Categorieën
Verhalen van de berg

Schrijvers over schrijven

‘Schrijven over schrijven is zó vervelend!’  Dat zei Sylvia Witteman een keer, toen ik net mijn nieuwe site had waarop pontificaal stond ‘Anna schrijft over schrijven’.  Ik kromp in elkaar want ik heb vroeger jaren bij Sylvia in de klas gezeten en haar hoon maakt me nog steeds een beetje  bang.

Maar toch. Gisteren twee digitale berichten over schrijven. Collega Marjolijn Hof: ‘Soms is het een worsteling, maar een vriendelijke en geduldige worsteling, alsof we met elkaar stoeien, de woorden en ik. Soms wordt het even menens. ‘En nou is het afgelopen!’ zeg ik dan. Of: ‘Ik geef me over!’
En de dichter Ilja Leonard Pfeijffer nuanceert dat ergens anders weer door te stellen dat ‘het romantische ideaal is dat kunst een bevlieging is. Was het maar waar. Vroeg naar bed en morgen weer meters maken.’
Een bevlieging? De schrijfster Elizabeth Gilbert hield er niet zo lang een TedTalk over. ‘Wij schrijvers zijn geen genien, we worden erdoor bezocht.’  Alle schrijvers van hun voetstuk, volgens Elizabeth zijn we niets meer en niets minder dan een soort doorgeefluik voor verhalen die ons worden ingefluisterd door de kosmos – door muzen, zo je wilt.

Monsters

Ik hou wel van die gedachte. Zo heeft er jarenlang een essay van de schrijver Philip Pullman op mijn bureau geslingerd, dat heette ‘All around you is silence‘  (die titel alleen al spreekt mij hier op de berg natuurlijk enorm aan). Een schrijver, stelt hij, is een visser op een nachtelijke zee. Je zoekt de beste plek op, daar waar je vermoedt dat de meeste verhalen zitten, en dan ga je wachten. Soms bijten ze, soms niet, soms schieten ze weer van je haak af. ‘And the sea is very big, and the weather is changeable, and you really have only the most rudimentary knowledge of what things lie in the depths. There might be monsters there that could swallow hook, and line, and lamp, and boat, and you….’  Geweldige metafoor. Jammer dat de schrijver in kwestie toen ik hem ontmoette zo’n vervelende, zelfingenomen man was die deed alsof hij die hele oceaan al in kaart had gebracht – maar dat is weer een ander verhaal.

Genade

En dan heb ik altijd nog het citaat van de oude schrijfster Nel Verschoor van der Vlis. Een wijze dame (geen vrouw, een dame) die zondagsschoolboekjes schreef en nog heel veel meer (meest hilarische titel van de, ruim zestig, boeken van haar naam: Een neger in het dorp!). Ik heb haar gekend, de oude Nel, en zij zei altijd: ‘Schrijven is een worsteling en een genade.’
En dat, lieve Sylvia, is toch een soort troost als je je weer eens zit af te vragen waar je in godsnaam mee bezig bent.

Categorieën
Verhalen van de berg

So lonely

37 eenzame sokken. Wie doet ons dat na? Resultaat van een afgedwongen opruimactie op de kamers van de meiden. En nu weet ik niet zo goed wat ik ermee moet.

Weggooien? Het zijn nog heel goede sokken, gestipt en gebloemd en in fijne meisjeskleuren. De kindertjes in Afrika zouden… En stel dat we toch ineens die andere helften tegenkomen. Ik weet eigenlijk zeker dat ik op het moment dat ik ze weggooi, al die andere sokken ga vinden. Naast de wasmand. Tussen de onderbroeken. In een oude gymtas. Achter de radiator. Sterker nog, ik geloof dat ik al een keertje eerder zo rigoreus en harteloos ben geweest. En als ik toen, minder ongeduldig, me wat had ingehouden en al die verloren sokken wat meer rust en ruimte had gegund, was dit probleem nu veel kleiner geweest. Hoewel, ik zie toch ook wel een paar gloednieuwe sokken in het rijtje, nog nostalgisch (voor ons dan) ruikend naar de Hema waar we in oktober waren voor onderbroeken en, ja, sokken. Hoe kan het nu zo snel alweer zo mis zijn gegaan?
Ok, Dunya verknipt nog wel eens een sok. Dan krijg je namelijk een ideaal wollen barbiejurkje, heeft ze ontdekt. Is ook zo (probeer maar eens). Maar 37 barbiejurkjes? Dat was me dan heus wel opgevallen. En er zijn heus grenzen aan mijn moederlijke vertedering.

