Categorieën
Verhalen van de berg

Nee we eten geen varkensoortjes

‘Dus jullie eten helemaal niet elke dag varkensoortjes? En Dunya loopt niet de hele tijd op haar laarsjes door het bloed van de slacht te banjeren?’
Ik geloof dat ik wat recht te zetten heb. Dat ik ons leven hier wat ruiger heb voorgesteld dan het eigenlijk is.

Overal emmertjes

Onze gasten komen veel te laat. ‘Bij de bushalte de camino rural naar boven, de berg op’  heb ik gezegd. Maar: ‘Dat is asfalt, dat kan het niet zijn.’  Dus nemen ze met hun kleine huurautootje het eerstvolgende zandpad, doorwaden rivieren, breken bijna hun assen over enorme keien. Klopt dit wel? De kinderen hebben zo hun twijfels. ‘Dan moeten Bloem, Chaia en Dunya elke ochtend wel een enorm eind naar beneden lopen voor de schoolbus.’  Maar de moeder, trouwe lezeres van het weblog, weet wel beter. ‘Ja, ze zitten helemaal alleen boven op een eenzame berg. Nog even jongens. Ik ga nu met mijn linkerwiel door dat middenspoor proberen te rijden, nee je hoeft niet uit te stappen, nog niet.’
Pas als ze de berg naast ons helemaal bedwongen hebben, besluiten ze te keren en toch maar die asfaltweg te proberen. En ja, dan ben je dus in een minuut bij ons huis. Eenmaal binnen kijkt Nellieke verbaasd om zich heen. ‘Het is helemaal af! Ik dacht dat er overal emmertjes zouden staan tegen het lekkende dak. Geen pannen meer over voor het kerstdiner, zo was het toch?’

Afrika

Ilco is boos op me. ‘Jij ook altijd met je dichterlijke vrijheid.’
Maar echt, ik ben me van geen kwaad bewust. Ilco heeft een talent voor het  vergeten van de mindere momenten, ik leg ze juist onder een vergrootglas. Want als je alles nuanceert, blijft er geen verhaal meer over. Toch? Schrijven is de waarheid liegen. Ik weet niet meer wie dat zei – en ik kan het ook niet opzoeken want het internet ligt eruit door de bliksem. ‘Toch nog een beetje Afrika’  probeer ik. En Ilco moppert: ‘ Voor het eerst ja, voor het eerst!‘  Wat ook niet waar is.

Categorieën
Verhalen van de berg

Interviews

Je zou, met al die rare dagen en vakanties, bijna vergeten dat Vossenjacht nog maar net uit is.

Hier staat een gesprek met mij over de achtergronden ervan:

http://www.ezzulia.nl/interviews/annavanpraag.html

Over interviews gesproken: vandaag staat er een enorm groot stuk over Ilco in de Volkskrant.

En dat gaat natuurlijk over MasterPeace en 5 mei. Vandaag op diverse Bevrijdingsfestivals zijn er tenten van MasterPeace. Ga vooral kijken, ik wilde dat ik zelf even over kon komen…
Categorieën
Verhalen van de berg

Don’t walk on the mass graves

Als kind was ik dol op 4 mei. Rond die dag beeldde ik me hartstochtelijk in dat ik Anne Frank was. Ik leek toch al op haar, dus kon ik die rol maar beter heel goed spelen. Oorlogsfilms verslond ik. De eerste shots van de Waalsdorpervlakte zorgden voor diepe ontroering en in mijn gedachten zag ik het fusilleren, de concentratiekamptreinen en de razzia’s in stemmig zwart-wit voor me. Reed er een brommer door de minuut stilte heen, dan sneed dat door mijn ziel.

Dat onschuldige gevoel voor drama ben ik kwijt, helaas. Op een gegeven moment nam het echte leven de plaats in van het romantische verleden van boeken, films en een paar familieverhalen.
Dus daar zit ik dan vanavond met drie kinderen in Spanje (‘nee, je moet iets eerder stoppen met schooltoneel vandaag, we moeten herdenken vanavond’) manmoedig te zwijgen voor de satellietbeelden, volgens mij nog steeds van de Waalsdorpervlakte. Zelfde vlakte, zelfde holocaust. Ik ben zelfs nog steeds dezelfde pacifist.
Maar ik denk aan iets heel anders.

