Categorieën
Verhalen van de berg

Griezeltrein

De trein was het decor van een horrorfilm geworden, inclusief opspattend bloed en gillende figuranten.
Het ene moment zit je nog dromerig naar buiten te kijken, plaatjes van sneeuw en koeien – het volgende moment staat de trein met een ruk stil en rennen er paniekerige conducteurs voorbij.

Nazorg

Het was dus een ‘aanrijding met persoon’  zoals iedereen van de NS het hardnekkig noemde (zouden ze daarop getraind zijn?) en de coupé waarin ik zat, was zo’n beetje eersterang. ‘Er liggen overal delen‘  zei de conducteur streng  tegen een argeloos meisje van een jaar of achttien dat vroeg of ze mocht uitstappen. ‘We gaan zo dadelijk weer rijden, zo dadelijk weer rijden‘  gilde de andere conducteur de hele tijd in shock. Een ouder echtpaar barstte in tranen uit, terwijl anderen heel nuchter de planning in de gaten hielden: ‘Ze zeggen wel dat we nu twee uur oponthoud hebben, maar wie zegt dat dat niet meer wordt? En komen er nou wel of geen bussen, waarom is de informatie zo tegenstrijdig?‘
Uiteindelijk ging het nog heel snel en efficiënt. Brandweerwagens, politie, de machinist die werd vervangen, net als de conducteurs. Er kwam zelfs een nazorg-team in onze coupé. ‘We zijn hier om met u te praten. Wie wil er praten?’ Ze hadden speciale kaartjes voor ons bij zich met telefoonnummers als we daarna nog meer wilden praten. Even waren wij in onze coupé enorm saamhorig. Met het oudere echtpaar voerde ik diepgaande gesprekken over dood en verlies.
Maar zodra de trein weer ging rijden – met een andere machinist- werd het al minder. En toen we moesten uitstappen in Amersfoort vond ik het eigenlijk vervelend dat we als een soort speciale groep werden omgeroepen: ‘Voor de mensen die net zijn aangekomen met de vertraagde trein uit… wacht nu nog een andere trein in de richting…’  Iedereen haastte zich zwijgend een andere kant op.

Routine

En nu ben ik terug in Spanje en realiseer me hoe anders zoiets hier zou gaan. Ik bedoel niet dat we amper treinen hebben. Ongelukkige mensen verhangen zich hier aan een olijfboom, zoals laatst die eenzame boer in Montefrio. Maar dan is het zijn vader die hem van de boom haalt, samen met de buurman, en het hele dorp dat naar de kerk komt om afscheid te nemen.
In het volle, verstedelijkte Nederland zijn rouw, ongeluk en ziekte extreem geïnstitutionaliseerd, die kunst verstaan we tot in de perfectie. Zo’n NS schijnt de afhandeling van ‘aanrijding met persoon’  zo’n tien keer per week te doen. Dan wordt ook dat routine.
Terwijl hier: de familie, het dorp, de kerk.

Categorieën
Verhalen van de berg

Sprookjes die onwaar zijn

Een tijdje geleden schreef een Turks meisje op mijn site dat ze een klacht tegen me wilde indienen. ‘Deze schrijfster discrimineert’.  Het ging over Vossenjacht en ze had duidelijk de quintessence van het boek gemist. Toch werd ik er best pissig van. Discrimineren, ik?!
Maar vandaag betrap ik mezelf ineens op een behoorlijke intolerantie.

Ik ben op een kort, bijna stiekem, bezoek in ijzig Nederland en bij een van mijn lievelingsbibliotheken: die in de Haagse Schilderswijk. Meestal kom ik namelijk vooral in verre vinexwijken bij witte kinderen die allemaal dezelfde H&M truitjes aan hebben en die schrikken als ik een woord als ‘gelul’ gebruik. Vandaag in Den Haag vroeg een van de kinderen wat voor kleur het haar van mijn dochter was. ‘Een beetje zoals…’  begon ik, maar ik kon het niet aanwijzen want er had niemand blond haar.