Klaagmuur

‘Klaagmuur van eenzame sokken’. Zo heet een kunstwerk in de Tweede Kamer, helemaal gemaakt van… ja, inderdaad. Maar ja, daar zijn onze 37 sokken te laat voor. Al dagen liggen ze op de rand van de bank slachtoffer te zijn van mijn besluiteloosheid. Heel goede sokken dus, met stippen en bloemen en zonder een gaatje erin. Niet verwassen, heerlijk zacht. Sokken die er nog echt zin in hebben. Die vol verwachting in de Hema of op de markt hebben liggen uitkijken naar welk lief meisjesvoetje ze zouden mogen verwarmen. Iemand heeft ze ontworpen, iemand heeft ze gebreid, iemand (wij) heeft ze uitgekozen – en toen begon hun avontuur.
Dat heeft niet lang geduurd. Een sok zonder wederhelft is als een boek zonder lezers of een nieuwe winkel zonder klanten. Bijna niet te verdragen zo treurig.
Zullen Dunya en ik dan maar een winkeltje in wollige barbiejurkjes gaan beginnen?

Categorieën
Verhalen van de berg

Maar straks wacht de soep van varkensoortjes

Alsof de pest heerst in Montefrio. Uitgestorven straten, overal parkeerplaatsen vrij. Geen rijen bij de enige groenteboer, de slager, de bank. Wat is er aan de hand? Heeft mijn moeder dan toch gelijk? Ze belt me bijna elke dag op omdat ze bang is ‘dat het misgaat in Spanje.’  Occupy, Tahirplein, zelfs dat het sinterklaasjournaal gehackt is… in mijn moeders wereld komt dat allemaal door het geniepige monster dat ‘crisis’  heet en dat haar terug smijt naar de verbeten armoede van haar jeugd.

Maar Montefrio leeft! Nu meer dan ooit. Want alles speelt zich af in de velden, de campo. Zodra de zon op is, begint het al. Tractors met boeren erin die anders kijken dan normaal: krachtiger, stralender. Erachteraan kachelen busjes vol jolige Marokkanen, onze plaatselijke gastarbeiders. Er worden dikke zwarte zeilen uitgerold onder de bomen en dan begint het grote plukken. Is Montefrio niet het kloppend hart van olijvenland Spanje? De komende maanden bewijzen het. Vorst aan de grond, bevroren vingers en spierpijn overal – maar straks wacht de cocido, de hete warme soep van linzen en varkensoortjes.
Crisis? Olijfolie is het vloeibaar goud van dit land. Ze smeren het op brood, ze bakken er al hun eten in (zeg maar gerust frituren), zelfs koekjes en taarten maken ze ervan. Boter is hier bijna niet te krijgen, maar van olijfolie heeft de supermarkt een heel schap vol. En anders koop je het wel bij de fabriek, je houdt gewoon een fles onder de grote machines. Koude eerste persing, groener dan groen (gele olijfolie is oud en dus inferieur!) en je betaalt misschien een euro per liter.

Langer leven

Zo lang er Spanjaarden zijn, zal er ook olijfolie zijn. Het is goed voor je hart, voor je huid – en je leeft er ook nog langer door. Hé mama daar in de verte, kom maar eens kijken hoe Spanje leeft en bruist. En dan kan je er, in plaats van altijd maar weer die armoe,  meteen een ander plaatje uit je jeugd voor schuiven. Wat dacht je van onvervalste, ouderwetse boerenidylle?

Categorieën
Verhalen van de berg

Bestseller

Welk kinderboek kom ik het vaakst tegen in de wereld? Nee, niet Harry Potter en ook niet door Disney verkrachte verhalen van Sneeuwwitje en haar vriendinnen – al zijn dat goede tweede.

