Categorieën
Verhalen van de berg

Wanneer je met je schone sokken in iets nats trapt

Iktsuarpok!

Het woord komt uit IJsland en betekent iets als: ‘het gevoel van verwachting als er iemand langskomt, waardoor je steeds opstaat om door de ramen te kijken of ie al komt.’ Dat hoeft geen iglo te zijn, op een berg in het zuiden kan je je precies zo voelen. Ik had het gisteren nog toen onze vroegere oppas Marije zou komen. Bedje opgemaakt, kilo’s oude vijgen onder de boom bij haar kamerdeur opgeveegd, taart in de oven. En daar is ze, hoera!

Nog-niet-bestaande woorden

In Spanje heb je ook onvertaalbare woorden, zoals verguenza ajena: schaamte vanwege iemand anders (zelfs als die persoon in kwestie zich niet schaamt).  Vooral als kind had ik daar veel last van.
Elke keer ben ik weer blij als ik zo’n in dubbel opzicht nieuw woord ontdek. Maar het allerleukste is het om het om te draaien: niet-bestaande woorden verzinnen. Want waarom is er geen woord voor ‘het blote gevoel dat je kunt krijgen van het niet ophebben van lippenstift’? En zo zijn er nog eindeloos veel niet-bestaande woorden te verzinnen. Het is een  goed tijdverdrijf voor momenten van ikstsuarpok. Mijn persoonlijke top 5 (met hulp van dochters en vriendinnen) is inmiddels:

– De aankondiging van misselijkheid door m&m’s, terwijl je toch door eet.
– De onrust bij de aanblik van scheef liggende vloerkleden of scheef hangende schilderijen.
– De weerstand om in beweging te komen.
– De groeiende irritatie wanneer je het gevoel hebt dat een mens een computer is die langzaam aan het vastlopen is. (‘Ja mam, die heb ik met jou heel vaak’)
– De sensatie wanneer je met net-schone sokken aan in iets nattigs trapt. Die komt van Marije. ‘Nee, daar is geen woord voor, alleen maar een scheldwoord.’

Nog meer suggesties? Ik hou me aanbevolen.

Categorieën
Verhalen van de berg

Jonge sla

‘Dat je er wel om kunt huilen. Om die jonge sla.’  Stuntelend sta ik in de Spaanse groentewinkel het gedicht van Rutger Kopland uit te leggen. Ik hoor mezelf maar door ratelen en ben erg blij dat mijn dochters er niet bij zijn, wat zouden ze zich diep voor mij schamen.

Er is hier één groentewinkel en die verkoopt alleen Spaanse seizoensgroente. Dat betekent wekenlang eindeloos groene asperges, dan weer tuinboontjes, dan weer kersen. En dan ook ineens niet meer. Ik bedenk nooit meer van tevoren wat ik ga koken omdat ik toch nooit weet wat ze hebben.

Groentedude

Sla is hier icebergsla, fonetisch uitgesproken als iezeberg. Maar vandaag zie ik ineens iets opwindends: een chic doosje met daarin twee schitterende kropslaatjes. ‘Wat is dat een mooie sla,’  hoor ik mezelf lyrisch doen tegen de groentedude die maar een paar jaar ouder is dan mijn dochter. En dan sta ik dus ineens Rutger Kopland te vertalen, helemaal in de ban van die sla. Terwijl ik in al die jaren nooit één woord met die jongen heb gewisseld. Met zijn vader, met zijn moeder, maar hij is altijd de stoere sjouwer met de zakken aardappels. Die vandaag dus even alleen in de winkel staat.
En dan gebeurt het. Er twinkelt iets in zijn ogen en de jongen valt uit zijn rol. ‘Ik vind die sla ook zó mooi,‘  bekent hij. ‘Kijk er zitten allemaal kleine worteltjes onder, hij leeft. Elke ochtend geef ik die twee kropjes een beetje water om te drinken. Ze zijn helemaal perfect. En naast hen stelt die iezeberg niks meer voor.’

Wereldvreemd

Er is nog steeds als door een wonder niemand anders in de winkel en natuurlijk koop ik de sla. Waarop de jongen mij een enorme ananas cadeau geeft (‘Deze is zo goed en zoet’) en vervolgens al mijn tassen vol groenten voor mij naar de auto sjouwt. Ook dat heeft hij nog nooit gedaan.
Ik rij naar huis met het doosje met de slaatjes naast me in de Landrover en vraag me af of ik nu definitief wereldvreemd ben geworden en ook wat Rutger Kopland ervan zou vinden.
Thuis word ik inderdaad keihard uitgelachen.