Knorgeluiden

Verderop in de bibliotheek is het peuter-voorleesuurtje bezig, eromheen allemaal moeders met hoofddoeken.
‘Wat leuk dat je dat doet,’  zeg ik later tegen de voorleesmevrouw.
‘Ik moet wel een beetje uitkijken wat ik voorlees,’  zegt ze. ‘Verhalen over varkens kunnen bijvoorbeeld echt niet.’
Ik begin te lachen, maar ze zegt: ‘Veel van deze kinderen worden streng islamitisch opgevoed. Varkens vinden ze echt té onrein.’
‘En als je dan toch Betje Big voorleest?’
‘Dat lukt niet, dan beginnen al die kinderen er de hele tijd vieze knorgeluiden doorheen te maken. Of zo’n verhaal over de wiebelbillen, dat is ook moeilijk. Die kinderen mogen sowieso niet dansen.’
‘Niet dansen? Die peuters?’
‘Ik heb nu geleerd om ‘bewegen’  te zeggen. ‘Kunnen jullie net zo vrolijk op de muziek bewegen als het prinsesje uit het verhaal?’  vraag ik. Dan beginnen ze heel voorzichtig een beetje heen en weer te wiegen. Soms.’

Mijters omdraaien

De voorleesmevrouw houdt nooit meer op. ‘Rond sinterklaas is het helemaal lastig. ‘Dan draaien we de mijters om.’
Wat?
‘Dan zie je het kruis niet,’  zegt ze. ‘Maar dan nog. Ik zit altijd in mijn eentje sinterklaasliedjes te zingen in zo’n groep. En soms gaan er dan ook moeders weg, die willen niks van Sinterklaas horen of zien. Sinterklaasdingen knutselen kan niet, net als bepaalde instrumenten, of maskers maken. Of sprookjes.’
‘Wat?’ zeg ik weer.
‘Nee, sprookjes mogen zeker niet. Laatst zei ik nog iets over Roodkapje. ‘Dat zijn onwaarheden,’  zei een moeder toen tegen mij.’
Dit is geloof ik het moment dat ik afhaak. Wat is dat voor humorloos believe system waarbij je niet mag dansen, zelfs niet als kind van drie, en -nog erger- boos wordt op sprookjes omdat ze onwaar zijn?

Categorieën
Verhalen van de berg

Moois

Het klinkt zo romantisch, maar het ziet er zo lelijk uit. Een dorpsfeest in Zuid Spanje.

De feestruimte van Montefrio is een soort loods met bijbehorend licht en gebarsten beton op de vloeren, koud en tochtig overal. Er hangt een doordringende walm van tapas-worsten zodat je meteen bij binnenkomst al weet dat je die ochtend je haar voor niks hebt gewassen. Iedereen drinkt grote hoeveelheden bier uit plastic bekertjes en aan de muur hangen sneue zelfgemaakte posters waarvan de randen alweer los hangen. Ook is er muziek, uit een zeldzaam slechte geluidsinstallatie. Als je heel goed luistert, krijg je misschien iets door als: ‘Words don’t come easy…’

Dia de la mujer

Dia de la mujer, vrouwendag. Vorig jaar was ik er niet bij (want aan het werk in Nederland) en dat heeft mijn dochter mij het hele jaar lang nagedragen. ‘Toen jij niet kwam bij mijn allerbelangrijkste dansvoorstelling…’
Dus nu heb ik het heel goed onthouden: op het feest van vrouwendag moet ik in Montefrio zijn, want dan danst de flamencogroep van Chaia.
De meisjes in hun wit-rode fladderrokken lopen met strakke gezichtjes van de zenuwen (en de dikke laag make up) onrustig in het rond. De strenge zigeunerin die hun danslerares is, loopt keurend aan ze voorbij: hier verschikt ze een bloem, daar moet het knotje opnieuw, een ander moet toch echt haar vuurrode korset strakker doen.

