Categorieën
Verhalen van de berg

Doodenge kleuters

‘Ik doe geen kleuters,’ zeg ik altijd. Ik schrijf er niet voor en ik kom al helemaal geen lessen aan ze geven. Die korte spanningsboogjes, dat gedoe.
Maar ja, eigenlijk ligt het nog wat anders. Ik ben een beetje bang voor kleuters.

Een keer heb ik me toch laten verleiden en toen gebeurde precies waar ik bang voor was: geen enkele kleuter deed mee aan de door mij zo bloedig verzonnen sprookjesles. Zodat uiteindelijk hun aanwezige moeders bemoedigend stonden te dansen op elfenmuziek, terwijl de kleuters zelf huilerig toekeken (kleuters janken ook altijd zo) of ondertussen wegliepen.
Nooit meer, heb ik mij toen voorgenomen.

Te groot voor op schoot

Maar goed, nu hadden ze me helemaal overgehaald naar Istanbul en het zou best lullig zijn als ik de hele school plus de leraren lessen zou geven en dan de kleuters ineens niet.
Bovendien had ik ineens wél iets voor kleuters: het boek Te groot voor op schoot dat ik samen met Mylo Freeman aan het maken ben en dat dit voorjaar in de winkel ligt. Dat boek is me overkomen, in een toevallig gesprek met Mylo. Maar het krijgt de hele tijd vleugels: tijdens het schrijven en zeker ook tijdens het illustreren. Ik hou erg van het werk van Mylo Freeman, maar met wat ze voor dit boek maakt, overstijgt ze zichzelf.
Dus ik nam de tekst mee, en een deel van de illustraties die Mylo razendsnel had afgemaakt.

Pedo

Nou ja, lang verhaal kort: het was ook een lesje met vleugels. Betoverde kinderen, zowel door het verhaal als de tekeningen. En aan het eind hoorde ik mezelf roepen: ‘En welk kind durft er nu bij de schrijver op schoot te komen?’
Als ik dat later aan mijn familie vertel, kijken ze me verbijsterd aan: ‘Jij? Jij vroeg dat?’ En Chaia die nogal dol is op overdrijvingen, voegt er aan toe: ‘Mam, wat een pedo-actie.’
‘Ja en de helft van de kinderen durfde het,’  zeg ik trots.
Maar wat het natuurlijk vooral is: ik durfde het zelf. Het ziet ernaar uit dat ik eindelijk mijn kleuterangst heb overwonnen – al moest ik daar helemaal voor naar Istanbul reizen.
En dat boek schrijven natuurlijk.

Categorieën
Verhalen van de berg

Het glamourbestaan van een kinderboekenschrijver

Het ene moment zit je nog halfziek op een berg in Zuid Spanje, te lamlendig om je zweterige lakens te verschonen. En het volgende moment word je wakker in een vijfsterrenbed in een prinsessenkamer terwijl je uitkijkt over de Bosporus.

Is dit een koortsdroom? Nee, dit is gewoon één van de feestelijke dingen die horen bij het glamourbestaan van een kinderboekenschrijver.

Istanbul

Ik ben uitgenodigd door de Nederlandse school in Istanbul. Elk jaar halen ze een kinderboekenauteur over uit Nederland en grote schrijvers met donkere zonnebrillen gingen mij reeds voor. En nu dus ik. Ik ga -zoals ik dat ook in Rwanda heb gedaan- lessen geven aan alle kinderen die Nederlands-Turks, Nederlands-Engels of Nederlands-Pools zijn – en nog zo wat verrassend gemengde nationaliteiten. Van kleuters tot en met middelbare scholieren. Sommigen spreken vloeiend Nederlands, anderen totaal niet, het is nog wel een uitdaging. Plus een workshop voor alle docenten. Pittig klusje.
Ik ging niet. Of bijna niet. Ik heb een nieuw boek te schrijven, bloedjes van kinderen te verzorgen en ook nog iets uit te zieken. Ik vroeg nog: ‘Kan het niet later, een andere keer?’
Ik propte me vol met pillen en ging toch. In het vliegtuig zat ik opeengeperst tussen twee extreem dikke mensen, de airco deed het niet en we hadden eindeloos vertraging terwijl we er al in zaten.

