Categorieën
Verhalen van de berg

Kruizendag

Jullie hadden Bevrijdingsdag, met al die maaltijden en vooral die heel erg fijne festivals. Maar wij hadden lekker kruizendag.

‘Ik kom je man overal tegen,’  hoorde ik de hele dag door. Ilco was als Mr MasterPeace en Mr Bevrijdingsfestival bij de NOS, het RTL Nieuws en hij stond in het NRC. Terecht. Nog leuker was het natuurlijk geweest als ik hem echt was tegengekomen en mee had kunnen gaan langs al die festivals. Note to self: op 5 mei moet ik niet op de berg zijn, vorig jaar had ik er ook al last van.

Dia de la cruz

Zoals je in Haarlem zou zeggen: ‘Kom, we gaan naar Bevrijdingspop’ zeggen ze hier: ‘Kom we gaan naar de kruizen.’ Echt waar, mijn dochters halve klas was op kruistocht -nee kruizentocht – we kwamen ze allemaal tegen in Granada. Dit is het concept: plaats een metershoog kruis en bedek het met rode bloemen. Zet daaromheen wat Andalusisch aardewerk, een bosje groene asperges en -heel belangrijk- een handje ongedopte tuinbonen; hang wat flamencolappen op. Geen idee wat de boodschap hiervan is (is bij Bevrijdingspop toch duidelijker) maar doe er ook nog een podiumpje bij met flamencomuziek – en iedereen komt bij je drinken en tapas eten. Je trekt gewoon van kruis naar kruis, want ze staan op alle pleinen en in alle hoekjes.

Flamencojurken

Ook liepen op kruizendag bijna alle meisjes en vrouwen in Granada in flamencojurken en met bloemen in hun haar. Dat zag er vooral geweldig uit als ze ondertussen ook nog gewoon boodschappentassen sjouwden of kinderwagens voortduwden. Alle toeristen die erbij waren, denken nu vast: ja, het cliché is waar, in Andalusië lopen ze allemaal in stippenjurken. Maar ik had er zelf ook nog nooit zoveel bij elkaar gezien. Met mijn eigen onafscheidelijke bloem in mijn haar en (toevallig) polkadotrokje voelde ik me zomaar mainstream.

Ach en op weg terug naar de berg bloeide de wilde brem zo weelderig en dat rook zo bedwelmend lekker door de open raampjes van de Landrover… dat hebben ze dan weer niet op Bevrijdingspop.

Categorieën
Verhalen van de berg

Tattoo girl

Ze wil een tattoo op haar pols en verrassend genoeg hebben haar vader en ik los van elkaar meteen gezegd dat het mocht.

Alsof dit kind niet perfect weet wat ze doet. Hoe heerlijk – en hoe verbijsterend, voor mij dan- als je in essentie niet onzeker bent. Niet over jezelf, niet over het leven. Bloem omarmt het leven en het leven omarmt haar.

Voorleesmarathon

Ze heeft van die projecten. Grote projecten, zoals dat ze deze zomer weer een maand naar Parijs gaat voor de zomerschool van de New York Film Academy. Hoe duur het ook is, ze krijgt het voor elkaar. En het volgende project – een jaar in New York na haar eindexamen – zal dus ook wel lukken. Maar kleinere projecten neemt ze al net zo serieus, zoals haar zusje van tien achter elkaar in een soort marathon de hele Hongerspelen voorlezen. Bloem begint daar zo hartstochtelijk aan dat die beweeglijke, snel afgeleide Dunya urenlang gebiologeerd naast haar zit op de zonnige patio. Oké, af en toe staat ze ineens op haar kop of valt ze in het zwembad, maar ze luistert wel degelijk. En als ze uit bed komt is het eerste wat ze vraagt: ‘Bloem, ga je me weer voorlezen?’

En nu dus die tattoo. Gekalligrafeerd kringelen de letters als een armband om haar pols: ‘Live your dreams’.  Een ode aan haar vader lijkt me, maar toch ook heel erg Bloem. Volgende week wordt ze zeventien, beeldschoon en alles. Pas maar op wereld, Bloem komt eraan!

Categorieën
Verhalen van de berg

Forever

Het begint vaak al op Malaga en op Schiphol is er geen houden meer aan. Vooral kleren. Zodra ik in Nederland ben voel ik me een beetje slonzig en hebberig tegelijk, die combi is vrij fataal.

