Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Waiting to exhale

Elke donderdag. Dan bak ik geen taarten en serveer geen lunches, dan fiets ik zodra de kinderen naar school zijn weg over de grachten, naar het mooiste huis van Amsterdam. Ik open de deur met een gouden sleutel.

Het regengroen van de iepen. De geur van sigaretten en koffie bij de terrassen. Verhuisauto’s midden op staat, kinderen die te laat zijn op school, duivenpoep. En in mijn zak dus die gouden sleutel.

Ik mag er schrijven van R en P, de gelukkige eigenaren van dit huis. De bovenverdieping is op donderdag even helemaal van mij, ik ken inmiddels zelfs de code van het alarm. Het schrijfhuis is mijn ruimte om te lezen, te denken, te zwijgen, te klooien, te zuchten, te schrappen, te staren, te luisteren, te zwelgen, te dagdromen, te fantaseren, te huiveren, te wenen, te verlangen, te proberen, te wiebelen, al die dingen die je zoal doet in je eentje.
Meestal val ik meteen in slaap.

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Meisje/moeder

‘Is dit jurkje niet te kort, ik bedoel, is het niet te…?’ ‘Meisjesachtig?’ maakt de verkoopster mijn zin af. Dat was niet wat ik wilde zeggen.

Toen ik echt nog een meisje was, kon ik niet wachten om volwassen te zijn. Dat word je heel plotseling, weet ik inmiddels, net als moeder. Ik ben nu iedereens moeder.

Twijfelen in een pashokje

‘Je doet soms alsof je zo’n oude Italiaanse mama bent met al je tafels vol eten,’ zei mijn oudste dochter een keer. ‘Je bent nog heel jong hoor.’ Maar ik ben graag de nepmoeder van haar vriendinnen, van de jongens en meiden van de bar, zelfs van de gasten in de bruidssuite. Als je doet alsof je hun moeder bent is het veel minder gênant om de kamer binnen te komen met een ontbijtje terwijl zij half ontkleed zijn. Moeders kunnen dat. Moeders omarmen iedereen, bij voorkeur met taart.
Maar er zit natuurlijk nog wel iets tussen meisje en moeder in. Daarom sta ik nu te twijfelen in een pashokje. Waar ligt de lengtegrens die tegelijkertijd de leeftijdsgrens en ook de ongemakkelijkheidsgrens is? Dat lees ik meestal feilloos in de ogen van mijn andere dochter, de middelste, maar die is nu niet bij me. En spiegels zijn gevaarlijk, zeker in dit soort glamoureuze plekken.
‘Ik vind dat het wel kan,’ beslist de verkoopster. ‘Jij kunt dit hebben. Je bent namelijk zo’n soort type, je bent wel een beetje a…’ Ik hou mijn adem in voor het griezelige woord ‘apart’, maar dat is niet wat ze zegt. ‘…Artistiekerig’. Ik koop het jurkje.

(Foto van het jurkje denk je er maar bij. Dit zijn de chicks die sinds gisteren in onze tuin staan.

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Regenboog

Het was denk ik bij het lied Paradise. Dat alles klopte, en we opstegen naar een hogere frequentie. Met zijn tienduizenden.

Ik was voor het eerst sinds tijden weer naar een popconcert. Coldplay, samen met mijn middelste dochter. Dat was om een heleboel redenen groot.

Chaia!

Muziek! Meer nog dan literatuur, meer dan theater en kunst, draai ik op muziek. En Coldplay heeft mij in de afgelopen jaren door van alles heen gesleept, het is de soundtrack van een vrij wild leven.
Chaia! Dochter van zeventien. Soms worden we niet goed van elkaar (vooral zij van mij), en we hebben het zwaar gehad met dat ik haar uit haar geliefde Spanje heb verjaagd. Ik kan haar nog steeds mateloos irriteren. Zij mij ook. Maar tegelijkertijd: wat een heerlijk mens, wat een power en gekheid en zachtheid allemaal tegelijk. Mijn fijne dochter. Met wie ik een ding deel door dik  en dun: de liefde voor Coldplay. A sky full of stars droeg ik al eens aan haar op, het was op haar vijftiende verjaardag en op dit blog. En toen ik een half jaar geleden ontdekte dat Coldplay naar Amsterdam zou komen, heb ik alles op alles gezet om kaarten te bemachtigen.