Tango centrum

Ik merkte er niks van. Ik sliep. En toen ik wakker werd stond ik on top of the world. Istanbul, nog steeds een van mijn lievelingssteden, een stad waar alles gebeurt en ook nog eens allemaal tegelijk. Waar mensen zeggen ‘Ik werk in Europa en mijn vrouw in Azie’  omdat dat dus kan, hier. Istanbul ligt op het snijvlak van allemaal werelden. Het is zo groot dat ik niet eens probeer om het te begrijpen. Winkels, banken, restaurants, auto’s, mensen, allemaal in mega-hoeveelheden… en -hoor ik net- het is ook nog eens het tango-centrum van Europa!
En ik? Ik zit in het hart, in een belachelijk duur hotel naast dat beruchte Taksimplein. Want de directeur van dit hotel is Nederlands en een fan van de Nederlandse school. Zodat er dus nu vóór mij, naast een schaal met fruit een persoonlijk briefje ligt om mij ‘een bijzonder aangenaam verblijf bij ons’  te wensen. Ha!

Categorieën
Verhalen van de berg

Doorleefd en afgeragd

‘Zou jij echt doodgaan zonder boeken?’ vroeg een interviewer een keer, ik geloof dat het Paul Rosenmöller was.
‘Welnee wat een onzin,’  zei ik – en er viel een ongemakkelijke stilte.

Ja, het staat in mijn bio, dat pathetische zinnetje, nog steeds trouwens. En wat ik natuurlijk bedoel is dat ik heel graag omringd ben door boeken. Daarom hou ik zo van hele grote verdwaalbibliotheken met meerdere verdiepingen en roltrappen. En daarom ga ik ooit nog eens een nacht in een boekwinkel slapen (ik weet ook al in welke, er ligt zelfs een uitnodiging).
En als ik schrijf wil ik heel graag mijn boeken om me heen hebben.

Canon

Mijn boeken zijn mijn vrienden. Daarom mogen ze ook lekker doorleefd en afgeragd zijn. Ze zijn geladen met de herinneringen aan het lezen ervan. Een boek vol met zand, van die eindeloze vakantie toen ik steeds maar weg wilde vluchten in dat verhaal. Een boek dat ruikt naar de lange doorrookte nacht toen ik het maar niet weg kon leggen omdat ik anders te hard zou gaan malen. Boeken met woeste strepen in de kantlijn van wat ik ooit (achossie) heel mooi en wijs vond, ezelsoren van het voorlezen. Boeken die openvallen op seksscènes, huilscènes, allemaal goed.
Daarom voel ik me ook niet geroepen om allerlei suggesties te roepen over ‘de canon van de Nederlandse kinderliteratuur’ die een groep dappere leesbevorderaars aan het maken is. Natuurlijk moet ieder kind eigenlijk dit boek… en dat… en dat…
Maar mijn lievelingsboeken zijn uiteindelijk super persoonlijk.

Hard core

Tussen al die planken vol boeken om me heen, is één kast met hard core lievelingsboeken. ‘Hoezo?‘  vroeg mijn dochter laatst. ‘Rode Zora, dat vond jij ook niet om dóór te komen toen je het voorlas. En wat voor raar boek is nou weer ‘De veer en de roos’?’
Maar Zora is een subpersoonlijkheid van mijn jeugd, net als (ook niet meer te lezen behalve door mij) Lijsje Lorresnor. En dat boek van die veer kreeg ik cadeau van mijn eerste uitgever, ik las het alsof het vol stond met persoonlijke boodschappen aan mij alleen. Afke’s tiental leerde me hoe een goede moeder moest zijn, Een zomerzotheid hoe je aanstuurt op je eerste zoen. En ik werd een idealist voor altijd van de boeken van Lisa Tetzner. Allemaal achterhaald, allemaal fout nu. En natuurlijk kan ik zonder ze.
Maar inderdaad, als ik later bijna dood ga en ik raak de dingen langzaam kwijt, dan heb ik die boeken wel heel hard nodig, net als – ja- vrienden.
Om te weten wie ik was.

