, die er als kleutertjes paaseitjes gingen zoeken bij het huisje van mijn moeder. Die dromerige schatjes zijn nu ongelooflijk mooie en sterke vrouwen. Ook Dunya die ’s avonds met kleren aan de Noordzee in rent door de hoge woeste golven. Ik sta ernaar te kijken en ben niet eens meer bang dat ze verdrinkt. Mijn vierde kind is nu mijn moeder, voor wie ik het brood in kleine stukjes snijd en die om de haverklap tegen me aan in slaap valt, tollend van al die indrukken en de frisse zeelucht. Maar die ook kinderlijk blij is om hier te zijn, ze klapt de hele tijd opgetogen in haar handen.
Ik ben op veel manieren moeder nu, alsof alles daarom draait. Aan die kant van mijn spectrum overheerst geen paniek maar juist kracht en trots: kijk mij nou met mijn hele roedel in de vrouwelijke lijn.