Categorieën
Verhalen van de berg

Muurtje

Club de Malas Madres (club van slechte moeders), zo heet een nieuwe beweging in Spanje. En o wat herken ik mezelf erin. Hup, uit de comfortzone met die kids!

Het is vast een reactie op die keurig gekapte en geklede Spaanse kindjes altijd. Naast hen ziet mijn jongste er vaak uit als een gitana, met voor ze bij de schoolbus is alweer een vlek op haar broek en anders wel een gat. Thuis laat ik haar vaak veel te lang voor de tv hangen zodat ikzelf lekker door kan schrijven en als ze, alleen of met een vriend, de campo in gaat ben ik haar vaak uren kwijt, geen idee wat ze uitspookt. Zodat iemand anders mij komt vertellen dat ze fikkies aan het stoken zijn – ‘ja, nogal groot’-  en ik me meteen een mala madre voel. Terwijl ik tegelijkertijd denk, net als bij vriendinnenruzietjes of gedoe met het buswijf: los het maar op, zoek het uit zonder de veilige bescherming van je moeder.  Zei Paul Biegel niet  ‘De aard van het kind is niet het klein zijn maar het groot worden’?

Kusjes

De laatste dagen doen Dunya en ik als we naar de schoolbus lopen een nieuw spel: we verzinnen onze eigen versie van My favourite things (ja nog steeds into The sound of music). Dunya fietst wild slippend om me heen en rijmt erop los, stoer in het Engels. Dat levert dit soort teksten op:
Going to school and play with my friehiends
Picking wild flowers and sleeping in tehents
Running with my dog, see the kittens and playhay
Getting four presents for my brthdayhay
Waiting for my father who is almost back agaihain
Kissing my mother as much as I cahan

Spelen, bloemen plukken, kusjes geven, fietsen. Dat zijn de aller- allerfijnste dingen die mijn tienjarige dochter kan bedenken, dat is haar wereld. En ineens schiet ik vol. Wat nou groot worden, wat nou uit je comfortzone? Ik bouw een muurtje om onze berg, met alle dieren, bloemen en onszelf er middenin. En nooitnooitnooit mag ze bij me vandaan.

Categorieën
Verhalen van de berg

Kersentijd

Het is het eerste wat ik ‘s ochtends aandoe en het laatste wat ‘s avonds uitgaat.

Zonder Facebook zou ik hier op de berg niet bijhouden wat er gebeurt in de Nederlandse boekwinkels en theaters. En kennelijk is het nu tijd om te oogsten want mijn beste vrienden posten aan de lopende band recensies en artikelen over de dingen die zij maken. Hier is een tiplijst.

Sterren

‘Messcherpe analyse van de angst.’ Het – inderdaad door merg en been gaande – boek Te vroeg geboren van Jowi krijgt vier sterren in De Volkskrant. Hoera! En Jaap! Pal daarop ook al vier sterren voor Birk, ‘een roman die je langzaam de keel snoert’ – wie o wie stuurt het mij op in Spanje?
Bijna tegelijkertijd lees ik dat uitgever Joost Nijsen Gideon op basis van zijn vrij briljante boek De scheids (ook al) royaal bevordert tot de volwassenliteratuur. En dan gaat een dezer dagen ook zijn Slash-boek uitkomen. Hup Gideon!
Mijn vroegere schrijfcoach Christine schreef een slashboek voor volwassenen – Rafael-  en wat er dan gebeurt… Nu staat ze bijvoorbeeld weer paginagroot in Vrij Nederland – en terecht!
Ik blijf ook even hangen bij Gaea. Ik ken haar nog niet zo goed maar ben toch diep onder de indruk dat haar boek De kunst van het vallen in de Volkskrant wordt vergeleken met Kundera – en dat zij eigenlijk beter is.

Jaloezie

Het is voorlopig nog niet voorbij. Op mijn bureaublad ligt het manuscript van Floortje, Vlam. Daar gaan straks nog heel wat journalisten hun hart aan ophalen, dat zie ik nu al. Ook op mijn bureaublad: liedteksten voor de voorstelling Ladies Buitenspel van Mylou, ik zie de foto’s in de bladen al helemaal voor me.
En Esther ging dit weekend in première met Op een mooie pinksterdag. Zij en haar man Stefan -die de monoloog speelt- stonden al in diverse bladen en net nog in de Telegraaf. ‘Subliem’  is het eerste wat ik er vanmorgen over lees. De Theaterkrant, vijf sterren. Ik gun ze nog veel meer ijzersterke recensies want de tekst is prachtig en de voorstelling één grote labour of love.