Wij hebben een geheime kamer in ons huis. een kamer die wel en niet bestaat. Nee, ik heb het nog steeds niet over Harry P. En ook niet over de verhalen van Narnia, al moet ik daar soms wel aan denken.
De geheime kamer grenst aan onze slaapkamer, maar er zit een muur voor. Toen wij hier kwamen wonen, kropen de klusjesmannen via een dakraam die kamer in. En ontdekten een nest jonge poesjes, precies op die dag geboren. We wilden de poezenkamer bij onze slaapkamer trekken, als een soort inloopkast, maar dat bleek om een of andere reden (die ik meteen ben vergeten) te ingewikkeld. Dus toen hebben de klusjesmannen uiteindelijk de poezen verplaatst en het raampje dichtgespijkerd. Zodat er nu dus niemand meer die kamer in kan. Of uit.
Er staat een grote, zware kast voor met kleren van Ilco. Laatst ruimde ik daar iets op en toen zag ik die haag van donkere pakken en colbertjes. En in flits dacht ik zelfs dat er geen achterwand was, voelde ik de tocht van een andere wereld. Zo moet Narnia zijn ontdekt.

Schuilplaats

‘ s Nachts in bed kan ik die kamer soms voelen. Ik vind het een veilig idee dat wij een stiekeme schuilplaats hebben achter een kast. Een achterhuisje, inderdaad. En dat is dus ook het boek dat ik altijd maar weer tegenkom. Nu ook: de verplichte literatuurlijst op de middelbare school in Spanje bevat maar één niet-Spaans boek: La casa de atras. Het verhaal van ‘Ana Frank’. Niks tegen dat boek. Integendeel, mijn halve jeugd gespeeld dat ik zelf Anne was. Maar een beetje raar is het wel. De wereld staat in brand, oorlog aan alle kanten en tegelijkertijd zijn er overal jeugdboeken die daar op allerlei manieren naar verwijzen. Maar Het achterhuis verslaat ze allemaal, nog steeds. Omdat het al zo lang bestaat? Om het gruwelijke einde dat niet in het boek staat? Om die paar prachtige citaten en het eerlijke meisjesgetob?
Of toch om de romantiek van de , nog steeds te bezoeken, geheime kamers?

Categorieën
Verhalen van de berg

Schuld en boete

‘Hijo de puta’.  Dat heeft een jongen uit Bloems jaar tijdens een schoolreisje tegen een oude man geroepen. De oude man heeft geklaagd bij de school en de directeur komt in alle klassen: als de jongen niet bekent, mag er niemand meer op schoolreisje.

Ik heb iets tegen opbiechten, steeds meer eigenlijk. Het is volgens mij ook heel westers. Ik weet nog dat we in Afrika een keer bestolen waren: drie popjes van de meisjes waren door het open autoraam verdwenen. Nu waren die popjes op dat moment enorm belangrijk voor ze, dus we wilden ze per se terug. Dat lukte ook, toen we een beloning uitloofden. ‘Kan ik de dader spreken?’  vroeg Ilco (ik weet niet meer wat hij van plan was, waarschijnlijk uitleggen waarom die ouwe popjes zo belangrijk waren). Maar terwijl iedereen wist wie het had gedaan, weigerden ze dat aan ons te vertellen: ‘Je hebt ze toch terug?’ ‘Maar wie…?’  Nee, dat verstonden ze ineens niet meer.
Later zei iemand dat het in Afrika vaak zo gaat: iedereen weet wie de dader is van iets. Ze lossen het onderling op, maar er wordt geen openlijke boetedoening verwacht. Want dat is pas echt een vernedering.

