Categorieën
Verhalen van de berg

Mijn arme handen

Het wordt géén kerstmis en we gaan géén huis vol gasten krijgen. En de oude Maya’s moeten helemaal hun kop houden.

Spijbelen omdat de rapporten toch al klaar zijn? Midden op de dag boodschappen doen, auto naar de garage, lekker skypen met vriendinnen? Neeneenee, de kinderen gewoon naar school, vriendinnen ‘s avonds pas terugbellen en nog maar even doorkachelen met een Landrover die niet meer in zijn achteruit kan.
Pas vrijdagmiddag – morgen dus- schuif ik alles opzij.

Briefjes in mijn bed

En dat ‘alles’ is een raar nieuw boek waarvan de toon en stijl alleen al niet willen kloppen. Wat kan ik soms terugverlangen naar de tijd dat ik gewoon een verhaaltje in elkaar zette, met duidelijke plot en vantevoren uitgedachte hoofdstukopbouw. Nu probeer ik intuïtiever te schrijven en dan moet je bijna alles onderweg uitvinden. Zo’n verhaal is net één van de geesten die hier door het huis zwerven: je weet dat het er is, soms zie je het even vanuit je ooghoek. Maar als je dan probeert te focussen, is het alweer weg. Gek word je ervan!
Ik schrijf mijn handen erop dood. Letterlijk. Als ik ‘s avonds voor hongerige kinderen aan het koken ben (nog steeds nadenkend, nog steeds schrijvend, overal slingeren briefjes met aantekeningen, zelfs in mijn bed), zijn mijn vingers blauwachtig wit. Mijn dochters kunnen er niet eens naar kijken, zo eng vinden ze het. Af en toe loop ik nu zelfs met handschoenen door het huis, maar het helpt niet. Als kind had ik vaak koude handen (maar niet zoals nu), toen ik moeder werd, waren vanaf dat moment mijn handen altijd warm – en nu bevriezen ze op dit boek. Wat betekent dat? Mijn arme handen, met hun mooie ringen en lange heksennagels, mijn gereedschap.

Hm, schrijven over schrijven voelt altijd een beetje ongemakkelijk. Maar ja, het is nu eenmaal wat ik doe.

Categorieën
Verhalen van de berg

Lijstje!

Voor Leesplein maakte ik een lijstje van de tien boeken die mijn leven veranderden. Dit zijn ze.

Een weeffout in onze sterren (John Green)
Dit boek kreeg ik aan het begin van dit jaar als welkomstcadeau van mijn nieuwe uitgever. Ik las het in het vliegtuig terug naar mijn huis in Spanje en huilde de hele vlucht. Boeken waar je om moet huilen zijn toch vaak de beste. En na dit boek keek ik echt een beetje anders naar de wereld. Hoe gruwelijk het vaak ook is allemaal, het universum is prachtig en ‘wil opgemerkt worden.’

De boekendief (Markus Zusak)
Dit zegt de Dood: ‘Er is een veelheid van verhalen waar ik mij tijdens mijn werkzaamheden door laat afleiden, net als door de kleuren. Ik verzamel ze op de ongelukkigste, ongelooflijkste plekken en denk er graag aan terwijl ik werk.’ Een boek over het allerergste – en dat het toch troost.

Hoe ik nu leef (Meg Rosoff)
Dit boek irriteerde me mateloos, een soort nieuwe liefde waar je eerst helemaal geen zin in hebt. Maar toen werd ik getroffen door de rare sfeer, de originele hoofdpersoon en al het gif van de oorlog waar dit boek over gaat. En bleef totaal ontredderd achter.

Voor donker thuis (Sue Ellen Bridgers)
Het eerste echte meidenboek dat ik las, met de allerbeste zoenscènes ever. Ik kreeg het op mijn twaalfde verjaardag van mijn grootmoeder. Fascinerende woorden die ik toen en daarna nooit ben vergeten: ‘die vochtige nachtgeur van zaad en zweet’.