Ik gun het iederéén van mijn vrienden. Hoe fijn is het om mezelf eindelijk te hebben genezen van de jaloezie. Ja, echt. En zomaar ineens. Als ik op Facebook de ochtendejaculatie van manifestatie royaal heb voorzien van likes en digikussen, klik ik het weg om in alle luwte verder te schrijven aan mijn eigen boek waar voorlopig niemand op zit te wachten. Heerlijk.
En het is nu kersentijd, dat scheelt. Overal kistjes te koop langs de weg, eindeloos kersen eten, alles wordt zoet.

Categorieën
Verhalen van de berg

Sorry Suze…

Mijn twee grootvaders grommen in mijn nek, mijn vader kijkt streng, mijn man – op vredesmissie in Azië-  is ongetwijfeld diep teleurgesteld.
Maar kan ik er wat aan doen dat Andalusië te suf is voor Europa?

‘Je moet altijd gaan stemmen,’  heb ik mijn jongste dochter die ochtend nog geleerd. Hoe hard hebben ze daarvoor gevochten, mensen als Suze Groeneweg die als eerste vrouw in de Tweede Kamer kwam. Dat is een volle nicht van mijn moeder, hoe stoer is dat!
It runs in the family. Mijn vader gaat nog steeds de straat op met flyers. De ene opa was voorvechter van de SDAP, de ander lid van gedeputeerde staten. Wat zouden ze trots zijn geweest op mijn ook al enorm geêngageerde echtgenoot.

Vodje

Dus ga ik natúúrlijk stemmen, ook al heb ik eigenlijk geen tijd. Om twee uur sta ik voor de deur van wat hopelijk het ‘centro civico’  is, ik heb alleen maar een vaag vodje ontvangen en zelf maar een machtiging voor Ilco in elkaar gedraaid. Nergens een bord, een spandoek, een foldertje. Na  zeker twintig minuten rondlopen en tig keer vragen (ik ben echt de enige van het dorp die vandaag wil stemmen geloof ik) weet ik dat het ja, het centro civico is en ja, dat het dicht is.
Hoe vaak laat ik me nog verrassen door de Spaanse siesta? Alles stopt  tussen twee en vijf uur. En dat terwijl dat dan dus juist zo’n goed moment zou zijn om te stemmen!

In de middag moet ik naar Granada en weer terug. Snel koken en dan toch maar weer die auto in. ‘Niet stemmen is geen optie.’  Wat een goed voorbeeld ben ik toch voor mijn kinderen!
Totdat ik verdomme weer voor een dichte deur sta. ‘Dit is toch…?’  zeg ik vertwijfeld tegen een oud baasje.
Hij knikt. ‘Ja, dat is het centro civico. Maar wie heeft je gezegd dat ze ‘s middags open zijn?’

Categorieën
Verhalen van de berg

The hills come alive

One of my most favourite things: met mijn dochters The sound of music kijken.

Tot mijn verbazing zetten ze de dvd zelf steeds weer op. En ze herinneren zich ook nog feilloos de eerste keer dat ik met hen ging kijken. ‘De afstandsbediening deed het niet, dus we hadden geen ondertitels. Jij ging toen alles voor ons vertalen,’  zegt de een. ‘Je had er lekkere dingetjes bij,‘  herinnert de ander. ‘Dropjes en wortels enzo.’  Wortels… hm, kennelijk was ik toen in een gezonde periode. Maar ik heb het daarmee maar mooi zo stevig ingezet dat dit deel van de opvoeding wonderbaarlijk goed gelukt is. Nee, niet het eten van wortels – maar The sound of music omarmen als pijler van je persoonlijke canon.

Geruststellend

We kennen alle liedjes uit ons hoofd (maar ik mag niet meezingen helaas) en de meiden identificeren zich elk met een van de zeven kinderen. ‘Nu ben ik ouder dan Liesl’  roept Bloem verbaasd als ze ‘Sixteen going on seventeen’  zingen.
Zelfs in Afrika hadden we de dvd bij ons. En toen Chaia heel ziek was, was dit het teken dat alles goed zou komen: dat ze weer kracht genoeg had om er samen met ons naar te kijken. Alles maar dan ook alles is geruststellend in die film, tot het zachte en toch glimmende bed van Fraülein Maria aan toe waar je altijd in kunt schuilen als er buiten onweer is.  Wat geeft het dat het moralistisch, nationalistisch,  eendimensionaal en vooral ook heel langdradig is – er zijn de liedjes, altijd weer de liedjes. Van Climb every mountain tot Somewhere in my youth (or childhood), ze slepen je in volle vaart door de cruciale momenten van je leven.

