Categorieën
Verhalen van de berg

Van knallie-knallie-boem

Nee, zo’n stukje ging ik niet schrijven. Zo van ‘en ik weet nog zo goed toen…’  en over toch nog plotseling. En ik ging zeker niet huilen, gewoon het leven zelf.

Alleen maar mijn oudste dochters eerste schooldag op de bachillerato. Kijk haar nu profi vertrekken op haar fonkelnieuwe brommer, het rokje van haar uniform wappert vrolijk in de wind. Een half uurtje maar, dan is ze die levensgevaarlijke bergen door en bij de schoolbus die haar naar de stad brengt – en naar alle uitdagingen waar ze zo haar heeft gesmacht. En vanavond is ze gewoon weer thuis.

Vertederd

Het is geweldig, zo’n groot kind dat  in volle vaart het leven tegemoet dendert. Met wie je ‘s avonds alle delen van The Godfather zit te kijken omdat ze razendsnel haar filmkennis aan het bijspijkeren is voor als ze straks (straks? morgen!) zelf la Coppola is. Die opstaat en vertederd op je neerkijkt terwijl ze zegt: ‘Wat een klein mammaatje ben je zo zonder hakken.’ Of: ‘Nee, blijf jij maar lekker schrijven, ik breng Dunya wel even naar school.’ Hoeveel vrijheid geeft ze mij weer terug en hoe heb ik daar naar verlangd!

Ode

Ik weet nog… neehee ik doe het niet, maar ik moet even iets toelichten. Zestien jaar geleden ploeterde ik met baby Bloem in een enorme antieke kinderwagen over de kinderkopjes van Amsterdam en toen kwam ik Tom Kleijn tegen, de toneelvertaler. En omdat alle goede vertalers natuurlijk vrij briljant zijn met tekst, kreeg ik diezelfde middag nog dit gedicht in mijn brievenbus, gekrabbeld op een blocnoteblaadje, het heette ‘Ode aan Bloem’ :

Ach kijk, de wereld en de stad.
Verend lig ik in een mooi mobiel
en proef van tijd tot tijd de buitenlucht.

Soms tussen mijn lippen door proef ik dat.
Wat ik smaak is zo futiel.
Ik sluit mijn ogen en mijn mond en zucht.

O jee, kijk toch naar mij
mijn naam is Bloem,
van alle vooroordelen ben ik vrij.
Het leven is van knallie-knallie-boem
en onvoorwaardelijk ben ik blij.


Categorieën
Verhalen van de berg

Nee dit is pas vies (maar dan ook echt HEEL VIES)

Dit wordt het smerigste blog dat ik ooit heb geschreven, ik waarschuw maar even, je kunt hem ook overslaan.

‘Pap, weet jij dat als jij er niet bent, het hier dan een enorme rotzooi wordt,’  zegt een van de meisjes bij zijn vertrek. ‘En dat we dan de dag voor jij terugkomt allemaal verplicht twee uur moeten opruimen plus onze eigen kamers om het weer goed te krijgen?’

Slangachtige worm

Het is waar. Kleren, make up, boeken, tekenspullen, pleisters, klokhuizen, bikini’s, gezichtsmaskers, dekens, dvd’s… als Ilco weg is verandert het hier in een soort meidenhol. Maar echt vies wordt het niet, ik bedoel we doen heus wel de afwas enzo. En sinds kort hebben we een smerige dingenschema, wat bijna altijd te maken heeft met de zwerfkatten die nu, met alle ramen open, de hele tijd in huis komen. Het begon met dat ik laatst de goorste kattenkots ooit voor de deur moest opruimen: een van de poezen had een slangachtige worm (of een wormachtige slang) opgegeten en uitgekotst, overal bloed, slijm en ingewanden. Toen diezelfde middag een van de katten diarree kreeg in onze decoratieve bak met mooie vakantieschelpen, riep ik dat nu iemand anders aan de beurt was. Chaia heeft huilend schelp voor schelp staan leeggieten en schoonspuiten met de tuinslang.