Rwanda, twee jaar geleden

We waren er per ongeluk beland (oorlog in Kenya) en vervolgens, weer bijna per ongeluk, in een memorial centre van de genocide terechtgekomen. De Hutu’s en de Tutsi’s – dat zei me eigenlijk niks.
Totdat ik daar in dat centrum liep, dat een en al dood en verderf is (‘don’t walk on the mass graves’). Zoveel doden, zoveel oorlog, en zo heel erg kort geleden nog maar.
Maar ook al die letterlijkheid raakte me niet, niet echt. Dat gebeurde pas toen ik binnenstapte in de gezellige oranje speelzolder van dat centrum. Het enige dat daar te zien is, zijn kinderportretten. Naast elke foto lees je over de hobbys (‘dansen’, ‘mijn zusje pesten’), dromen (‘dokter worden’) en favoriete knuffels van elk kind. En, o ja, hoe ze vermoord zijn: doodgemarteld, doorkliefd met een hakmes, gefusilleerd bij een massagraf. Want dit zijn, vermeldt het opschrift ‘de kinderen die onze toekomst hadden moeten zijn’.

Daar denk ik aan, en niet alleen vanavond.

Categorieën
Verhalen van de berg

Bericht van mijn dode grootvader (op 1 mei)

‘Omdat wij nu eindelijk zullen leven volgens de stem van ons eigen, innerlijke geweten!‘  riep Erwin uit terwijl hij in de hoog oplaaiende vlammen staarde.
‘Maar of dat ons ook inderdaad lukken zal?’  merkte Paul ongelovig op.
‘Het moet! Anders wordt het nooit beter.’
Zij wachtten totdat alle vuren uitgebrand waren. Toen liepen zij verder, de donkere nacht in.

Idealen!

Dit, lieve lezertjes is het einde van de kinderboekenserie ‘De kinderen van nummer 67’ door Lisa Tetzner, reeds lang begraven op de boekenberg, maar hier bij mij nog integraal te lezen, alle negen delen. Een geweldig voorbeeld van boeken die snappen hoe alles moet, die kinderen opvoeden in het naleven van solidariteit en broederschap.
Het zijn de boeken die ik kreeg van mijn grootvader, zelf ook al heel lang dood. Toch komt hij nog wel eens bij mij terug, zoals vandaag, niet toevallig  op 1 mei: Jaap van Praag, socialist van het eerste uur. Door hem heb ik nog steeds een zwak voor mensen met idealen, voor iedereen die hartstochtelijk streeft naar een betere wereld.
Zou mijn grootvader (die ik ook echt ‘grootvader’ noemde, niet opa) mijn boeken snappen? Zou hij begrijpen dat in de verhalen van zijn oudste kleindochter goed en fout helemaal niet zo duidelijk gescheiden zijn, dat ik de antwoorden niet zo makkelijk vind als hij en zijn oude verzetsvrienden van de NSDAP en de VARA?
Ik heb er nooit met hem over kunnen praten, mijn grootvader deed niet aan kindertaal. En toen ging hij dood.
Toch, denk ik, leeft iets van hem in mij voort. En hij heeft ook een soort antwoord gegeven, zie ik ineens. Een zelfgemaakt gedicht in mijn poesiealbum, indertijd vol onbegrip door mij opzij geschoven (er stond niet eens een mooi poesieplaatje bij). Maar nu denk ik: ja, ach ja…

De mooiste dingen zie je niet
De fijnste wijsjes hoor je niet
De wijste woorden zegt men niet
De liefste dromen kent men niet
Maar dingen, wijsjes, woord en droom
Vertolken soms die verre toon;
Weerspiegelen een ander land
Zoals een boom aan waterkant.

