Categorieën
Verhalen van de berg

Costa del Sol

We waren twee dagen aan de Costa del Sol waar het al volop zomer is en de middellandse zee prettig lauw.
Hier alvast de laatste tips en trends, voor wie het retourtje Torremolinos al in zijn mailbox heeft zitten.

Vakantievlechtje

Laten we beginnen met de mode. De brazilian bikini is definitief verdwenen, gelukkig. Dus: geen strings meer. Topless daarentegen is aan de Spaanse kusten nog steeds de gewoonste zaak van de wereld. Gezien: een stuk of tien 60+ dames die onder gekrijs als van een schoolklas in een achtbaan stuk voor stuk de badpakken omlaag stroopten en hun verpletterend witte, lang niet meer gekoesterde (maar wat weet ik ervan eigenlijk) boezems ontrolden.
Zodra je opstaat, is de doorzichtige blouse met patchwork dessin in donkerroze of paars een must (om al dat geschommel een beetje te verdoezelen natuurlijk), alsmede alles van tijger, panter, zebra. Heel goed ter plekke aan te schaffen trouwens, net als de tas, de zonnebril en het gekleurde vakantievlechtje – bij de opvallend slanke Senegalezen die zich als vanzelf bij je strandstoel aandienen (Ilco: ‘Meiden, wacht nou even met nog meer spullen kopen, het begint hier zolangzamerhand op de ontvangsthal van een asielzoekerscentrum te lijken’).

Alcohol

De Spaanse vrouwen en zelfs de jonge meisjes harsen fanatiek alle haren weg: denk arm, bovenlip, buik. Maar als man heb je beduidend meer vrijheid op dat gebied.
Ook heel geruststellend: het zomer-lijnplan mag per direct weer opgeheven. Aan de Costa del Sol kijken ze niet op een kilootje meer of minder. De tapas zijn dan ook zoals tapas bedoeld zijn: lekker vet. Dit schijnt op zijn beurt weer een teveel aan alcohol enigszins te neutraliseren, en is dus een must. Drankje van de dag is nog steeds tinto verano: zoete rode wijn gemixt met naar keuze spa of 7 up. Niks mis mee.

En dat gold voor het hele uitje. Topdagen gehad!

Categorieën
Verhalen van de berg

Lievelingsfilm

‘Mam, als je doodgaat draaien we Seasons in the sun en zetten we de hele tekst van Remember me with smiles and laughter op je graf.’
En dat alleen maar omdat ik heb gezegd dat ik Remember me in al zijn schaamteloze drama misschien wel de mooiste Kleine Huis-aflevering vind…
Nee, ik ga het niet hebben over wansmaak. Vandaag het antwoord op een vraag die ik in mijn mailbox vind: ‘Beste mevrouw Anna van Praag, ik doe mijn boekverslag over Het Heksenhotel en nu moet ik voor het hoofdstuk ‘wie is de schrijver’  zeggen wat uw lievelingsfilm of tv-serie is en waarom.’

Het is op zich een rare vraag (film – waarom niet boek? en hoezo zegt dat wie ik ben?) maar ik ben gelukkig dol op rare vragen.
Nee, het is niet Het kleine huis (Anna van Praag is een reli-fan), Out of Africa (verliefd op reizen), Groundhog Day (je kan met haar lachen) of Black Swan (interessant).
Anna van Praag was net achttien geworden en ging naar Parijs. Dat was zo stoer dat ik het allemaal nog een beetje stoerder maakte: ik nam geen boeken mee, geen muziek, geen telefoon (er was sowieso nog geen internet). En ook geen geld. Mijn vader gaf me net genoeg voor eten, de huur en om drie keer per week te kunnen douchen (de meterstand werd streng bijgehouden door een hopsita). ‘Als je meer wilt, ga je maar werken.’
Ik moest examen doen aan de Sorbonne en daarna duurde het nog twee maanden voor mijn studie begon. Twee maanden zonder boeken, telefoon, enzovoort. Het was winter en ik had het de hele tijd koud. Overdag ging ik naar het Louvre en liep achter willekeurige gezelschappen aan om me tussen de mensen te wanen. ‘ s Avonds telde ik de uren (nee, de minuten) tot ik mocht gaan slapen van mezelf.

