Categorieën
Verhalen van de berg

Kus me

‘Even de regels,’ hoor ik Chaia uitleggen aan haar vriendin die over is uit Nederland. ‘Als je nieuwe mensen ontmoet, kinderen of volwassenen, altijd meteen twee zoenen geven, geen hand.’

Nog niet zo lang geleden kwam voor het eerst het Spaanse vriendje van diezelfde dochter bij ons thuis. Mij was geïnstrueerd vooral heel gewoon en ongedwongen te doen. Toen de jongen in kwestie binnenkwam, zat ik op de bank met mijn laptop. Ik stond dus niet op maar zwaaide vrolijk, terwijl ik wat ongedwongens naar hem riep.
Later zei mijn dochter dat haar vriendje het heel gezellig vond bij ons thuis. ‘Maar hij was wel een beetje in shock dat jij hem niet twee zoenen had gegeven.’

Leraren zoenen leerlingen

Ik had het niet verwacht maar het went razendsnel. Op school bij de andere dochter waar ik ben voor het paasrapport, zie ik het weer gebeuren. Alle leraren zoenen in het voorbijgaan de leerlingen, zoenen de ouders, gewoon op de wang. Ook als ze elkaar voor het eerst zien. Soms blijf je zo nog even staan praten met je hand op elkaars arm of schouder. Het is duidelijk, je weet meteen waar je aan toe bent  En ook gezellig. Ik begrijp steeds minder van het westerse handenschudden, wat een raar onpersoonlijk ding is dat eigenlijk. Als iemand in Nederland met uitgestrekte arm op mij af komt, heb ik de neiging om in lachen uit te barsten. Je wordt er veel aardiger van als je meteen zoent, heb ik ontdekt. Het gesprek is makkelijker.
Maar als ik dan in Nederland per ongeluk meteen een onbekende zoen, voelt het als een halve aanranding. Hoe ingewikkeld.
Dus kunnen we misschien afspreken dat als jullie mij ontmoeten, hier of in Nederland, dat we dan gewoon meteen twee kussen geven? Ook als je mij voor het eerst ziet. Twee dus, niet drie. Ook dat scheelt een hoop geschutter.

Categorieën
Verhalen van de berg

Kinderachtig

‘Jij bent nogal kinderachtig,’ zei iemand laatst tegen mij. Ik geloof dat hij het als een compliment bedoelde.

Tsja. Als ik Madness hoor op de radio krijg ik altijd zin om ska te dansen in een veel te groot mannencolbert. ‘Hey you don’t watch that…’  Wanneer ik iemand een megazak M&M’s open zie scheuren wil ik er eigenlijk ook in graaien, je hele mond volproppen terwijl je al weet dat je er misselijk van gaat worden. En dan toch dooreten.
Ook fijn: heel irritant de slappe lach krijgen met een vriendin. Je kleren niet opruimen maar gewoon overal laten liggen in bergen. Een piercing uit willen proberen op een rare plek, consequent een zomerjasje blijven dragen in de winter, nooit meer ophouden met huilen in de bioscoop totdat het TL-licht aan gaat. Daarna bij je moeder op schoot kruipen en dat het precies past.
En op straat hoop ik best vaak dat argeloze rokers mij een sigaret aanbieden als ik maar begerig genoeg kijk. Het is dat mijn kinderen mij zouden onterven, want anders…

Gênant

En dat is dus precies waarom ik dit stukje bijna niet schrijf: de walging op het gezicht van mijn dochters als ze dit lezen. Een moeder die danst, rookt, zich anderszins misdraagt, is zo’n beetje het meest gênante wat ze zich voor kunnen stellen. En terecht.
Maar aan de andere kant: gisteren was ik ook zo oud als zij, en toen kon het allemaal wél. Misschien is dat wel de grootste leugen van opgroeien: dat je moet ophouden met tien te zijn. Of dertien. Of vijftien. En dat de schoot van je moeder verschrompelt.

(beeld Mylo Freeman uit ons boek Te groot voor op schoot. Nog steeds in de boekhandel)

Categorieën
Verhalen van de berg

Bijzonder

Na ruim drie jaar zweet&tranen en een heuse begrafenis, is er een soort wonder gebeurd.