Kees de jongen (Theo Thijssen)
Om hoe het mij is voorgelezen, twee keer nog wel. Eerst door mijn ontroerde vader, later door mijn ontroerde toverjurf Mieke. Hoe zij allebei de naam ‘Rosa Overbeek’ declameerden… je wilde er zo in bijten.

Alice in wonderland (Lewis Carroll)
Ik weet dat het mode is om dit boek stom te vinden en ik snap ook nog wel waarom. Maar de kracht van de beelden, de sfeer! De symbolen zijn zo oer, ik kom er zelf altijd weer op uit. En nooit kan ik fatsoenlijk gearmd lopen met iemand die net iets groter is dan ik (mijn dochter bijvoorbeeld) zonder te denken aan de kin van de hertogin die in je schouder priemt.

Sjakie en de chocoladefabriek (Roald Dahl)
Niet om die chocoladefabriek, hoe lekker die ook is. Maar om het feestelijke, spannende besef dat dat je dus altijd zomaar de gouden toegangskaart kunt vinden, hoe onvoorstelbaar het ook lijkt.

De sneeuwkoningin (Andersen)
Omdat je het er koud van krijgt, onherroepelijk. En dat ik dat beeld van die scherfjes in je oog nooit meer ben kwijtgeraakt. Gevaarlijk mooie vrouwen die je meenemen in witte sleeën, ik zie ze nog steeds.

Max en de maximonsters (Maurice Sendak)
Koning van de monsters te kunnen zijn, maar toch op tijd terug voor het eten ‘en het was nog warm.’

Een mandje vol amandelen
Het liedjesboek van mijn eerste herinneringen, van de schoot van mijn moeder, de piano van mijn vader, dat ruikt naar gestoofde appeltjes, warm als een kruik.

Hors concours: Kom hier Rosa
Vroeger veranderde ik mijn verhalen, tegenwoordig veranderen mijn boeken mij. Doodeng – en ook het geweldigste dat er is.

En nu jullie! Ga straks eens rustig zitten naast een kerstboom, met op schoot iets om te schrijven. Maak in gedachten een reis langs de ijkpunten van je leven en herinner je wat je toen las. Vergeet alle andere eindejaarslijstjes, maar maak alleen dit ene: wat waren de boeken die JOUW leven veranderden?

Verschenen als column op Leesplein:
http://www.leesplein.nl/LL_plein.php?hm=1&sm=2&id=108

Categorieën
Verhalen van de berg

Pubers aan het huilen maken

Woedend zijn de vriendinnen van mijn oudste dochter. Geschokt en in tranen. En dat allemaal om een lied tegen Aids.

In Nederland zou het volgens mij niet werken, maar hier is het normaal: oversentimentele smartlappen, gecombineerd met rap, om jongeren te waarschuwen geen foute dingen te doen. Er is er eentje over een kinderlokker. Gisteren op de middelbare school werd er een clipje vertoond over dronken autorijden: een moeder wacht op een sms’je van haar dochter en pas helemaal aan het eind blijkt dat die dochter doodgereden in het ziekenhuis ligt, de telefoon levenloos naast haar. ‘Que pena me da – wat afschuwelijk, wat verdrietig’  jammerden de geschokte scholieren. Sommigen kwamen huilend de school uit.