Harendans

En dan mogen ze eindelijk dansen, op een net iets te hoog podium. Dikke meisjes, kleine meisjes, meisjes met pukkels en meisjes met kromme ruggetjes – en allemaal voelen ze zich op slag beeldschoon. Flamenco is zo supervrouwelijk: daar rollen ze zomaar vamperig over de grond, slaan hun rokken om zich heen, draaien elegant met hun armen.
Tussen twee nummers door gaan in de coulissen haastig de knotjes uit, haarspelden en bloemen vliegen door de lucht. En dan dansen ze op de meest geweldige manier: met hun haren, die ze rondzwieren en vastpakken en dan weer voor hun gezicht laten vallen.
Is het de woeste zigeunerin die als een bezetene aan de zijkant mee staat te dansen en te klappen op een onmogelijk ritme? De statige teksten van de trotse Andalusische volksliederen? Of toch de extreme serieusheid en toewijding op al die meisjesgezichten?
Het overvalt me. ‘Nog even en ik ga huilen,’ zeg ik tegen Bloem – die wijselijk een paar stappen opzij doet.
Ik neem snel een paar grote slokken van Dunya’s lauwe cola, want, echt, het is bijna niet te doen: zoveel moois onder de TL-buizen.

Categorieën
Verhalen van de berg

De wellust van mijn tandarts

‘Ja hoor dat wordt een zenuwbehandeling’, zegt de tandarts, ‘kom over twee weken maar terug.’
‘Maar…’
‘Ibuprofen, de zwaarste dosering. Als je nu met de assistente mee wilt gaan, kijkt zij wanneer er een plekje voor je is.’
Ik verbeeld het me niet, hij kijkt bepaald wellustig.

Wij hebben een behoorlijk enge tandarts, ik heb al eerder over hem geschreven: de tandarts met de zachte handjes. Hij rolt altijd op zijn stoel helemaal onder de tandartsstoel zodat je als het ware op zijn schoot ligt met je hoofd. En dan begint het wriemelen met die poezelige handjes, terwijl hij er fluisterzacht bij praat. ‘Adem in, Anna… Ja… Ja…. En uit.’  Soms blijft hij wel een paar minuten doodstil zitten met een of ander ding tegen je kies aan, terwijl hij intussen dromerig in de verte kijkt. Het is altijd bloedheet in die kamer, en doodstil dus. Je hoort alleen dat zachte ademen.

Tangetjes

En de assistente! Bloem en ik weten zeker dat zij en de tandarts stiekem een heftige seksrelatie hebben. Ze is altijd net iets te opgemaakt, net iets te idolaat, helemaal synchroon met die hypnotiserende stem. Ook zij staat vaak minutenlang wazig voor zich uit te staren. Om je vervolgens later in haar afsprakenkamertje een enorme kat te geven, want het is eigenlijk een megabitch. Als ik mezelf echt wil kwellen, gevangen in de tandartsstoel, vraag ik me af wat er in die stoel gebeurt (en met die enge tangetjes!) als de laatste klanten weg zijn en de assistente woest haar witte jas openrukt – waar dan natuurlijk een griezelig kinky lingerietje onder zit. En nee, over de tandarts en wat hij dan doet mag ik van mezelf echt NIET verder nadenken, anders verdraag ik die vingertjes nooit meer in mijn mond.

Frustratie

Ondertussen ben ik altijd enorm aardig tegen de tandarts want ik heb een overdreven respect voor witte jassen.
Totdat ik laatst ineens zo genoeg kreeg van de beugels. Want dat doet deze man dus ook: al onze dochters van beugels voorzien. Dat duurt eindeloos. En duur is het ook! Bloem is inmiddels allang van dat ding verlost, maar toen ze voor de zoveelste keer op controle moest, wat minder dan een minuut duurt en vijfenzestig euro kost, had ik het ineens gehad.
‘En nu is het klaar!’  schreeuwde ik middenin de tandartspraktijk – want dat is natuurlijk de keerzijde van dat afgedwongen respect: dat je een groot reservoir aan frustratie opbouwt.
De assistente sloeg haar hand voor mond, de tandarts kwam aanrennen om te sussen, ze zwaaiden met papieren die wij kennelijk getekend hadden – en ik droop af.
Maar toch, ik heb zijn autoriteit aangetast, in het bijzijn van de assistente nog wel. Dus nu zint mijn tandarts volgens mij op wraak. En als er iets eng is…

Categorieën
Verhalen van de berg

Ma Ingalls

Ik heb een avontuurlijk leven. Daarvoor hoef ik niet eens te reizen. Je kunt – bijvoorbeeld- ook ergens langs de rafelrandjes van Europa gaan wonen en je een halve pionier voelen.