Bioscoopje

Maar op een avond durfde ik voor het eerst naar buiten. In plaats van te eten ging ik naar een schattig bioscoopje. 37,2 le matin, heette de film. Het ging over een zinderende zomer, hevige liefde, waanzin en de dood.
De uitgang was in een of ander obscuur steegje, maar ik was niet eens bang. Die film had mijn leven op dat moment totaal overgenomen. Ik at, dronk, droomde, schreef wekenlang alleen nog maar 37,2 le matin.
Soms denk ik wel eens dat die film mijn leven redde. In ieder geval: als er weer eens een of andere gek zegt dat kunst alleen maar een hobby is, dan denk ik meestal hieraan. En nog steeds hangt de verschoten filmposter boven mijn bed.

‘Beste Louise, mijn lievelingsfilm is Betty Blue (Nederlandse titel) omdat ik dol ben op liefdesverhalen’.

(O ja, en nog even voor alle zekerheid: de eerste zin van dit stuk is dus géén verkapt testament).

Categorieën
Verhalen van de berg

Eng!

Als ik dit niet opschrijf kan ik echt niet gaan slapen. Dit is echt zo eng!
Heb ik net Dexter zitten kijken – alleen. Is ook al niet fijn. Doe ik toch een beetje zenuwachtig alle lichten uit…  zie ik een soort slang.

Ik herkende hem meteen. Het was de mega-duizendpoot, het beest waar alle Spaanse moeders hun kinderen voor waarschuwen: heel erg giftig. Heel erg groot ook, echt meer een slang maar dan dus met al die wriemelpoten. Deed me denken aan die keer in Latijns Amerika met die tarantula in de douche, alleen riep ik toen mijn man erbij. Die was er nu dus niet en dat beest was -snel!- op weg naar Bloems slaapkamer.
Dus ik pakte achtereenvolgens een blik (zonder stoffer), een houtblok, nog een houtblok en uiteindelijk een ware Dexter-messenset. Maar hij ging niet dood! Erger nog: ik maakte stukjes van hem en al die stukjes gingen alle kanten op, nog steeds heel snel op al die duizend poten. En je weet dus niet welk stukje dat erge gif heeft, misschien wel allemaal.

Ik geloof dat ik het nu onder controle heb. Maar -en dat is misschien wel het engste- ik weet het niet zeker. Wriemelt er nog ergens iets onder een houtblok uit? Is een zo’n stukje misschien onder de bank gekropen?
En nu? Moet ik blijven wachten? Heel hard naar mijn bedje rennen (maar mijn bloedjes van kinderen dan)? Wat zouden jullie doen, als je mij was?

Categorieën
Verhalen van de berg

Familie-opstellingen

Ik ben alleen thuis met Dunya en heb deze middag al honderd keer ingevuld: van schrijven tot zonnen, tot die stapel kapotte kinderkleren repareren (mensen die mij kennen gaan nu heel hard lachen) en nou eens eindelijk die sociale verzekeringsbank-uitschrijving regelen (nog meer gelach).
Maar dan staat ineens mijn zevenjarige dochter voor me. ‘Mama mag ik een filmpje kijken?’
‘Nu? Nee, het is veel te mooi weer.’
‘Wil jij dan met mij spelen?’
En in een moment van… nou ja laten we het liefde noemen… zeg ik: ‘Weet je wat: ik ben je playdate vanmiddag, en jij mag kiezen wat we gaan doen.’