Categorieën
Verhalen van de berg

Toverschool

Zegt de vriendin uit Granada: ‘Ik baalde echt dat er geen gids was in het museum. Zoveel fijner als je uitleg krijgt bij wat je ziet.’
Dit meisje is zestien en ja, we hebben ze gevonden: de culturele elite van Zuid Spanje.

Of eigenlijk heeft Bloem ze gevonden. De vriendinnen van haar nieuwe school wonen in de prachtigste villa’s. In elk huis staat wel een piano, er zijn boekenkasten en ‘leeshoekjes’  met zachte kussens. Er hangen schilderijen aan de muren en er worden buitenlandse films gekeken in de -o wonder- niet-nagesynhcroniseerde versie. Sterker nog, ook zonder ondertiteling.

Meditatie

Ook de school zelf is hyper-verantwoord. Ieder weekend krijgen de leerlingen een overpeinzing in hun mailbox van de filosofieleraar waar ze over na kunnen denken. Bloem kreeg een examen terug met de woorden: ‘Je hebt een zesenhalf, hoewel je alle antwoorden goed had. Iemand anders had dan ook een negen of een tien gekregen. Maar van jou verwacht ik dat je er over nadenkt, dat je je eigen interpretatie aan de stof toevoegt. Dat kan je en daarom denk ik dat je aan het eind van het jaar alsnog die negen hebt.’
Of wat te denken van de mentorles deze week. De kinderen komen de klas in en er liggen alleen maar luchtbedjes. De leraar doet een meditatie die begint met: ‘Stel je voor dat je nog maar één dag te leven hebt. Wat is het eerste gevoel dat bij je opkomt?’  Gevolgd door: waar heb je spijt van, wat wil je nog meemaken, etcetera.
De rest van de dag komt de mentor steeds even een kind uit de klas halen dat bij de oefening in tranen is uitgebarsten (en wie zou dat niet doen?). Zo komt onder andere boven tafel dat het stilste meisje van de klas deze zomer haar vader is verloren maar -tot nog toe- weigerde om erover te praten.

De wereld niet

‘Je weet toch zeg dat dit de wereld niet is en al net zo uitzonderlijk als het leven hier op de dorpsschool?,’  zeg ik tegen Bloem.
Ze weet het. ‘Maar dit vind ik wel een stuk leuker.’

Categorieën
Verhalen van de berg

Drie tompoucen in een broodtrommeltje

‘Vandaag is het pakket op de post gedaan,’  zegt mijn zus.
En nu ben ik een kind dat wacht op sinterklaas.

Het blijft moeilijk voor voor een stadsjunk: je kunt hier niet alles kopen. En dan bedoel ik niet dat je alleen maar groente van het seizoen hebt… of dat er geen boekwinkel…. geen bruin brood en geen kaas…. en geen Hema natuurlijk, dus ook geen panty’s, kinderonderbroekjes, gezellige theedoeken. Ook bedoel ik niet de typische expat-dingen als pindakaas, hagelslag, sambal. Maar zelfs iets simpels als niet-druipende kaarsen of een leuk hoeslaken voor een kinderbed is ingewikkeld. Dan moet je naar Granada, of zelfs naar de Ikea – maar die zit dan weer een kleine twee uur verder, in Malaga.

Pepernoten

Daarom zijn postpakketjes zo bijzonder. Een vriendin stuurde een keer een ontbijtkoek op, daar denk ik nog steeds wel eens blij aan terug. Een andere vriendin stuurt met enige regelmaat een stapel oude Kidsweeks naar mijn dochters, dat is ook feestelijk om op te halen bij het postkantoor. Oma stuurt de Donald Duck en paardentijdschriften. Chaia’s beste vriendin komt jaarlijks onze kant op met in haar koffer een trommeltje met drie tompoucen, een echte schat. En dan zijn er  nog vrienden en bekenden die met pasen een zakje paaseitjes in een envelop doen, of pepernoten in december (ja hoor dit is een hint), en daar gaan we dan mee om alsof die eitjes of die pepernoten van goud zijn. Ook superfijn (en ook een hint): uitgevers en ex-uitgevers die af en toe een stapeltje nieuwe boeken op de bus doen, mind food is dat.

