Categorieën
Verhalen van de berg

Ik wil geen hond

Vrouwen met stoere kaplaarzen en de zee in hun ogen. Die hun haren wild laten wapperen in herfststormen en dan hun verkleumde handen genietend vouwen om een mok thee. Natuurvrouwen, vaak met iets sproeterigs in hun gezicht en blozende wangen. Die hebben een hond.

Ik hou niet van thee. En ook niet van honden. Dat uitlaten alleen al, hoe moet dat op hoge hakken? Dat ze zo naar hond ruiken en dat zelf niet eens erg vinden. En hoe ze je aankijken ook, zo hondachtig. Dat trouwe en viervoeterige maakt dat ik voortdurend voel dat ik tekort schiet.  Nee, doe mij maar een kattige kat.

Zwanger

Andalusiers zijn behoorlijk slordig met hun huisdieren. De zwerfkatten hebben we op het moment redelijk onder controle, slechts vijf. Dat is wel eens vijftien geweest, of nog meer. Maar nu kwam er weer voor de zoveelste keer een hond aanlopen. Best een leuk beestje, maar ik wil geen hond. De vorige keren brachten we ze steeds naar de Dog Rescue en die lieve vrijwilligers (ook van die natuurvrouwen) verschepen ze dan naar reikhalzende baasjes in Duitsland en Nederland. Maar bij de Dog Rescue is op dit moment een gigantisch overschot. Dus begonnen de kinderen die hond maar te voeren, want ‘je kan haar toch niet laten verhongeren, mama?’  Het volgende moment heette de hond Floortje. En daar ga je.
‘Volgens mij is Floortje zwanger,’  zei paarden-Liz die het weten kan want ze heeft zelf een stuk of tien zwerfhonden op haar terrein. En ik wilde het niet, maar het ging toch gebeuren. Want 1 zwerfhond kan je nog zo’n beetje wegdenken, maar een nest vol puppies? Dus reed ik ineens twintig kilometer door de campo naar de dierenarts. Die haar voor een kleine honderd euro aborteerde van acht piepkleine mini-Floortjes. Daar had ik vervolgens nog best lang last van, want ja, je gaat het je toch voorstellen.

Bang

Na haar operatie werd Floortje pas goed het jonge beestje dat ze eigenlijk zelf nog was. Elke ochtend wandel ik met Dunya de berg omlaag naar de schoolbus en van puur plezier dat ze mee mocht, sprong Floortje steeds zo hoog tegen Dunya op dat ik meteen weer merkte dat ik eigenlijk bang ben voor honden.
‘Zo trek ik het echt niet,’  zei ik ‘s avonds thuis. Waarop mijn hele gezin, inclusief echtgenoot, begon over hondenhokken bouwen en hondentraining. ‘Maar ik wil geen hond,’  zei ik nog zwakjes.
De rest van de dag waren Chaia en Dunya Floortje aan het trainen en vanmorgen liet Dunya mij zien dat Floortje al geweldig luisterde naar ‘zit’  en ‘lig’. Is die hond definitief Nederlandstalig geworden.
Het naar de bus lopen ging iets beter, dat moet ik toegeven. En toen ik later terugliep de berg op, bezag ik mezelf zo vanaf een afstandje: kijk, daar loopt een vrouw heel alleen door de klei, stoer, met haar hond. Wie had dat nou gedacht?

Categorieën
Verhalen van de berg

Vies! Heel vies!

Ik ben een omgekeerde Assepoester. En daar komen soms enorm ranzige dingen van.
Asspoester mag niet naar het bal of de prins en alle andere leuke dingen en stort zich dan maar vol hartstocht op het huishouden. Die kan zelfs een erwtje uit de as oppoetsen tot het glanst en je het zo op wilt eten. Ik daarentegen…
Ik ben nu even terug op de berg in Spanje waar ik meteen verdrink in dingen die allemaal nog moeten voor de kinderboekenweek. Een enorm ingewikkeld reisschema maken, over hoe je van Joure naar Emmen komt bijvoorbeeld. Een column schrijven en eigenlijk ook nog een LINDA-stuk waar ik gruwelijk in ben vastgelopen. Daarnaast probeer ik dan een huishouden te runnen – of te doen alsof. En de Franse slag leidt tot beestjes. Maar niet van die gezellige Assepoester-vogeltjes.

