Categorieën
Verhalen van de berg

Requiem voor een daktent

‘Maar ik hou helemaal niet van kamperen,’  riep ik een jaartje of acht geleden, aan de vooravond van onze wereldreis. De Landrover stond volgepakt voor de deur, ons huis lieten we achter.
‘Waar dacht je dan dat die daktent voor was?’  zei Ilco geschokt.

Goed, laten we zeggen dat ik er even aan moest wennen. Jaren op wereldreis gaan door Afrika en het Midden Oosten en dan denken dat je steeds in gezellige pensionnetjes slaapt onderweg, is vrij wereldvreemd inderdaad.
Het goede nieuws is dat ik nooit ergens lekkerder heb geslapen dan juist  in die daktent.

Circusachtigs

Slapen in een daktent heeft niks te maken met kamperen. Het is een way of life, iets circusachtigs. Als je geen huis meer hebt, is dat stukje stof je veilige filter van de wereld. Van de wilde dieren ‘s nachts op de Afrikaanse steppe. Je hoort de hyena’s knagen aan de touwen, maar de daktent staat als een huis. Of die keer dat we de meisjes halsoverkop in het midden van de nacht uit dat zogenaamd leuke pensionnetje alsnog naar de daktent verhuisden omdat het krioelde van de schorpioenen. Niet in de daktent. Het is je filter van de woestijnstorm, niks zo onverwoestbaar. Van de wolken malariamuggen in West Afrika, niks zo ondoordringbaar. Hij sluit de zon buiten als het vijftig graden is – en zelfs de mensen. Als soms al die vriendelijke nieuwsgierigheid me teveel werd, was er altijd nog de daktent om in te schuilen. Je zit hoog, hebt het mooiste uitzicht van de wereld en verrassend genoeg ook het zachtste matras.
We dachten dat de Landrover de reis niet zou overleven maar hij bleek taai en trouw. En dus ook de daktent. Sinds we in Spanje wonen, zijn we elke lange zomer wel een paar weken met hem op pad gegaan, meestal naar de kust. For old time’s sake. Ja, dan stonden we op de camping, maar we voelden ons nog steeds een beetje Afrika. Wij waren geen kampeerders, maar circusmensen. Ook al wordt het elk jaar een beetje krapper daarbinnen. Als Ilco af en toe voorstelde om een caravan of iets dergelijks mee te nemen, werd hij weggehoond door de meiden. Dat nooit.
Deze zomer op Tarifa genoot ik meer dan ooit. Ilco en de meiden maakten plannen om straks als we weer in Nederland wonen, toch elk jaar weer terug te keren naar die daktent, maar ik dacht aan het juk van de Nederlandse schoolinspectie, de vakanties die we juist in de herberg moeten zijn en ook aan de onmogelijkheid van de lange reis met een oude vermoeide auto.
Eigenlijk wisten we allemaal best dat dit de laatste keer van de daktent was.

Gekkenhuis

We kwamen terug, MasterPeace barstte los en sleurde mijn man naar Nederland. Er zijn vier sterke mannen nodig om de daktent van de auto af te tillen, dat kreeg ik niet geregeld. Dus nu bij terugkomst zat die daktent er nog steeds op.
Ilco ging voor het eerst weer naar Granada, zijn hoofd nog vol van het gekkenhuis waarin hij de afgelopen maanden heeft geleefd. Hij reed gedachteloos een parkeergarage in.
Met een daktent ben je hoog, hoger dan twee meter twintig. Met een dramatisch gekraak werd de tent door midden gescheurd.
Ik ben blij dat ik er niet bij was, de ontreddering na een ongeluk met ernstige slachtoffers kon niet groter zijn. Niet alleen de tent maar ook mijn gezin kwam gewond terug.
Ach onze daktent. Hij heette Hannibal en hij kwam uit Zuid Afrika.
Hier vind je een collage of eigenlijk een hommage:
https://www.flickr.com/photos/12966304@N00/sets/72157607288457173/

Categorieën
Verhalen van de berg

Licht en water (en een dode kip)

Dunya’s moestuin is als een soort woest moeras over de hele patio gestroomd. En er ligt een dode kip voor de deur, groot en bruin en verig.
Verder is er niks veranderd hier in Spanje. Het licht is oogverblindend, de stilte oorverdovend

Die kip heeft de hond daar voor ons neergelegd als fascinerend welkomstcadeau: ik ontvang je met een dikke kip. In sommige Afrikaanse landen zou dat gelden als het summum van gastvrijheid. Maar de meiden op weg naar school en ik op weg naar het dorp lopen er liever met een grote boog omheen.