Fix you

Het was een prachtige show met vuurwerk en laser en ballonnen en een publiek met polsbandjes die mee kleurden met een ingenieus lichtplan. Denk het aansterkereffect maar dan multidimentionaal. Thema regenboog. Maar ook was het met verstilde en intieme momenten, zoals Chris Martin liggend in een hoekje die heel zachtjes Fix you zong, zowel van Chaia als van mij een lievelingslied. Ik moest denken aan wat die andere dochter een keer zei als klein meisje: ‘Mama, als je moet huilen en lachen tegelijk, heb je een regenboog in je hoofd.’
We zongen, we dansten. Chaia stootte me een paar keer aan: mam, niet zo overdreven doen. Ook dacht ze – zei ze later- dat ik flauw zou vallen. Maar dat was het niet. Ja, ik moest af en toe tranen wegvegen maar ik was helderder dan ik in tijden was. Verbonden met dat kind naast me. En een met de muziek, op een manier dat je niet bang bent voor zo’n mensenmassa als daar in de Arena, maar juist voelt hoe je onderdeel bent van elkaar, van het universum misschien wel. A sky full of stars.

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

De onzichtbaren

Het regent op het IJ en er komt een al net zo grijs slagschip voorbij.

Nee, met dit schip wordt geen oorlog gevoerd, of het moet de strijd der strijden zijn: die tegen de dood.

Leonardo di Caprio

De cruiseschepen overrompelen vooral door hun omvang en door de suggestie van verre oorden en Leonardo di Caprio op de boeg. Altijd als er hier op het terras eentje langs komt, springt iedereen op. Het Sinterklaaseffect: voor je het weet begin je te zwaaien en ja hoor, ze zwaaien terug.
De werkschepen boezemen ontzag in door hun onverzettelijkheid en hoe ze stoppen voor niets of niemand, zo diep geladen soms. En de pontjes zijn zo leuk blauw en soms lijken ze net botsautootjes.
Maar de riviercruisers zijn onzichtbaar. Niemand zwaait, niemand kijkt op. Zelfs hun lelijkheid is saai: vierkant met moedeloze vlaggen. Toch denk ik dat er een andere reden is waarom we die boten niet willen zien: hun gasten. Op de riviercruiseboten (die op een neer varen over de Rijn, denk ik zo) zitten alleen maar hele oude mensen. Je ziet ze af en toe heel even van zo’n boot in een touringcar schuifelen of je ziet ze door de raampjes al heel vroeg zitten avondeten, net als in het tehuis van mijn moeder. Maar vooral zie je die bootreizigers slapen. Altijd maar die grauwe gordijntjes dicht voor de ramen. Voor hoeveel van deze mensen zal dit hun allerlaatste reis zijn? Nog één keer naar Amsterdam en dan sterven…?

Ruimteschip

De boot van vandaag dobbert wat onhandig midden op het IJ. Vanaf de pont kan ik naar binnen kijken, het ziet er best knus uit. Lampjes aan, beslagen ramen, glaasjes op de tafel. Een verlicht ruimteschip. Dansen ze nou met elkaar of verbeeld ik me dat?
De ontroering slaat me bijna knock out. Elkaar, ze zien elkaar nog. Het decorum voorbij, de incontentieluier tussen de benen, de botten vergroeid en de gezichten vertrokken in de grimas van de hele ouden. Maar ze dansen. Of ze denken dat ze dansen, ook goed.

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Het leven is geen appeltaart

Ik had in de bruidssuite van die kleine dure flesjes badolie staan om uit te kiezen, maar die werden te vaak allemaal tegelijk meegenomen. Zou ik zelf ook doen, maar werd een beetje duur.

Dus nu heb ik grote flessen, met deze vrolijke teksten.

Ik sta in de blinkend schone badkamer en bekijk tevreden mijn leuke nieuwe aanwinsten. Die tekst gaat over mij, ik ben er geweest. Op dat tropische eiland. Ik heb de kokosnoten uit de boom geplukt, ik heb geleefd op ‘the air that I breathe and to love you’. Zo vaak, zo veel.
En ik ben die ouderwetse appeltaartmoeder in wiens buurt het altijd heerlijk ruikt. Een veilige plaats voor mij en voor alle kinderen die maar aan mijn tafel neerstrijken. Daarover, en ook over de idylle van het reizen, heb ik eindeloos veel geschreven dus het is waar. Toch?

Ik denk aan het pasgetrouwde stel uit Duitsland dat straks even hier gaat wonen en ineens vind ik die tekstjes bij het douchen niet alleen kitsch maar ook aanmatigend. Als dit nou hun enige reis is en die kokosnoten te ver weg en te onbereikbaar? Als je nou geen appeltaart kunt bakken, geen knusse keuken hebt, of geen kinderen om die appeltaarten voor te bakken? En dan nog, het is heerlijk, maar het is het leven niet. Of niet alleen. Dat stel uit Duitsland is zo hier, samen, pas getrouwd. Dat is al heel wat. De toekomst is blanco en het leven is geen appeltaart.

