Categorieën
Verhalen van de berg

Mannen en vrouwen van het water

Als ik hier in Spanje op de patio ga staan en heel hard schreeuw dan horen onze naaste buren het. Dat komt door het dal tussen ons in. Maar als ik er heen moet lopen ben ik wel een tijdje bezig, berg af en berg op.

Het heeft iets vrijs om geen buren te hebben. Maar ook iets eenzaams. Ook daarom verheug ik me op de verhuizing naar het IJ. Onze herberg ligt op een landtong, omringd door water. In dat water overal boten en bootbewoners.

Mislukte Lobke

Laatst heeft Ilco de herbergplannen gepresenteerd aan alle buren. En toen heeft onze huisfotograaf Janiek Dam al die mannen en vrouwen van het water gefotografeerd. Hoe hip en trendy het nu ook is om er te wonen, pas  als je naar deze mensen kijkt zie je de ziel en de kracht van Amsterdam Noord. Puur en eerlijk, ik moet aan Sil de Strandjutter denken. Dat moet ik toch al vaak bij het huisje, waar je aan alle kanten altijd lucht en water ziet en de wind soms genadeloos langs de wanden giert.
Ik ben natuurlijk zelf een totaal mislukte Lobke met mijn hakjes en mijn lippenstiftjes en blond ben ik ook al niet. Toch denk ik, nee weet ik, dat wij het goed gaan hebben met onze buren. Mensen van het water hebben lef, zijn eigenzinnig en voor de duvel niet bang. Maar ze wonen er niet voor niks, ze kunnen ook eindeloos over het water staren, de kleur van de lucht zien veranderen en weerkaatsen, het IJ dan weer spiegelglad en dan weer grauw en bruisend zien worden, altijd anders – en onweerstaanbaar. Mannen en vrouwen van het water zijn dromers, net als wij.

Categorieën
Verhalen van de berg

Hoe word je herbergierster?

Ik wilde altijd al schrijfster worden. Ik wilde moeder worden. Reizen wilde ik ook, zoveel mogelijk meemaken, misschien wilde ik een tijdje ook nog wel beroemd worden, onsterfelijk en onweerstaanbaar. Maar herbergierster???

Vandaag precies over vier maanden. Dan pakken we het vliegtuig, en deze keer is het enkele reis. Dan laden we ons hebben en houden uit bij het Madelahuisje, onze eigen herberg aan het IJ. Daar hebben we dan ineens en per direct een zomerterras te runnen en een eenkamerhotel (maar wat voor een kamer…). Daar ga ik biertjes tappen en dagschotels verzinnen, vijf taarten per dag bakken en dat ze dan voor theetijd al op zijn. Ik kan het me wel en niet voorstellen.

Reizende dolers en hobbits

Ik ben blij dat ons Mandelahuisje geen restaurant is en ook geen café. Een herberg is anders: een plek waar reizende dolers en hobbits even kunnen schuilen, waar Paul Biegel aan de toog zit en Tonke Dragt spannende plotjes smeedt. In een herberg kan je je verhaal kwijt, hoe raar dat verhaal ook is. Je kunt er weer warm worden, op krachten komen, de nachten zijn er vol geheimen en woeste, voorspellende dromen. Kom maar binnen, dan geef ik je een glas goede wijn, een groot en zacht bed -en ondertussen kijk ik, luister ik stiekem heel goed. Ik ben van plan om -na zes jaar bergverhalen- straks een heerlijke serie herbergverhalen te gaan schrijven, nu al zin in.
Dus dat ik eerst nog op mijn oude dag afschuwelijke dingen uit mijn hoofd moet leren over hygiënecodes en allergenen, dat we ons dapper een weg moeten banen door een woud van vergunningen, en dat ik -die al stresst van de supermarkt en de Ikea- toch echt naar de horeca-groothandel moet… die dingen neem ik allemaal voor lief.
En intussen zoek ik in oude sprookjesboeken naar de meest iconische herbergverhalen. Grimm? Moeder de Gans? Buiksloterbreekbekkikker…?
Zo word ik herbergierster.

Categorieën
Verhalen van de berg

Zingen in het donker

Wanneer heb je voor het laatst gezongen?
Wanneer heb je voor het laatst voor iemand gezongen?

Ik weet niet meer waar ik die vragen las. De eerste is niet moeilijk, ik zing elke dag, vooral in de keuken, in de auto en onder de douche.‘Ik hoor altijd in welk douchehokje van de sportschool jij staat,’ zegt mijn oudste dochter. ‘Mam, please, nu even niet,’ zucht de andere dochter intens vermoeid en gepijnigd (zij zingt zelf nog veel harder en vaker).
Maar wanneer heb ik voor het laatst gezongen voor iemand?