Olijfbomen plus Spanje

Het is fijn om na zes weken fietsen weer een stoere Landrover onder mijn kont te hebben. Google olijfbomen plus Spanje en alle afbeeldingen zijn mijn uitzicht. Niks nieuws onder de zon. Het zuidelijke licht is nog steeds fijn ook al is de zomer moe, de grond overal gebarsten. Bij de groenteboer klagen ze: er is weinig variatie in de winkel, want er valt te weinig regen. Zelfs de riviertjes staan droog. Misschien mis ik dat hier wel het meest: het water. Zeker na zes weken pal aan het IJ gewoond te hebben.
‘Kippetje?’ vraag ik aan de man die Bloems brommer na al die weken weer aan de praat komt krijgen. Hij kan er niet echt om lachen.
‘Het is nog zwembadweer,’ roept Dunya als ze even later verhit uit de schoolbus de berg op komt lopen. De kip ziet er steeds doder uit, er beginnen al vliegen om de kop te zoemen
Dunya gaat huiswerk maken in plaats van zwemmen en een uurtje begint het te rommelen in de lucht. We halen net op tijd de was van de lijn.
Dat het laat licht wordt en nu alweer vroeg donker, ook daar zie je aan dat de zomer ten einde loopt. We eten alweer binnen. ‘Mam, weet je dat er een dode kip voor de deur ligt?’

‘Heeft niemand die kip nou weggehaald? vraagt Ilco verbijsterd.
Nee, dat heeft niemand gedaan.

Categorieën
Verhalen van de berg

Zweven en scheuren

Voor even leefden we het leven van de glamour en de glorie, schijnwerpers overal, en Ilco leefde even het leven van Jezus.

Welk meisje van elf mag op de afterparty de hele tijd op het podium staan tussen alle artiesten en wordt geknuffeld en gezegend door Baba Maal? Welk meisje van vijftien runt een charity balie en wordt daarna het hof gemaakt door een jonge Congolese rapper? Welk meisje van zeventien mag stage lopen met een cameraploeg en dagenlang in kleedkamers rondhangen bij tientallen wereldartiesten?
Het MasterPeace Concert was het allemaal waard: al dat harde werk, al die jarenlange voorbereidingen, alle bloed, zweet en tranen. Het was een prachtige show en de zevenduizend mensen die erbij waren hadden stuk voor stuk het gevoel dat ze deel uitmaakten van iets heel bijzonders.

Oesters en erwtensoep

Mijn eigen dag begon in het Ziggo Dome  bij de vip-ontvangst waar we konden genieten van oesters en erwtensoep. ‘Wat kortzichtig en ouderwets,’ vond Ilco, toen ik mijn twijfels uitsprak over die combinatie. Het waren gelukkig erg lekkere oesters en erwtensoep.
Op een gegeven moment kreeg ik de lange rij voor de entree in het oog die helemaal doorliep tot aan de Ajax Arena. Een foutje, hoorde ik later, omdat de repetities  zodanig uitliepen dat de zaal te laat open ging. Gelukkig wist ik dat op dat moment niet en kon ik allen maar verbijsterd staren en staren. Het is echt! Dat de vips komen is nog tot daaraan toe, maar al die bezoekers in een eindeloze rij, al die mensen Komen Echt!
Ik begon het concert op het balkon met een chique zitplaats, maar ging al na het eerste lied (Windows of hope van Oleta Adams) naar beneden voor het podium staan. Daar voelde je de vibe het beste, het zweet en de tranen spatten als het ware bovenop je. Af en toe zag ik mijn man, hij was geliefd alom. Mijn eigen publicitaire hoogtepunt van de avond was een onbekende die tegen me zei: ‘Ken ik jou niet van de Volkskrant?’ Zo scherp was dus kennelijk die foto waarop ik achter mijn man het tuinhekje dichtdeed!
Aan het einde van de avond telde dat soort dingen allang niet meer. We vielen allemaal samen, publiek, MasterPeacers en artiesten, we waren samen de muziek geworden, de emotie en de kracht. Dat was magisch, ik heb niet vaak zoiets meegemaakt.
Toen was er nog iets met een afterparty, heel veel champagne en jammende artiesten, wat ik allemaal heerlijk rustig vanuit een hoekje zat te bekijken want ik had nieuwe schoenen aan met superhoge hakken. En daarna een hotel met nog meer champagne, toen liep het inmiddels al tegen een uur of vier. Er was ook nog iets stressvols met Somalische artiesten die misschien zouden gaan vluchten maar ook dat werd getackeled.