Haar hart en haar maagdelijkheid

Maar ‘Quince años perdidos’  (vijftien verloren jaren) spant de kroon in de klas van mijn oudste dochter (allemaal vijftienjarigen). In dit lied hoor je een lieve meisjesstem die steeds opnieuw het volgende refein zingt:
Mijn leven begint net,
Ik ga meemaken dat mijn geest verandert,
Mijn lichaam anders voelt
Maar mijn hart is blij want ik ben vijftien jaar.
Daardoorheen begint een rapper te vertellen over de ouders van dit meisje die hun princesa iets heel bijzonders voor haar verjaardag willen geven; een bootreis. Dat soort dingen gebeuren hier echt, de vijftiende verjaardag geldt als heel speciaal.
Op die bootreis ontmoet het meisje Raul, een droomjongen van zeventien, respectabel en uit een goede familie. Ze geeft hem ‘haar hart en haar maagdelijkheid.’
Intussen steeds weer dat fijne refreintje, dat lieve meisjesstemmetje.
Uiteindelijk komt het meisje smoorverliefd terug en opent vol verwachting het doosje dat haar droomprins haar meegegeven heeft. Daarin vindt ze een briefje. En op dat briefje staat (de muziek wordt ineens onheilspellend en zwaar): ‘Welkom in de wereld van de Aids’.
En dan weer dat leuke refreintje.
Kapot zijn ze ervan, de Spaanse jongens en meisjes. Het lied is een megahit.

Wat is dit,  Is dit uiterst effectieve voorlichting of schaamteloze manipulatie?
Je moet het eigenlijk even horen, dat kan hier: Quince anos

Categorieën
Verhalen van de berg

Nepjood

Het is chanoekah maar we hebben geen kaarsen.

In Montefrio kan je alleen maar van die dunne kerkkaarsen kopen. Die druipen als een gek en zijn te dun voor in een normale kandelaar.
Chanoekah zonder kaarsen is net zoiets als nasi zonder sambal – wat ik vorige week nog maakte. Onderbroeken zonder Hema. Boerenkool zonder worst en zonder boerenkool. IJs zonder schaatsen – en zo kan ik nog wel even doorgaan. Maar goed, wij hebben dan nu weer de allermaagdelijkse olijfolie, zo uit de persen.

Latkes

Gelukkig kan je bijna elk feest wel zelf bij elkaar bakken. De speculaas is net op en de kersttulband moet nog komen, net als de Spaanse kerstkoekjes, de mantecados. Vanavond dus maar latkes op het menu, voor het chanoekahgevoel. En een sneeuwachtig Chanoekahverhaal erbij. Want ja, ik ben dan wel een nepjood, maar toch, maar toch…Happy chanoekah!

En hoe het moet, zie je hier (met dank aan Adam): bubala please hanukkah episode

Categorieën
Verhalen van de berg

Meisjes

Ik haal diep adem. Sinterklaas is weg en Ilco bijna. Ze zullen elkaar wel kruisen, want Ilco gaat juist weer de wereld in voor Masterpeace.

Ik mis hem nu al (mijn man dus). Het enige goeie is dat ik alle tijd van de wereld krijg om dat nieuwe heftige boek weer in te duiken. Ik moet nu de slag gaan maken van heel veel ruw en raar materiaal naar een echt verhaal. Zin in. En doodeng, dat ook.
‘Ik is bij je,’  zei Dunya vroeger als er iets griezeligs gebeurde. Maar nee, dit moet juist helemaal alleen.

Ik is bij je

Van Dunya en haar onuitputtelijke energie kan je enorm afgeleid worden. Van dat pubergedoe van de andere twee ook – maar dan anders. Ik zit me nu al te verheugen dat ik morgen de schoolbus zie wegrijden. Rust, ruimte!
Maar als ze dan terugkomen kan er soms, ineens, zo’n golf van liefde door me heen slaan. Als we samen voor het vuur zitten, ieder reuze knus met haar ipad/laptop/ipod op schoot. Als we met elkaar Glee kijken of in de auto zitten met keihard de Black Eyed Peas op. Als er eentje op mijn schoot klimt (meestal Dunya, soms Bloem en heeeeeel soms Chaia) en ik helemaal verdwijn in zoveel en zo groot kind. Als ik naar bed ga en weet dat ze alledrie om me heen liggen te slapen. Morgen zal ik brood voor jullie maken, denk ik dan, en je kleren voor je wassen zodat ze weer fijn en schoon zijn. Ik zal jullie haren honderd keer borstelen tot ze glanzen en het vuur voor jullie aansteken. Maar nu nog niet. Droom maar lekker, mijn schatjes, de hele lange nacht. Ik is bij je.