Vriendjes

Liedjes voor het slapen gaan. Mijn moeder zong ze voor mij en ik zong ze voor de dochters. Wiegeliedjes in oude talen en met zoete woordjes, ik ken er oneindig veel. Mijn oudste dochter hadden we er verslaafd aan gemaakt, die kon de eerste jaren van haar leven alleen maar in slaap vallen als we eindeloos zongen (Ilco en ik wisselden elkaar af, zongen soms urenlang). De tweede dochter wilde nog heel lang juist die liedjes horen als ze ziek was.
Dat is nu niet meer zo. De oudste meiden gaan naar bed met hun telefoon en de liedjes die daarop staan. En wat opvalt: de laatste tijd zijn het plotseling de vriendjes die ze als laatste een nachtkus geven, via skype of whatsapp.
Dat is leuk en logisch en soms ineens een beetje… kaal.

Maantje tuurt

Gelukkig heb ik Dunya nog, met haar elf jaar groot en klein tegelijk.
Ik lees haar nog elke avond voor, maar de wiegeliedjes doen we al best lang niet meer. Dus verras ik mezelf als ik na het voorlezen haar lampje uitklik en in het donker ineens begin te zingen. Maantje tuurt. Suze Naantje. Het poppenmamaatje. Natuurlijk ken ik ze nog.
En Dunya, de schat, reageert helemaal goed. Eerst timmert ze een tijdje vrolijk de maat mee op het kussen met een of ander lippenstiftje waar ze al de hele tijd mee zit te klooien. En als ik eindelijk zwijg, slaat ze haar armen om me heen en fluistert in het donker ‘Lafjoe mama’ in mijn oor.
Ik verstop mijn gezicht in haar haren. Helemaal niet nodig dat ze voelt hoe overdreven nat mijn wangen ineens zijn.

Categorieën
Verhalen van de berg

Liefde is als cholera

Terug in Spanje, waar alles nog rood en hartstochtelijk nagloeit van Valentijnsdag. Zelfs die kleine Dunya heeft een Valentijnscadeau gehad van een aanbidder: een tasje met fijne meisjesdingetjes en een kaart erbij die mij zelfs doet blozen.

Ooit ga ik nog eens een boek schrijven over de liefde, zoals ik eerder een boek schreef over vriendschap. Tot het zover is sta ik voor mijn boekenkast. Ik wil als tegenwicht voor al die hartjes en cliché’s (en al helemaal als tegenwicht voor die Vijftig tinten) iets echts over liefde lezen, wat zal ik kiezen?

Stukgelezen

Daar staat natuurlijk het stukgelezen Anna Karenina, het oerboek over smachten, dat kan ik alleen maar lezen als ik zelf heel sterk en vrolijk ben. The unbearable lightnesss of being over het idee van de liefde. Lolita over de allesverterende lust.
Zonder bloed van Alessandro Baricco is zo ongeveer het mooiste boek dat ik ken, of eigenlijk is het een novelle. Het gaat over de onverklaarbaarheid van de liefde (in dit geval van een meisje voor de jongen die haar vader vermoordde) en ook over de onontkoombaarheid ervan.
Maar wat ik pak vandaag is Liefde in tijden van cholera van mijn eeuwige held Garcia Marquez. Sinds hij dood is vind ik dat we met enige regelmaat zijn boeken moeten herlezen of in ieder geval moeten roepen hoe geweldig ze zijn.

622 vrouwen

In dit boek geen vijftig tinten spreidstangen maar ook geen rode hartjes. Alles wat er mis kan gaan in liefde en in seks, gaat ook mis. Meteen al in het begin wordt gesteld dat ‘de symptomen van de liefde dezelfde zijn als die van cholera.’ En in dit geval betreft het de onmogelijke liefde tussen Fermina en Florentino. Zij wordt door haar vader ver weg  gestuurd en de twee houden alleen contact via brieven. Later trouwt ze een dokter. Het huwelijk duurt meer dan een halve eeuw en in diezelfde tijd bemint Florentino 622 vrouwen.
Pas als Fermina’s man sterft, beginnen ze elkaar weer te schrijven, wat utiteindelijk leidt tot een bootreis waar de twee geliefden elkaar eindelijk vrij kunnen beminnen. Ze vragen de kapitein om de choleravlag te hijsen, zodat ze ongestoord heen en weer kunnen blijven varen.
En dan komt het einde waar ik altijd kippenvel van krijg:

De kapitein keek naar Fermina en zag aan haar wenkbrouwen de eerste fonkelingen van winterse rijp. Toen keek hij naar Florentino, diens onverschrokken liefde, en hij schrok van het vermoeden dat het eerder het leven is dan de dood dat geen grenzen heeft.
‘En tot wanneer denkt u dat wij kunnen doorgaan met dit verdomde heen en weer varen?’ vroeg hij hem.
Florentino had het antwoord al drieënvijftig jaar,  zeven maanden en elf dagen en nachten klaar.