Kater

De dag erna had ik meteen al een kater, letterlijk maar ook figuurlijk, ik kan er slecht tegen als dingen voorbij gaan, zeker dingen waar je zo lang naartoe heb geleefd. Ilco daarentegen hield gewoon op met zijn berichtjes te lezen, simpelweg omdat het er teveel waren: het leek wel alsof al die zevenduizend mensen plus alle andere tig duizend mensen van andere MasterPeace concerten over de hele wereld hem persoonlijk wilden eren en bedanken. Daar ga je een beetje van zweven. Niet voor niks had een journaliste op de tv hem de dag ervoor ‘een soort Jezus’  genoemd.

Maar ondertussen staan hier toch weer alle koffers en stapels rotzooi omdat we morgen met een scheurend geluid het IJ verlaten en terugvliegen naar Spanje, waar de school wacht en het Spaanse leven wat op zijn zachtst gezegd… anders is.

Categorieën
Verhalen van de berg

D-Day

Ik deed ‘een Volkskrantje’: een dagje mee met MisterPeace.

‘Hoezo hebben we geen fotograaf? Ik bel zelf de Telegraaf wel, hier heb ik het nummer van de fotoredactie. Jongens, ik heb wat voor jullie… Hoezo een mail sturen? Het is NU, er moet NU iemand naar het Rijksmuseum.’  Zwiep op de telefoon, volgende. ‘Regelen jullie intussen even Hart voor Nederland? Laat die exclusiviteit maar los.’ Zwiep. ‘Fuck, wat doet die tomton raar, (tegen mij) reset jij hem even?’ Zwiep. ‘Neem nou ohop!’ Zwiep. ‘Ha daar ben je. Ik heb hier weer tien berichtjes van de horror manager, de artieste is weggelopen op de repetitie gisteren. Check jij even of ze vandaag wel in de auto zit? Dank je.’ Zwiep. ‘Wat? Laat die man van het ANP mij  even bellen, dan loods ik hem naar binnen.’ Zwiep. ‘Jongens geef even door aan de artiesten dat ik een kwartiertje later kom. O, dat hadden jullie al voorzien?’ Mooi. Shit, die tomtom is echt op hol geslagen.’ Parkeert de auto in het gras langs de snelweg, graait de tomtom uit mijn handen. ‘Zo moet je dat doen.’
Hup, de snelweg weer op, slingerend met de telefoon aan zijn oor. ‘Rechts? Hier?’
‘Bestemming bereikt,’ zegt de tomtom in de middle of nowhere. Ilco parkeert op een bushalte alsof dat al die tijd de bedoeling was en belt Roel van Velzen. ‘Kom ook even naar het Rijskmuseum, daar zijn we met Oleta Adams en een topper uit Afganistan. Er is pers. Of zit je in de studio? O. Ah, je komt toch. Goed zo. Ja, nu.’