Foto Ivonne Zijp, voor het boek ‘Van binnenuit’ door Simone Arts en Maaike Kuyvenhoven/  en voor de J/M ‘Moeders met lef (beide verschijnen in het voorjaar).

Categorieën
Verhalen van de berg

El padrino

Het gaat goed met het inburgeren. Van mijn familie dan.

Precies vier jaar geleden – op 5 december- kochten we ons huis in Spanje. Toen sprak niemand van de kinderen Spaans en stonden we nog regelmatig voor de dichte deuren van de supermarkt omdat we weer eens vergeten waren dat er siesta was tussen twee en vijf.

Het is niet wat jullie denken

Inmiddels hebben de meiden hun eigen flamencojurken en is Dunya’s Spaans misschien wel beter dan haar Nederlands. Bloem heeft haar eigen vriendinnenclubje en is dit jaar uitgenodigd om naar het kerstdiner te komen van een school in Granada. En Chaia zit niet alleen op flamencodansen maar tegenwoordig ook op flamenco-gitaarles.
Het allerstoerste is nog wel dat Ilco deze week heel officieel is gevraagd om padrino – peetvader – te worden van een baby’tje dat in volgend jaar geboren gaat worden. Het is het kind van Toñi, de mooiste vrouw van Montefrio, en Frank, een Belgische jongen die nog veel meer dan wij is ingeburgerd. Hij gaat zelfs nooit meer terug naar België, daarom heeft hij nu zijn vriend Ilco als padrino gevraagd. Het is een jongetje (dat weten Spanjaarden altijd lang vantevoren) en Ilco moet er straks in de grote kerk officieel voor tekenen. Dan is hij een beetje mede-verantwoordelijk voor dat kind, bijvoorbeeld als er iets gebeurt met zijn ouders. En de rest van zijn leven zal Ilco de verjaardag van Izan -zo gaat hij heten- onthouden als die van zijn eigen kinderen – en er elk jaar met een groot cadeau naar toe, want dat is de traditie óók.
We zijn allemaal reuze trots en Ilco kondigde het bij de meiden zelfs aan als: ‘Een belangrijk nieuwtje: jullie krijgen er een soort broertje bij…. neeeeee! Het is niet wat jullie denken, niet op die manier.’

Dikke vrienden met de burgemeester

En ik? Ik ga niet op flamencodansen en stiekem vind ik het wel rustig om niet zelf een godmother te worden of, zoals Ilco, dikke vrienden met de burgemeester en alle winkeliers van Montefrio. Laat mij hier maar een beetje onzichtbaar blijven, hoe saai het ook klinkt. Ik zie alles, maar ik hoef niks. Ja, erover schrijven. Dat wil ik altijd het allerliefste.

Categorieën
Verhalen van de berg

Van je geloof vallen

Tamelijk geschrokken komen Chaia en haar vriendin terug uit de stad. ‘We hebben net Sinterklaas gezien, voor de Hema. En weet je wat hij zei?’

Het is gelukt: na de ontmoeting met de enige echte Sinterklaas gelooft Dunya nog zeker tien jaar heilig. Ook dankzij de ouders van haar Nederlandse vriendinnen en de familie die van het project ‘Dunya gelooft nog’  enorm veel werk hebben gemaakt. Elke dag mocht ze weer ergens anders haar schoen zetten en bij haar oom viel er zomaar een zak met een cadeautjes-speurtocht uit de schoorsteen omlaag.