‘Ons leven lang,’ zei hij.

Categorieën
Verhalen van de berg

Where the wild things are

Ik voelde me Max op weg naar zijn Maximonsters, in plaats van met een bed zeilde ik weg met een vliegtuig.

LINDA gaf een feestje voor alle freelancers en eigenlijk vind ik dat soort feestjes eng. Maar ik schrijf nu zo vaak voor ze, ik wilde Linda wel eens in het echt zien. Af en toe krijg ik via via te horen dat ze een stuk van mij mooi vindt. Of ze zeggen ‘Linda vond het einde van je verhaal wat te abrupt.’ Dan maak ik het snel minder abrupt.

Een man met nagellak

Ik dacht aan LINDA en vrouwen tussen de dertig en de vijftig en was dus verbaasd door de grote hoeveelheid mannen in het hippe popup restaurant. Totdat ik me realiseerde dat die mannen de fotografen en de stilisten voor LINDA waren. Bij binnenkomst botste ik tegen een man met roodgelakte nagels, dus dat begon goed (gelukkig had ik zelf ook veel werk gemaakt van mijn nagels). Toch was deze man niet gay of als hij het was dan niet heel storend want hij zei direct dat hij een kind van me wilde. Zo’n feestje dus. En daarna wist de nagellakman gelukkig wat de drink-code was in die tent: gin tonic, naar keuze opgevuld met komkommer, verse munt en nog wat dingen maar dat verstond ik niet door de harde muziek. Ik zocht Linda maar zag haar niet. Wel waren er overal een soort mislukte bruidsmeisjes in tutu’s, allemaal te dik, ze waren snoephartjes aan het uitdelen.

Jildou

Hoofdredactrice Jildou pakte een microfoon en vertelde dat wij ‘de 195 beste freelancers van Nederland’ waren die samen het beste blad van Nederland maakten. Daarvoor alleen wil je wel komen overvliegen.
Daarna trad er  een singer songwriter op die heel beroemd ging worden want Giel himself had hem getipt. Alleen kon je dat niet horen want al die freelancers praatten te hard en te veel. Er waren ook oesters en dingen met tonijn. Ik vroeg me af of Linda nog kwam, keek af en toe tevergeefs om me heen. Daarbij ving ik steeds per ongeluk de blik van de beroemde fotograaf Carli Hermes. Niet heel vervelend, ook daarvoor wil je wel even overkomen uit Spanje. Er werden mensen best dronken. Ik bood aan om een boek voor LINDA boeken te schrijven. Geloof ik, want ik kan nou eenmaal niet zo goed tegen gin tonic. Ik praatte lang en intiem met Jildou alsof ze een erg goede vriendin van me was, ook al zag ik haar vandaag voor het eerst. Uiteindelijk kreeg ik een lift naar Haarlem waar ik logeerde en moesten we onderweg nog stoppen om wijn te kopen want, zeiden de ervaren collega’s, ‘na zo’n avond kan je thuis niet aan de thee gaan.’ Maar ik drink toch al nooit thee.
Linda zag ik ook bij het weggaan niet. Ik denk dat ze niet bestaat.

Categorieën
Verhalen van de berg

Chaos

‘Mam, doe even mee aan de moderniteit.‘

Gelukkig heb ik puberdochters en een hippe man. Dus heb ik een (door hen afgedankte) iphone, ingesteld voor bejaarden door mijn oudste dochter. En krijg ik enorm op mijn kop als ik bij app-jes verkeerde emoticons zet of ‘ok’ zeg. ‘Heel onaardig mam, dan skip je me uit het gesprek.’