Paparazzi

Tussenstop: een van de vele MasterPeace Hotels waar MisterPeace een paar artiesten in het zonnetje intens hartelijk toespreekt. Ik doe, zoals hij: groeten met de de ene hand op je hart, terwijl ik me ondertussen een beetje bezorgd afvraag of de man uit Syrie moslim is (hoe zit dat ook alweer daar? Genant dat ik dat niet weet) en of ik hem dus uberhaupt wel een hand kan geven. Gelukkig blijkt hij een Pakistaanse sufi.
We stappen over in een cool MasterPeace-busje samen met de artiest uit Afganistan en halen snel Oleta Adams en haar man op bij het Okura en scheuren dan door naar het Rijksmuseum. Onder een spectaculair stralende septemberzon stappen we het busje uit en ja, er is pers: we worden meteen gevangen door een paparazzi-achtige stoet van fotografen.
Ook de mensen van het Rijksmuseum komen aangesneld. ‘Mogen wij u meenemen voor een speciale tour…’  Een haagje veiligheidsmensen in zwarte pakken komt onopvallend om ons heen en veegt en passant soepel alle mensen weg voor de Nachtwacht. Zo dichtbij zag ik hem nog nooit! Gelukkig is het publiek niet boos. Integendeel, ze houden allemaal hun telefoontjes in de lucht om te fotograferen hoe de MasterPeace-sterren voor ons eigen masterpiece worden gefotografeerd.  De Telegraaf voorop.

Geweer

Twee uur later zit ik te snikken bij het Metropole Orkest  in Hilversum. Niet om de nog steeds voortrazende hectiek om me heen die maakt dat alle MasterPeacers een beetje groenig zien en ik me duizelig voel, niet om de horror manager die ook daar weer rondloopt (‘mijn artiesten willen alleen maar eten in een eigen, aparte ruimte’) en zelfs niet om het tot gitaar omgesmede geweer van zanger Cesar Lopez wat door de veiligheidsmensen van Schiphol in beslag is genomen.
Ik huil om een podium vol muzikanten met stemmen als klokken die zingen vanuit hun tenen, met zoveel passie en kracht dat alle oorlogen waar ook ter wereld even hun kop houden. Ja, nu snap ik het weer. Alles.

Categorieën
Verhalen van de berg

Mrs. Peace

Er zijn van die dingen die je niet ambieert maar die toch op je pad komen, dat overkomt me de laatste tijd steeds vaker.

Herbergierster worden. Stond nooit op mijn bucket list, toch gaat het volgend jaar echt gebeuren als we Herberg In de veilige haven openen. Moet ik ineens achter de tap, mijn horecepapieren gaan halen. Waar ik me echt op verheug, is het beheren van de bruidssuite.
En ‘vrouw van’  worden, was ook nooit echt de bedoeling. Mijn opvoeding was nogal feministisch: als vrouw moet je evenveel verdienen als je man, even hard werken, even vaak op de voorgrond treden – in het kader van de gelijkwaardigheid.
Allemaal niet gelukt.

Behind every great man

‘Je mag nooit in een of andere speech zeggen dat je zoveel te danken hebt aan je vrouw, geen wind beneath my wings-gedoe,’ souffleerde ik Ilco nog niet zo lang geleden. Inmiddels is er geen houden meer aan. Zo stond ik gisteren nog megagroot met foto en al in de Volkskrant, achter Ilco die als Mister Peace de hoofdrol speelde van het artikel. Ik was vooral opgelucht dat ze niet de foto hadden gekozen dat ik mijn voorbijrennende man een bordje eten overhandig. Ik weet niet precies waarom ik dat niet wil, want ik ben er publiciteitsgeil genoeg voor en supertrots op Ilco. Maar het voelt ongemakkelijk om Mrs Peace te zijn (dat klinkt ook veel minder goed, toch?)
Uiteindelijk betrapte ik mezelf wel op twee hardnekkige gedachten. De eerste: mooi zo, nu weten alle Ilco-groupies en -fans weer dat hij getrouwd is. En zelfs: wat zien we er schattig uit samen met onze crèmekleurige, halflange jassen. en wat staat ons uitzicht aan het IJ er cool op.

Ingewikkeld

Dingen die je niet ambieert maar die toch op je pad komen houden het leven spannend.
Het omgekeerde is ingewikkelder: dingen die je wél ambieert maar die op een of andere manier steeds maar niet lukken.
Daar gaat mijn week over – in die kleine stille ruimte die overblijft als alle MasterPeace-hectiek even wijkt. Na ruim twee jaar fulltime schrijven had ik zó graag de wereld in willen schreeuwen dat mijn nieuwe boek er eindelijk aankomt. Hoeft niet voorpagina krant te zijn, een stukje op dit weblog was al genoeg.
Maar goed, dat staat er dus niet zoals je ziet. En daar is niets vredigs aan.