Ik had het in Spanje al gespot en toen hier op de achterkant van een bus. Forever 21, nieuwe winkel om uit te checken. Alleen al van de buitenkant werd ik blij. Goeie trendy dingen – toch betaalbaar. Eerst even naar de expo van World Press Photo en dan…

Rampen

Die expositie is een soort reis door de wereld in tachtig rampen. Ja, er is een heerlijk hoekje met Russische nudisten en heen en weerwolfachtige kluizenaars met hoedjes van gras – en ook wel iets met sport en dieren. Maar het meeste nieuws is toch gewoon horrornieuws. Niet te doen in één hap, sommige beelden ben ik heel snel voorbijgelopen. Andere daarentegen bleven hardnekkig aan me plakken.
Zoals deze foto, van Taslima Akhter. Wat zie je: twee onbekende slachtoffers van een ingestorte textielfabriek in Bangladesh. Gebeurde een jaar geleden. In die fabriek werkten veel te veel mensen veel te lang achter elkaar met veel te verouderde apparatuur.  Zelfs toen de muren begonnen te scheuren, gingen ze nog door. En toen stortte het hele pand in en kwamen er meer dan duizend doden.

Je weet het heus wel, dat die goedkope kleren ergens gemaakt worden. En dat je eigenlijk… Maar nee, ik ben die middag niet naar Forever 21 gegaan. En meteen ook maar besloten dat mijn dochters nooit meer naar de Primark mogen. Of nou ja, niet van mijn geld.

Categorieën
Verhalen van de berg

Trip

Wanneer was ik voor het laatst in Amsterdam met koninginnedag? Misschien wel tien jaar geleden. Mijn hipste (en jongste) vriendin ging naar de Jordaan, dus dat was the place to be.

Maar ik kon er niks aan doen, ik keek met Spaanse ogen. Wanneer krijg je een heel volk zo gek om jurkjes, hoeden, pruiken en weet ik veel wat aan te trekken in de lelijkste, meest onflatteuze kleur die er bestaat? Dat je je zelfs saai voelt in een spijkerbroek en bruinleren jas? En iedereen is dronken en host en eet en eet en eet en het is niet eens carnaval.  je kunt aan meterslange touwen van een brug schommelen of serieus geld inzetten op een goudvissenrace. Overal kopen mensen lelijke oude zooi die ze verderop weer verkopen en dat allemaal enorm uitgelaten. En dan is er ook nog eens op elke straathoek een hebberig en tegelijk zielig kind dat onverstaanbaar op een viool staat te zagen.
Ik stond in de file en keek naar het water waar de hysterische boten ook al in de file lagen en ik probeerde een dansje op de keiharde techno.

Bier

Het was één knaloranje trip en ik kwam er niet in. Ik bleef maar hangen in verbijstering. Zelfs toen ik langs mijn oude huis aan de Brouwersgracht kwam en me herinnerde hoe feestelijk het was om daar te wonen, juist ook op die dag.
Ik had nog niet eens een oranje tompouce op en van de 250 euro die ik na veertig minuten wachten uit de muur had getrokken plakte iedere euro nog in mijn zak. Maar voor ik mijn afspraak bereikt had, ben ik gevlucht, in volle vaart terug het station door en snel het IJ over. Gelukkig werd het in Noord uiteindelijk nog een topavond met Engelse gitaarbandjes en pogoën onder een regen van bier.

Ik word oud. Of het echte feest is in Amsterdam-Noord, dat kan natuurlijk ook.

Categorieën
Verhalen van de berg

Een vrouw uit Somalië

Ik zit op het vliegveld van Malaga en ik voel me mooi want ik heb nieuwe laarsjes aan.

We voelen ons allemáál mooi. De rondborstige vrouwen met hun gouden sieraden die te lang in de zon hebben gezeten. De gezinnetjes met hun zomerkleren alvast aan, de mannen in dappere korte broeken. Dat ene superverliefde blonde meisje (huwelijksreis? stiekem zwanger?) dat slank, fris en jong staat te zijn bij de Starbucks. We drinken allemaal veel te dure koffie en voelen ons heel wat.