Zo waren we afgelopen week opeens ingesneeuwd. In één nacht terug naar het kerstmisgevoel. Maar dan echt. Zout strooien bijvoorbeeld gebeurt niet hier in Spanje. De mensen wachten gewoon tot de sneeuw weer gesmolten is, alles ligt plat.

Verwarmingsmotorenverkopers

Of neem de verwarming, die wij (romantisch!) stoken op olijfpitten. De motor ging stuk, dat kan natuurlijk. Alleen, het gebeurde aan de vooravond van een vijfdaagse verwarmingsconferentie in Madrid. Echt waar, dat bestaat. En dat betekende dat alle verwarmingsspecialisten en verwarmingsmotorverkopers van heel Andalusie in Madrid zitten, nog steeds. Er is er niet eentje achtergebleven. Daar moet je dan niet te lang over nadenken, laat staan mopperen. Je stookt gewoon een paar dagen, net als iedereen hier, vuurtjes in de drie openhaarden. En we pakken de stoof erbij. Kamperen in je eigen huis, temidden van de sneeuw, hoe kleine huis op de prairie is dat? Ik bak er roggebrood bij en  maak warme chocolade die de meisjes knus opdrinken onder een dekentje op de bank.
En trouwens, wat ben ik ook handig geworden met stoppenkast! Ik weet inmiddels precies welke groepen waarbij horen en waar een potentieel zwak punt zit. Gisteren nog werd ik wakker in het donker en dan zie je mij als Ma Ingalls rond schuifelen, totdat ik het probleem gevonden heb.  Hiervoor heb ik speciaal een kaars met zo’n handvat gekocht. Zien jullie mij al gaan in mijn nachtjaponnetje, met een stola over mijn schouders?

Sneeuw smelten

Het probleem met de stroom zat deze keer in een overstromende waterpomp, waarschijnlijk gewoon een slangetje los.
Tjsa, dan verraadt zich plotseling het stadsmeisje: geen idee hoe zo’n pomp in elkaar zit. Dan moet er iemand komen en die iemand komt natuurlijk niet METEEN. En dan kan je niet douchen en niet naar de wc en loop je rond met je mond vol tandpastaschuim.
Ma Ingalls, denk ik dan maar steeds, als een soort mantra. Die ging ook gewoon naar de bron met haar emmertje en ze bleef er prachtig en stralend bij. Of nee, die ging natuurlijk sneeuw smelten! Je wilde toch geen saai leven? Nou dan.

Categorieën
Verhalen van de berg

Amoureuse

‘Als ik op meisjes zou vallen, dan misschien wel op jou,’  zeg ik tegen een vriendin. Om er overdreven stoer aan toe te voegen dat die tijd achter me ligt, been there, done that
Maar later zoek ik wel de CD van Veronique Sanson op. (lees verder)

Ik woonde in Parijs, was achttien jaar oud en tamelijk verloren. In het grote, statige huis aan de Place de la Republique waar ik een piepklein kamertje had, kon het ‘s nachts idioot stil zijn. Gelukkig had ik mijn Franse buurmeisje, een elegant androgyn type die mij af en toe uitnodigde om een glas wijn bij haar komen te drinken. Meer een fles eigenlijk.