Indiantentooi

Ik herinner me nog de …. goed, laten we het verbazing noemen…  toen ik vroeger in Durgerdam een kind bij een vriendje ging ophalen en de moeder opendeed in indianentenue, compleet met verentooi en pijl en boog. Ze mompelde iets van ‘Zo leuk gespeeld, samen met de kinderen.’
Daar zul je mij niet snel op betrappen.
Maar Dunya heeft iets megalomaans dus vijf minuten later hangt mijn nieuwe middagprogramma op de ijskast geplakt: ‘1. met de boederij, 2. koekjes bakken, 3. met de poppen.’
Dat is te overzien. Denk ik nog.
Maar ja, dit is Dunya. Een poppenfamilie (ik: ‘laten we er vijf mee naar buiten nemen’) bestaat bij haar op zijn minst uit vijftien (Dunya: ‘tien dan’) en eindigt met dat je met twintig poppen een feestje zit te vieren. En bij dat feestje moeten natuurlijk slingers aan de waslijn, die eerst moeten worden geknipt en gekleurd, en taarten op tafel (bij voorkeur gebakken in een bakblik uit de keuken met echte bloem en suiker en o ja, veel zand), om maar niet te spreken van de zestien keer twee cadeautjes die ook allemaal moeten worden ingepakt. En snoep. En chips. En een grabbelton natuurlijk.

Feesthoedje

Familie-opstellingen in een slagveld. Dat is een tamelijk adequate samenvatting van mijn middag.
Het zou grappig zijn als dit verhaal zou eindigen met iemand die langskwam en mij zou aantreffen met bloem in mijn haar, lijm aan mijn vingers en een feesthoedje op.
Maar voordat dat kan gebeuren steekt de wind op. Alle cadeautjes tuimelen over de patio en de slingers scheuren van de waslijn.
Dunya kijkt opzij: ‘Mam…?’
Ik knik opgelucht. ‘Filmpje kijken?’

Categorieën
Verhalen van de berg

Missing persons

Kan een mens van de radar verdwijnen? Wij waren in Afrika een tijdje (per ongeluk) uitgeschreven, toen bestonden we dus even niet. Maar voor wie wat moeite deed (zoals de strenge ambtenaren van de schoolinspectie), waren mijn weblog en dus waar we uithingen zo op internet te vinden.
Je zou denken dat iedereen wel op een of andere manier te linken of te googlen is. Maar nee dus, ik ben  best veel mensen van vroeger helemaal kwijt.

Vriendjes

Wat is er bijvoorbeeld geworden van Simon, mijn allereerste vriendje? Ik herinner me vooral dat hij niet kon zoenen, zou dat nog goed gekomen zijn vraag je je wel eens af op een onbewaakt moment. Ooit is mijn zus hem nog eens tegengekomen en bij die gelegenheid is hij haar meer dan innig om de hals gevallen. ‘Wat geweldig om je weer te zien!’ Mijn zus was zo gegeneerd dat ze hem niet uit de droom durfde te helpen, dus hij zal nu wel denken dat ik kort haar heb en modelachtig slank ben geworden.
Of Henk met de rode haren, met wie ik van ons beider ouders niet samen in een tent op het landje mocht slapen, hoe zou hij er nu uitzien? (er was helemaal niks tussen ons, maar na dit verbod zijn we elkaar nog jarenlang schichtig blijven ontwijken). Eén ding is zeker: mij vindt hij niet want op mijn achttiende heb ik mijn naam veranderd (ha, een heuse ontboezeming op het weblog! En nee, ik zeg het niet).

Moslima

Nooit meer lief bleek een onverwachte manier om oude bekenden terug te vinden. Het boek speelt op mijn oude basisschool en sommige hoofdpersonen bestaan echt. Ouave, die zo lief was dat ze wel van mij met haar echte naam in het boek mocht, bleek nu een gesluierde moslima te zijn met vijf kinderen. Marijke, die ik voor de zekerheid maar wel een andere naam had gegeven, was inmiddels bibliothecaresse om de hoek van de school. Ze nam het gelukkig sportief op, maar ik schrok enorm toen ze me op een dag zomaar uit het niets opbelde. ‘Wat? Wie? Eh, mag ik je zo even terugbellen?’
En nu, door het volgende grote boek dat ik schrijf, moet ik steeds denken aan mijn oude buurmeisje Laura. Jarenlang deden wij alles samen, daarna hadden we jarenlang ruzie – en nu is ze dood. Tenminste, dat gerucht ging. Maar het gekke is: ik kan het niet vinden op internet, haar naam niet en ook niet die van haar familie (ze had vier zussen en een broer). Niet eens bij de opstelling van een of ander amateur-hockeyteam, of de notulen van een moderne (want via internet communicerende) ouderraad van een school.  Niet bij afbeeldingen, niet bij schoolbank, niks.
Dat kan dus nog steeds: gewoon verdwijnen.