Super

En nu was ik laatst een beetje ziek en deed mijn foody-zus mij een aryuvedisch eetadvies cadeau. Na een grondige analyse kwam ze met een lijstje, wat begon met ‘eet nu even geen granen maar spelt, gierst, gerst en kamut.’
Hm, niks van te krijgen hier.
‘Eet volle biograde of kefir.‘
Tsja, met wat geluk vind ik doodgewone yoghurt die ongezoet is, daar ben ik dan heel blij mee.
Rauwe cacao? Er is niet eens gewone cacao, dat moet ik invliegen. En van de superfoods die ik van mijn zus ook echt moet eten, weet ik niet eens wat het is, zo lang ben ik al weg uit de echte stad. Maca? Chia? Spirulina?
Gelukkig heeft mijn zus nu een soort heksenpakket samengesteld met al die tovermiddelen. En daar wacht ik nu op, met kloppend hart.

Categorieën
Verhalen van de berg

Guilty!

Guilty pleasures, zo heet een nieuwe rubriek van De wereld draait door. Iets met hele foute muziek die je stiekem toch leuk vindt. Ik ben er nu al fan van. En het kan altijd nog erger.

Ze hadden laatst een liedje van Kiss en ook de titelsong van Titanic. Oké, enorm mainstream en niet al te vernieuwend, maar guilty? Zoals iemand anders verzint wat hij of zij voor briljante fragmenten zou laten zien in Zomergasten, kan ik uren zoet zijn met bedenken wat voor wansmaak ikzelf tentoon zou spreiden als guilty pleasure.

Melkmeisje

Het geldt niet alleen voor muziek. Zal ik jullie bij deze verklappen dat ik Het melkmeisje van Vermeer heel groot als reproductie in mijn keuken heb hangen? Geen idee waarom, maar het doet me enorm denken aan mijn moeder, ik vind het een veilig schilderij.
En nee, ik lees lang niet alleen verantwoorde boeken. Niks zo heerlijk als de Afrika-trash van Kiki Gallman, om maar eens iets fouts te noemen. Dit soort camp heeft iets zeldzaam troostends. Foute thrillers op vliegvelden, liefdes-chicklit als je verdrietig bent. En vampiers! Ik kan enorm meegesleept worden door vampiers.
Als films dus ook Bram Stroker’s Dracula en The exorcist. Maar ook Bridges of madison county en sowieso slim gemaakte Amerikaanse huilfilms waar ik bij volle bewustzijn intrap zoals Terms of endearment, Chariots of fire…

Maar als een man…

En muziek dus. Alle liedjes van Grease, maar dat is gewoon  jeugdsentiment, dat telt niet. Pas echt erg en guilty is het om te zeggen dat je stiekem best houdt van Seasons in the sun en andere liedjes met een dramatisch verhaal erin, zoals  (wie kent hem?) I don’t wanna die in an air disaster. Of het Franse vakantieliefdesliedje ‘Une belle histoire’, heerlijk om de volgende woorden keihard mee te zingen: ‘Ils se sont cachés, dans un grand champs de blé, se laissant porter par le courant. Se sont raconté leur vie qui commenait, ils n’étaient encore que des enfants,’
Nog erger? Het werd zomer, van Rob de Nijs: ‘Maar als een MAN zag ik de zon weer opgaan…’
En verder luister ik nu al de hele week -tot afgrijzen van mijn man die af en toe even binnen loopt (en dan weer razendsnel naar buiten)- naar Neil Diamond. Guilty genoeg? Aan de andere kant, Neil heeft -op een ingewikkelde manier- alles te maken met het boek dat ik nu aan het schrijven ben, ik heb eindelijk eens een excuus.

Categorieën
Verhalen van de berg

Stoïcijnse bomen

Herfst bestaat niet in Spanje en daar doen Nederlanders vaak nogal dramatisch over. Soms denk ik wel eens dat die tegen het hysterische aan hangende verrukking over wisselende seizoenen alleen maar compensatie is voor dat het vooral enorm veel regent en grijs is.
En soms ben ik zelf het meest pathetisch van iedereen.