Gruwel

Maar teveel nostalgie is ook niet goed. Na een week Nederland begin ik alweer te snappen wat er ook alweer zo stom was aan Sinterklaas. De overkill. De lelijkheid van teveel kapotte chocoladesintjes in grote bakken bij de kassa. De cadeautjespaniek. Hyper kinderen. Diego. De net-niet lekkere chocola. En al die enge hulpsinten natuurlijk.
Neem het verhaal van Chaia’s Blume, een super zoet meisje van veertien. Zij en Chaia zijn van die vriendinnen-voor-altijd die als Chaia in Nederland is altijd samen heel feestelijk een taartje gaan eten in de Hema.  ‘En voor de Hema stond die best goede Sinterklaas, dus Chaia en ik gingen meteen naar hem toe om te kijken. ‘Ga je vanavond je schoentje zetten, vroeg Sinterklaas. Ja, zei ik, want omdat Chaia en Dunya er waren, zouden we dat gaan doen. Toen boog Sinterklaas zich naar mijn oor en zei….‘  – Blume bloost er nog steeds van als ze het vertelt – ‘Toen zei hij: ‘Weet je meisje, dan doe ik er speciaal voor jou fijn een veilig-vrijen-pakket in.’
Ik gruwel met Chaia en Blume mee. Op hoeveel manieren kun je eigenlijk je onschuld verliezen? En hoeveel keer kan je van je geloof vallen?

Categorieën
Verhalen van de berg

Nannies from hell

‘Weet je nog die ene oppas die de hele dag door scheten liet?’ vraagt Bloem aan mij.
Ik herinner me vooral dat die oppas precies op de dag dat ik haar aannam zwaar depressief werd en de hele dag stokstijf op de bank bleef zitten.
En daarbij dus scheten liet, kennelijk. ‘Vraag maar aan Chaia, die weet het zeker nog. Wij waren toen precies zo hoog als haar kont.’

De vriendinnen van Bloem hebben allemaal oppasbaantjes en daar is ze best jaloers op. Zoiets bestaat in Spanje niet, daar gaan de moeders nooit uit. En als ze toch weg moeten, bijvoorbeeld om te werken bij de olijven, dan zijn er altijd oma’s, zussen, tantes in de buurt. Best een goed systeem. Temeer omdat onze eigen oppasgeschiedenis er eentje is vol met horror stories.

Ochtendgymnastiek

Oppassen als eksters. Een dure Oililytas, haarbanden, zelfs Chaia’s parelketting die ze ‘alleen even leende’  voor een of ander feest, ze  verdwenen allemaal stuk voor stuk in het autootje van de hippe jonge oppas – om nooit meer terug te komen. Of die andere oppas die, heel klassiek, onze telefoonrekening opjoeg. ‘Waarom bel jij toch steeds naar het buitenland?‘  vroeg Ilco achterdochtig aan mij. Beledigd toetste ik het nummer dat steeds op de schrikbarend hoge rekening stond: het bleek het vriendje van de oppas te zijn. In Suriname.
Een andere oppas trok Dunya elke ochtend al haar kleren uit en smeerde haar in met een dikke laag poeder.  ‘Ochtendgymnastiek,‘  riep ze vrolijk. Een keer kwam ik per ongeluk binnen terwijl ze Dunya woest aan een van haar beentjes door de lucht zwierde. ‘Wordt ze  lekker soepel van.’

The hand that rocks the craddle

De griezeligste oppas van allemaal nam langzaam maar zeker mijn leven over. Ze opende post met onze bankafschriften en sorteerde ze – ongevraagd. En ze sjouwde rond met mijn kinderen alsof ze de hare waren. Kocht kleren voor ze en veel te duur speelgoed dat ikzelf nooit zou kopen. Daarbij was ze overduidelijk verliefd op Ilco – die in haar gedachten langzaam maar zeker veranderde in haar eigen man. Toen een buurvrouw een keer opmerkte dat ze er wel heel veel was de laatste tijd, verzuchtte de oppas: ‘Ja, Ilco is zo vreselijk druk dezer dagen. Maar we redden het wel hoor, samen.’
‘Net alsof jij helemaal niet bestond,’  zei de buurvrouw later tegen mij.
Beelden van The hand that rocks the craddle begonnen zich aan mij op te dringen. In die film schakelt de oppas langzaam maar zeer doeltreffend de vrouw des huizes uit. Maar ja, ik werkte toen fulltime en het laatste waar ik tijd voor had, was weer op zoek gaan naar een nieuwe nanny.
Tot ik een keertje wat later thuiskwam en de oppas en Ilco gezellig samen op de bank aantrof voor ‘onze’  lievelingsserie. Wijntje erbij, zij net iets te argeloos dicht naar hem toe gebogen, voeten op de tafel. ‘Het was ook haar lievelingsserie,’  zei Ilco later slapjes. ‘En ik kon haar toch niet zomaar wegsturen?’
Ze was totaal niet zijn type, maar daar ging het niet eens om. Ik heb die oppas de volgende ochtend meteen ontslagen.