Jaap van Praag (1911-1981)

Categorieën
Verhalen van de berg

Heerlijk Spaans verhaaltje

Chaia’s leuke nieuwe meester doet een gedachte-experiment met de klas: de wereld vergaat, alleen 5 mensen krijgen de kans om te ontsnappen in een ruimteschip. Zij kunnen ergens anders een nieuwe wereld leefbaar gaan maken. Wat voor soort mensen heb je dan het hardst nodig?

Artista

Er moet een dokter bij zijn, daar is iedereen het snel over eens. Maar verder? Een architect om huizen te bouwen in de nieuwe wereld?
‘Misschien weet die architect wel helemaal niet hoe hij daadwerkelijk een huis moet bouwen,’  zegt de slimste jongen van de klas. Zodat ze gezamenlijk besluiten de architect in te ruilen voor een timmerman. Beter een lelijk huis dan geen huis.
Een wetenschapper hebben ze ook nodig, vindt de klas, om nieuwe dingen uit te vinden en te snappen hoe alles werkt. En misschien een tuinman die kan zorgen dat er van alles eetbaars gaat groeien?
Chaia, kind van mijn hart, pleit voor een ‘artista’, iemand die over de nieuwe wereld kan schrijven, bijvoorbeeld. Grappig genoeg is de hele klas (die normaal collectief lezen haat en Picasso nog niet van Goya weet te onderscheiden) het met haar eens. Er gaat dus ook een kunstenaar mee naar de nieuwe wereld.

Sara Carbonero

Een timmerman, een wetenschapper, een dokter, een kunstenaar. De laatste persoon die mee moet is de lastigste. De discussie in de klas loopt hoog op. Een kok misschien? Of toch die tuinman? Een van de jongens vindt absoluut dat Sara Carbonero mee moet, dat is de sexy sportpresentatrice van TeleCinco (net als Yolanthe getrouwd met een topvoetballer). Maar de meisjes zijn tegen.
Het winnende idee komt uiteindelijk van de kleine Elena. ‘Ik weet het!’  roept ze plotseling, ‘ ik weet wie er nog mee moet: een abuela!’
Verwarring in de klas. Een abuela? Een grootmoeder???
Maar sommige kinderen knikken al. En Elena verduidelijkt: ‘Dan is er altijd iemand bij die warme truien kan breien en koekjes bakken!‘

Commercial break

Nog even iets anders. Mijn ‘agent’ Remco gaf me nog wat links door waarin ik praat over Vossenjacht, dus voor wie er geen genoeg van kan krijgen:
Radioprogramma Capuccino:
http://cgi.omroep.nl/cgi-bin/streams?/radio2/ncrv/cappuccino/20110423-09.wma.
Het begint op 2.13.50 (uur, minuut, seconde) tot ongeveer 2.20.50
En Oba Live:
http://www.obalive.nl/default.aspx?lIntEntityId=1447
Je kunt dan eerst klikken op ‘mijn’ deel, maar ook op het tweede deel waarin ik ondermeer reageer op Edward van de Vendel.

Categorieën
Verhalen van de berg

Morgen zal alles anders zijn

Ik ben ontroerd door de voorstelling ‘Koppig‘  van de muzikant, de jongleur en het trapezemeisje. Met mijn boek Wraak van de stier heeft het niet zo heel erg veel meer te maken, of toch? Iets in de sfeer is wonderbaarlijk hetzelfde.
En dan is er natuurlijk het lied.

Spionnen

Inmiddels ben ik weer terug in Montefrio, waar het (ja, lees het maar met leedvermaak) koud is. Ik zit bij het haardvuur te schrijven. Toen ik vannacht eindelijk weer op de berg kwam (vanuit Groningen via Weeze, dat is bij Venlo en dan naar Duitsland!), moest ik eerst nog samen met Ilco alle meegebrachte paaseitjes verstoppen – wat we in serene stilte en bijna zakelijk (zeer ervaren natuurlijk na meer dan tien jaar) volbrachten. Toen pas kon ik eindelijk weer eens slapen.
En nu?
Vossenjacht is gelanceerd, ik heb mijn best gedaan, nu is het afwachten wat ermee gaat gebeuren. Willen jullie een beetje mijn spionnen zijn? Kijken of het er mooi bij ligt in de winkel? Het mij vertellen als je er ergens een recensie over ziet, ook een slechte (brrrr…)? Zelf ben ik meestal zo’n beetje de laatste die erachter komt hier in Spanje.

