Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Alles beweegt

‘Dit is hét boek hè?’  Mijn zus  kijkt veelbetekenend als ik haar het pdf-je laat zien van de cover van mijn nieuwe boek. Hoewel ik niet precies kan benoemen wat ze bedoelt, knik ik al net zo gewichtig. Dit is het boek.

Door mijn raam aan het IJ zie ik in één blik treinen, boten, bussen, fietsers, veerboten, een vliegtuig. Hoe anders dan de beeldschone maar verstilde olijfheuvels die zich vorige week nog eindeloos en bewegingsloos voor mijn ogen ontvouwden.
Zelf beweeg ik volop mee. Ik ben een mol uit zijn zonnehol, een onzichtbaar persoon die ineens weer vorm heeft gekregen.

Parool

Morgen staan we met het Mandelahuisje op de cover van Het Parool. Dan begint ook de column die ik deze zomer schrijf over mijn leven als herbergierster.
En alsof dat nog niet genoeg is, ga ik in september na drie jaar héél hard werken in het najaar eindelijk mijn nieuwe boek presenteren. Daar heb ik al die tijd schimmig en vaag over gedaan, maar dit is het moment om een grote tip van de sluier op te lichten. Ik was bij mijn uitgever voor de laatste correcties, nu kan ik niet meer terug.
Dus. Dit is de flaptekst:

Een heel bijzonder meisje

Ze noemen zichzelf Casa Nostra en ze hebben hun eigen vakantie-eiland in Italië. Een groep succesvolle mensen die samen werken en feesten, verbonden door één vrouw: de mooie, onbetwiste leidster Sofía.
Alicia is elf als haar ouders zich aansluiten en vanaf dat moment begint haar dubbelleven. Onder de allesomvattende vleugels van Sofía leert ze de liefde kennen en het leven vieren – alles één groot avontuur. Dat er af en toe ook onverklaarbare en zelfs gevaarlijke dingen gebeuren bij Casa Nostra neemt ze voor lief.
Totdat haar wonderland van de ene dag op de andere ophoudt te bestaan. Alicia vindt zichzelf terug tussen de brokstukken van haar eerder nog zo perfecte leven. In haar gedachten schrijft ze Sofía een lange brief die de vorm aanneemt van een droomachtige stroom van herinneringen.

Omslag ‘portret met bloem’ van de geweldige Marc Suvaal.

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

A woman soon

’Deze man zit niet in het gemiddelde serieuze systeem van de mensen. Hij is voor sentimentici en fanatici, zoals jij, mensen die ergens anders wonen, from outer space.’
Dat zegt mijn vriendin Mylou en daarom durf ik het op te biechten: we gingen dit weekend samen incognito naar het concert van Neil Diamond.

Ik was niet gegaan -en zeker niet nu- als het niet per ongeluk de muziek van mijn nieuwe boek was. Een heel bijzonder meisje heeft zelfs een songtekst van Neil op de eerste pagina staan – en meteen ook zo’n beetje de ergste: ‘Girl, you’ll be a woman soon. Please come take my hand.’ Dat draaiden Mylou en ik toen we voor het boek naar Portugal gingen, dat had ik zelf vaak op staan bij het schrijven. Zulk soort muziek kiest jou in plaats van andersom.
‘Ik vind dat we moeten gaan,’ zei Mylou de avond voor het concert. ‘Hij hoort bij het boek. we zijn in Portugal begonnen en we eindigen met Neil.’
En dus gingen we, ook al was ik mijn stem kwijt van vermoeidheid en zat ik middenin een verhuizing.

Bejaarden

De mensen in de zaal zijn oud, opvallend saai gekleed – en ze hebben er zin in. Veel vrouwen van mijn leeftijd en ietsje ouder zie ik, die met hun ouders zijn gekomen. Voor ons staat een dochter met een grijze moeder, beiden in het wit gekleed. Het hele concert houden ze elkaar vast in een innige verstrengeling, af en toe wiegen ze een beetje mee op het ritme of wuiven wat met hun arm door de lucht. Als ik om me heen kijk, zie ik dat de meeste mensen half in trance zijn. ‘Ik ben benieuwd hoeveel nummers jij herkent,’ zegt Mylou tegen mij. Het antwoord is: allemaal. Ik zing ze net zo makkelijk en moeiteloos mee als sinterklaasliedjes.
Hot August Night was dan ook het album van mijn jeugd. Als klein kind viel ik in slaap met Jonathan Livingston Seagull beneden op de pick up. The Jazz Singer was de eerste film waarbij ik zo hard huilde in de bioscoop dat ik pas op durfde staan toen iedereen de zaal uit was. The first cut is the deepest – en toevallig was Neil daarbij. Dus is het voor mij de muziek van de troost, nog steeds. Ik draai Neil stiekem als ik alleen thuis ben. Mijn kinderen schudden kokhalzend hun mooie hoofdjes over zoveel lelijkheid, mijn man heeft de cd’s van Neil al een paar keer onsuccesvol laten verdwijnen uit zijn fantastische muziekcollectie.