Plastic handschoenen

Bloem mocht op haar nuchtere maag poep van het vloerkleed afkrabben (lekker diep doorgedrongen in alle vezels). En, ik weet niet wat die beesten eten, maar nu ligt er vandaag alweer een spoor van diarree onder de kapstok, kunstig gedrupt over de kinderschoenen.
‘Is Dunya al oud genoeg voor ons schema?’  vraagt Bloem, net iets te gretig.
‘Tien jaar lijkt me een prima leeftijd’, zeg ik meedogenloos ‘maar leg haar dan wel even goed uit hoe het moet.’
‘Kijk Dunya, je pakt dus van die plastic handschoenen, en twee teiltjes, en bleekwater…’  begint Bloem enthousiast.
Even later zit er een kokhalzend snikkend meisje onder de kapstok te klooien met keukenrol. ‘Ik zal er wel een stukje over schrijven,’  beloof ik haar want ze ziet graag haar naam in cyberspace. Dat troost meteen.

Categorieën
Verhalen van de berg

Met een brok in mijn keel

In geen enkel ander land zijn ze zo aardig. Als we op een strandje zijn, vraagt Ilco onze buurman of hij zijn nog brandende kooltjes mag gebruiken om een soepje te maken. ‘Wat vreselijk jammer,’ roept de man uit, ‘dat wij net gegeten hebben – anders hadden we met elkaar kunnen eten!’ En vervolgens geeft hij ons een schaal rijst met saus, drie gegrilde vissen, een tas vol fruit en twee flessen cola. ‘Dan is het toch een beetje alsof we samen eten.’

Bovenstaande scene komt direct uit mijn Afrikablog en speelde zich een kleine vijf jaar geleden af. Na de lange woestijntocht, de beeldschone maar super afstandelijke stammen van Ethipië en de ijskoude nacht op de berg van Moses in Egypte moesten we 32 loketten langs (lees ik, ik was het gelukkig vergeten) om Afrika uit te komen.
En toen belandden we dus in een oase van schoonheid, lekker eten en vooral gezelligheid. Nog een citaat: ‘Voor de deur is de hele nacht een parade van auto’s met de stereo op tien. Het wemelt van de kinderen die op straat met Bloem en Chaia klapspelletjes doen (‘Nul voor de jongens, tien voor de meisjes… tik de grond, everybody sexy kont!’ zingen ze ze argeloos na).  Het hoogtepunt is een treintje, zo’n ding als ook door Madurodam rijdt. Het heeft discolichten en keiharde Arabische muziek en het is ontroerend om te zien hoe al die grote mannen en vrouwen enthousiast zitten te klappen op de kleine bankjes.

Het betere shoppen

Soms lees ik het nog wel terug. Hoe leuk het was om tamarindesiroop te drinken bij de waterdrager met zijn belletjeskostuum. Hoe geweldig die ene ijssalon was waar ze alleen maar vanilleijs met verse pistachenootjes verkochten, maar waar de mensen buiten al in de rij stonden. Burka’s schoven er voor open en stonden hartstochtelijk te likken naast hippe christenmeisjes. Hoe ‘s avonds overal op straat vlees werd geroosterd en mannen erbij zaten te zingen en te trommelen met een waterpijp erbij.  Of over het betere shoppen: eindeloos verdwalen op een markt die aan de  Fata Morgana in de Efteling deed denken. Perzische tapijten, eindeloos veel zilveren sieraden (de droom van elk meisje), olijvenzeep, kruiden, parfum, hele honingraten en de allerlekkerste shawarma, een wirwar van geur, smaak en glinster.

Het lukt me niet .
Ik kan niet doorlezen  zonder brok in mijn keel. Jordanë. Syrië. Nog maar zo kort geleden. Ik zoek een foto van Ilco om bij dit blog te doen, maar wat ik vind is nog meer van het fijne – en ondertussen de hele tijd een andere foto op mijn netvlies waarvan ik wilde dat ik hem nooit had gezien, die van de in hun slaap vergaste kinderen.
21 september is de internationale dag van de vrede. Go go MasterPeace, iets belangrijkers is er niet.