De Spanjaarden die altijd alles vertalen hebben The sound of music in de markt gezet als  Sonrisas y lagrimas (Een lach en een traan) en in Latijns Amerika werd het La novicia rebelde (De rebelse non). Die hebben er dus niks van begrepen.

Categorieën
Verhalen van de berg

Waar blijft de Spaanse Fellini?

‘Ik wil het filmen,’ zegt mijn oudste dochter gedreven. ‘Denk je dat dit over een paar jaar nog precies hetzelfde is? Dat dit altijd zo blijft?’

De vette Spaanse folklore van een Andalusisch heiligenfeest. Voor toeristen te lokaal en te ver weg. Dus moeten we alleen maar hopen dat er niet teveel jongeren wegtrekken naar de stad op zoek naar werk. En ja, dan kan Bloem zomaar de Spaanse Fellini worden.

Imca Marina

De ingredienten liggen gewoon bij ons om de hoek. Olijfvelden, klaprozen. Een processie. Een kapelletje vol met bloemen die ruiken naar begrafenis. Paella voor een paar honderd man (in een pan van drie meter doorsnee boven een houtvuur). De geur van worst, bier, sigaretten. Een zangeres met geluidsband die liedjes zingt die allemaal lijken op ‘Viva España’  van Imca Marina. Een zee van ouwe mensen die daarop met elkaar walsen- of misschien is het de rumba. En dat die vrouwen er allemaal uitzien zoals Imca Marina nu (google dat). Sommigen met flamencojurken en neprozen in hun haar. Sowieso al het haar gekleurd en hoog gekapt. En ze hebben echte waaiers tegen de hitte!

Passie

Nu nog een vleugje camp erbij, een fikse snuf romantiek en een zonnefilter… en je hebt het kleine, superlokale ineens heel filmisch gemaakt.
Het verhaal komt vandaag van de saaiste vrouw van het dorp. Ik ken haar van de school, de supermarkt. Grote tanden, dun haar, een onflatteus jurkje dat net iets te kort is. Onelegante schoenen. Wel altijd een grote lach.
Deze onbestemde vrouw stapt vandaag zomaar op het podiumpje als de band klaar is. Haar man -of buurman- springt achter de elektrische piano. Er is geen technicus die het even mooi op elkaar afstemt en het klinkt veel te hard – maar de saaie vrouw begint toch te zingen. Zomaar, onaangekondigd. En wat er dan gebeurt…
Een stem als een klok, een passie zo groot dat ik er plaatsvervangend kippenvel van krijg. Voor wie, waarom? Una voz antigua de viento y de sal…Nog nooit in mijn leven zo’n prachtige uitvoering van Alfonsina y el mar gehoord, ook niet van La Sosa zelf. Ach Bloempje, schiet maar op met je camera…

Categorieën
Verhalen van de berg

Love Lollipops and Roses

‘Love, lollipops and roses’ roept de Engelse gitaarleraar van Chaia ons na als we daar wegrijden over de dirt track.

Het is weer zo’n dag. Omdat het te bergachtig is voor de fiets en alles hier op kilometers afstand ligt van elkaar, is de belangrijkste eigenschap voor een moeder hier in Spanje ‘goed kunnende autorijden’.

Soep

Dus sta ik klaar bij de schoolbus met -echt waar- een kop dampende soep op een dienblaadje in de auto. Chaia heeft namelijk om drie uur Spaanse honger, het liefst zou ze nu een bord pasta wegwerken. Eerst voert de route ons langs het paard een berg verderop, waar ik meditatief over de bergen sta uit te kijken terwijl Chaia loopt te ‘longeren’ en te ‘werken’  met haar Pegasus. Dan dus naar die gitaarleraar, over een pad dat in de winter bijna onbegaanbaar is, maar nu alleen maar heel smal en steil. De gitaarles is buiten in de zon. Ik mag niet kijken van Chaia, dus ik zit op een stoeltje om het hoekje te wachten. Na gitaarles snel door naar Montefrio waar Chaia een dansje voor gym moet instuderen met drie vriendinnen. ‘Dan kan jij mooi boodschappen doen, mam.‘  Maar die had ik al gedaan, dus dat wordt wachten bij de plaatselijke kroeg. En dan, als klap op de vuurpijl, mag ik het schatje met een vriendin naar weer een andere vriendin brengen waar ze gaat logeren. ‘Je weet toch wel waar Algarinejo is, mam?’ Algarinejo ligt, ongelogen, op een uur rijden van Montefrio pal de andere kant op, en dat over een weg waar ik vaker wel dan niet verdwaal. En daarna dus weer dik een uur terug naar huis, naar de berg. Zonder kinderen achterin om de weg te wijzen…