34 onduidelijke briefjes

‘Nu moet je ook je agenda erop zetten.’
Ja, ik heb nog steeds een papieren agenda. Met allemaal losse blaadjes erin, nooit zin om dat uit te zoeken. Zo heb ik op mijn piepkleine bureautje ook zes notitieboekjes liggen (allemaal in gebruik) en een slordige stapel onduidelijke briefjes en bonnetjes.
In mijn portemonnee zwerven ook altijd van dat soort briefjes, op dit moment (even tellen) 23, dat valt mee. Los in mijn tas graaf ik daarentegen 34 papiertjes op, varierend van onduidelijke Spaanse belastingaanslagen die ik altijd nog eens moet checken, tot bankafschriften, oude boodschappenlijsten en briefjes met heel erg belangrijke schrijfaantekeningen. Twee onontbeerlijke opschrijfboekjes. O ja, en een zijvak met dingen die ik al héél lang moet uitzoeken. Ik zie daar in de gauwigheid oude boardingpassen tussen, een busticket naar Malaga van juni 2013, diverse facturen, iets over de schoolreis van mijn dochter en een brandbrief over waterpokkenvaccinaties (o ja, shit).

Varkentje

‘Heb je dan geen archief?’ Mijn man probeert orde te scheppen in de groeiende stroom mails rond het opstarten van de herberg. Het bureaublad op mijn macje is echter minstens zo erg als mijn echte bureau, er staan ook altijd zeker acht dingen tegelijk open. Maar dat is het gekke: hoe meer van dit soort chaos, hoe rustiger ik word.
‘Nee, en ik ga ook geen archief maken,’ zeg ik dus koppig. En die heerlijk overzichtelijke agenda op mijn telefoon gebruik ik ook niet.
Ik ben een varkentje dat rolt in zijn eigen modder.

Categorieën
Verhalen van de berg

Met een zomerbloesje in de vrieskou

Je moet erop plassen, staat overal. Ochtendurine helpt. Goed te doen als je een man bent, lijkt me, maar eh…

Koud in Zuid Spanje is anders dan koud in het noorden. Op een bepaalde manier is het hier erger, ook al schijnt ‘s middags heel vaak een fijne wintersportachtige zon.

Olijfpittenoven

Ik ken hier één plek met centrale verwarming en dat is ons huis. Wij hebben de olijfpittenoven die is aangesloten op radiatoren. Alle andere huizen, winkels, openbare ruimtes, stations enzovoort, doen het met houtkachels, elektrische kacheltjes en stoofjes. Wat betekent dat het binnen vaak net zo koud is als buiten en iedereen de hele tijd bibbert. Je realiseert je denk ik niet als Nederlander hoe naar dat eigenlijk is. Blauwbekken bij de slager, de apotheek, zelfs in het café. Ik zat op mijn dochter te wachten die een examen aan het doen was in Granada en na een tijdje kreeg ik het in het kroegje er tegenover zo koud dat ik maar in de auto ben gaan zitten, die ik eerst in de zon heb gereden.
Nu ben ik ook zo dom dat ik geen winterkleren heb, ik geef het toe. Ik heb een bloedhekel aan truien, dikke vesten, skijacks, mutsen. Nooit gekocht of gedragen, en hier dus ook niet. Ik vind het gewoon niet fijn. Eigen schuld dat ik het steeds zo koud heb dus.

Kamferspriritus

Alleen mijn voetjes, dat is wel zielig. Alle vloeren zijn hier van steen, nooit ligt er ergens hout, laat staan vloerbedekking. Dus hoe dik mijn sokken ook zijn, ik krijg last van iets wat ik me alleen maar herinner van toen ik een heel klein meisje was. Wintertenen, au. Mijn moeder had daar kamferspiritus tegen maar geen idee of dat nog bestaat, laat staan in Spanje. En nee, ik ga niet over mijn eigen voeten pissen, dat is net zoiets als dikke truien dragen. Er zijn grenzen.

Categorieën
Verhalen van de berg

De rem kwijt

Ik reed in volle vaart door de bergen en ineens wist ik niet meer waar de rem zat.
Het was bizar, voor iemand die al dertig jaar autorijdt en toch algauw elke dag een uur in de auto zit. Oké, het was een geleende auto omdat de Landrover ziek is, maar toch. Een rem is een rem.

Mijn voet zweefde boven de pedalen en ik had ineens geen idee. Veel te hard draaide ik de bocht om, ik was net afgedaald naar het buurdorpje. Toen vond ik de rem – met mijn linkervoet, dat wel. En daarna moest ik even stoppen en nadenken hoe het ook alweer zat met remmen. Het duurde maar een fractie van een seconde maar dat is natuurlijk een eeuwigheid.
Ik dacht wat ik altijd denk. Dementie, daar zul je het hebben. Aan de andere kant, ik zat net heel coherent met mijn dochter te praten, niks dements aan.
Toen dacht ik: zo is het dus in het leven. Soms, out of the blue, ben je ineens heel even de rem kwijt. En wat er dan gebeurt.