Ik kan zelfs met kerstmis vaak nog met blote benen buiten zitten. Het zuidelijke licht is spectaculair. En vooral in deze maanden doet de lucht wat de bomen niet doen: duizelingwekkend van kleur veranderen. De zonsondergang boven de bergen is adembenemend en ‘s morgens zing ik soms stiekem het strijdlied van mijn opa, Morgenrood. Enorm spiritueel word je daarvan.

Eikelvreters

Maar ja, waar zijn de kastanjes?
Elke kinderboekenweek vind ik ze weer in Nederland, vooral op schoolpleinen. En elk jaar raap ik ze op en bewaar ze net zo lang in mijn tas tot ze dood en rimpelig zijn. ‘Kijk eens,’  zeg ik als een opgewonden kleuter tegen mijn dochters.
‘Ach kastanjes,’  zeggen ze dan, getraind-weemoedig.
Want nee, geen kastanjes in Spanje. Ook geen herfstbossen. Geen kale bomen ook trouwens, in ieder geval niet waar wij wonen. Dat is olive country en die olijfbomen zijn zo stoïcijns, die verliezen niet eens hun blaadjes, het hele jaar door kijk je op diezelfde olijfgroene zee.
Dit jaar had ik het ineens met beukennootjes. Zomaar miste ik ze heel erg, was treurig dat mijn jongste dochter ze niet kende, wilde er eigenlijk een taart van maken. Wat niet kon want ze zijn er dus niet, beuken.
Vanmorgen kreeg ik bijna tranen in mijn ogen toen ik een paar eikels zag. Die hebben we dus wél. Dat is waar ook, is niet De eikelvreters de naam van een van de mooiste kinderboeken ooit over Andalusie?
Beukennootjes vind ik nog steeds niet. Maar wel walnoten en heel veel amandelen. En verderop in de bomen barsten de granaatappels open.
You win some, you lose some.

(foto: sunrise over Montefrio)

Categorieën
Verhalen van de berg

Lucide

Ik had dit weekend een goed Carmiggelt-moment.

Mijn nuchtere oudste dochter wil dolgraag aura’s kunnen zien. Of geesten, of de toekomst. En het nieuwste: ze wil ‘lucide dromen.’
‘Weet je wat dat is mama?’
Ja, daar heb ik ooit een hallucinerende film over gezien: Inception. Daarin manipuleert Leonardo di Caprio zijn dromen (en die van anderen).
‘Je dromen sturen, ik kan dat ook,’  zeg ik tegen de jaloerse Bloem. Maar het is echt waar, soms droom ik zo hele plotwendingen voor mijn boeken bij elkaar. Je moet het trainen in de twilight zone tussen dromen en wakker zijn, leg ik uit. En altijd pen en papier naast je bed, dat heb ik dan weer geleerd van Simon Carmiggelt. Die had ook van die lucide dromen en op een dag besloot hij die op te gaan schrijven. De volgende ochtend vond hij tot zijn eigen verbijstering een briefje naast zijn bed met daarop de woorden ‘eekhoorn op lange weg’

Spirits

Ik ga het dit weekend meteen weer eens proberen. Er is volle en ook nog eens verduisterde jachtmaan, volgens de wicca’s kan je dan belangrijke boodschappen doorkrijgen over hoe het verder moet met je leven. Wie wil dat nou niet weten?
En inderdaad, middenin de nacht schrik ik wakker met het heerlijke gevoel dat ik alles ineens super goed begrijp: mezelf, de anderen, het universum. In het donker grijp ik naar een pen en schrijf de ‘boodschap’  op.
Uren later, op klaarlichte dag, herinner ik het me pas weer. Snel pak ik mijn opschrijfboekje erbij.
Er staat: ‘Spirits move me.’
Oké.
Voor het geval iemand nu denkt: goh dat is zeker wijs en in het Engels ook nog… ik had die avond ervoor nog Donna Summer gehoord. Spirits move me, every time I’m near you…’ en dan dat ‘baby I want you come, come, come into my arms’.
Dat is niet lucide, dat is gewoon kitsch.

(foto: Montefrio@night)

Categorieën
Verhalen van de berg

Grote liefde

‘Mama, ik wil een quad.’
‘Een wat?’
‘Een quad.’