Categorieën
Verhalen van de berg

Een huisje aan zee

Een huisje aan zee… Toen we terugkwamen uit Afrika wilden we daar gaan wonen maar we vonden het niet. En nu vindt het huisje ons.

We hebben echt hard gezocht, vijf jaar geleden, vooral in Sicilie. Maar alle huisjes aan zee waren te fake, te duur, teveel alleen maar een vakantiehuis in een spookstad.
En toen zagen we de cortijo -op een berg in plaats van aan zee- en die vulde zich in onze gedachten meteen met gasten, reizigers en passanten. We kochten het huis binnen een dag en terwijl we alleen de helft maar hadden gezien. Het klopte.

Harpoen

En nu is dat huisje aan zee er alsnog. Mooier vind je ze niet: een echt authentiek vissershuisje, bootjes en netten op het strand, en door alle ramen zie je de zee. We zouden het zomaar kunnen kopen. Niet nu, over een jaar of drie.
En in onze gedachten vult dat huisje zich al met verhalen. Ik ben nooit helemaal hersteld van mijn eerste grote liefde: voor Sil de strandjutter (of eigenlijk voor zijn wilde zoon Jelle) en tsja, dit is zijn huisje. En dat ik dan Lobke was, een schrijvende Lobke dus en maar staren over die zee. En zwemmen, elke ochtend, wat zou ik tanig worden, los van enorm geinspireerd.
Ilco ziet zichzelf op vissenjacht met een harpoen en dat ik die vissen dan bak, tussen het schrijven door. En hij foto’s maken en dat tuinhuisje erachter tot gastenhuisje verbouwen…
En het kan, echt. Het zou de eerste keer niet zijn dat we samen zo’n soort droom laten uitkomen.

Sloom

Maar dan zegt Ilco tegen mij: ‘Op de berg vind je het al te sloom, soms. Wil je over een paar jaar eigenlijk niet liever terug naar de stad – ook al woon je dan een stuk minder mooi?’
En tsja, ik weet het niet, echt niet. Berg, stad, zee en dan mijn eigen rusteloosheid, je kunt er wel gek van worden. De heerlijke en verschrikkelijke luxe dat alles mogelijk is en binnen handbereik.
Want o wat is het mooi, zo’n picture window….

Categorieën
Verhalen van de berg

Vies

De patat stoof je gaar in een flinke plas olijfolie, tot hij slap is maar niet bruin. De eieren pocheer je, ook in olie, en die leg je er nog nadruipend bovenop. En voila: papas con huevos.

Vakantie bij de buren (de Algarve) is ook heel erg blij worden van het eten. Op formicatafels en onder TL-licht verschijnen vaak de spannendste gerechten. Wat ze hier kunnen met een simpele zeebaars! Of de taart van zoete aardappel die we kregen in een klein wegrestaurantje, ik proef hem nog – en dat moet ook want ik ga hem namaken. Hoe krijgen ze die korst zo baklava-achtig, en welke kruiden zitten erin naast kaneel en een vleugje komijn…?

Olijfolie in de koelbox

Het eten (om maar eens een fikse generalisering te maken) is een vergelijking die de Andalusiers niet kunnen winnen. Zelfs hier op het strand nemen ze in hun koelbox nog olijfolie mee en gooien die overal overheen. Niks mis met olijfolie – en die van Andalusie is behoorlijk goed – maar je kunt ook overdrijven.
Zoals de foto van papas con huevos die Bloem en ik spotten op het internetforum van Montefrio.
‘Wat een vieze foto, wie plaatst nu zoiets?’  zegt Bloem. Om vervolgens keihard in lachen uit te barsten bij het lezen van alle reacties.
‘Mmm wat heerlijk!’ ‘Alleen zo ziet papas con huevos eruit’ ‘De exquise delicatesse van ons dorp’ ‘Het water loopt me in de mond’ ‘De echte, eerlijke Spaanse keuken.’  Zo gaat het maar door.
En dit zijn dus allemaal dorpsgenoten van ons die dit schrijven.