Categorieën
Verhalen van de berg

Kinderjury

Mijn moeder aan de telefoon. ‘De laatste dag vandaag he?’
Ik heb geen idee waar ze het over heeft.
‘Ik vind het toch zo spannend,’  gaat ze verder, ‘je houdt me wel op de hoogte toch?’
Er begint me iets te dagen. ‘Je bedoelt…’
‘Aan mij zal het niet liggen,’  zegt ze tevreden, ‘ik heb mijn uiterste best gedaan, heel Nederland weet het. Niemand kan er meer omheen: jij wordt het!

Heeft mijn moeder gelijk: word ik genomineerd door de kinderjury?
Met collega-schrijver Manon Sikkel heb ik al een weddenschap over wie van ons de mooiste schoenen gaat dragen op de rode loper van Carré. Want dat is waar de genomineerde schrijvers zullen verschijnen, ongeveer de hoogste staat van glamour, denk ik, die je als kinderboekenschrijver in Nederland kunt bereiken. (Mijn moeder: ‘Carré? Echt? Oh….’)
Ik schat in dat Manon Sikkel Italiaanse designersschoenen gaat dragen, terwijl mijn enige designschoenen Engels zijn en (o kleine zeemeermin) in mijn voeten snijden bij elke stap. Toch durf ik die weddenschap wel bij elkaar te bluffen – om het simpele feit dat ik toch niet genomineerd ga worden. Schiet niet op mijn olifant is op de tiplijst beland en dat is al stoer genoeg. Daardoor kreeg ik van de uitgever ineens een stapel olifanten-foldertjes (getipt! stem!) om campagne mee te voeren. En met die folders is mijn moeder dus uiterst fanatiek het land in getrokken.

Wereldberoemd op de Snoekjesgracht

De speelgoedwinkel. De boekwinkel. De bakker. De coffeeshop. In een straal van honderd meter rond de Amsterdamse Snoekjesgracht waar mijn moeder woont ben ik inderdaad niet te missen (ga maar kijken). Mijn moeder is een geliefd oud dametje en haar buren willen haar best ter wille zijn door zo’n foldertje op te hangen (of ze willen maar al te graag van haar af zijn – mijn moede kan ook erg dwingend zijn).
Daarnaast is mijn moeder de afgelopen weken op pad geweest naar Domburg en Texel. Steeds weer met een tas vol foldertjes, die ze schaamteloos en vol moederliefde op de raarste plekken heeft lopen uitdelen en ophangen. ‘Iedereen vindt het zo leuk!’
Maar ja, het gaat dus om het stemmen en het zijn de kinderen die dat doen. Het is heus geen valse bescheidenheid om te stellen dat ik het bij hen met geen mogelijkheid kan winnen van de Oomens, de Van Loons, de Stiltons, of zelfs de Sikkels.
Maar toch. Wat zou het leuk zijn. En nou ja, heus niet alleen voor mijn moeder…

Categorieën
Verhalen van de berg

Keren op een smal (processie)weggetje

Wat deed ik deze zondag? In een lange processie door de olijfvelden lopen, omringd door oude vrouwtjes in flamencojurken en begeleid door valse trompetten en dwarsfluiten.
En wat had dat met Ajax te maken?