Sensatiezucht

Ik snap dat. Neem die jongen van Bloems school. Zo’n openlijke bekentenis is misschien bedoeld als afschrikwekkend voorbeeld, maar in de praktijk bevredigt het vooral de sensatiezucht van de andere leerlingen. En het stimuleert klikken: toen de jongen na een paar dagen nog niet had opgebiecht, maakten een paar meisjes bekend dat als de jongen niet snel naar voren zou komen, zij zijn naam zouden noemen. Want natuurlijk wist iedereen allang wie het had gedaan.
Toen moest de jongen wel en hij werd gestraft met een schorsing. Was dat eigenlijk niet al genoeg?
Hier thuis ben ik ook afgestapt van het opbiechten. Heerlijk, ik kan het iedereen aanraden! Meestal weet je toch wel wie die rol dure koekjes heeft opgegeten of dat slingerende tientje  ‘opgeruimd’. En soms weet ik het niet en dan zeg ik dreigend: ‘Ik hoop dat degene die dit gedaan heeft zich nu heel lullig voelt.‘ Schuldgevoel kweken, ook erg. Maar toch iets minder erg dan al dat opbiechten. Vind ik.

Categorieën
Verhalen van de berg

Wim

‘42.500 euro!‘  sms-t Ilco. Dat hebben ze vannacht bij elkaar gezongen en gespeeld in Haarlem. Voor Wim en tegen kanker. Ik ben blij, natuurlijk, maar hier, ver van de feestelijke euforie, ook ineens weer heel verdrietig.

Wim Rigter is nu zeven jaar dood en daar snap ik nog steeds helemaal niets van. Mannen van nog geen veertig moeten niet dood gaan. Zeker geen mannen die net een klein kindje hebben en ook nog eens verschrikkelijk verliefd zijn. Want dat was Wim. En hij was een van Ilco’s weinige vrienden en daardoor ook een vriend van mij.
Wim was van de muziek en van 3FM dat toen nog Radio 3 heette. Je kon heel erg met hem lachen en slap met hem lullen. Hij was een van de leukste, meest ontspannen radiomakers die ik ken en, zelfs toen zijn ene stemband het al niet meer deed, had hij de lekkerste stem van de wereld. Hij presenteerde de Arbeidsvitaminen toen ik elke ochtend met mijn autootje in de file stond en dat was altijd gezellig. Wim en ik in de regen op de A4.

Elk jaar een verjaardagskaart

Wim is tot het einde ontzettend boos geweest: op de kanker, op God -die dus ook niet kon bestaan volgens hem- en op de vuile truc die het leven hem flikte. Maar hij deed ook de meest geweldige dingen in die laatste maanden. We gingen met zijn vieren eten in een restaurant met twee michelinsterren omdat hij dat altijd nog eens wilde meemaken. Hij kon al geen hap meer door zijn keel krijgen, maar ik herinner me vooral dat we zo ontzettend gelachen hebben. Wim ging ook nog trouwen en ik regelde in 1 dag een echte bruidstaart (‘Mevrouw, dat moet u weken vantevoren door middel van een formulier…’  ‘Die tijd hebben we niet. Hij gaat namelijk nu dood.’  ‘Aha, in dat geval…’) En heel kort voor zijn dood gaf hij een enorm afscheidsfeest op het strand. Vond ik trouwens niet leuk, dat feest. Ik stond maar steeds te huilen, stiekem, want Wim wilde dat we plezier hadden. En al zijn muzikantenvrienden traden op. Een paar dagen later ging hij dood en Ilco was daar bij. Niet vaak mijn man zo verdrietig gezien als toen. En Wims vrouw Monique, die rouwde als een beest. Zijn dochtertje, die er niks van begreep. Tot haar achttiende elk jaar een verjaardagskaart heeft Wim voor haar achtergelaten.

Wim en Jip

Maar vannacht dachten we allemaal aan hem. ‘ Rigter Live’  is een begrip geworden. Al zijn muziekvrienden spelen voor hem, gratis, want de opbrengst is voor de bestrijding van kinderkanker. En dat is mooi en goed – maar voor Wim is het te laat.
Ik hoop dat hij niet meer zo boos is, daarboven. Want ikzelf raak het nooit helemaal kwijt.
Verdomme Wim, ik mis je!