Mijn boek is uit de as herrezen in zijn/haar meest pure vorm – en werd vervolgens unaniem omarmd door de uitgeverij. Toen ik het hoorde -via een mailtje met de titel ‘De nieuwe Anna van Praag’ – werd ik heel stil. En dat ben ik eigenlijk nog steeds.
Maar ik ben helemaal vanuit Spanje naar ze toe gegaan in Rotterdam – en het is echt waar. Mijn lastigste, raarste, kwetsbaarste, liefste verhaal heeft zich ontpopt als een novelle en verschijnt al in september bij Lemniscaat Literair. Meer durf ik eigenlijk nog niet te zeggen. Oké, de titel:

Een heel bijzonder meisje

Categorieën
Verhalen van de berg

Een wolk en een engel

‘Mag ik dan ook in de cloud?’ vroeg ik aan mijn dochter die mijn nieuwe computer voor me programmeerde. Dat leek me zo geruststellend: al je mails en verhalen voor altijd opgeslagen op een of ander magisch wolkje.

Een weekje in Nederland, vol als een maand. Voor de spits uit in de trein naar steeds een andere school of bibliotheek, bij terugkomst afspraken over de herberg, avonden met theater, weer andere mensen. Ik vergeet bijna te eten en te slapen. Lastiger is dat al mijn afspraken steeds schuiven of anders uitpakken. En dan ontploft ook nog de cloud.

Luchtcommunicatie

‘Is jullie wifi altijd zo sloom?’ heb ik net nog gevraagd. Dom, want in het journalistencafe zit iedereen om me heen verder vrolijk te werken, overal lichten de appeltjes op.
Pal daarop loopt mijn scherm als door onzichtbare handen bespeeld vol met berichten die volgens mij sms-jes zijn of misschien app-jes, in ieder geval, die op telefoons thuishoren denk ik – en niet alleen de mijne. Van de meeste berichtjes begrijp ik niks, andere verklaren waarom ik tevergeefs heb zitten wachten op bepaalde mensen op bepaalde plekken. Kennelijk heeft in een luchtledige parallelle wereld allerlei eenzijdige communicatie plaatsgevonden. Ik lees over mensen die vertellen dat ze ontslagen zijn (maar ik kan niet achterhalen wie), over urgente betalingen die nu dus niet gedaan zijn, over mensen die mij zochten op plekken waar ik niet was. En er verschijnen nog veel wonderlijker teksten die duidelijk niet voor mij bedoeld zijn. Bij deze, lieve lezers: pas op met de cloud, je bent er helemáál niet veilig!
En dan gaat mijn scherm zomaar op zwart. Hoezo gloednieuwe computer?

Vieren

Gelukkig komt er net op dat moment een engel binnen, in de materiële gedaante van mijn gepensioneerde juf Nederlands, die ik jaren geleden terug heb gevonden. Mieke slaat haar grote wijze vleugels om me heen en tilt me op uit al die chaos. Ze bestelt een goed bord eten voor me, luistert naar alle onrust, zucht en lacht op precies het goede moment en de goede manier.
En dan geeft ze me champagne (‘nee geen prosecco, gewoon het allerbeste’) want ja, dat zou ik  bijna vergeten: ik heb iets te vieren! Nog heel even en dan vertel ik wat.
Die nacht mogen mijn computer en telefoon lekker niet met me mee naar bed en wat denk je? Ik mis ze niet eens.

Categorieën
Verhalen van de berg

Een nieuw krasje op mijn ziel

Tranen met tuiten om een oude vrouw die haar gestorven zoon een meter voor ons de borst geeft.

Ik ben een weekje in Nederland om scholen en bibliotheken te bezoeken en het komt zo uit dat ik vier keer naar het theater ga. Elke keer als iemand zegt: ‘Ga je misschien mee naar…?’  roep ik heel hard ja. Zo’n cultuurhonger krijg je op een berg in Zuid Spanje, vergelijkbaar met de drang om te gaan stappen nadat je een tijd uit de running bent geweest door een baby. Film, tentoonstellingen, theater dus, ik wil ik wil ik wil!