Categorieën
Verhalen van de berg

Muren met ogen

‘Wat dit jurkje allemaal heeft meegemaakt….’ Ben ik de enige die zo denkt?
Misschien word ik een beetje raar, maar ik verplaats me steeds vaker in voorwerpen.

Een fontein van koelwater

Wat zal de auto hiervan denken? Dat vraag ik me serieus wel eens af. De auto hoort alleen maar de gesprekken die toevallig tijdens het rijden gevoerd worden. Dat zijn niet de minste, al rijdend heb ik – bijvoorbeeld- voor het eerst gehoord dat een dochter een vriendje had. Door al die lange autoritten is de auto eigenlijk een soort meditatiecoach. Tegelijkertijd ziet de auto mij af en toe extreem gestresst, zoals laatst toen ik abrupt op mijn rem sprong toen (gelukkig net voor de garage, ik had al zo’n vermoeden) al het koelwater ineens als een fontein de lucht in spoot.
Of neem het groene jurkje dat ik op Chaia’s verjaardag aan had. Dat is mijn empowerment dress, dat jurkje denkt dat ik heel sexy ben. Mijn oude campolaarzen daarentegen kennen een heel andere Anna.

Knikkers

Het leukste is het om verhalen te bedenken vanuit het perspectief van het huis. Muren met ogen inderdaad.
Chaia gaf dit weekend een groot slaapfeest. De rest van het gezin was  weggestuurd, gevlucht naar Granada en bij terugkomst naar de gastenkamer.  Daar lag ik in de nacht te luisteren naar gedreun van bassen en minder goed te definiëren geluiden. Knikkers? Rolden ze nou de hele tijd knikkers over de vloer?
De volgende ochtend ziet het huis er verrassend opgeruimd uit. Pas langzaam ontdek ik wat rare dingen. Mes en  vork naast mijn computer. Een mobieltje in de rijst. Dekens op de grond bij de wc. Patatjes in de kattenbak. Dat -als je goed kijkt- heel veel meubels op een net iets andere plek staan.  En waarom kleeft die vloer zo? Het feest was ‘heel leuk’, heel veel meer details krijgen we niet van de langzaam ontwakende slapers. Als moeder vind ik dat prima, als schrijfster een beetje jammer. Wat zou er allemaal gebeurd zijn? Wat heeft het huis gezien?

Categorieën
Verhalen van de berg

Sterretjes

Ha die Chaia, dochter van alweer zestien, je wilt nog steeds een blog voor je verjaardag, geloof ik. Komt ie.

Soms zijn we net twee katjes, jij en ik, die behoedzaam om elkaar heen draaien. Raak me niet aan zegt de kleine tegen de grote en die twee zitten elkaar enorm in de weg. Misschien lijken we teveel op elkaar, al wil je dat niet horen. En ik ook niet: als ik Ilco zegt dat dat temperament van jou hem ergens aan doet denken, haast ik me om het te nuanceren.
Maar hoe saai zou het zijn zonder jou met al je onrust, je bizarre woorden, de onnavolgbare teksten van je appjes, het zingen altijd en overal. En welk kind van jouw leeftijd zegt ineens out of the blue: ‘Mama, ik wil Anna Karenina lezen.’ ?
Juist met die eigenheid heb je veel vrienden gemaakt. Je bent omringd door jongens en meisjes die heel erg dol op je zijn, hier en in Nederland. Ik hoop zo dat die vrienden jou door dit komende jaar heen gaan slepen: het jaar van de verhuizing waar je zo verschrikkelijk tegenop ziet. Ik hoop dat het meevalt. Maar vooruit, je mag er nog heel veel ruzie met me over maken, kom maar op.  Als we ondertussen ook maar een beetje blijven lachen.

Twerken

Overal waar jij bent klinkt muziek van je telefoon, vanaf dat je opstaat totdat je naar bed gaat. Af en toe vlucht ik weg van Pitbull – maar soms vinden we elkaar ineens samen in de auto bij Cherish van Cool & the gang of bij The APL song, wat we allebei het allermooiste lied vinden van The black eyed peas. En we delen Coldplay!
Daarom draai ik vandaag A sky full of stars voor jou en jou alleen.
Je liefheid en sensitiviteit. Je schoonheid. Je briljantie. Je boekenhonger. Zelfs je chagrijn. En dat je kunt buikdansen en twerken als een echte pro, zo knap. Allemaal sterretjes aan mijn hemel.