Tijdreizen

Het is altijd een soort tijdreizen tussen Nederland en Amsterdam. Van een werelds, vol en supersociaal bestaan terug naar de essentie. Nog allemaal flarden in mijn hoofd. Zoals die circusvoorstelling dus. Ik had daarvoor een lied geschreven met de titel ‘Morgen zal alles anders zijn’.  Daar hadden ze zulke mooie muziek bij gemaakt, en ze zongen het zo innig. Ik heb er nog steeds een beetje kippenvel van.

Categorieën
Verhalen van de berg

3 x blij

De volgende keer dat ik schrijf ben ik weer in Spanje. Ik krijg nu nog even een druk weekend met nog een ander radioprogramma (Capuccino, Radio 2, zaterdagochtend 11 uur!) en de premiere van de circusvoorstelling.
Maar eerst: hoe was het gisteren? Drie geluksmomenten.

1. Kermis

Ik loop over de Dam want ik ga lunchen met mijn uitgever. Op zulke momenten moet ik atijd nog denken aan de tijd dat ik als straatarme student in Parijs woonde. Als ik een avondje uit was gegaan, moest ik de hele week stokbrood met camembert eten, meer avondeten kon ik me niet veroorloven.
Ik zie me nog rond de Hallen dwalen en met een soort hongerige bewondering kijken naar alle terrassen. Daar zaten mensen te lunchen met witte wijn en salades. Zo chic vond ik dat! Ooit, dacht ik, ooit zou ik zelf…
En zie mij! Ik ga nu niet alleen lunchen met salades op een terras, ik ga ook nog eens lunchen met mijn uitgever. Misschien raar na zoveel boeken, maar ik kan me nog steeds met een schok realiseren: het is gelukt, ik ben echt schrijver geworden.
Dus ik loop over de Dam en ik ben blij want het is ook nog kermis en ik hou zo van de kermis. Van die onverstaanbare geluiden, van de suikergeuren, van de ranzigheid, van het reuzenrad. Er is zelfs een metershoog spook met knipperlichtogen!

2. Kinderboekenschrijver

Ik zit middenin de Talkshow om Vossenjacht te promoten en ineens zweef ik erboven. Ik zie al die mensen in de zaal naar mij kijken, ook wel wat mensen die ik erg mis (mijn man, mijn meisjes), maar vooral ook: zoveel mensen die er wel zijn, die de moeite hebben genomen om op deze warme dag naar dit zaaltje te komen om een uur naar mij te luisteren. Ik vind iedereen die daar zit ineens zo lief…  
En dan heeft presentator Paul Rosenmoller  ook nog eens heel goed mijn boek gelezen en zegt hij om de haverklap ‘kinderboekenschrijver Anna van Praag….’  Weer diezelfde opwinding: dat ben ik, hij bedoelt mij!

3. Prosecco

En dan is alles alweer voorbij en zit ik met Mylou prosecco te drinken en enorm slap te lullen over boeken en schrijven en de liefde en het leven. Gesprekken die we al dertig jaar voeren en ik ben weer gewoon wie ik ben, met mijn hele hebben en houden en nog meer dan tijdens het interview voel ik me gezien. 

Het was een mooie dag.

Categorieën
Verhalen van de berg

Flying in the hours of darkness

‘This is a normal procedure when flying in the hours of darkness’  zegt de piloot door de intercom.
In de nacht in de lucht, daar word je vanzelf poëtisch van. De piloot bedoelt het vast niet zo, maar ik zie onmiddellijk een symbolische betekenis in zijn woorden. Zeker als er middenin die zwarte nacht ineens naast het vliegtuig een enorme maan opduikt. Sinds Het heksenhotel weet ik alles over de maan. De volle maan van half april heet ‘de maan van het ontwaken’  en volgens de wicca’s staat hij voor ‘wedergeboorte’.  Wat een heerlijk spiritueel moment om een nieuw boek te gaan lanceren!

