‘Zijn wij niet te lief voor jou?’
Dat was de eerste vraag die mijn nieuwe uitgever mij een tijdje geleden stelde, tijdens een soort sollicitatiegesprek. Op tafel lag mijn eigen boek, Nooit meer lief. O nee, dacht ik.
Ik heb al zo vaak verantwoording moeten afleggen voor dit boek. En waarom eigenlijk? Bij boeken voor volwassenen is het de normaalste zaak van de wereld als de hoofdpersoon slecht is of slap of gemeen. Als het maar goed is opgeschreven, toch? Maar kinderen willen we daar uit alle macht tegen beschermen. Zoals een kennis mij een jaar geleden mailde: ‘Ik heb Nooit meer lief gekocht voor mijn nichtje. Maar toen ik het had gelezen, heb ik besloten het haar niet te geven. Wat moet zij ermee?’
Wat die kennis eigenlijk bedoelt, is: kinderen zijn lief en kwetsbaar. Ikzelf hou meer van wat Paul Biegel altijd zei: ‘De aard van het kind is niet het klein zijn, maar het groter worden.’ Natuurlijk zijn kinderen lief en kwetsbaar. Maar ook keihard en soms gemeen en vervelend. Het zijn namelijk net mensen. En het is geweldig om je te spiegelen aan de moed van Jonathan en Kruimeltje Leeuwenhart, de aardigheid van Sjakie (sjouw vooral veel rond met je krakkemikkige grootouders) of de lekkerstoute grapjes van Floddertje. Maar wat is er mis met een hoofdpersoon die je nou eens enorm ontregelt? Die steelt, liegt en pest?
Veel dus, als ik alle kritiek op een rij zet, die ik sinds het verschijnen van Nooit meer lief heb gehoord. Zelfs nu, bij de nieuwe uitgever, moest ik het weer uitleggen. Zoals ik dat ook al heb gedaan bij de vorige, bij de vertegenwoordigers, ouders, boekwinkels. ‘Straks gaan kinderen dit allemaal kopieren en dan?’ ‘Ik ben zelf vroeger gepest en word hier heel boos van.’ ‘Kinderen hebben voorbeeldboeken nodig, daar leren ze van.’
‘Want kinderen zijn lege vaten,’ zei een tegenstander boos tegen mij in een radiodebat.
Schaamteloos
Is dat zo?
Mijn eigen superlieve dochter jatte een keer schaamteloos een antiek popje van de buurvrouw en vervolgens loog ze er zo overtuigend over, dat iedereen erin trapte. Dat zat dus allemaal al in haar – net als een enorm reservoir aan liefde en kracht. Waarmee ze ook dit rare boek van mij goed kan opvangen en het inmiddels zelfs mijn beste boek vindt.
En dat is het belangrijkste.
‘Jullie nemen kinderen toch serieus?‘ zei ik dus tegen de nieuwe uitgever. ‘Dan moet je maar eens op mijn site kijken.’ Want van alle veertien boeken die ik heb geschreven is Nooit meer lief het boek waar ik met stip de meeste fanmail op krijg. Het is al anderhalf jaar uit maar ik krijg elke week nog wel een compliment in mijn postvak, op facebook of op mijn site. Van kinderen.
In licht gewijzigde vorm als column op Leesplein deze maand:
http://www.leesplein.nl/LL_plein.php?hm=1&sm=2&id=92