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Dressed for…

‘Doe je schort uit,’ zegt Naomi van de bar als ik vertel dat ik zo met een vriendin op stap ga. Ik sta voor het raam naar haar uit te kijken.

Tsja, dat herbergschort, elke dag een nieuwe, waslijnen vol. Aan het einde van de dag is ie zo vies van bloem en boter en weetikveelwatnogmeer, dan durven alleen de hele dapperen mij nog te omhelzen.

Movers en shakers

Er zijn vandaag types op ons terras die de wereld gaan veranderen en daarover komen praten met elkaar. Trendsetters, mensen met reclameachtige beroepen. Ze zijn allemaal oogverblindend jong en kleurig. Knalgele jas, knalrode jurk. Het is duidelijk hip om strakke felle kleuren te dragen en niet zo’n schattig oudroze bloesje als ik. Met dat schort er dus over, waardoor alle trendsetters automatisch denken dat mijn beroep kok is. ‘Ben je ook te huur?’ vraagt iemand en ik zeg bijna ja.
Er was een tijd dat ikzelf in de reclame werkte en in een Donna Karen-pak liep. Toen weigerde ik pertinent om een schort te dragen als ik in de keuken stond. Net als pantoffels of een vormeloze badjas: dat was iets voor ouwe wijven.
En dat ben ik nu ook weer niet natuurlijk. Kijk, daar is mijn vriendin al en hoe beeldschoon ziet ze eruit, hoe tijdloos fris en prachtig.
Ze geeft me een voorzichtig kusje en het eerste dat ze zegt is: ‘Doe je schort uit.’

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Hallo vlooidooi. Weekend in de herberg

Make your life spectacular. Zinnetje in een nogal  intimiderend youtubefilmpje van Robin Williams, die vandaag de rol speelt van langpootmug.

Vlooidooi, zo noemde mijn broertje ze. En mijn oudste dochter die op dit moment aan bungeejumping doet in Ecuador en aan raften en abseilen en weetikveel wat nog meer, die dochter dus, een flink stuk groter dan ik – die gilt en krijst als een peuter als ze er eentje ontwaart.

Vijftien liter soep

Hij zit in de keuken als het nog donker is. Hallo vlooidooi, wat plak je mooi tegen mijn witte muurtje. Ik maak een vroeg ontbijt voor gasten in de bruidssuite, daar trekt hij zich niks van aan. Hij blijft ook rustig zitten als ik, nog steeds monter, begin aan het project van vier grote appeltaarten en vijftien liter soep. Tussendoor is het een komen en gaan van vriendinnen (die geroutineerd een schilmesje pakken onder het bijkletsen), leveranciers, de jongens en meisjes van de bar. De vlooidooi kijkt toe hoe ik en passant een lunch maak voor een verhuring in de suite, die ik snel heb omgebouwd nadat de slaapgasten zijn vertrokken. Hij reageert zelfs niet op het opspattende water van afwas na afwas die ik door de machine draai. Het is inmiddels druk buiten en ik zucht de vlooidooi toe.

Wijn

We hebben een kok voor de maaltijden, maar vandaag doe ik zelf de dagschotels. For old time’s sake. Er is weer afwas. En weer. Tegen de tijd dat het uitserveren begint heb ik spijt. Teveel tegelijk, de keuken te klein, er vallen pannen, ik knal met mijn knie tegen een openstaande la waarvan ik al zeker vier blauwe plekken heb en met al die wisselende eettijden hou ik het eten niet warm of juist niet smeuïg genoeg, Afwas, afwas, weer afwas. Ik neem geen glas maar een hele fles wijn voor mezelf mee van de bar en niemand kijkt ervan op. Ook de langpootmug niet.
Die zit daar en die zit daar en die zit daar.
Als ik eindelijk naar bed mag, zit ie er nog.

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Ik ben Simon

Ik stond zo hard op mijn remmen dat een hele kudde fietsers achter me vloekend op elkaar klapte.

Maar de stad zit vol geheime teksten en ik zag er zomaar eentje op de brug bij het station.