San Isidro

Dat het een belangrijke dag was voor het voetbal, wisten we allemaal, maar wie wist dat het ook de dag was van San Isidro, de beschermheilige van de olijfboeren? En laat deze sympathieke boerenheilige (in ieder geval zijn beeld) nou net wonen in het kapelletje bij ons om de hoek. Daar was dus paella, bier, flamenco en een lange processie in de hete zon. Ik was er al voor het tweede (of derde?) jaar en voelde me enorm ingeburgerd. Zo weet ik inmiddels hoe je moet lopen in processies (schaatsend), hoe je ermee moet keren op een smal weggetje (op precies het goede moment langs de kant gaan staan, wachten tot de kop van de stoet weer langs komt en dan weer aansluiten na de mensen van de hermandad), en dat het eigenlijk een enorm sociaal gebeuren is: je zoent de burgemeester, kletst met al je buren en raakt ondertussen langzaam in een soort trance van die rare muziek. Of anders wel van de hitte. De dametjes wapperden wild met hun waaiers en de priester in zijn lange witte gewaad droeg een zonnebril en een knalblauwe parasol.
Er was geen toerist te bekennen – tenzij ikzelf dat was.

Eufoor

De processie eindigde in de kapel. Normaal heb je in de campo geen bereik, maar nu leek San Isidro er zelf in te bemiddelen dat ik zo ongeveer voor het altaar doorkreeg dat tweeduizend kilometer verderop in de Arena Ajax kampioen was geworden. ‘Een van de mooiste momenten van mijn leven’ sms-te Ilco eufoor, gevolgd door ‘ We zijn nu aan het dansen in het spelershome’.  Daarna werden de teksten minder coherent (iets met ‘Museumplein’), om uiteindelijk helemaal op te houden.
En ik zag het weer helemaal voor me: de feestjes tijdens Van Gaal op het Leidesplein, en de vorige keer dat ze kampioen werden, ook op het Museumplein.

Een echte feest

Terwijl nu. De Spaanse en Nederlandse meisjes die ik onder mijn hoede had, waren inmiddels uitgewaaierd richting suikerspinnen, springkussen en spannende jongens en kwamen alleen af en toe even snel geld bietsen. Mijn buren waren verderop enorm druk met het coördineren van de paella (belangrijk) en met het drinken van heel veel bier (nog belangrijker). Hoeveel makkelijker zou het leven zijn als ik van bier hield?
‘Vandaag is Ajax kampioen geworden,’  vertelde ik links en rechts en de Spanjaarden knikten, die snappen natuurlijk heus wel wat van voetbal.
Maar toch, ik miste ineens enorm ‘een echte feest’ (zoals Jari Limanen het kampioensfeest ooit noemde).

Is dit dan wat spleen is? (ha, ik kan het een keer gebruiken, zie het bericht ‘snoepjes’). Het is in ieder geval wat onthechting is. Niet hier en niet daar. Waar ben ik?

Categorieën
Verhalen van de berg

Naaktslakken, slijmsporen, kots

Aan de grote tafel op de patio eten we verse patatjes in de warme namiddagzon. Het enige dat je hoort zijn tsjilpende vogeltjes en een koekoek verderop in de olijfbomen. Om ons heen spelen de wilde katjes. De rozen bloeien wulps, naast Ilco’s Afrikaanse planten met hun oranje puntbloemen die op papegaaien lijken. Er wappert een wit wasje.
Dit zijn dus van die teksten die ik niet zo vaak hier opschrijf omdat andermans idylle zelden boeiend is (toch, Ilco?). Ook niet voor jezelf; ik kan soms letterlijk misselijk worden van teveel romantiek.
Maar gelukkig hebben we Dunya.

Dunya, die geen seconde aan tafel kan blijven zitten en om ons heen rent, bloot als altijd, met een verrekijker om haar nek. ‘Kom nou even eten.’  ‘Geen honger!’  (het is niet dat ze niet eet, het is alleen dat ze nooit eet als het etenstijd is). Die op dingen klimt waar ze beter niet op kan klimmen, haar zoveelste wond valt, naar binnen stormt om haar nieuwe drumstel nog even uit te proberen en dan ineens weer vijf minuten doodstil zit omdat ze perse, met haar verrekijker, een kotsende poes van heel dichtbij moet bestuderen.
‘Ik ga over je schrijven hoor, Dunya.’
‘Als je dat waagt,’  zegt ze dreigend, om het een seconde later alweer totaal onbelangrijk te vinden. Want daar is een naaktslak en ze wil timen hoe snel hij gaat. Om hem op te jagen zet ze een paar wilde poezen naast hem neer. Er zijn er alweer twee zwanger, zie ik zonder het echt te willen zien, hoe dat toch verder moet…