Pasteitje

Ik bestel nog maar een schattig pasteitje en een Portugees kopje koffie voor de schrik. Echt, ik wil best inburgeren in Spanje – soms. Maar als je elkaars liefdes voor eten niet deelt, begin je wel met een fikse achterstand. Toch?

Categorieën
Verhalen van de berg

On the road again

We zijn net met ons gezin die Volvo-reclame.

Terwijl overal alle vakanties aflopen, laden wij de Landrover vol met matrassen, kussens, de tafel en de stoelen, boeken, een fluitketel en zelfs een schemerlamp. Om dat allemaal ergens anders aan zee weer uit te laden.

Bob Marley

Het lijkt even alsof we weer echte reizigers zijn die in een auto wonen.
Dat komt ook door de surfers. In mijn belachelijk sportieve gezin hebben we een windsurfer, twee kitesurfers en een boardsurfer (en dat ben ik allemaal niet). Dus belanden we algauw op heerlijk anarchistische plekken waar alle mannen lang haar hebben en overal tattoos. Die mannen zijn ook allemaal gebruind en gerimpeld door de zon alsof ze nooit hoeven te werken, ze luisteren naar Bob Marley en eten cereals voor het ontbijt. Er is er altijd wel eentje met een gitaar en er horen meisjes bij in minjurkjes met strandhaar en O Neill bikini’s. Er is vaak ook een papegaai, een aap of een ander raar beest. Dit kan overal ter wereld zijn en mijn familie gaat er soepel in op.

Pura vida

Maar Portugal is Afrika niet. Dus als het woord ‘wildkamperen’  valt, mompel ik iets over een warme douche. En over die leuke restaurantjes overal met lekker Portugees eten, de loungebars met oesters een stukje verderop. Het komt vast door het pura vida dat we nu hebben op de berg, maar ik heb zo’n flaneerzin, ik droom zelfs dat ik dans op een groot feest met mooie kleren aan.
‘Weet je wel wat die warme douche kost?’ zegt Ilco nog, het kampvuur al in zijn ogen.
En later: ‘Het is niet te geloven wat een shotje wifi met jou doet.’
Best genant. Maar ja, anders kon ik nooit dit stukje schrijven natuurlijk.

Categorieën
Verhalen van de berg

Levens redden

Ik heb nog nooit iemands leven gered. Jullie?

Ja, ik heb heus wel eens goeie dingen gezegd tegen iemand die wanhopig was en dat het dan echt hielp. Of geld overgemaakt om kindjes in verre landen waterpompen te geven. Maar dat is toch niet echt keihard redden. Niet zoals Ilco. Die heeft nu al twee keer een leven gered. Twee keer!

Geëlektrocuteerd

De eerste keer was in Mali, het verhaal staat hieronder. Ik zie Ilco nog het water uitkomen met de bijna-verdronken man in zijn armen. Diepe schaamte. Dat is wat ik bij de man zag, geen dankbaarheid. Wat er was gebeurd (inclusief dat hij in zijn paniek nog bijna mijn dochter had vermoord) was te groot om over te praten. We waren er allemáál stil van.
Misschien moet je in Afrika zijn om levens te redden, want daar heeft Ilco nu weer iemand gered, deze keer een man die geëlektrocuteerd werd tussen twee ongeaarde ventilatoren. Ingewikkeld verhaal, maar het kwam erop neer dat er ineens een mens hing te brullen van de pijn en de bron van de elektriciteit niet meer los kon laten. Dat iedereen die erbij was aan de grond genageld bleef staan. Maar dat mijn man (ha!) als enige meteen begreep wat er aan de hand was en die persoon met gevaar voor eigen leven van de stroom af sleurde. Twintig seconden later en hij zou dood geweest zijn, zeiden de legerartsen later.