Kleine sprookjes van het gewone leven

Ik denk dat hij niet echt dood is. Kijk maar: hij schrijft nog op bruggen. En zijn stem hoor ik nog af en toe. Bij de kroegen op de Zeedijk, tussen de kraampjes op de Van der Pekmarkt.
Ik mocht er vroeger voor opblijven als klein meisje, voor zijn Kronkels op de televisie. Dat was kort en raadselachtig en er was een muziekje bij dat ik nog steeds kan neuriën. Kleine sprookjes van het gewone leven. Ik snapte ze maar half maar ze betoverden me.
Niemand lijkt zo op een vogel als hij. Ooit heb ik les gehad van zijn zoon: een knappe man met krullen (ja ik was een beetje verliefd), maar die had dat dus ook. Dat snavelige. En dat talige ook, trouwens. En dat gevoelige (ik zei toch: verliefd).

Ik schreef een stuk voor het Parool, het ging over een schoorsteenveger. Een beetje een raar stuk met mezelf als alwetende verteller. De chef van de krant schreef dat ze het een fijn verhaal vond.  ‘Zo’n andere vorm vind ik wel goed in de krant af -en  toe.’ En mijn schrijfvriendin Jowi zei: ‘Anna de chroniqueur van het Amsterdamse leven.’ Misschien heb ik haar dat in de mond gelegd, maar toch.

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Alles zou anders worden

In juni 2015 verhuisden we van Montefrio naar Amsterdam. En daarna zou alles anders worden.

Bijna een jaar verder inmiddels. Ik ben er al dagen mee bezig, herlees blogjes van vorig jaar rond deze tijd, speel die hele film af, tot ik het weer voel. Alles.

De Spaanse zee

Wat ik mis en dan ook hard: de zee van Tarifa. Mijn kind dat sevillanas danst in haar flamencojurk. De amandelbloesem voor de deur. Hoe slank en bruin ik was. De geur van churros in de ochtend. De visjes op het strand van Malaga, de terrasjes van Granada. Ik weet nog precies hoe het voelde als ik door Granada liep en de stad om me heen opsnoof. Drinken als je heel erg dorst hebt (en tegelijkertijd weten dat je over een paar uur alweer dorst zult hebben).
Gek genoeg mis ik ook het smachten, man wat heb ik gesmacht op die berg. Naar uitgaan, naar weer Amsterdammer zijn, naar vrienden om de hoek, naar een bruine boterham met kaas. En naar mezelf smachtte ik, naar een Anna zoals je dat schrijft in Nederland met niet een maar twee n-en en die Anna die zou… en die kon… en die ging…

En toen zat mijn hele hebben en houwen toch nog plotseling in die blauwe verhuisauto.

Alchemist

De zon die ik bijna zeven jaar lang boven de olijfheuvels zag, zie ik nu dag in dag uit opkomen boven het IJ. Geen exotische verhalen meer op dit blog en ach wat gebeurt er nu feitelijk?
Anna met twee keer n. Een beetje zoals dat boek van Paolo Coellho: de alchemist droomt van een schat, zoekt hem in verre oorden, en vindt hem uiteindelijk als hij weer thuis is.
Thuis.
Nog een keer dat woord.
Thuis.

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Nu opa dood is

Oma is verdrietig en we kunnen er weinig aan doen.

We kwamen óók voor de oma’s terug uit Spanje. Mijn eigen moeder heeft de weg naar ons herbergje bijna vanaf de eerste dag gevonden, maar voor oma uit Haarlem is dat net wat te ver. Haar zoons gaan wekelijks op bezoek, haar kleinkinderen soms, er zijn wat vrienden, buren, de kerk. En af en toe planten we haar hier op het terras waar ze dan zoetjes zit als een lodderige oude kat in de zon.

Net als de Spaanse oma’s

Maar het helpt niet. De stilte nu opa dood is, de enige man van haar leven. De pijn van dat door en door versleten lichaam waardoor de wereld niet groter is dan vijfhonderd stappen naar het supermarktje op de hoek en zelfs dat een wereldreis. Uren, dagen gaan voorbij en er gebeurt niks bij oma thuis, er komt niemand. Zelfs door de telefoon hoor je het malen van haar gedachten.
Haar gezicht lijkt op een foto, ook als je het in het echt ziet, het is verstild in oudzijn. Ik wil haar omarmen, zeggen kom maar hier bij me, net als de Spaanse oma’s dat doen, zoek een plekje op het erf, aan mijn tafel, laaf je aan al het leven hier, er is altijd meer dan genoeg.
Maar het enige wat me lukt is elke week een hapje voor haar koken. Met extra veel zorg, alsof het haar laatste avondmaal is. En elke keer bedankt ze me weer uitbundig, alsof dat voor haar ook zo voelt.
Niet te doen, niets aan te doen. Je wereld zo klein en de leegte zo groot.