Existentialistisch

Mijn buurmeisje had een vriendin: een klassieke Franse schoonheid die nooit lachte. Met zijn tweeën waren ze extreem serieus en sereen, allebei altijd heel existentialistisch in het zwart gekleed. Soms zat ik daar ook bij en dan staarden mijn buurmeisje en ik allebei vol aanbidding naar die dramatisch mooie vriendin. Vaak pakte mijn buurmeisje dan haar gitaar en zong heel langzaam en innig liedjes van Veronique Sanson voor haar. Vooral het liedje Amoureuse herinner ik me, eindeloos opnieuw ingezet. Heel slim slikte mijn buurmeisje de uitgangen in, zodat je nooit precies wist of het lied om de liefde voor een man of voor een vrouw ging.
Nooit raakten die twee elkaar aan, of zeiden iets dat meer expliciet was dan dat lied. Maar juist daarom waarschijnlijk  zinderde de lucht en ademde alles een grote, allesverterende liefde die heel soepel op mij oversloeg. Soms bleef de vriendin slapen en dan lag ik aan de andere kant van de muur me daar uitermate onrustig van alles van voor te stellen. ‘Je ne veux pas qu’arrive le soleil…’

Liefje

‘Mijn liefje is er,’  vertelde ik op een dag aan mijn buurmeisje. Ik gebruikte het woord ‘copin’  dat ik van haar had geleerd, net als zij met een ingeslikte uitgang aan het eind.
‘Waarom heb je dat niet gezegd?’  reageerde ze verrast. ‘Vite vite, je moet ons meteen voorstellen.‘
Ik zwaaide de deur open en daar zat Ilco, vers uit de bus gestapt.
Mijn buurmeisje deinsde achteruit. ‘Copain! Het is je copain. Niet copine…. O, dat moet je nooit meer doen.’  Ze keek naar Ilco alsof hij van een andere planeet was. En daarna – echt waar- heeft ze me nooit meer in haar kamertje uitgenodigd.

Hier is het liedje: http://www.youtube.com/watch?v=-MKDcsk_Ab4

Categorieën
Verhalen van de berg

Paella-wedstrijden

Het zal vast als een grote verrassing voor jullie komen, maar donderdag is het Dia de Andalucía. Hier weet elke kleuter dat.

Een van de jammere dingen van Nederland is dat wij (jullie?) zo weinig tros zijn op wat we hebben. Folkore is een eng Volendam-woord en over alles wat daarbij hoort hangt altijd zo’n zweem van toeristenkitsch. Klompen. Kaasmarkt. Molens. Tulpen.

Olijfolie en Spaanse ham

Wie wel eens hier bij ons op de berg is geweest, weet dat ik een echt Nederland-hoekje heb. Heel expat en fout, met Delftsblauwe troep erin en echte anijsblokjes. De schaamte ben ik gelukkig allang voorbij, ik vind het mooi!
Net zoals ik in Spanje houd van het Granada-aardewerk met de geschilderde granaatappel in het midden en ook heel erg van onze (hun?) olijfolie.
Olijfolie en Spaanse ham, dat krijgen de kinderen op de basisschool morgen allemaal mee naar huis. En trots dat ze daarop zijn! Op alles dat met Andalusië te maken heeft.

Vuurtjes op het schoolplein

Op de middelbare school houden ze morgen heuse paella-wedstrijden. Elke klas stookt een vuurtje op het schoolplein en in grote pannen maakt iedereen zijn eigen paella. Er is een echte jury die komt proeven en kijken welke klas de tafel het mooist heeft gedekt.
Goeie paella maken is een kunst. Ze doen het bij elk feest en het luistert nauw. Ikzelf heb les gehad van mijn Spaanse vriendin en nu durf ik het eindelijk zelf ook te maken als er Spanjaarden bij zijn. Het liefst in de zomer, buiten. We hebben er een speciale paella-stookplaats voor gemaakt, met een enorme pan.
En als er heel veel mensen bij ons komen, kan ik altijd de reuze-pan van de gemeente lenen. Daar heb ik één keer paella in gemaakt, ik denk niet dat ik me ooit meer Spaanse heb gevoeld dan toen.

Paella-recept

(zoals ze het in Andalusië maken, dus geen gedoe met kip enzo)
Ui fruiten. Arborioirijst even meefruiten (soort rijst is extreem belangrijk). Stukjes tomaat erbij of blik gepelde tomaten en paella-kruiden (liefst uit een zakje, neem ze niet als ze te oranje ogen) en dan steeds een beetje water, net zoals je risotto maakt. Staart van zeeduivel mee laten sudderen en halverwege ook een paar handen erwtjes. Zonder erwtjes is het niet echt! Tegen het einde venusschelpen erbij en mini-octopusjes (ingewanden eruit halen) en eventueel garnalen. Langzaam gaar laten stoven op niet te hoog (hout)vuur. Beetje citroen erover.

Categorieën
Verhalen van de berg

A terrible teachter is a joy forever

‘Mam, mijn gymleraar wordt nu echt raarder en raarder.’
Ik was zo lekker jarig in Sevilla. Samen met Ilco heel veel wijn gedronken, een gouden broek gekocht en in hete bubbelbaden in de regen gelegen. En nu kom ik thuis en barsten de  kinderen weer los met hun verhalen.

‘Weet je dat we ons proefwerk niet eens konden maken, zo hard zat de leraar er de hele tijd doorheen te kletsen. Over zichzelf en hoe geweldig hij was. ‘Meneer, wilt u alstublieft stil zijn zo kunnen we ons niet concentreren,’  smeekten we, maar dat kon hij gewoon niet, nog geen minuut. En hij heeft zo’n harde stem.’
Proefwerken voor gym zijn natuurlijk sowieso raar. Eindeloze definities moeten ze uit hun hoofd leren over, bijvoorbeeld, de voordelen van een warming up als je gaat sporten. En als ze dan af en toe uit de klas naar de gymzaal gaan, moeten de meisjes bij alle balspellen rondrennen met hun armen gekruist voor hun borst. Het zou te ranzig voor woorden zijn, ware het niet dat je die gymleraar als je hem ziet meteen van langdurige impotentie verdenkt (o wat is het heerlijk dat ze hier mijn stukjes niet kunnen lezen).

Rauw ei

‘En hij gaf me ook nog eens midden in de klas een bloem cadeau. Een bloem voor een bloem, zei hij en iedereen moest keihard lachen, ik haat hem,’  jammert Bloem.
Ga ik nu praten met de leraar? Boos worden dat mijn dochter haar tijd met zo’n creep moet verdoen?
Welnee. ‘Zulke leraren zijn een eindeloze inspiratiebron,’  zeg ik haar. Hoe vaak heeft haar eigen vader wel niet – met geluiden en al- gememoreerd hoe zijn gestoorde basisschoolleraar (die Ilco aan zijn oor over de grond sleepte), elke ochtend, voor de ogen van de hele klas en met veel geslurp, een rauw ei leegslobberde? En zelf herinner in me ook nog heel goed de leraar Latijn die altijd op de raarste momenten moest huilen (naar verluidt omdat hij in een jappenkamp had gezeten) maar die bepaald opgewonden werd als je hem iets ergs vertelde. ‘Hoe is het thuis? Problemen?’  kon hij zo hoopvol kwijlend aan je vragen.
Ach, ik denk dat iedereen wel zijn eigen erge-leraar-verhaal heeft. ‘Lach er maar om,’  zeg ik tegen mijn dochter. ‘En trouwens, daar word je groot en sterk van.’

Categorieën
Verhalen van de berg

De Spaanse koning moet aftreden!

Juan Carlos zou een voorbeeld moeten nemen aan zijn collega Beatrix en plaats moeten maken voor zijn zoon. Dan kan het tenminste eindelijk weer wat worden met het Spaanse koningshuis.

Juan Carlos is een enge koning. Hij is driftig. Deze zomer rouleerden er nog foto’s dat hij zijn chauffeur sloeg, naar verluidt omdat hij het niet eens was met de parkeerplaats van de auto.
‘Por qué no te callas?’ is nog steeds een geliefde T-shirt slogan hier. Juan Carlos riep dat een paar jaar geleden in het openbaar tegen de president van Venezuela. ‘Waarom houd je je mond niet?’  betekent het – niet erg aardig en al helemaal niet tactisch tegenover je vroegere kolonie.

De schietende koning

Juan Carlos is de schietende koning. Als kleine jongen was hij betrokken bij de dood van zijn broer Alfonso. Dat blijft een gruwelijk verhaal. Was Alfonso zijn geweer voor hem aan het schoonmaken? Of was het toch echt Juan Carlos zelf die per ongeluk, in een ongelukkige beweging, zijn broer neerknalde (in zijn gezicht nog wel)?
Je zou denken dat je, als je zoiets overkomt, nooit meer een geweer aan wilt raken. Zo niet Juan Carlos. Vorig jaar nog ging hij in Botswana op olifantenjacht. Daar betaalde hij een dubbel Spaans jaarsalaris voor, maar dan mocht hij ook ouderwets schieten. Olifant dood, koning gevallen. Letterlijk gevallen, heup gebroken. En ook nog eens in ongenade, bij alle verbijsterde Spanjaarden die tobben met de crisis.

De overspelige koning

Dezelfde vrouw die op alle foto’s trots naast die dode olifant staat, is de minnares van de koning. Ook niet leuk voor de Spaanse koningin! En nu, tot overmaat van ramp, blijkt die minnares ook nog eens betrokken te zijn bij een groezelig corruptieschandaal, met een hoofdrol voor… Juan Carlos. En dat terwijl de president ook al van corruptie wordt beschuldigd, het lijkt hier wel Italië.
Daarom is het hoog tijd voor een rigoreuze stap. Juan Carlos is nu vijfenzeventig jaar, dat is, weten wij inmiddels, de ideale leeftijd om af te treden. Hij heeft een aardige, nikserige zoon, die allang klaar staat, samen met een kroonprinses van Maxima-achtige allure. Hup Carlos, geef die scepter nou maar eens door aan Felipe!

Categorieën
Verhalen van de berg

Wat zou je doen als…

Het is een soort afwijking en hier thuis houden ze er nooit meer mee op. Het rare vragen-spel.

Wat zou je doen als… je morgen wakker werd en je haar was helemaal grijs geworden? Of juist helemaal blond en krullerig? Als je morgen wakker werd en je woog 250 kilo? Ik in de nacht stiekem je nagels had gelakt in tien verschillende kleuren? Als ineens al je weblogvolgers in je huis stonden?

Que harías si

Het begon bij Chaia, kampioen van de ‘wat zou je doen als’ vragen. De vragen werden steeds raarder en nu is Bloem er ook mee begonnen. En de vriendinnen op school. Wat zou je doen als je morgen op school kwam en je ontdekte dat je helemaal bloot was? Of als de kleine dikke mentor helemaal bloot was? Qué harias si…. Het duurt nu al weken – en hoe bizarder hoe beter.
Het stomme van dit soort vragen is dat je eerst echt geen zin heb tin het antwoord – zeker als je de hele dag door dit soort vragen krijgt. ‘Huilen.’  ‘Schrikken.’ ‘Heel erg blij zijn..’ Dat soort dingen zeg je dan. Het gaat geloof ik ook helemaal niet om het antwoord, het gaat vooral om de vraag

Beeldschoon haar

Maar in tweede instantie is het eigenlijk wel een leuke mindshift. Op het moment dat je je echt gaat voorstellen hoe je je zou voelen als je ineens beeldschoon haar tot aan je middel zou hebben, als al je vriendinnen plotseling met zijn allen binnen zouden komen stommelen, als  je laatste boek ineens een bestseller zou zijn, als je zomaar weer vijftien jaar was… Soms is het ook het begin van een verhaal.
Daarom, als vakantiespelletje, een paar vragen aan jullie:
Wat zou je doen als je op straat liep en je was ineens helemaal bloot?
Wat zou je doen als je poes tegen je begon te praten?
Wat zou je doen als er ineens wijn uit de douche kwam?
Wat zou je doen als je allereerste geliefde plotseling voor je zou staan?
Wat zou je doen als je op een berg in Spanje zou wonen?