Categorieën
Verhalen van de berg

Hard

‘Er komen zo ijsjes voor alle kinderen,’  roept Dunya, we zijn op een familiefeest. ‘Mmm,’  roepen haar zussen. De ijsjes  zitten in Micky Mouse-hoofden en er steken kleurige parasolletjes uit. Maar de zussen krijgen ze niet.

‘Hard,’  vinden ze – als het tot hun doordringt. Maar met vijftien en zeventien ben je in dit restaurant te oud voor een kinderijsje. ‘Dat is weer zo’n moment dat je je realiseert dat alles voorbij is,’  zucht de oudste. Volgt een melancholiek gesprek over ‘de kindertijd’.

Grobbebolknufflel

Samen met hun ook al zo oude nichtje beginnen ze aan een trieste opsomming.
‘Dat je geen cadeautje meer krijgt in het vliegtuig. Ik wilde ook zo graag een dekentje en een grobbebolknuffel.’
‘Dat mensen in winkels ineens mevrouw tegen je zeggen.’
‘O ja, dat doet echt pijn.’
‘Of dat ze zeggen: jullie zijn toch al groot.’
‘Geen Happy Meals meer. En ik was altijd zó blij met dat lelijke speeltje.’
‘Dat je het niet meer kunt maken om in de draaimolen te gaan, terwijl je het stiekem nog wel heel leuk vindt.’
‘Dat geldt voor alle speeltuinen. Het ballenbad!’
‘Omdat je er niet meer in past. Met mijn filmvrienden in Parijs hebben we ons in Eurodisney nog één keer met heel veel moeite in die draaiende theekopjes gewurmd, gewoon omdat we er allemaal zo sentimenteel van werden. We puilden eruit aan alle kanten.’
‘Wat die peuters daar doen: op je zij van een heuvel afrollen. Dat wil ik nog steeds, maar het is niet meer cool.’
‘En in de slee pas je ook niet meer.’
‘Of je als je ‘s nachts een nachtmerrie hebt, dat je dan niet meer verder gaat slapen bij je moeder in bed.’

Mickey Mouse-hoofden

Achach wat voel ik met ze mee, met deze plotseling volwassen kinderen, ik zou spontaan ijsjes in Mickey Mouse-hoofden voor ze gaan halen.
‘Dat je bij alle dierentuinen het volle pond moet betalen,’  zegt er een en ik knik begripvol want daar heb ik ook last van – op een andere manier dan.
Dan draait het schatje in kwestie zich naar me toe. ‘Maar dat je ook nog geen ouwemensenkorting krijgt. Dat is ook zo’n cruciaal moment, denk ik. En dat zit er nu aan te komen voor jou en papa.’
Hm. Toch maar geen ijsje.

Categorieën
Verhalen van de berg

Flirten met de conrector

‘Vervelend hè, dat je moeder er de hele tijd doorheen zit te praten. Doet ze dat vaker?’
Ik geloof dat we zomaar de perfecte school voor Chaia hebben gevonden.

Van het ene land naar het andere verhuizen is niet alleen maar feestelijk. En van een Spaanse school op een Nederlandse school overschakelen is ronduit ingewikkeld. Daarom zoeken we nu alvast scholen in Amsterdam die daarbij willen helpen.

Lippenstift

In Montefrio is één middelbare school voor iedereen. In Amsterdam is de keuze zo groot dat ik eerst geen idee heb waar te beginnen met zoeken. Maar gaandeweg banen Chaia, Dunya en ik ons een weg door de jungle en het wordt steeds leuker. Voor Dunya vinden we snel een school, voor Chaia zoeken we iets langer. Elke school die ik leuk vind, wordt bij voorbaat afgekeurd – en anders word ikzelf wel afgekeurd. ‘Mam, je had dat hele gesprek lippenstift op je tanden, ik durf die rector nu nooit meer onder ogen te komen.’ Of: ‘Je vond die conrector leuk hè, je zat de hele tijd te flirten.’  De conrector in kwestie is niet bepaald mijn type, maar ik snap wat ze bedoelt: deze man was zo wezenlijk geïnteresseerd in Chaia dat ik me gaandeweg een totaal overbodige buitenstander begon te voelen.
Maar dat is dus precies de school die Chaia kiest, een school die haar perfect past.
‘Die scholen voelen als een heerlijk warm bad’, zeg ik tegen Ilco. Zoveel persoonlijke aandacht krijgen de kinderen in Spanje niet. Daar hebben de leraren simpelweg de tijd en de middelen niet voor.