Benen

Dan ineens materialiseert Zij in ons midden. Ik denk dat ze uit Somalië komt en alleen al haar benen zijn zo lang dat ze eindigen waar bij de meeste vrouwen de borsten beginnen. Ze heeft een Chanel tas en een Louis Vuitton portemonnee (of andersom) en alles aan haar is perfect. Haar huid glanst alsof ze er Shell olie overheen heeft laten lopen, haar blik is trots zonder verwaand te zijn en natuurlijk draagt ze stilettohakken waarnaast mijn laarsjes meteen een soort klompen worden.
En dat gebeurt er dus met alles. Binnen een straal van tien meter verandert iedereen in een bleke, pukkelige, bobbelige gnoom. De overwinterende vrouwen verschrompelen in de curven van hun rimpels, de Nederlandse toeristen worden onmiskenbaar Nederlandse toeristen want gekleed in hobbezakken en met zielig haar en dikke benen. Zelfs dat ene leuke blonde meisje is ineens  witjes en saai.

Shots

De vrouw uit Somalië doet een ingewikkelde bestelling met veel extra shots en ik moet ineens opschieten voor mijn vliegtuig. Ik kan langs twee kanten de Starbucks uit. Als ik langs Haar kom, zal ik klein en dik worden – maar dan kan ik wel op haar koffiebeker gluren hoe ze heet. Hoe heet zo’n vrouw? Vast een geweldige naam die ik ooit nog in een boek kan gebruiken.
Dat zal ik nu dus nooit weten.

Categorieën
Verhalen van de berg

Niet schuilen

‘Mam, ik wou dat ik in Thule woonde.’ Ha gelukkig, ze weten het nog: waar het wél veilig is.

Ik kan het ook nog: me naar parallelle werelden lezen. Ik schreef er nog over in relatie tot Garcia Marquez. Als kind liep ik meestal niet door de grauwe nieuwbouwwijk waar ik opgroeide maar door Nangijala: tovergroen gras en klaterende beekjes in plaats van beton en beton. Achterin mijn klerenkast begon Narnia en eigenlijk zat ik op de kostschool waar alle meisjes elke nacht nachtfeesten hielden met koekjes en interessante dingen zoals plakken (?) koude kip. En over eten gesproken: ik eet heel vaak Willy Wonka’s chocola, Pippi’s peperkoekjes en de karamelcake is die ik bak is die van Minny.

Dood

Dat is een beetje jammer van al die dystopieën waar mijn dochters zo dol op zijn. In Panem wil je écht niet wonen en ook niet in FAKZ. Net als Lord of the flies, het oerboek, begint Gone heel idyllisch: alleen de kinderen zijn overgebleven in de Fall-out Alley KinderZone en ze leven eerst vooral op chips. Maar al heel snel maken ze elkaar dood, jagen elkaar op en maken die hele wereld doodeng en onveilig. En in de nieuwe serie Divergent (drie miljoen boeken verkocht, de film komt eraan) vallen de ouders al in deel 1 dood voor je ogen neer, binnen een paar bladzijden.
Als ik die boeken zo lees met mijn dochters mee, begrijp ik niet waarom er nog steeds discussie oplaait over de tere kinderziel waar wij schrijvers zo voorzichtig mee om moeten gaan. Lezen die mensen die daar zo dramatisch over doen eigenlijk überhaupt nog wel eens een populair jongerenboek?

Categorieën
Verhalen van de berg

Querido Gabriel

Je hebt mijn leven veranderd, zoals geen enkele andere schrijver. En nu het ongelooflijke is gebeurd dat je dood bent, wil ik een paar woorden planten bij je graf.

Ik was een jaar of achttien en ik begreep niks van literatuur. Of nou ja ik begreep alles want ik had juf Mieke voor Nederlands gehad. Maar als ik echt wilde verdwijnen in een boek zoals ik mijn halve kindertijd was verdwenen in Nangiljala, Narnia of Katoren, dan pakte ik toch nog altijd die boeken. En niet Jan Wolkers ofzo. Totdat ik een boek vond naast het bed van mijn ouders (tussen de Sekstant en Fear of flying – tijdsbeeldje) met een mysterieuze titel. En daarin de zin die mijn leven zou veranderen.

Magisch

‘Vele jaren later, staande voor het vuurpeloton, moest kolonel Aureliana Buendia denken aan die lang vervlogen middag, toen zijn vader hem meenam om kennis te maken met ijs.’
Waarom die zin zo bijzonder was – alleen al door de drie verschillende momenten in de tijd die erin besloten liggen- zou ik pas later leren van een baardige hoogleraar Latijnsamerikaanse literatuur in Utrecht. Of dat het magisch realisme heette wat deze schrijver -jij was het natuurlijk- zo perfect in de praktijk bracht: het oproepen van een imaginaire wereld met de bravoure van ‘natuurlijk is het waar’. Want alles wat er gebeurt in het fijne Macondo is raar en toch zo logisch als wat. Natuurlijk zijn er geesten. Natuurlijk laait er een passie op tussen de fonkelende Amaranta Ursula en haar neef. Natuurlijk krijgen ze een kind met een varkensstaartje. Natuurlijk wordt de beeldschone Remedios op een dag opgenomen in de hemel – en dat tijdens het vouwen van de lakens.
En ik -meisje van achttien- werd volwassen met het bevrijdende besef dat je altijd in een toverwereld mocht blijven.