Prius

Maar ja, dan sta je ineens aan de grond op het vliegveld van Weeze, waar om dat tijdstip geen bus meer rijdt, laat staan een trein, en daar is weinig spiritueels aan. Dus wat doe je op zo’n moment, als wijze, volwassen vrouw? Je belt je vader. En die komt ook meteen met zijn Prius aan om je in een dikke twee uur  naar de echte wereld te vervoeren. Lang leve de vaders!
Onderweg zie ik hem weer, de maan. Hij is nog steeds enorm en vriendelijk oranje. Om ons heen is verder alles pikdonker , dus die maan is echt een baken.
Onmiddellijk krijg ik weer het ‘flying in the hours of darkness’-gevoel en ik leun comfortabel achterover. Wij zoeven inmiddels door een surrealistisch universum van afgesloten wegen en blijven eindeloos rondjes om Utrecht draaien, met als enig gezelschap een paar wegwerkers.

Illusie

Mijn vader is – hoe zal ik het zeggen- niet echt zen als het op wegwerkzaamheden aankomt en al helemaal niet om 2 uur ’s nachts als je maar om Utrecht heen blijft cirkelen. Toch lukt het me, halfslapend, om in de ban van de maan te blijven. Hij is vandaag speciaal voor mij zo groot, ik voel het gewoon.
En zelfs mijn vader ziet het, ondanks zijn agitatie.
‘Dat heet de maanillusie,’  zegt hij ineens.
Wat?
‘Dat die maan zo groot lijkt als hij laag staat. Want dat is hij niet, hij is net zo groot als anders. Dat is gewoon een feit.”
‘Maar die maan is reusachtig.’
‘Ik zeg het toch: dat ljikt alleen maar zo. Wetenschappers hebben nog nooit kunnen aantonen dat het ook daadwerkelijk…”
‘Ik zie het toch?’
‘En dat, lieve schat,  heet dus de maanillusie.’

Categorieën
Verhalen van de berg

Heftig boek

‘…Toen zaten we te wachten en te wachten, maar de godsdienstleraar kwam niet. Eindelijk kwam er iemand zeggen dat hij een hartaanval had gekregen en de les niet doorging. Wij meteen juichen natuurlijk…’
Dit zegt mijn lieve, zachtaardige dochter en ze is zich van geen kwaad bewust. Herkenbaar? Welkom in de wondere wereld van het kinderbrein!

Geweten

Ik ben gefascineerd door het geweten. Al sinds ik Het heksenhotel schreef, over een meisje dat meegesleept wordt in een heksensekte, vraag ik me af: hoever ga je over je eigen grenzen heen als je graag ergens bij wilt horen? Hoe makkelijk is het om je ogen dicht te doen?
En dit thema kreeg vleugels toen ik Nooit meer lief schreef en me ging verdiepen in kinderen en geweten. Mensen die het weten konden vertelden me dat het geweten van kinderen nog helemaal niet is volgroeid – dat gebeurt pas ergens rond je vijfentwintigste. Dus: kinderen zijn extra kwetsbaar, gaan nog sneller over grenzen heen dan hun ouders, en vallen ook harder.

Perstournee

En nu heb ik weer een boek geschreven dat gewetensvragen oproept. Vossenjacht, het verhaal van een populair groepje op school dat niet zo onschuldig is als het lijkt, is geen prettig verhaaltje voor het slapengaan. Mijn uitgever noemt het ‘heftig, angstaanjagend, schokkend’.  En daarom ga ik komende week speciaal naar Nederland om over dit boek praten, onder meer in de talkshow Oba Live. Grappig en stoer – een heuse perstournee!
Maar stiekem zie ik er ook wel een beetje tegenop, want, dat heb ik bij Nooit meer lief wel gemerkt,  mensen vinden het vaak enorm lastig als kinderboeken uit de comfort zone gehaald worden. Ik bereid me dus voor op pittige vragen en misschien zelfs weer (ik hoop het niet) de reli-discussie.
Overigens heb ik dit soort gesprekken nooit met kinderen zelf. Mijn proeflezers vonden Vossenjacht vooral ‘spannend’  en zelfs ‘leuk’.  Maar goed, die hebben dan ook maar een half geweten…

Bij Oba Live, een talkshow in de Amsterdamse bibliotheek, ben ik  hoofdgast op donderdag 21 april van 19-20 uur. Luister live op Ikon Radio 5 of, leuker, kom langs, de toegang is vrij!