Beestjes

Koken met mieren doe ik bijvoorbeeld al tijden, dat went snel. Maar die vliegende motjess in al mijn keukenkasten? Ik heb ze lang proberen weg te denken, maar daar worden het alleen maar meer van. Inmiddels moet ik ze niet alleen uit de rijst maar ook uit de bloem en zelfs de koffie vissen. Een beetje huisvrouw had natuurlijk allang alle kasten leeggehaald en de aangebroken verpakkingen weg, kortom het probleem rigoreus aangepakt.
Zelfs mijn man, die ook eindelijk weer thuis is, is er een stuk beter in dan ik. Uitgeput en met een driedubbele jetlag begint hij onmiddellijk de keukenvloer te dweilen en alle vieze theedoeken (die inderdaad een beetje stijvig zijn) te wassen. En terwijl hij met de vuiniszak (inderdaad erg vol en stinkend) naar buiten loopt, ruimt hij meteen alle plantenpotten op die ineens zijn omgewaaid. Die aarde overal op de grond had ik heus wel gezien natuurlijk, maar op zo’n halfslachtige manier: zonder er conclusies aan te verbinden.

Toilettas

Even later staat Ilco zijn toilettas uit te soppen, echt waar. ‘Die was na ruim drie weken best een beetje stoffig geworden en nu is hij weer helemaal klaar voor de volgende reis,’  zegt hij blij.
Ik durf jullie amper te vertellen wat er met mijn eigen toilettas was gebeurd. Na Indonesie had ik die ongesopt in een kastje gegooid en toen ik naar Nederland ging zag ik pas hoe vol hij was met lege shampooflesjes, ontplofte kralenkettingen en opgestifte lippenstiften. Ik kieperde hem om boven de badkamervloer en kijk… daar kwam zomaar een lange dunne worm tevoorschijn. Hij leefde nog.

Categorieën
Verhalen van de berg

Uitverkocht in heel Haarlem (?)

De gecensureerde versie: in heel Haarlem is geen exemplaar van Kom  hier Rosa meer te vinden. Bij de Vries, de laatste boekwinkel van de tournee van Chaia en mij, is nu een wachtlijst van mensen die een gesigneerd exemplaar willen hebben.

De tournee zit erop. Morgen vliegen we weer terug naar Spanje en ik stuiter nog steeds van de adrenaline.

Boekverkoper van het jaar

Niet dat het altijd makkelijk was. Ik heb nog steeds blaren, inmiddels ook op mijn handen, van het sjouwen met een zware flamencokoffer. En vandaag, de laatste dag, hadden we nog een interessant probleem in Haarlem. Want: daar stonden Chaia en ik in onze jurken met onze flamencospulletjes, klaar om Kom hier Rosa te promoten. En toen was het boek er niet…
‘Dit is me nog nooit overkomen,’  zei de lieve meneer die net nog ‘boekverkoper van het jaar’  was geworden. Kom hier Rosa was besteld, uiteraard. Maar die bestelling was op een of andere manier niet aangekomen bij de winkel. En dat ontdekten ze een half uurtje voor de presentatie.
Een woeste speurtocht door Haarlem leverde een stuk of tien boeken op. Van de kinderboekwinkel tot de Kennnemmer Boewkinkel, ze stuurden allemaal hun exemplaren van Kom hier Rosa naar ons toe. Maar die waren natuurlijk in een mum van tijd uitverkocht. Zodat we, heel interessant, een boekpresentatie deden zonder boeken.

De boekwinkel van mijn jeugd

‘Ik maak het goed in de kinderboekenweek.’  Dat zei de lieve boekverkoper die zich doodschaamde – en ik vertrouw hem helemaal.
Ondertussen ging er een soort raar gerucht door de winkel ‘dat deze druk nu al uitverkocht’  was – wat natuurlijk alleen maar fijn was.
En danste Chaia. En las ik. In de boekwinkel die toevallig ook de boekwinkel van mijn jeugd was. Daar kocht ik mijn schoolboeken, daar leerde ik de wereld van de literatuur stukje bij beetje kennen. Daar ontmoette ik nu ineens mijn oude leraren van heel, heel lang geleden. En daar stond ik nu zelf!

De rest van de avond ga ik alleen nog maar champagne drinken met mijn lieve vriendin Mylou, zonder wie dit boek er nooit had kunnen komen. Ik ben al begonnen, er staat een glas naast mijn computer.
En het boek? Dat moet het vanaf nu zonder mij en zonder Chaia stellen. Het vliegt uit – God weet waarheen. Dag lieve Rosa, dag hartenboek (zoals Edward van de Vendel het noemde), goede reis!

Categorieën
Verhalen van de berg

Artiestenbestaan

Ik zit met Chaia in de trein vanuit Utrecht. Onderuitgezakt chocola te eten, als echte artiesten, met onze koffers vol met dansspullen.

‘Dichter bij roem ga ik niet komen,’  zei ik gisteren nog bij de eerste, officiële presentatie. Want daar stond ik met mijn boek op een podium, en ik zag een haag van telefoontjes die een foto van mij maakten. Er was cava en bloemen. En een echte boekentaart!

Gigantisch

Vandaag staan we in een gigantische boekwinkel voor een man of twintig dapper voor te lezen (ik) en te dansen (Chaia). Twintig man in een gigantische boekwinkel is geen bijzonder opwindende aanblik, kan ik wel verklappen.
Voor mezelf maakt het me niet eens zoveel uit. Ik sta er tenminste, in een gigantische boekwinkel. Overal ligt mijn boek en hangt mijn foto op posterformaat aan de muur. Er is bovendien een heerlijke recensie in het lokale krantje over dat Kom hier Rosa zo’n bepalend boek kan worden dat je steeds herleest en dat het je altijd bijblijft. En de mensen die er zijn, zijn lief en leuk. Ik zet een stuk of acht handtekeningen, dat zijn er toch weer acht verkocht.
Maar Chaia. Is dit voor haar niet extra moeilijk? Ze moet ook nog eens door een microfoon praten en de muziek is veel te zacht. En dan blijft de cd van het flamencolied ook nog eens hangen op een tic. Wat doe ik haar aan?

Blaren

‘Nou, Utrecht hebben we alvast in onze zak,’  zeg ik als we met onze koffers door Hoog Catherijne terug strompelen, allebei met blaren op onze voeten (zij van het dansen, ik gewoon van ‘wie mooi wil zijn moet pijn lijden’-schoentjes.
Maar Chaia zegt kordaat: ‘Mam, niet zo cynisch doen. Ik zag overal in die winkel mensen omkijken. Een oude man die stiekem met je boek naar een verre kassa sloop. Die oma die heel enthousiast was. En dan die twee meisjes die echt voor jou waren gekomen –  die waren ook enorm geinteresseerd.’
Nou goed dan. Ik koop chocola voor nieuwe energie. En verder gaan we, op onze tournee. Morgen naar Maastricht!

Categorieën
Verhalen van de berg

De ultieme natte droom van elk meisje

‘Ach, is het je eerste?’
Mijn stoere Spaanse vriendin Toñi kijkt bepaald vertederd naar me.
Ja, het is mijn eerste. Ik heb er 45 voor moeten worden, maar ik voel me nog steeds als een puber voor haar eerste bal.

De flamencojurk. Elk meisje uit Andalusie heeft er eentje. Er is zelfs een oma in het dorp die ze maakt. Kort, lang, in alle kleuren. Want dat het rood of zwart moet zijn, is echt onzin. Bloem heeft er eentje in abrikoos, Chaia een bruine. Zelfs die stipjes hoeven niet. Het is de vorm – dat zeemeerminachtige-  en die laagjes over elkaar. Dat maakt het een echte feria-jurk, want zo heet het eigenlijk.
En dit weekend is er weer feria, dorpskermis, en trekt de boerenkar door het dorp, volgeladen met meisjes en vrouwen in van die jurken. Ook Bloem zit erin met haar beste vriendin. Te giechelen, met hun interessante kapsels waar een echte kapster die ochtend uren mee bezig is geweest. Onderweg stoppen ze steeds om te dansen en te drinken. Sommige vrouwen moeten eruit getild worden, zo strak is de jurk.
Kennen jullie me inmiddels goed genoeg om te weten dat ik nooit maar dan ook nooit in zo’n kar zal stappen? Ik vind het heerlijk om ernaar te kijken, nog veel leuker om erover te schrijven, maar eraan meedoen… brrr.

Een heks in halloweenkostuum

Maar ja die jurk… is dat niet de ultieme natte droom van ieder meisje? En nu, met de presentatie van KOM HIER ROSA voor de boeg, is er eindelijk een aanleiding.
Bij de dorpsoma kon ik hem niet laten maken – dan moet ik ook elke keer mee in die kar. Dus ik ben naar de flamencowinkel in Granada gegaan. Eerst kocht ik een flamenco-oefenjurk. Zat heel lekker, had rode stippen en zwierde vrolijk in het rond. Maar ik voelde me toch een beetje een soort heks in halloweenkostuum. Helemaal toen mijn dochters zeiden dat niemand in zo’n oefenjurk de straat op gaat, dat het toch een beetje was als een onderjurk. ‘En de bovenkant is zwart, dat doet je helemaal niks’  zei mijn meest trendy vriendin Jacq die hier even op bezoek was.
Dus nu heb ik na vier jaar Spanje eindelijk een echte feriajurk gekocht. Groen. Hij hangt al de hele week verwachtingsvol op een hangertje en NU stop ik hem in mijn koffer.

Categorieën
Verhalen van de berg

Blozen

Ik heb hier een beeldschoon krantje van de Jonge Jury voor me liggen. Vossenjacht is mijn eerste boek dat officieel voor twaalfplus is, en ik sta zomaar bij de ‘kerntitels’.  Hoera! Nu hoor ik dus ook bij de echte boeken die je moet lezen als je naar de middelbare school gaat. Of echt… Het draait op die scholen geloof ik vooral om snelle boeken waar handige verslagen van te vinden zijn. Of young adult, maar ook dat heeft vaak een hoog zap-gehalte: fijn en nikserig als een suikerspin.
Maar goed, Vossenjacht is nu vertaald in schoolwerk: lees dit en dat fragment en beantwoord dan die-en-die vragen, individueel of in groepjes. Zo gaat dat dus. En onmiddellijk zie ik ook de valkuil.

Vossenjacht zou een gevaarlijk boek moeten zijn – dat was tenminste ooit mijn bedoeling. Het gaat over meelopen en populair willen zijn en hoe dat uit de hand kan lopen. Ik wilde dat je er als lezer ook niet helemaal ongeschonden uit zou komen, dat je verleid zou worden door de mooie, slimme ‘generatie Alpha’  en pas aan het eind zou voelen dat je over een of andere gewetensgrens was gestapt onderweg.
Maar de moraal die er kennelijk toch in zat wordt genadeloos blootgelegd door de goedbedoelde schoolopdrachten. Met als dieptepunt de opdracht: ‘Schrijf een artikel voor de schoolkrant waarin je uitlegt dat alles wat met generatie Alpha te maken heeft onzin is (gebruik 150 tot 200 woorden)’.  Huppekee, angel eruit!

Zo schieten we niet op natuurlijk

Zo schieten we natuurlijk niet op met jongeren tot lezen te verleiden. In ieder geval heeft het niet veel te maken met waarom ikzelf zo enorm veel boeken lees. Boeken die soms wapens zijn. Die je wereld even op hun kop zetten. Die je laten blozen. Boeken waarbij je zachtjes in je eentje zit te lachen. Die het onbenoembare benoemen zonder het te verpesten. Dat je ineens denkt: o ja, natuurlijk, zo zit het in elkaar. Dat je vanzelf minder bang wordt – of juist banger. Dat je ervan moet huilen, ergens in een stil hoekje Dat je verliefd wordt op een boek en per ongeluk ook een beetje op de schrijver. Of op een personage! Boeken die je uit slapeloze nachten en ondraaglijke momenten komen redden. Boeken die nieuw zijn en ruiken naar echt papier. Beduimelde boeken die hun blaadjes al verliezen. Boeken op beeldschermen waar je nooit een bril of een lampje bij nodig hebt. Boeken die verdergaan in volgende boeken en verder en verder als een  levenslang verhaal.

Dan gaat het allang niet meer over dat je het ‘moet’  lezen of over dat er zulke slimme samenvattingen van op internet te vinden zijn. Ik heb het hier over liefde, echte grote liefde die op elk moment kan toeslaan, ook – en misschien juist – op de middelbare school!

Vandaag verschenen als column op Leesplein:
http://www.leesplein.nl/LL_plein.php?hm=1&sm=2&id=102

Categorieën
Verhalen van de berg

Handlezer

Mijn oudste dochter komt thuis. Veel later dan afgesproken dus ik ben chagrijnig. De auto is ook al kapot en de zwerfhond voor de deur (die Chaia eten geeft) blijkt zwanger.  Alles ontglipt me, lijkt wel. Maar Bloem zegt: ‘Weet je waar ik was? Bij een handlezer.’

In Montefrio is altijd meer dan je denkt. Kennelijk ook een handlezer, een stokoud mannetje die gratis je toekomst leest. Hij woont in een piepklein huisje achter de kerk. Je legt je hand in de zijne, en die gaat dan heel erg trillen. Over Bloem wist hij van alles. Dat haar vader ‘een groot project’  runt, bijvoorbeeld. En dat zijzelf na dit jaar naar een betere school gaat. Hoe weet hij dat?  Zo’n soort plek is Montefrio niet, dat je alles van elkaar weet. Dat van die school bijvoorbeeld is alleen nog maar een stiekeme wens van Bloem.
‘En mama, weet je wat het eerste was wat hij zei? Jouw moeder heeft een boek geschreven. En dat boek gaat een heel groot succes worden.’

Ik ben meteen niet chagrijnig meer.

Categorieën
Verhalen van de berg

Twee enge brieven

Ik heb een raar soort fobie. Ik kan niet tegen officiële brieven die je moet ophalen bij het postkantoor.

We hebben beneden bij de berg een piepklein brievenbusje waar niks in past. Dus heel vaak vind je briefjes dat je even bij het postkantoor langs moet voor een pakje. Een vriendin die exotische kruiden opstuurt (en nog dagen rook het postkantoor naar komijn). Oma die krantenknipsels opstuurt. Een vriendin van Chaia die een zelfgemaakte brief vol hartjes opstuurt. Of een stapeltje Sevendays. Heel feestelijk is dat.

Deurwaarders

Maar er zijn ook andere briefjes. Veel formeler, getypt in plaats van geschreven en meestal impliceren die briefjes weinig goeds. Ik ben er doodsbang voor – alsof ik voortdurend brieven van deurwaarders krijg. Wat niet zo is. Maar meestal kosten dit soort brieven wel geld. Een belasting waarvan we niet wisten dat ie bestond. Een bekeuring: de Spaanse bekeuringen schijn je in de krant te moeten lezen en tegen de tijd dat ze je een brief sturen is het algauw vijf keer zoveel geworden. Ik ben altijd idioot bang dat ik iets niet snap of verkeerd heb gedaan. Daarom is reizen ook zo fijn: al je post raakt kwijt. Schoolinspectie, bevolkingsregister, alle aanmaningen en waarschuwingen verdwenen zomaar toen we in een Landrover woonden. Toen we terugkwamen stonden we te boek als ‘vertrokken onbekend waarheen’  en dat is een staat van zijn die ik nog steeds het meest prettig vind. (We kwamen er toen ook achter dat we een groot deel van onze reis onverzekerd waren geweest maar dat terzijde).

Enorme proporties

En nu heb ik al dagen TWEE van die enge getypte briefjes. Uit Madrid nog wel. Het is niet eens van de provincie Andalusie, want dan zou het wel uit Granada of Sevilla komen. Het klinkt stom, maar toch zeker tien keer per dag denk ik aan die brieven. Wat zou het zijn? Of: hoe naar zal het zijn? Dat heb je op zo’n berg: dan kan zoiets kleins algauw enorme proporties aannemen. Pas vandaag vind ik de moed om ze op te halen. Met lood in de schoenen naar het postkantoor. ‘Even iets vervelends doen,’  zeg ik tegen Chaia die mee is.
‘Daar ben je!’  roep de man van het postkantoor uit. ‘We hebben je overal gezocht. Kijk, wat er voor je is.’  Ik kijk. En het is helemaal niet naar. Het is mijn nieuwe boek, in twee grote stapels. Wat heeft deze post in vredesnaam met Madrid te maken? En waarom vermomde hij zich als iets engs?
Het kan me op slag niks meer schelen. ‘Kijk, dat ben ik!’  gil ik tegen de man van het postkantoor. ‘Dat is mijn naam op mijn boek.’  Ik ren de straat op, glij zoals wel vaker met mijn hakjes op de oude keitjes bijna onderuit. Een paar welwillende omaatjes duw ik in mijn vaart het boek onder hun neus. ‘Kijk wat ik heb geschreven!’  Ze vinden het heel mooi, vooral die flamencojurk. En Chaia is maar een klein beetje gegeneerd.

Categorieën
Verhalen van de berg

Mam, spring even in het zwembad

‘Mam, ik ga opstaan,‘  zegt Bloem.
‘Ja, hm, ik ook,‘  murmel ik, ‘ik ben alleen zo fijn aan het dromen dat ik allemaal cadeautjes uitpak.’

Nee, het missen van Moeha is nog lang niet voorbij. Maar er is wel fijne afleiding. Omdat KOM HIER ROSA er is, ergens. In grote stapels bij de uitgever en in een klein doosje onderweg naar Spanje. Het mag, het bestaat!

Hyper

Nog voordat ikzelf het boek heb gezien is er al een pre-recensie door een van mijn grootste helden, Edward van de Vendel. Gedroomde dingen staan daarin, over hartstocht enzo. Ik vind de recensie in mijn mailbox als ik thuiskom met Bloem na een dagje Granada (alleen thuis met Bloem, ook zo fijn. De andere twee op paardenkamp, Ilco op reis en wij sloom achter onze mac-jes en ‘s avonds lekker veel ouwe, vaak teleurstellende video’s kijken, met een bordje eten op schoot)
Er is ook nog een andere mail, over de presentatie van KOM HIER ROSA die nu helemaal rond is. Heel stoer ga ik op tournee langs boekwinkels door het hele land, die allemaal graag willen dat ik kom. Meer dan we aankunnen zelfs. Goed, het heeft vast te maken met de flamenco die Chaia gaat dansen, maar toch. Ik kan me nog zulke andere dingen herinneren. Het smeken om een presentatie, het steeds maar weer naar mijn eigen naam zoeken in de boekwinkels en dat het er dan weer niet stond…

‘Mam, je bent zo hyper, spring even in het zwembad,’  zegt Bloem. En dat doe ik, al is het bijna donker. Normaal zwem ik baantjes, braaf en rustig. Maar nu plons ik woest spartelend en dolfijnig in het rond. Gelukkig is alleen Bloem getuige.

De tournee:

Kinderboekwinkel Rozengracht Amsterdam, woensdag 19 september om 17 uur (officiele presentatie, komt allen!)
Broese Utrecht, donderdagavond 20 september vanaf 19 uur
Kinderboekwinkel De Boekenwurm + school, vrijdag 21 september, middag
De Vries Haarlem zaterdag 22 september tussen 2 en 3 uur

En de recensie:
http://edwardvandevendelleestips.blogspot.nl/2012/09/kom-hier-rosa-anna-van-praag-lemniscaat.html

Categorieën
Verhalen van de berg

Moeha

Moeha is dood. Op dezelfde manier als ze heeft geleefd: wild en gevaarlijk. En onze lieflijke patio is ineens  een zwarte plek geworden.

Toen we vier jaar geleden dit huis kochten, woonde Moeha er al. We vonden zomaar een geheim kamertje en daar lag ze op de grond, omringd door allemaal pluizige bolletjes. Nieuw leven in een nieuw huis, dat brengt geluk! Maar Moeha keek naar ons en blies. En voordat we konden nadenken over hoe dat nou moest met al die kleintjes in ons frisgeverfde huis, had Moeha ze al in veiligheid gebracht op een andere geheime plek.

Smerige ratten

We konden Moeha niet aaien en niet temmen, hoe de kinderen het ook probeerden. Echt een zwerfster was ze, een beetje chagrijnig ook. Maar wel een geweldige moeder, voor haar kinderen die maar nonstop tevoorschijn leken te komen – en voor alle andere vondelingetjes die er in de loop der tijd voorbijkwamen. Vandaar haar naam. Eindeloos zoogde ze, beschermde ze, en ving de meest smerige ratten en de schattigste vogeltjes, die altijd voor de kleintjes waren.
Toevallig hadden we laatst nog een gesprek over Nederlandse schatjes die we kenden: eentje die altijd wordt uitgelaten aan een halsband. Eentje die speciaal eten krijgt op verschillende momenten van de dag uit eetbakjes die zich via een timer openen. Of eentje die naar een speciale fluisteraar gaat omdat ze bang is voor water. We kennen er ook een paar die dure operaties krijgen in luxe klinieken of die soms slapen in speciale hotels.
Niks van dat alles gold voor Moeha. Ze kwam het huis niet in, at wat ze tegenkwam, bleef altijd op een afstand en zorgde voor haar kinderen. En gewoon voor zichzelf.

Onthutst

Tot vandaag. Want er zijn vossen op de patio gekomen en wat ik ‘s ochtends zie als ik buiten kom zal ik nooit van mijn leven meer vergeten. Nooit.
Waarom is Moeha niet gevlucht en in de vijgenboom geklommen? Ze heeft haar meest recente kleintjes willen beschermen, dat weten we eigenlijk wel zeker. Drie onthutste mini-moeha’s die nu al de hele dag schichtig en klagelijk over de patio sluipen.
‘Ze is gegaan zoals ze leefde en daar hadden wij niks mee te maken,’  zeg ik treurig. Waar is ze nou, die rare kat met haar kleine oortjes? Met haar korte misvormde staart en onelegante hangbuik van al dat gezoog. Die blies als je te dichtbij kwam, maar één keer zomaar een poosje naast me op het bankje kwam zitten, samen stilletjes in de zon.
‘Nee mama,’ zegt Bloem door haar tranen heen. ‘Dat is niet waar. Wij hebben het leven van Moeha wel degelijk beïnvloed. Het anders en een beetje lichter gemaakt. Want we hebben van haar gehouden.’