Stoer

Had ik hetzelfde gedaan als ik daar was geweest? Vast niet. Ik ben zo secondair als wat, tegen de tijd dat ik eindelijk zou hebben begrepen wat er aan de hand was… of dat ik aan die man zou gaan trekken… Ik ben zo iemand die als er brand is in huis naar buiten rent en alleen maar heel hard ‘brand!’  roept (echt gebeurd).
Daarom omring ik me graag met echte, stoere redders. Wie één leven redt, redt de hele wereld, staat in de Talmoed en mijn man kan nu wel direct door naar de hemel (om soepel van het ene naar het andere geloof te switchen). Ik hoop natuurlijk dat dat een beetje op mij afstraalt.

http://www.annavanpraag.nl/2007/09/gids-ten-onder-in-dovenland/

Categorieën
Verhalen van de berg

Take a ride in the sky

Roze wolken, ik heb ze nooit begrepen. Of nou ja, ik zit er zelf nooit op. Niet als het over kindjes gaat.

De verhalen van mijn pasbevallen vriendin vervullen me met huiver. O ja, ik weet het nog: hoe zwaar en hoe veel. Kinderen zijn een soort vampiers, ze zuigen enorm veel energie uit je. Ook als ze groter worden. Ieder kind plaatst zichzelf in het midden van het universum en dat is supervermoeiend. Zeker als je zelf ook nog interessante creatieve dingen wil doen zoals boeken schrijven. In plaats daarvan ben je ineens huisvrouw, taxichauffeur enzovoort (terwijl, ik ben een waardeloze schoonmaker en ik hou helemaal niet van autorijden).

Brandende stoelen

Daarom ben ik vandaag enorm verbaasd over mezelf. De setting is deze: een kokendhete auto, veertig graden buiten,, brandende stoelen die pijn doen aan je blote benen. Om mij heen drie kibbelende meisjes: eentje moet naar brommer-rijles, eentje moet naar een vriendin en nummer drie moet mee naar de supermarkt vindt ze zelf (om mijn karretje vol te laden met vieze kaasjes, chips en veel te duur ijs dat al gesmolten is voor je thuis bent). Zelfs de wind door het open raam is te warm en al na vijf minuten is iedereen zweterig en heeft dorst (en nee, ik ben niet zo’n moeder die dan een fles water tevoorschijn tovert).

Liefdesliedjes

De middelste regelt zoals altijd de muziek en ze heeft nu Earth Wind & Fire ontdekt. Yes! Even niet die hysterische Rihanna.
Misschien komt het door de liefdesliedjes, ik word altijd blij van Earth Wind & Fire. Hoe dan ook, er is geen enkele aanleiding voor, maar plotseling word ik overvallen door een verpletterende golf van -nou ja- liefde. Die om water zeurende, zweterige, ruziënde meisjes om me heen, wat zijn ze eigenlijk onweerstaanbaar leuk! Als ik ze had kunnen bedenken, dan waren ze precies zoals ze nu zijn. All your dreams will come true right away, zingt EW&F – en dit zijn er alvast drie, zomaar bij mij in de auto!

Categorieën
Verhalen van de berg

Hija de la luna

Middenin de nacht gaat het licht aan. Dat is best wel eng als je man ergens in Afrika zit en je kinderen altijd slapen als marmotjes. Ik zit meteen rechtop in bed.

Maar het is de maan die recht door het open slaapkamerraam naar binnen schijnt, zo fel dat je erbij zou kunnen lezen. Dat heb je hier dus: inktzwarte sterrennachten – of juist feeëriek blauwverlichte bergen.