Het stuk dat ik schreef over kinderen, kinderboeken en geweten staat hier:
h
ttp://www.annavanpraag.nl/wie-is-anna/vrij-nederland/


Categorieën
Verhalen van de berg

Dwalen door Nostalgia

Mijn vriendin Mylou wordt geinterviewd door het Haarlems Dagblad omdat ze, heel stoer, genomineerd is voor een belangrijke Haarlemse cultuurprijs. ‘Mijn vader hing altijd rond op de terrasjes van de Grote Markt’  vertelt ze bijvoorbeeld en dat weet ik, want toen waren we ook al vriendinnen. Haarlem was de stad waar alles voor ons voor het eerst gebeurde: vriendschappen, liefdes, liefdesverdriet en de slappe lach. We kochten er onze eerste schoenen met hakken (zij zwart, ik grijs), hadden er onze eerste vakantiebaantjes en ook onze eerste begrafenis. Hoe wonderbaarlijk en comfortabel als je daar, zoals Mylou, nog steeds elke dag rondloopt.
(lees verder)

Een warm gevoel bij haring

‘Nooit meer terug naar dat saaie Haarlem,’  bezwoer ik mezelf toen ik achttien was en via Parijs naar Amsterdam reisde. En die ontworteling is gelukt, Haarlem is voor mij een oude film geworden. Maar wel een dierbare, steeds meer eigenlijk. Want dat is het verraderlijke van je land verlaten: een tamelijk genante Holland-nostalgia. Dat je een warm gevoel krijgt bij het woord ‘haring’  of ‘Hema’. En dat je vrij snel gouden randjes om je jeugd maakt.
Zo denk ik dezer dagen met zo’n kinderlijk blij gevoel aan Pasen. Mijn moeder had een paasdoos met kuikentjes, kandelaars en paasmandjes voor de eitjes, alles geel. Het paasontbijt, wat ik me ook heus wel herinner als iets met te veel afwas, te veel eten en te veel gezelligheid, komt me op dit moment voor als een van de pilaren van mijn gelukkige kindertijd. De boterlammetjes, de matzes voor het joodse gevoel, en vooral hoe we elkaar allemaal begroetten met een kus en de lente-uitroep ‘vrolijk Pasen!‘ – tiny Tim met zijn ‘merry christmas everyone‘  was er niks bij.

Processiegriezel

Hier in de Spaanse campo lijkt Pasen wel een totaal ander feest. Geen paaseitjes, sowieso zijn de haas, de kip en de narcis hier ver te zoeken. Spaans Pasen is, ik schreef het al eerder, processies tot je erbij neervalt en een familiediner op de dag van het Laatste Avondmaal. Ook dit jaar kwam Dunya thuis uit school met een zelfgeknutselde processiegriezel, die met zijn zwarte puntmuts doet denken aan een spook of de ku klux clan.
Voorgaande jaren lukte het me toch om tegen de klippen op een Hollandse paassfeer te creëren, met gesmolten eitjes zoeken in Afrika en broodhaasjes bakken als er een oven was. Maar dit jaar ben ik op eerste paasdag, met een ingewikkelde omweg, van Nederland terug naar Spanje aan het reizen, en daar komt ik pas laat aan. Hoe symbolisch! En ik weet nu al wel zeker dat die chagrijnige, altijd uitgeput ogende Poolse stewards van Ryanair er geen seconde over zullen piekeren om ‘vrolijk Pasen!’  tegen me te roepen.

Stemmen op de genomineerde Mylou kan via www.haarlemsdagblad.nl/olifant