Het valt me enorm op na al die Nederlandse kinderen die ik heb gezien in de kinderboekenweek: wat is onze Dunya klein voor haar tien jaar. En dan lijkt ze ook nog zo schattig met haar blonde wapperhaartjes – maar ze is waanzinnig stoer.

Karate

Dunya’s nieuwste vriend is L. de Engelse buurjongen van twee bergen verder. Elke dag komt hij langs om te werken aan hun boomhut. Met pallets bouwen ze iets gigantisch met zijn tweeën. En door L zit Dunya nu ook ineens op karate. Waarom verbaast het me niet dat ze daar meteen enorm goed in is? ‘Dan moeten we zo’n hoge schop geven tegen een soort kussen. En alleen bij mij hoor je dan een keiharde knal.
‘Kijk allemaal naar la chica, zo moet het,‘  zegt de leraar dan tegen de jongens.’

Crossen

Maar vooral houdt Dunya van scheuren. Haar eerste grote liefde was een eenzame motorrijder in de woestijn. Dunya mocht af en toe een stukje met hem mee rijden – en toen is ze denk ik voorgoed verkocht geraakt. Aan motorrijders, maar vooral aan motors. ‘Broem broem,’  draait ze aan de handvatten van haar roze mountainbike. Om vervolgens keihard de berg af te sjezen. Niet over de weg, maar over de steile, stenige campogrond. Hoe harder ze slipt, hoe blijer ze gilt. Natuurlijk is ze in mijn gedachten al tig keer met haar hoofdje op al die stenen geknald, maar tegelijkertijd ben ik ook helemaal slap van bewondering.
En hoe heerlijk moet het zijn als Dunya je vriendin is!
Want nu wil ze dus zo’n quad, een soort brommer op vier wielen, het liefst een rode. ‘Dat kost maar twaalfhonderd euro, dus misschien kunnen jullie het voor mijn verjaardag geven? Met zo’n aanhanger erbij.’
‘Waarom een aanhanger?’
‘Daar zet ik de hond in. Of nee, ik leg er een dekentje in en dan mag L daar zitten.’
Ik probeer me het voor te stellen. ‘En wat ga je dan met hem doen?’
‘Gewoon, door de wildernis crossen. En daarna breng ik hem veilig thuis.’

Categorieën
Verhalen van de berg

‘Eenie meenie miney mo,’ zegt de seriemoordenaar

‘Eenie meenie miney mo,’  zegt de seriemoordenaar en schiet het meisje dood.
Mijn dochter is in shock. Niet van de scène zelf (uit Elefant) maar van het feit ‘dat dat dan de laatste woorden zijn die je hoort.’

We maken er een spelletje van: laatste woorden verzamelen. Niet de woorden die je zelf spreekt, maar wat je als laatste zou kunnen horen en meenemen naar het hiernamaals. Wel een beetje luguber, maar mijn dochter en ik kunnen er geen genoeg van krijgen. ‘Ha, dat is ook een goeie!’

Sterfbed

Als je vermoord wordt, zijn de laatste woorden die je hoort natuurlijk algauw vrij onprettig. Denk Dexter Morgan die met zijn vlijmscherpe mes boven je staat en zegt: ‘Look! Or I will cut your eyelids right off your face.’
Er zijn ook diverse toneelstukken waarin rond iemands sterfbed de meest vreselijke zaken worden uitgesproken die de stervende dan, zelf sprakeloos, moet aanhoren. Dat komt vast voor bij Tsjechov of Oscar Wilde, iemand een leuke eindquote onthouden?
Trouwens, mijn eigen voorstel ‘Ik heb altijd van je gehouden’  komt ook niet door de keuring. Mijn dochter zegt: ‘Dan denk je op de valreep toch: ‘Shit, had ik dat maar eerder geweten!’
Dan liever ‘I’ll never let go’  – wat Rose tegen Jack fluistert in Titanic, vlak voor ze hem het ijswater in laat zakken.
Of nog neutraler: ‘See you in another world.’  Uit Lost.
Maar de mooiste slotwoorden komen volgens ons toch uit De gebroeders Leeuwenhart. Wanneer de twee broertjes samen doodgaan en de een tegen de ander zegt: ‘Ik zie het licht, o ja, ik zie het licht!’