Poppenschooltje

Hijo de la luna speelt de oudste dochter al de hele zomer op de piano. Het galmt door het huis en waaiert uit over de patio. Ik kan de beginakkoorden bijna niet meer horen. Drie maanden zomervakantie is lang, voor ons allemaal. Zeker nu de augustusfeesten voorbij zijn, de laatste zomergast vertrokken. De dagen worden alweer korter, maar alles is nog steeds zinderend heet. Te warm voor veel kleren, voor uitgaan, voor de stad, eigenlijk ook om te schrijven maar ik wil zo graag.
Wat was het voor maan vannacht? Het is alweer nacht als ik het opzoek in mijn eigen boek over wicca. Buiten op de patio spelen de jongste twee, eindelijk in beweging gekomen nu de slome hitte zakt. Veel te laat natuurlijk, maar ach, maar het ziet er zo betoverend uit: poppenschooltje in blauw licht.

Heksenkring

De maan van augustus is de maan van wijsheid en nieuwe inzichten, zie ik. Hm, een paar slimme inzichten voor mijn boek kan ik wel gebruiken – eigenlijk vooral dat ik weer snap waarom ik schrijf.
Maar ja, om zaken te doen met de maan moet je een heksenkring maken, met kaarsen en een mes enzo, een enorm gedoe.
Op dat moment komt Chaia binnen, helemaal moe en mellow. Chaia is mijn kattekopje en leesmonstertje, die altijd even kritisch is, vooral op mij – maar ze is ook  met een enorme blauwe maan geboren. ‘Mam,’  zegt ze, ‘ik heb vandaag je laatste boek nog eens gelezen en weet je? Ik vond het echt opvallend goed geschreven. Het wordt beter hoe vaker je het leest.’
En weg is ze weer.
Ha, daar kan geen enkel heksenritueel tegenop!

Categorieën
Verhalen van de berg

Puppy love

‘Wat voel ik me opeens oud,’  zegt Marije die vroeger altijd op onze kinderen paste. ‘Dat je die meisjes achterlaat in het holst van de nacht, helemaal dressed up to party, en dat je dan zelf gewoon naar je bedje gaat.’

Het is dorpskermis en ik heb mijn twee oudste dochters al twee dagen niet gezien want dat is uitgaan in Spanje: in je mooiste jurkje, en op je hoogste hakken de hele nacht rondhangen bij de botsauto’s met vriendinnetjes.
En met vriendjes natuurlijk, maar daarover krijgt zelfs de oppas amper iets te horen. De meiden zijn inmiddels zo oud als zij was toen ze voor het eerst bij ons kwam, in Nederland -en zijzelf is bijna zo oud als ik toen.

Jezustypes

Gelukkig hebben Marije en ik elkaar nog om over jongens te roddelen – zoals we eigenlijk al jaren doen.
Op de dorpskermis waar we nu samen met Dunya naar toe gaan, komt de jaarlijkse Mariaprocessie voorbij en Marije bestudeert de fanfare: ‘Even uitchecken of er nog leuke jongens in uniform tussen zitten.’
‘Echt niet!’
‘Hm, ik vind mariniers enzo altijd wel sexy. Dat gemillimeterde haar.’
‘Nou nee, doe mij maar lang,’  zeg ik. ‘Hippie. Jezustypes.’
‘Of van die hiphopjongens. Met niet teveel blingbling.’
‘Kan. Surfdudes.’
‘Mwah. Muzikanten?’

Krukjes

Dan ineens bemoeit Dunya zich met het gesprek. Alsof ze twintig is in plaats van amper tien, verkondigt ze: ‘Jongens moeten een heel  glad gezicht hebben zoals de elf Legolas. Maar dan met korter haar en gewone oren. En lange wimpers. Eigenlijk precies zoals… Ivan.’
Ze begint te rennen, want daar is hij: haar novio, nu al zeker twee jaar. Zijn hele gezicht licht op als hij mijn dochter ziet en zij sleurt hem op haar beurt meteen de kleine botsautootjes in, terwijl ze zichzelf met een profi gebaar het stuur toe-eigent en hij al even routineus zijn hand om leuning achter haar legt.
Vertederd zitten Marije en ik op de kleine plastic krukjes langs de kant toe te kijken. Heel moederlijk ineens.