Categorieën
Verhalen van de berg

Rwanda in beeld

Het lijkt alweer lang geleden. Om het toch een beetje vast te houden, elders op deze site nog wat foto’s, namelijk hier:  http://www.annavanpraag.nl/wie-is-anna/anna-in-rwanda/

Categorieën
Verhalen van de berg

Mijn goede vriend Sinterklaas

Een andere vriendin van mij is getrouwd met iemand die vandaag de populairste man van Nederland is. Toen mijn Ilco een tijdje geleden bij het Nobelprijscomité zat en weer eens in allerlei bladen stond, verzuchtte ze: ‘Jij met Ghandi en ik met Sinterklaas – wie had dat nou ooit kunnen denken?’

Niemand in Montefrio viert Sinterklaas. Niemand behalve wij en dat houden we stug vol. Met het fanatisme van de expat begin ik al weken tevoren speculaaskruiden en bruine suiker uit Nederland over te halen. Bloem en Chaia doen enorm hun best om Dunya, die nog maar weinig met Nederland heeft, het echte Sinterklaasgevoel bij te brengen. Ze moet de liedjes leren, de verhaaltjes lezen, het Sinterklaasjournaal kijken. Acht is ze nu – en niemand om haar uit de droom te halen. Hoe lang zal dat duren? Misschien wel de rest van haar leven.
De intocht (het woord alleen al) op tv is ook zo’n hoogtepunt. En dit jaar al helemaal, vanwege de man van mijn vriendin dus. Al weken is het hilarisch druk in hun gezin. Sinds bekend werd dat Stefan Bram van der Vlugt ging opvolgen, werd hij publiek bezit. De post die Stefan krijgt varieert van hatemail (omdat hij Bram niet is) tot schrijnende smeekbedes van zieke kindjes. Ook binnenskamers zijn er allemaal geweldige intriges (zoals bijvoorbeeld het raadsel van de verdwenen staf) die, als ze bekend zouden worden, het Sinterklaasjournaal zouden doen overkomen als TV West naast CNN.

Complot

Maar daar zit dus precies de crux: het wordt niet bekend. Zelfs tegen mij moet mijn vriendin regelmatig aandringen op geheimhouding. Ook dit weblog schrijf ik met lichte bezorgdheid: staat er niet teveel in? Verklap ik niet teveel aan argeloos meelezende kleuters? Het is toch een bizar complot, niet uit te leggen aan Spanjaarden of wie dan ook.
Hoewel, complot? Ben ik vanmorgen niet ook een beetje anders dan anders wakker geworden, en schrijf ik dit stukje niet onder invloed van de pepernotenwalm die door het hele huis hangt? Bovendien vind ik het helemaal niet raar om in Spanje te kijken naar een intocht in Nederland (vanuit Spanje) en dan vervolgens, met mijn meisjes, blij te zijn dat hij bij ons is aangekomen – ook al zijn wij hem nu feitelijk juist kwijt. Hij komt! Nee, niet Stefan. Sinterklaas.

En daar is ie weer: Anna’s jaarlijkse Sinterklaasactie

Wie een boek van mij cadeau geeft, krijgt daar gratis een gedicht van mij bij. Stuur zoveel mogelijk informatie over het kind (en welk boek) naar annavanpraag@hotmail.com en je ontvangt binnen 48 uur een passend gedicht in je mailbox.

Categorieën
Verhalen van de berg

Vliegen op mijn toetsenbord

Dit is geen goeie tijd voor verbindingen. Dat zeg ik niet, dat zegt mijn vriendin die alles weet van numerologie. Aromatherapie, dat kan ze ook. Dan komt ze langs met haar koffer met duizend geurtjes om je zintuigen en daarmee je leven weer in balans te krijgen. Hm, nu ik erover nadenk, ze zou nu met dat koffertje best even naar Spanje mogen komen…

Ik krijg de laatste tijd weer veel mailtjes van mensen die ook lange reizen gaan maken en die willen weten waar het mooiste strand, het makkelijkste visum, of de beste remedie tegen malaria te vinden is. En o wat wil ik daardoor zelf graag weer weg, vooral nu de winter is begonnen.
Ondertussen praat iedereen die ik hier tegenkom in het dorp alleen maar over olijven. Dat de kwaliteit niet zo goed is dit jaar en wat dat betekent en wanneer de oogst moet beginnen, vooral dat laatste, want vanaf dat moment is heel Montefrio ontregeld. Lege klassen, uitgeputte buren, lange files van olijfkarretjes op de weg.
Tussendoor zit ik dapper Roald Dahl te spelen: elke dag zes uur achter mijn bureau, ook als er niks uit mijn pen komt. Zo kan het gebeuren dat ik uren, reisdromerig, zit te staren naar een zoemerige groepsverkrachting van een kluwen vliegen op mijn toetsenbord. Ziehier de dynamiek van mijn leven.