Diamant

Natuurlijk, inmiddels gaan ook bij mij alle alarmbellen rinkelen en huiver ik in de Ziggo Dome van zoveel bombast en Amerikaanse lelijkheid. Het is heel makkelijk om te giechelen om Neil en zijn platte lyriek, om het toneelbeeld waarbij hij steeds in en uit een reusachtige, flonkerende diamant stapt. Bovendien is Neil inmiddels even oud als mijn vader en heeft hij een krom ruggetje.
Maar ook zie ik een man met een gitaar die hartstochtelijk gelooft in wat hij zingt. En wij, de zaal, met hem. Allemaal. Even vergeet ik de verhuizing, de drukte, alle zware verantwoordelijkheden van de herbergierster. ‘Kijk,’ zeg ik tegen Mylou als dat verschrikkelijke Girl you’ll be a woman soon begint. Ze kijkt naar mijn arm en we moeten allebei heel hard lachen: kippenvel.

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Als je drie Spaanse meisjes verhuist naar Amsterdam…

Sommigen in ons gezin hadden er wat meer zin in dan anderen.

Kleine kinderen sjouw je met gemak de hele wereld over. Ik kan het weten want we hebben het meerdere keren gedaan. Maar vanaf de middelbare school worden het ineens mensen. Dan beslissen er vijf, dan ga je bijvoorbeeld naar allemaal surfspots op reis terwijl je zelf niet eens surft. En daarom is het ook een veel grotere ingreep om pubers terug te halen naar Nederland dan toen we diezelfde pubers -maar dan in miniversie- op een dag in een Landrover propten en zeiden ‘we zien wel waar en hoe lang.’

Vla

Dus.
Is er 1 meisje alleen maar aan het bloeien met baantjes en feesten en heur haar ineens geverfd (waar haalt ze de tijd vandaan? Ik krijg het mijne in alle hectiek amper gewassen) – en als enige haar telefoon al binnen een dag vloeiend omgeschakeld naar het nieuwe land.
Is er 1 meisje stilletjes en brave as hell haar nieuwe kamer blauw aan het schilderen zodat ze zichzelf terug kan trekken en veel kan skypen met de plek waar ze eigenlijk wil zijn: Spanje.
En is er 1 meisje haar originele zelf, waardanook. Die scheurt voorbij op rare rolschoenen alsof er nooit iets anders aan haar voeten zat. Die helpt de schilders en de bouwers met beitsen en sjouwen alsof ze altijd al… Die heeft op een of andere manier oneindig toegang tot onze geldbronnen zodat er elke dag een ander pak vla in de nieuwe ijskast staat. Vla is typisch Nederlands, als ik het zelf maakte in Spanje smaakte het toch anders. Maar dat je het hier nu hebt in zoveel smaken van bananenvla tot slagroomvla en frambozenvla en zelfs, zag ik net, perenijsjesvla – dat wist ik dan weer niet.

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Gisteravond

Ik ben voor het eerst alleen in mijn nieuwe huis.

Met twee dochters en een een poes vlieg ik enkele reis Amsterdam. Ik dacht dat ik heel hard zou lachen. Dat ik heel hard zou huilen, zuchten. Dat ik het heel erg koud. Dat ik heel erg moe. Dat ik heel erg thuis. Dat ik.
Ik kijk alleen maar de hele reis naar het groen van de Transaviastoel voor me.

Vriendinnen

Op Schiphol staan de vriendinnen van Chaia om haar op te vangen. Met een blije Ilco en heel veel tompucen proppen we ons in een  overbeladen trein en dan hup met het pontje. Ons huisje. Er lopen heel erg veel mannen. Schilders, elektriciens, iemand van het internet, aannemers, en nog heel veel meer mensen van wie ik geen idee hebben wat ze er doen. En zij op hun beurt hebben geen idee van het heugelijke feit dat hier de vrouw des huizes arriveert. De tuin is een en al zand en stenen. Er is geen pad voor de deur.
Ik ben net de serre-in-wording aan het bewonderen. als een journalist van Het Parool alweer voor mijn neus staat voor een interview.
Dan gaan we pizza eten met nog steeds al die vriendinnen van Chaia. Daarna gauw naar de buurvrouw de verhalenverteller om matrassen te lenen want de meubels komen pas over een week.
Er moet iets met fietsen, er moet iets met het paard gaan bezoeken in zijn nieuwe stal, de Spaanse poes moet een kattenbak en nodig eten, en waar zitten eigenlijk de lichtknopjes en oh shit handdoeken.

Dan is het ineens zover. De avond valt en ik ben alleen in het nieuwe huisje. Ik denk: ik ga op een bouwtafel zitten en gewoon maar een beetje om me heen kijken. Dit is mijn nieuwe droomhuis en ik geloof dat het heel, heel mooi is.
Ik kijk.
En het is zo.

Over het tuinpad zie ik ze alweer terugkomen van de paarden. En daarachter mijn beste vriendin met haar dochter die zomaar even komt buurten. Hoera, dat kan weer – eindelijk.

Ik spring op.