Doorgeknipt

‘Je wil gewoon dat de poezen die slak gaan opeten,’  zegt Chaia, de dierenvriend, die haar zusje erg goed kent. ‘Nee hoor,’  liegt Dunya glashard.
Ilco is nu ook afgeleid van de patat en zegt: ‘Heb je die slak nou doorgeknipt? Hoe komt ie zo gehavend ineens?’
Chaia springt ook van tafel. ‘Als je dat hebt gedaan speel ik nooit meer met je, dan ONTZUS ik je.’
Ik bezie dit alles nog steeds vanaf een loom soort afstand. Vanuit mijn ooghoek zie ik hoe de overgebleven katten de berg groene kots (hoezo groen? denk ik vaag geintrigeerd) van hun poezenoom beginnen op te smikkelen. Bloem, die het ook ziet, schuift haar bord opzij en gaat op de bank liggen zonnebaden.
En dan is die naaktslak toch ineens verdwenen.
Chaia gaat er gillend van woede op haar fiets vandoor, maar Dunya beweert dat de slak gewoon is gevlucht. ‘Ik hoef alleen zijn slijmspoor maar te volgen met mijn verrekijker.’  Ze kruipt nu over de patio, duikt onder de rozen, stoot tegen de paal van de waslijn. Een paar frisgewassen handdoeken vallen in de zwarte aarde.
Ergens blaft een hond.

Categorieën
Verhalen van de berg

Snoepjes

Ik verzamel mooie en een beetje moeilijke woorden. Niet perse om ze te gebruiken (in kinderboeken kom je daar niet zo ver mee) maar gewoon voor de heb.

Dat verzamelen begon denk ik met het woord psychedelisch.
Dat was in een stoere tijd dat ik veel muzikanten kende en rondhing bij rokerige podia. En ik ontdekte dat je erg veel indruk kon maken met dat woord. Was er heel veel herrie? Krijsende gitaren? Melodielijn ver te zoeken? Dan  was het tijd om, schijnbaar achteloos, te zeggen: ‘Ik hou wel van dit soort psychedelische muziek.‘ Succes verzekerd!
Ook een heel interessant woord is spleen. Ik kende het eerst alleen van dat gedichtje over hondjes achter het vensterglas. Later kwam ik erachter dat het een bepaald soort melancholie aanduidt, iets als ‘depressief maar niet zo erg’.  Dat maakt het een interessant artikelwoord. ‘Is dit soms wat spleen is?‘ vroeg een leuke journalist zich een keer af in een stuk over Grunberg. Dat klonk spannend en ervaren, vond ik.
Net als het woord transcendent. Ook zo’n woord waarmee je een gezellig artikeltje voor een of ander tijdschrift wat meer cachet kan geven. ‘De transcendente ziel van de jongen die nooit wilde opgroeien‘  las ik een keer  in een heerlijk stuk over Peter Pan. Mmmm, mooi woord!

‘Een griezelig misogyne man’

Grenzeloos, mythisch, Pavlov, zinnebeeldig.  Woorden om als snoepjes op te sabbelen. En vanochtend ontdekte ik misogyn. Dacht natuurlijk eerst dat er iets heel erg mis was gegaan met het woord misschien, maar nee. Misogynie bestaat en het betekent, gek genoeg, vrouwenhaat. Dat kan ik vast nog wel eens een keer gebruiken (‘literaire prijzen zijn per definitie misogyn!’).
Iemand nog meer tips voor mijn verzameling?

Categorieën
Verhalen van de berg

En Bloem is jarig vandaag!

Drie meisjes van veertien – wat zijn ze mooi en leuk!