Bastion

Maar de dag erna ben ik een stuk minder blij als ik een proefverhaal voor een Nederlandse educatieve uitgeverij terugkrijg met de kanttekening dat ik niet mag schrijven over (sic) ‘dingen die letterlijk refereren naar een andere wereld, bijv. de term ‘andere wereld’. En woorden als elfachtig en tovenaar graag vermijden.’ Dit om het (vermeende?) bastion van protestants christelijke scholen niet af te schrikken.
O ja, denk ik, daar hebben we de schoolse betutteling weer. En dat zou in Spanje nou weer nóóit gebeuren.

Categorieën
Verhalen van de berg

Duizend kaperschepen

Tafereeltje. Dochters op de bank kijkend naar Hollands Next Top model. Middelste speelt er gitaar bij, heel zachtjes. Oudste vlecht de haren in van haar jongste zusje, die nog even op mag blijven. Aan tafel werkt hun vader fulltime aan de wereldvrede op tegelijkertijd een ipad met kapot scherm en een iphone waarvan het scherm ook al craquelé is – geen minuutje tijd om het te laten repareren.
Ikzelf kijk er schuin langs naar buiten.

Het IJ. Nooit geweten dat het er zo druk was. Vrachtschepen, cruiseschepen – vaak twee achter elkaar, zeilboten, snobjachten, rondvaartboten, partyboten variërend van de supper club cruiser tot de immer vrolijk snorrende pannekoekenboot. Ook de echte stoomboot van Sinterklaas, stoere politieboten, Sloffie Sleepboot, duwboten, trekboten en overal doorheen al die blauwwitte pontjes die er roekeloos en in volle vaart dag en nacht de watersnelweg doorkruisen. En echte kaperschepen! Dan zingt altijd in mijn hoofd het liedje van Jenny uit de Dreigroschenoper wanneer ze droomt dat de zeerovers haar komen halen en meenemen als hun bruid. ‘Und eind Schiff mit acht Segeln und fünfzig Kanonen wird liegen am Kai.’  Kijk Jenny, daar zijn ze! Eindelijk…

Huisreiger

Alleen rond een uur of vier, vijf in de ochtend is het even stil. Dan wordt het water domein van de vogels en hoor je de eenden lachen, de meeuwen krijsen, de waterhoentjes en de zwanen spetteren. Dan spreidt onze huisreiger Karel, die je herkent aan zijn warrige haardos, zijn vleugels. Aan de overkant van het water hoor je het voetgangersstoplicht heel zachtjes tikken – voor niemand.
Als ik opsta, samen met de zon, is ook het IJ al wakker. Dan zijn die pontjes al vol in bedrijf, de mensen staren naar mij en ik naar hen. Wat denken ze, wat zien ze, op weg naar hun werk? De eerste cruiseboot van de dag toetert iedereen wakker.
Maar nu is het avond. En volle maan, het IJ baadt in het licht. Ik staar door de ramen naar de reflecterende toverwereld. Volle maan op de berg in Spanje is ook beeldschoon, echt. Maar volle maan boven het IJ is… duizend kaperschepen.

Categorieën
Verhalen van de berg

Beulen en helden

Het schattige huisje aan het IJ is een zenuwcentrum voor vrede aan het worden – nu al.