Liefde

De ongelooflijke maar droevige geschiedenis van de onschuldige Eréndira en haar harteloze grootmoeder heeft mijn manier van schrijven meer gevormd dan welk ander boek ook. Of De kolonel krijgt nooit post. Maar Liefde in tijden van cholera deed nog iets belangrijkers: het vertelde me wat liefde is. Nog steeds vind ik dat het meest romantische boek ooit geschreven, mooier dan de mooiste film. Elke keer dat ik het herlees raakt het weer een andere snaar die weerklank vindt in mijn ziel. Ja, dat is liefde, zo moet het zijn.
Door jou, querido Gabriel, ben ik eindeloos in Latijns Amerika gaan reizen. Door jou ben ik Spaans gaan studeren. Maar dat zijn maar zijpaden.
Ik heb je boeken er weer bij gepakt, Honderd jaar eenzaamheid bovenop, en vanavond ga ik beginnen met dat voor te lezen aan mijn oudste dochters, die inmiddels bijna even oud zijn als ik toen. Ik hoop dat ik het droog houd…

Categorieën
Verhalen van de berg

Sneeuwvlokje

Ze stuurt me een paar berichtjes. ‘Lieve Anna en jouw Angels. Dat wilde ik zó graag een keer opschrijven.’

Gewoon een meisje dat een van mijn boeken heeft gelezen. Maar dan wel eentje die op een of andere manier direct mijn hart binnenkomt, als was ze ook een engeltje van mij. ‘Ik vind het zo lief dat je je kinderen zo noemt op je site. En je man ‘mijn held’.’

De liefste mensen

Zelf heeft ze een ander verhaal. ‘Mijn vader is na 1 week na de geboorte weggegaan. Mijn mama heeft dat verschillende keren gedaan.’  Een heel boek zit er achter die twee zinnen. Maar het meisje doet niet dramatisch en ook niet overdreven stoer. ‘Ik woon vanaf de geboorte bij oma en opa/de liefste mensen en wij houden heel veel van elkaar. Oma kan de leukste feestjes verzinnen. Mijn project is na de meivakantie een boekbespreking van jouw boek Stop,hou op! Oma heeft het ook gelezen en oma vind het het leukste kinderboek en ik ook. Ik heb al veel plaatjes van jou gevonden op internet. Met je Angels.’ Lang leve de opa’s en de oma’s!
Poëtisch is dit meisje ook. Ze ondertekent haar berichtjes met Sneeuwvlokje.  ‘Zo noemt oma mij. Na de bevalling had oma mij vast en toen begon het te sneeuwen.’

Kanjertraining

Dat ze op school een ‘kanjertraining‘  heeft gedaan schrijft ze ook nog, en dat lijkt me heel goed gelukt, zo dapper als ze is. Net zo dapper – nee, dapperder- dan het weinig weerbare meisje in dat boek van mij, dat het liefst op de rug van een zeeschildpad in de oceaan zou verdwijnen (maar het uitiendelijk niet doet).
Alsjeblieft Sneeuwvlokje, dit stukje is voor jou.

Categorieën
Verhalen van de berg

Enge winkels

Ik zou wel een prinses willen zijn en dat ik nooit boodschappen hoefde te doen. Van sommige winkels moet ik bijna huilen.

Soms is het fijn huilen, dan word ik enorm geinspireerd. Niet van winkels als Albert Heijn, van die overdaad word ik vooral zenuwachtig. Wok deze groente met deze saus en deze kruiden en dit vlees, allemaal op een rijtje.
Maar die ene vismarkt op dat achterafpleintje in Venetië… daar ging ik zachtjes een gebedje doen. Of voor Hartog, de ambachtelijke bakkerij waar mijn zus werkt en waar ze eigenlijk alleen maar een soort brood verkopen – maar wat voor een brood…