Een dementerende Hilary Clinton

Gisteren was ik bij Koningin Lear, de tekst van Tom Lanoye, met Frieda Pittoors als de koningin. Niet heel veel zin in deze Shakespeare, eerlijk gezegd, wel nieuwsgierig naar wat Toneelgroep Amsterdam ervan had gemaakt.
Dus zaten we daar in de mooie nieuwe zaal van de schouwburg die in mijn afwezigheid zomaar even was gebouwd. Eigenlijk iets te vol, te warm, te speedy. En ja, voor de pauze raakte ik regelmatig het verhaal kwijt, hoe stoer en modern het ook was gemaakt: koningin Lear als een soort dementerende Hilary Clinton.
Na de pauze dementeerde ze nog meer. Misschien was ik er extra gevoelig voor omdat ik net nog bij mijn eigen moeder in het tehuis langs was geweest. Of om de mailtjes van mijn jongste dochter in Spanje die mij nogal mist. In ieder geval, met een vaart die ik niet aan zag komen, werd ik plotseling bij de lurven gegrepen door het verhaal van die aftakelende zakenvrouw voor wie uiteindelijk nog maar één ding echt belangrijk was: de liefde voor en van haar zoon.
En toen ging die zoon dus dood.

Havenliedjes

Ik vind het lang niet altijd fijn, theater. Maar áls een voorstelling echt goed is, dan overtreft het ook alles: film, boeken, muziek. Als je van zo dichtbij de tranen en het zweet ziet en zo’n hartverscheurend beeld van een oude moeder met losse grijze haren die havenliedjes zingt met die volwassen, dode man aan haar borst – dan is daar niks tegen bestand, in ieder geval bij mij niet.
Dus stond ik vanmorgen op met een nieuw krasje op mijn ziel.

Categorieën
Verhalen van de berg

Maart in Granada

Vergeet Parijs.
Ga naar Granada, op een per ongelukke zomerdag in maart. Doe dat gewoon doordeweeks, niet in de vakantie.
Ga de Moorse wijk in, het Albaicin.

Stap naar binnen door een poort, er zijn er meerdere. Loop omhoog en omhoog over de afgesleten kinderkopjes. Struikel en zweet een beetje, doe je jas uit.
Passeer smalle stille straatjes met huizen in afgebladderde pasteltinten en verstopte binnenplaatsjes. Sommige zijn juweeltjes van moorse paleisjes, andere zo aftands en klein dat je maar een kamer hebt. Lees de graffiti overal, die nog ouderwets rommelig is en strijdbaar. Aborto libre. Lucha mujer.
Hoor een duif koeren achter de muren. Zie de sinaasappeltjes overal in de bomen.
Ruik de Spaanse geur van gefrituurd eten die naar je toe komt kronkelen.

Hippies met gitaren

Ga niet naar het uitkijkpunt dat in alle reisgidsen staat, maar gewoon naar een willekeurig pleintje met een fruitstalletje.
Ga daar zitten met je favoriete terraspartner. Drink bier. Realiseer je dat er geen enkele toerist is maar des te meer Granada-hippies met baarden en slippers. Allemaal hebben ze een gitaar.
Luister naar onwaarschijnlijk goede flamenco. Bestel nog een biertje.
Neem er wat te eten bij, iets wat exotisch klinkt maar wat toch weer iets gefrituurds blijkt te zijn. Eet het toch op. Spoel het weg met een kopje sterke cafe cortado. Praat zachtjes in de zon, doe af en toe je zonnebril even omhoog om  het oranje van de sinaasappels te zien, het blauwblauw van de lucht, de gekleurde huizen met hun balkonnetjes waar de was te drogen hangt en, nog hoger, de verstopte dakterrasjes. Kijk jaloers naar de blote voeten van de hippies.
Hou op met praten. Doe heel even je ogen dicht, het is makkelijk.
Zucht. Voel. Adem in.

Categorieën
Verhalen van de berg

Betwixt

Ik had twee koffers. Mijn vrolijke gekleurde met mijn hele hebben en houden erin (computer, jurkjes, bloemen voor mijn haar).  En een spierwitte waarvan de inhoud een mysterie was.