Roses

Het is dat de zomerbries zo heerlijk door de open raampjes waait. Dat ik al rijdend een beetje kan nadenken over de liefde en het leven. Het is dat ze (op dit moment) zo zoet is, die dochter van me. En dat overal maar dan echt overal de rozen bloeien.

Categorieën
Verhalen van de berg

Salsa, seks en sentiment

Honderd vrouwen dansen op het gras. Van ouwe dikke tot jonge strakke. Ze zingen teksten als: ‘Mami siente mi boom/ Que esta prrum / Te voy a dar / Pum kapum kapum.’  – nee, dat ga ik niet vertalen.

O het heerlijke zuiden! Zumba is vandaag ineens buiten voor de sportschool in de bloedhete zon. Vanuit de omringende flatgebouwen kan je ons zien zweten en gillen, opgezweept door de tomeloze zumbanicht die dol is op vieze Spaanse liedjes en stoten met de heupen. Salsa, seks en af en toe een Spaanse smartlap om adem te halen. Is het gek dat mijn dochter en ik er met plezier twee uur (heen en terug) naar Granada voor rijden elke week?

Zumbanicht

Elke keer als de zumbanicht een kledingstuk uitgooit juichen de vrouwen. Maar we juichen net zo hard als een dik omaatje in badpak komt aangeschuifeld en zomaar mee begint te dansen. Het bewijs is toch al geleverd: je hoeft niet perse een afgetraind lijf te hebben of een geil danspakje aan om sexy te kunnen zijn. Ze zitten er wel tussen hoor, van die bloedmooie Spaanse schonen – maar hun oude schommeltantes net zo goed. Met wie ik mij zelf  identificeer hangt totaal van mijn bui van de dag af.
En vandaag is een goeie dag. Niet alleen zijn we buiten en op blote voeten, ook maakt de zumbanicht er een waar Spaans feest van. In een gigantische plastic teil gooit hij na elk nummer iets anders leeg: flessen rode wijn, vruchtensap, gin, zakken vol ijsklontjes, sinaasappels.

Moegedanst en kletsnat van het zweet en dan smerige tinto de verano en sentimentele liefdesliedjes om het af te leren. Que mi corazón esta colgando en tus manos. Cuidado, cuidado… Spanje, twaalf punten.

Categorieën
Verhalen van de berg

Het gaat beginnen

In mijn handen: sleutels van een huis waar ik nog nooit in ben geweest. Wat een gek idee dat ik nu altijd naar binnen kan in het droomhuisje aan het IJ.

We hebben wel vaker huizen gekocht die we maar half gezien hadden. Of huizen razendsnel gekocht. Maar dit is wel heel onwerkelijk: dat anderen me vertellen hoe mijn volgende huis eruit ziet. Dat die daar allang binnen zijn geweest.

Vredesherberg

Zoals Wijnand, de Jongen die Loopt. Nadat hij de halve wereld over liep en onderweg onze vriend werd, gaat hij nu  op het huisje passen en de maandenlange verbouwing begeleiden. Of Janiek, de fotografe die heeft besloten om ‘het komende jaar bijzonder in beeld te brengen.’
‘Ja, mam, je komt nu eenmaal met veel bombarie terug naar Amsterdam,’  zegt de oudste dochter als ze dat hoort.
Dat is natuurlijk omdat het een publiek huisje is, niet alleen van ons. We gaan daar aan het IJ een vredesherberg runnen en iedereen is enorm benieuwd hoe dat gaat uitpakken.
En wij zelf ook! De sleutels branden gaten in mijn handen, ik kan bijna niet wachten. Dan is 2200 kilometer ineens heel erg ver.
Want tsja, een huis kopen of huren zonder het van binnen gezien te hebben doe ik zo. Maar dat het nu nog een heel jaar duurt voor we er wonen, dat is pas echt niet te bevatten.

Vaste bewoner in de tuin die ik stiekem wél al in het echt heb gezien, en een van de eerste foto’s van Janiek Dam: