Vrouwen met stoere kaplaarzen en de zee in hun ogen. Die hun haren wild laten wapperen in herfststormen en dan hun verkleumde handen genietend vouwen om een mok thee. Natuurvrouwen, vaak met iets sproeterigs in hun gezicht en blozende wangen. Die hebben een hond.
Ik hou niet van thee. En ook niet van honden. Dat uitlaten alleen al, hoe moet dat op hoge hakken? Dat ze zo naar hond ruiken en dat zelf niet eens erg vinden. En hoe ze je aankijken ook, zo hondachtig. Dat trouwe en viervoeterige maakt dat ik voortdurend voel dat ik tekort schiet. Nee, doe mij maar een kattige kat.
Zwanger
Andalusiers zijn behoorlijk slordig met hun huisdieren. De zwerfkatten hebben we op het moment redelijk onder controle, slechts vijf. Dat is wel eens vijftien geweest, of nog meer. Maar nu kwam er weer voor de zoveelste keer een hond aanlopen. Best een leuk beestje, maar ik wil geen hond. De vorige keren brachten we ze steeds naar de Dog Rescue en die lieve vrijwilligers (ook van die natuurvrouwen) verschepen ze dan naar reikhalzende baasjes in Duitsland en Nederland. Maar bij de Dog Rescue is op dit moment een gigantisch overschot. Dus begonnen de kinderen die hond maar te voeren, want ‘je kan haar toch niet laten verhongeren, mama?’ Het volgende moment heette de hond Floortje. En daar ga je.
‘Volgens mij is Floortje zwanger,’ zei paarden-Liz die het weten kan want ze heeft zelf een stuk of tien zwerfhonden op haar terrein. En ik wilde het niet, maar het ging toch gebeuren. Want 1 zwerfhond kan je nog zo’n beetje wegdenken, maar een nest vol puppies? Dus reed ik ineens twintig kilometer door de campo naar de dierenarts. Die haar voor een kleine honderd euro aborteerde van acht piepkleine mini-Floortjes. Daar had ik vervolgens nog best lang last van, want ja, je gaat het je toch voorstellen.
Bang
Na haar operatie werd Floortje pas goed het jonge beestje dat ze eigenlijk zelf nog was. Elke ochtend wandel ik met Dunya de berg omlaag naar de schoolbus en van puur plezier dat ze mee mocht, sprong Floortje steeds zo hoog tegen Dunya op dat ik meteen weer merkte dat ik eigenlijk bang ben voor honden.
‘Zo trek ik het echt niet,’ zei ik ‘s avonds thuis. Waarop mijn hele gezin, inclusief echtgenoot, begon over hondenhokken bouwen en hondentraining. ‘Maar ik wil geen hond,’ zei ik nog zwakjes.
De rest van de dag waren Chaia en Dunya Floortje aan het trainen en vanmorgen liet Dunya mij zien dat Floortje al geweldig luisterde naar ‘zit’ en ‘lig’. Is die hond definitief Nederlandstalig geworden.
Het naar de bus lopen ging iets beter, dat moet ik toegeven. En toen ik later terugliep de berg op, bezag ik mezelf zo vanaf een afstandje: kijk, daar loopt een vrouw heel alleen door de klei, stoer, met haar hond. Wie had dat nou gedacht?