In mijn droom stapte ik op Amsterdam CS in de tram en liet per ongeluk de gekleurde koffer achter, midden op het Stationsplein.
Ik wilde dat de tram stopte maar dat deed hij niet en de conducteur glimlachte alleen maar zwijgend. Dus zette ik de witte koffer neer en rende naar voren naar de bestuurder. Maar alles ging in slow motion en ik wist niet meer op welke knopjes ik moest drukken om de deuren te openen, dus uiteindelijk lukte het me pas bij het Rokin om uit te stappen.
En terwijl de tram wegreed en ik hem nakeek, realiseerde ik me dat de witte koffer er nog in stond…

Convectorputten

Was alles maar zo makkelijk te duiden. Ik ben zó halverwege. Tussen twee boeken (hoewel, er is iets aan het gebeuren…). Tussen twee landen. Terwijl we al een jaar weten dat we gaan verhuizen, zit er nog steeds geen paal in de bodem. Wel gaan er dagelijks duizend brieven en mailtjes heen en weer over vergunningen, procedures, bodemonderzoeken. Om maar niet te spreken van convectorputten en andere griezelige dingen die een mens zomaar nodig blijkt te hebben.
Hoe mateloos bewonder ik Ilco en Michel de architect die op elk nieuw probleem een oplossing lijken te weten. Ikzelf staar naar dit alles als een nachtelijk konijn naar de koplampen van een auto. Betwixt and between, net als Peter Pan. En net als hij een beetje warrig ervan.

Categorieën
Verhalen van de berg

Kom hier Chaia

Als Sita de flamenco danst vergeet je dat ze blond is.
Zo begint mijn boek Kom hier Rosa. En morgen danst mijn eigen Chaia de flamenco.

Het is weer bijna 8 maart, vrouwendag. De rest van mijn leven zal ik dat onthouden als de dag van de flamenco. Dan dansen ze in de feestzaal van Montefrio en maken de mannen daarna buiten op een groot houtvuur een enorme pan paella voor alle vrouwen.

Melancholie

‘Vergeet de fijne dingen van Spanje niet, je hebt het hier ook goed gehad.’  Dat heeft Chaia me laatst gevraagd.
Nee lieve schat, maak je geen zorgen. Als jij straks allang weer vol bent van een heel nieuw leven, droom ik nog van Spanje. Al zou ik het anders willen, daar zorgt die verdomde melancholie wel voor.

Alsof ik ooit zou kunnen vergeten
– hoe zoet amandelbloesem ruikt. En dat die altijd bloeit op mijn verjaardag
– hoe je paella maakt, amandeltaart, flan, gevulde octopusjes, langzaam geroosterde puntpaprika, gazpacho. Ik neem stiekem zoveel recepten mee uit Andalusie!
– hoe Spanjaarden naar het strand gaan: om geroosterde visjes te eten onder grote parasols, met hun voeten in het zand
– hoe ik eindeloos blij zumba heb gedanst op Bailando van Enrique Iglesias, ik kan nooit meer stilzitten op dat lied
– hoe de grote vuren oplaaien in de nog kille ochtendschemering als de boeren zoals nu hun dode olijftakken verbranden
– hoeveel licht de maan geeft. Zonder straatlantaarns of ander kunstlicht, koers je hier altijd op de maan. Bij volle maan kan je een boek lezen, echt waar, ik heb het geprobeerd
– de vallende sterren, de zee van Tarifa, altijd opnieuw, het zuidelijke licht, de vakantieachtige terrasjes met de hippiegitaristen van Granada.
– zelfs: de stilte van de berg, soms zo hard dat je je eigen bloed hoort ruisen. Ja, die heb ik gevreesd en gehaat, die stilte, maar ik heb ook geleerd om ernaar te luisteren, en er (heel soms) mee samen te vallen.
– en die dochter die de flamenco danst in een kille feesthal bij een krakkemikkige geluidsinstallatie, ook dat is iets dat ik nooit zal vergeten. Zo zinderend en gepassioneerd, helemaal niks blonds aan.

Categorieën
Verhalen van de berg

Altijd op zoek naar de blauwe dahlia

‘En de blauwe dahlia. Daar ben ik altijd en eeuwig naar op zoek.’
‘Bestaat die dan nog niet?’
‘Nee. En hij zal ook nooit bestaan.’