Categorieën
Verhalen van de berg

Sinterklaas deel 2

De studio is van bordkarton, letterlijk. De opnames moeten steeds stoppen omdat er iets omvalt of een of ander nepcadeautje naar beneden dondert. En dan duurt het ook nog eindeloos voor Sinterklaas komt. Eerst moeten we nog kijken naar Kathleen van K3 en luisteren naar minstens zo afschuwelijke songfestivalachtige liedjes. Alles heel hard en vals meegeblerd door hyper kinderen.
Maar dat komt allemaal goed als Sinterklaas eindelijk opkomt. Alledrie mijn meisjes springen op en rennen naar voren, Dunya het hardst van iedereen. Ik heb haar niet vaak zo zien stralen. Helemaal als Sinterklaas tussen de opnames door speciaal naar haar toe komt en met haar begint te praten. ‘Hij weet alles van me!’  zal ze later ademloos zeggen. En ook dat hij zo lief was. En zo mooi. En zo grappig. ‘En hij heeft ook zo’n lief gezicht, mama.’
Hiervoor zijn we naar Nederland gekomen.

(Stukje gewijzigd, sorry)

Categorieën
Verhalen van de berg

Een mooie gedachte

Wat is mijn leven toch glamourvol! Ik schrijf dit stukje liggend op een 7persoonsbed, omringd door spotlights en camera’s.

Met de meisjes in Nederland verloopt volgens een enorm ingewikkeld spoorboekje. Letterlijk. Ik loop rond met moeilijke schema’s waar iedereen uithangt en hoe ze er moet komen, en probeer tussendoor zelf snel ook nog zoveel mogelijk uit een weekje Nederland te slepen. Vanaf het moment dat we aankomen, rent iedereen een andere kant op. Opa’s, oma’s, vriendinnen, sinterklaas… Iedereen heeft haar eigen strakke planning en af en toe komen we elkaar tegen. Zoals vandaag, bij een fotoshoot voor een reportage over ‘moeders met lef’ (wat dat ook mag betekenen).

Popsterren

‘Heb een mooie gedachte!’  Dat roept de fotografe steeds als ze wil afdrukken.
De bedoeling is dat we worden gefotografeerd in een ‘huiselijke sfeer’; gelukkig hebben we ons home away from home: het Lloyd hotel. Daar mogen we van directeur Piet (de liefste hoteldirecteur van de wereld)  in de mooiste kamers, waar vleugels staan waar beroemde popsterren op gespeeld hebben, geweldige boeketten verse bloemen, en die enorme bedden dus. Laptops en ipads erbij, en keihard Shakira op.
De meisjes zijn vrij blasé binnengekomen. Moe, nu al, en vol van hun vriendinnen waar ze eigenlijk meteen weer naar toe willen. En dan moeten ze figureren in iets van hun moeder…
Maar algauw raken ze helemaal in de ban van het poseren in de fijne ruimtes. En van die ‘mooie gedachte’ natuurlijk. Ik schat dat de fotografe toch zeker tweehonderd foto’s maakt in twee uur – hoe enorm veel mooie gedachtes zijn dat?
Zelfs Dunya, die in het begin voornamelijk ligt te slapen in al die bedden, wordt er helemaal wild en levenslustig van. En ikzelf natuurlijk ook.
Enorm vrolijk vervolgen wij onze weg.