Pythagoras

Maar goed, het is dus al best een tijdje rommelig in de kosmos. Rommeliger dan normaal. ‘Sluit geen contracten, in ieder geval niet tot 25 november’ waarschuwt mijn vriendin. En eigenlijk komt het pas in de zomer weer echt goed. Dat er nu zoveel mensen tobben met relaties of met werk – dat komt dus allemaal daardoor. Want dit geldt niet heus alleen voor mij, integendeel. Jullie zouden allemaal door een lastige tijd moeten gaan. Die numerologie is niet helemaal pseudo, Pythagoras ging er al vanuit dat alles wat we doen en laten in getallen is uit te drukken. Koop dus even geen huizen, plan geen huwelijken en teken niks, in ieder geval tot 25 november. Gewoon voor de zekerheid.

Categorieën
Verhalen van de berg

Anna een giraf

Terwijl ik nog steeds elke nacht droom van Afrika en geen letter op papier krijg, is er bijna per ongeluk een nieuw boek van mij verschenen. Zelf nog niks gezien, maar het schijnt nu in de winkels te liggen. Niet zomaar een boek, maar eentje in een serie over dierenredders (hard gelach van mijn vrienden: ‘Anna en dierenredden? Die kan amper een paar poezen aan.’)

Jan Paul Schutten, Bibi Dumon Tak, Karen Holst Pellekaan, Niels Rood, Anna Woltz… dat zijn pas dierenvrienden. Ik niet. Ook al heb ik stiekem al boeken over schorpioenen, ezels, stieren en olifanten geschreven. Waar komt dat dan vandaan – uit welke masochistische zijpaden van mijn verbeelding? Het is wel zo dat ik een leuker iemand ben als ik schrijf (ook in dit blog trouwens), en wellicht dan ook meer begaan met weerloze dieren – wie weet.

Maar goed, ik was van plan om reclame voor mijn nieuwe boek te maken vandaag, geen antireclame voor mezelf. Het boek heet dus Stop hou op en het ligt NU in de winkel. Over soepschildpadden gaat het en over een van mijn lievelingseilanden: een verlaten schildpaddeneiland bij Guinnee Bissau waar je alleen maar met een piepklein bootje over stormachtige oceaan kunt komen. Onderweg grote golven, onweer, een helletocht, maar daarna het paradijs in perfect picture moments. Maar vooral is dit boek het verhaal van drie eenzame kinderen die elk voor zich een beetje meer weerbaar worden. En natuurlijk is het spannend en ook nog eens een ideaal sinterklaascadeautje  – voor wie wil maak ik er ook nog een passend gedicht bij (stuur zoveel mogelijk informatie over het kind naar annavanpraag@hotmail.com en binnen 48 uur heb je een gedicht terug, zelfde actie als vorig jaar).

WitVis

Eén jongen zal zeker heel erg blij zijn met dit boek. Hij heet Remco, is tien jaar en wil later een dierentuin beginnen. Al een tijdje schrijven we met elkaar en ik word altijd blij als er een mail van hem is. Remco schrijft bijvoorbeeld: ‘ Ik lees veel boeken van u omdat de meeste over dieren gaan, want ik wil later directeur van een dierentuin worden die WitVis heet. En ik vind uw boeken spannend en grappig.’ Ook mijn mooiste fanmail aller tijden komt van hem: ‘Vanwege uw boeken ga ik later een dier in de dierentuin noemen: Anna een giraf want dat is mijn lievelingsdier.’
Kijk, daar doe je het nou voor.