Gebruikte tandenstokers

Boodschappen die niet met eten te maken hebben zijn vaak naar. De dorpsbank, waar je uren moet wachten en dan word geholpen door de alleronsmakelijkste Spaanse man: in puilend ouwemannencolbert en te glad geschoren. Zo’n man die gebruikte tandenstokers op zijn bureau  heeft liggen en gemanicuurde nagels maar wel haar op zijn handen. Heel kort brillante-kapsel en teveel goedkope aftershave. En dan toch nog ruiken naar eten en oud zweet.
Het is heel persoonlijk. De elektriciteitswinkel vind ik heerlijk in al zijn onbegrijpelijkheid, van telefoonwinkels word ik chagrijnig. Maar de allerergste winkel is…

Schort

Onze wasmachine ging kapot en mijn man zei: ‘Jij gaat toch naar Granada, rijd even langs zo’n megastore en koop een nieuwe.’
Ik begon meteen te zweten. ‘Het ligt super makkelijk langs de snelweg, je rijdt zo in de parkeergarage eronder,’  zei mijn man die dat zag. ‘En binnen zijn overal bordjes en heel behulpzame mensen die je graag uitleggen wat het beste is.’ Dat maakte het er niet beter op. Het idee alleen al van zo’n te grote winkel waar je (of in ieder geval ik) pardoes verdwaalt tussen al die lelijke en reusachtige spullen die je wel en niet wilt hebben. Van die griezelig grote kassa’s. En medewerkers in winkelschorten die alles altijd beter weten. ‘Wil jij het doen, please?’ smeekte ik. ‘De supermarkt, het belastingkantoor zelfs, de slome slagerinnen die je een half uur laten wachten op een karbonaadje, ik kan het aan. Maar zo’n wasmachinewinkel…’ En toen mijn man nog steeds moeilijk keek (‘maar je komt erlangs’) gooide ik hem in de strijd: ‘Daar moet ik bijna van huilen.’

Categorieën
Verhalen van de berg

Het buswijf

In de beslotenheid van de Spaanse schoolbus heerst het recht van de sterkste. Van willekeur en intimidatie. Daar regeert het buswijf – met volle steun van alle ouders.

Je mag er niet snoepen. Niet een broodje eten of water drinken. Niet je huiswerk leren (maar sommige kinderen mogen dat allemaal wel). De dames die de schoolbussen begeleiden, zijn dol op het verzinnen van eigen wetten en regeltjes en tijdens het ritje van en naar school zijn ze even übermachtig. Als je protesteert zeggen ze rustig dat ze je de bus uit gaan zetten in the middle of nowhere, ze laten de chauffeur zelfs stoppen. Ze gooien ook dingen door het raam naar buiten (Pokemon-kaarten, een keertje de nieuwe pet van een jongetje).

Braaf

De twee oudste dochters kiezen eieren voor hun geld en schikken zich braaf. Zo kan het dus gebeuren dat Bloem per dag twee uur doelloos voor zich uit zit te staren, terwijl haar nieuwe boek brandt in haar tas: lees mij, lees mij…
Maar de jongste is een beetje anders, om te beginnen is ze veel beweeglijker. Ze is super verontwaardigd over de voorkeursbehandeling of over de strengheid waarmee ze na een lange schooldag op haar stoel gepind wordt.
‘Trek je er niks van aan,’  heb ik al zo vaak gezegd. In Nederland zou je als ouders misschien gaan klagen over overdreven busregels, maar in Spanje werkt dat niet: iedereen die voor school werkt -al is het miss bus-  is oppermachtig volgens de ouders. Uit ervaring weet ik dat er toch niks gebeurt als ik naar de directeur ga, hij zou me amper begrijpen.
‘Laat je niet verleiden tot een gevecht wat je toch niet wint,’  adviseer ik mijn dochter elke ochtend. ‘De mevrouw van de bus is totaal onbelangrijk, toch?’

Ze eet kauwgum!

Maar vandaag word ik zelf ontboden. De busvrouw wenkt me naar binnen en schreeuwt ten overstaan van alle kinderen dat mijn kind onhandelbaar is. ‘Ze eet kauwgum! En ze zit niet stil, erger nog: ze stoeit met een ander kind.’
Ik moet eerst lachen, maar dan hoor ik mezelf toch ineens zeggen dat ik met mijn dochter zal praten. Waarom, waarom doe ik dat, als ik vind dat ze niks verkeerd doet?
Als de bus wegrijdt, zwaait Dunya niet door het raam zoals anders. Ze zit met haar hoofd in haar handen alsof ze zich schaamt.
Onmiddellijk slaat dat op mij over. Lafaard die ik ben, mijn eigen kind zo afvallen. Volgende keer sla ik dat buswijf in elkaar!