Van heinde en ver en vanuit onverwachte hoeken komen er gasten naar Villa Africa. Vandaag is dat een bloemenvrouw, die dahlia’s kweekt ergens in de bollenvelden. Ze praat als een scheikundige, een internationale zakenvrouw – en dan weer als een groupie.

Passie

Ademloos hang ik aan de lippen van deze stoere vrouw die nieuwe dahlia’s uitvindt alsof het snoepjes zijn en ze vervolgens exporteert. Je kunt er behoorlijk rijk van worden, dat is me wel duidelijk. En over de hele wereld reizen.
Ik word altijd blij van het luisteren naar iemand met een passie. Een polsstokspringer die eindeloos uitweidt over de meest perfecte polsstok. Een verstokte Bruce Springsteenfan die zo lang ik haar ken al haar tijd en geld spaart om haar held zo vaak mogelijk in concert te zien, opnieuw en opnieuw, en elke keer weer gaat stralen als ze erover vertelt.
En deze bloemenvrouw dus die over ‘kruisen’ praat als iets heiligs en wier grootste droom het is om ooit de blauwe dahlia te maken. Tegelijkertijd is dat bijna onmogelijk, dahlia’s zijn niet blauw en worden dat ook niet.

Je fortuin in een schoenendoos

‘Die blauwe dahlia gaat nog wel eens terugkomen in een boek van jou,’ zegt mijn dochter met kennis van zaken. Tsja, eeuwig op zoek naar de blauwe dahlia, ik zie er uiteraard een metafoor in voor het leven zelf.
Maar een nog spannender verhaal is eigenlijk dat het totale fortuin van deze vrouw zich op dit moment bevindt in een schoenendoos. Hoe groot en prachtig het straks ook zal zijn op haar velden, al die exotische, dure dahlia’s zijn op dit moment niks meer dan een handvol zaadjes.
‘Moet dat niet in een kluis?’ vraagt Ilco.
De bloemenvrouw haalt haar schouders op. ‘Ook een kluis kan gestolen worden. Tot ik weer thuis ben, heb ik mijn schoenendoos nu neergezet bij mijn dochter. Gewoon op zolder.’ Een schoenendoos! Dat doet me onmiddellijk denken aan die keer dat mijn rijke escortbuurmeisje ging verhuizen en al haar fancy designkleren bij tekort aan verhuisdozen maar even in vuilniszakken stopte. En dat toen de vuilnisauto langskwam.

Categorieën
Verhalen van de berg

Mijn reuzenhart

Mijn hart is een beetje groter geworden. Dat kan ik voelen als ik naar mijn kinderen kijk.

Nu de oudste ineens heel snel groot wordt (nog even en ze vliegt weg), herinner ik me weer hoe het was toen ik net moeder werd. Alsof je van een Citroen DS ineens overstapt in een Opel Corsa. Ik was hoofd communicatie van het leukste theater van Amsterdam, maar die baan combineerde niet met een en zeker niet met twee kinderen. Ik verhuisde vanuit hartje Amsterdam naar de weilanden – een prachtig dijkhuis, dat wel. Van al die baby- en kindernachten werd ik jarenlang moe. Ik ging veel minder uit. En nog steeds dateren de meest chique designkleren in mijn kast uit de tijd van voor de kinderen. Ineens keek ik in de spiegel en had ik overal rimpels.
Ik ben blij dat ik het allemaal niet wist van tevoren.

Kern

Maar ik wist dus ook niet hoe het is om met oneindig veel zachtheid en bewondering te kijken naar drie van die prachtige vrouwen in wording. Hoe de jongste thuiskomt van de film en te hard en te enthousiast (al wil ze het eigenlijk heel cool brengen) losbarst dat ze gekozen is in het schoolvoetbalteam. Dat de middelste je een nachtzoen geeft bovenop je hoofd – dat is lang geleden, je voelt hem landen. En de oudste die zegt: ‘Mama, ik denk dat ik eigenlijk het meest van iedereen op jou lijk. Als je mijn dagboeken zou lezen, zou je zoveel herkennen.’ Kleine dingen, dingen van niks. Maar ze raken een kern, iets waar de tranen vandaan komen. En het geluk.

(foto: Ivonne Zijp)