Niemand komt hier vandaan zonder een lading foldertjes van het grote MasterPeace Concert op 21 september. En de twee oudste dochters zijn ‘flygirls’  geworden – wat betekent dat ze elke dag op verschillende plekken urenlang die flyers aan het uitdelen zijn,  duizenden en duizenden, ze hebben zelfs spierpijn in hun schouder van de gevende beweging. En passant leren ze Amsterdam kennen en ook de mensen. Blij verraste mensen, flrterige mensen (de oudste tegen mij met het schaamteloze vanzelfsprekende van de jeugdige beauty: ‘vandaag is me nét een keertje teveel mijn telefoonnummer gevraagd.’), grappige mensen (‘ik ben voor de oorlog hoor, ik heb aandelen in de wapenindustrie’).
En nare mensen, eentje pakt zelfs een flyer aan en gaat er vervolgens op staan om -ja wat eigenlijk- hem te vertrappen denk ik, iets intens vernederends te doen via een stukje papier.

Clip

Zo worden de meisjes helden en dat is precies waar de nieuwe campagne van MasterPeace over gaat: Be a Nelson. Dat ieder mens dapper is, dat je er zomaar voor kunt kiezen om het verschil te maken, hoe dan ook. Toevallig lees ik net een boek – Het Lucifer Effect-  wat het tegenovergestelde beweert: wij mensen zijn allemaal tot het allergruwelijkste in staat. Afhankelijk van de situatie en het systeem waar je onderdeel van bent geworden kan ik, jij, en zelfs mijn leuke dochter zomaar een gevangenisbeul worden – zo vat ik de 683 pagina’s even samen.
Aan het eind van het boek verlegt de schrijver, Philip Zimbardo, zijn focus: hierna wil hij alleen nog maar schrijven over hoe je de held in jezelf naar boven krijgt. Want dat is volgens hem de andere kant van precies dezelfde medaille. Op dit moment is hij bezig met een boek alleen daarover.
Maar eigenlijk kan je ook gewoon de nieuwe clip van MasterPeace bekijken. Die is stoer maar ook ontwapenend, ik ben plaatsvervangend zo trots op het hele team! Je ziet de clip vast dezer dagen wel op tv, maar hier is ie alvast, supervers van de pers: Be a Nelson.

https://www.youtube.com/watch?v=i6xVhcUEu74&feature=youtu.be

Categorieën
Verhalen van de berg

Albatros

Ze is een vogel. Zo heet ze en zo wil ze zijn, mijn moeder.

Toen ze ging scheiden, heel lang geleden alweer, pakte ze haar meisjesnaam terug. Maria de Vogel, de verpleegster die ooit de wereld in zou gaan trekken met Albert Schweitzer, om zielige kinderen te redden. Maar die toen dus trouwde en al die tijd en energie ging stoppen in slechts drie kinderen: mij, mijn broer en mijn zus.
Later vloog ze alsnog uit in Amsterdam en die naam werd symbool. Alledrie haar kinderen kregen een kunstwerk van een vogel op het moment dat we op kamers gingen. De grote familiekerstboom werd vervangen door een kleintje vol zilveren vogeltjes. Ze ondertekende haar brieven met een zwierige vleugel-v. En toen er kleinkinderen kwamen en mijn moeder nog kaarten kon sturen, zat er in elke envelop steevast een veertje verstopt.

Musje

Ik denk dat ze een albatros wil zijn, een zeemeeuw. Of misschien een zwaluw. Soms dagdroomt ze grote dingen over zichzelf, dat ze echt met Albert Schweitzer zieke kindjes is gaan redden bijvoorbeeld.
En het gekke is, ze gaat ook steeds meer op een vogel lijken. Hoe ouder, hoe vogeliger, bijna alsof ze een beetje veren krijgt en een vogelgezichtje. Haar wankelige loop kan je ook trippelen noemen, hippen.
Ik snij haar broodje voor haar, we zitten op een terrasje in de zon te lunchen. Hele kleine stukjes, die zij op haar beurt nog weer verkruimelt. Een leeg tafeltje verderop doet een frommelig stadsmusje haar precies na – of is het andersom?
De Flesseman is het beste tehuis van Amsterdam, mijn moeder is er vrij om in en uit te fladderen en misschien kennen ze haar inmiddels nog wel beter dan ik. Want wat hangt er aan de muur bij de entree? Een grote foto van Albert Schweitzer die een of andere ziek zwart kind aan het genezen is, met daarin, heel knap, de foto gefotoshopt van mijn jonge moeder met haar verpleegsterskapje. En de tekst ‘Maria’s droom’.