Categorieën
Verhalen van de berg

Toen de megalesbo haar ultieme heteromoment beleefde

Wat is ‘strippen?’ vraagt Dunya in de overvolle trein, vol beige dames op de terugweg van de huishoudbeurs.
‘Nou…’ begin ik, in de veronderstelling dat haar oudere zussen het wel niet zullen weten.
‘Dat je voor een groep mensen langzaam al je kleren uittrekt,’ zegt Bloem meteen, ‘ook je onderbroek’.  
‘En daar ga je dan mee zwaaien.’ Chaia doet het voor. 
Ik zie langzaam een grote grijns over Dunya’s gezicht trekken. ‘Ik zou dat wel eens…’ begint ze. 

Witte nivea

Goed, ik ben dus met mijn schattige meisjes een paar dagen in het verdorven Amsterdam. En nu zitten we in de trein naar Arnhem, omringd door al die huishouddames, die Dunya pepermuntjes voeren en babbelen over het heerlijke dagje uit dat ze achter de rug hebben.
Maar dan gebeurt het. Er komt een of andere dikke Indo reclamenicht binnen (ik denk tenminste dat hij in de reclame zit want op een gegeven moment roept hij uit: 'daar valt me ineens de ideale slagzin in voor Douwe Egberts' – op een toon zoals iemand anders zegt wat hij vanavond gaat eten). De reclamenicht gaat zitten, omringd door bewonderende accountmeisjes en gaat, misschien daardoor, steeds harder praten. Het galmt door de coupé. 
Verhalen over een spectaculaire male stripper die uit de taart kwam en dat iedereen he-le-maal gek werd. 
Over een nacht dat ze met zijn allen na een of andere shoot een treincoupé hadden afgehuurd die ze vol zetten met wijn, kaarsen en Franse kazen. 'Maar die trein reed nooit weg. En vonden wij dat erg? Nee, natuurlijk niet, we hadden wel iets anders te doen die nacht.' 
Over 'de grootste lesbo van Eindhoven die haar ultieme heteromoment beleefde' toen ze in een of andere club een van de dansers mocht komen insmeren 'met witte nivea'.  

Wat is ‘strippen?’ vraagt Dunya in de overvolle trein, vol beige dames op de terugweg van de huishoudbeurs.
‘Nou…’ begin ik, in de veronderstelling dat haar oudere zussen het wel niet zullen weten.
‘Dat je voor een groep mensen langzaam al je kleren uittrekt,’ zegt Bloem meteen, ‘ook je onderbroek’.  
‘En daar ga je dan mee zwaaien.’ Chaia doet het voor. 
Ik zie langzaam een grote grijns over Dunya’s gezicht trekken. ‘Ik zou dat wel eens…’ begint ze. 

Schadelijk

In Utrecht moet de reclamenicht de trein uit. Terwijl hij langs mijn dochters loopt gooit hij er nog even een verhaal uit over een heel jong meisje dat hij kent en dat zo heerlijk stout is.
'Maar die is toch nog heel jong?' vraagt een van de accountmeisjes toch wel een beetje geschokt. 
'O ja? Ze gaat anders bij iedereen op schoot zitten, ook bij mij.' 
'Dat is toch schattig?' 
'… En dat dan rustig zonder kleren, hahaha!' brult de reclamenicht.
Er valt een doodse stilte als hij eindelijk de coupé uit is. De huishouddames lezen stug in hun huishoudkrantjes. En ik vraag me lichtelijk bezorgd af af hoe schadelijk dit treinritje is voor mijn drie plattelandsmeisjes. 
Die overigens de slappe lach hebben.

Categorieën
Verhalen van de berg

De laatste zin

Kijk, dit is mijn nieuwe boek! Het ligt nu bij de drukker en ik snap eigenlijk niet waarom het nog ruim twee maanden duurt voordat het de wereld in gaat. Het liefst zou ik nu naar de persen willen rennen en het als warme broodjes overal uitdelen. Lees mij, lees mij!

Jeugdthriller

‘Wil jij een jeugdthriller schrijven?’ vroeg mijn redacteur Anne-Marie.
‘Nee,’ zei ik, ik had andere plannen.
Anne-Marie belde mij op, helemaal in Spanje. ‘Wil jij alsjeblieft een jeugdthriller schrijven?’ vroeg ze.
‘Goed dan,’ zei ik uiteindelijk, ‘ik zal erover nadenken.’
Om me vervolgens halsoverkop te verliezen in een verhaal dat ik toch al wilde vertellen maar dat ineens de vorm kreeg van een jeugdthriller. Een gruwelijk verhaal, waardoor de hele vorige zomer bloedrood en pikzwart kleurde. Voor wie weet hoe ik woon: in de meest idyllische omgeving schreef ik de hardste woorden – en was behoorlijk gelukkig.

Kijk, dit is mijn nieuwe boek! Het ligt nu bij de drukker en ik snap eigenlijk niet waarom het nog ruim twee maanden duurt voordat het de wereld in gaat. Het liefst zou ik nu naar de persen willen rennen en het als warme broodjes overal uitdelen. Lees mij, lees mij!

Einde

Toen het eenmaal af was, bleek er iets raars met het einde te zijn. Alle proeflezende volwassenen waren geschokt, maar alle kinderen die ik het liet lezen helemaal niet. Dat moest niet!
Het kostte me nog vrij veel tijd om uit te vinden waar het in zat, het had iets te maken met de actualiteit van wat ik wilde zeggen, maar uiteindelijk (met dank aan mijn oude lerares Nederlands die ik maar aan haar hoofd bleef zeuren of ze nog een keer en nog een keer en nog een keer wilde meelezen) onderging niet alleen het einde maar daardoor het hele verhaal een enorme metamorfose.
Toen was het klaar, dacht ik.
‘Geweldig. Alleen de laatste alinea klopt niet,’ zei Anne-Marie. En als zij zoiets zegt, is het eigenlijk altijd waar. Deze keer had het met perspectief te maken. Ik nam het laatste hoofdstuk onder handen, terwijl het boek eigenlijk al bij de drukker lag, en schreef er drie alinea’s bij. Klaar!
Zaterdag mailde Anne-Marie: ‘Misschien nog sterker als je de allerlaatste zin weg laat.’ Ondertussen was de deadline echt lang gepasseerd en het boek officieel niet meer in onze handen.
Er volgde een weekend van koortsachtig nadenken. Want ook al heeft Anne-Marie vaak gelijk, er was toch nog iets raars. Zat het ‘m nou echt in die laatste zin?
Zondagochtend viel het kwartje. Niet de laatste zin, maar de laatste drie zinnen moesten weg. Dan viel alles op zijn plek. Ik mailde druk met Anne-Marie die inmiddels in een trein zat op weg naar een begrafenis. ‘Zo moet ie. Ik ga het nú doorzetten.’
Nou ja, ik wil maar zeggen: beter dan dit kan ik het niet.
En nu is het aan jullie. Zet in je agenda: 22 april: Vossenjacht!

Categorieën
Verhalen van de berg

Mijn zigeuners zijn de allerliefste

‘O, komen er zigeuners voor in je nieuwe boek? Wat leuk!’
Bij mijn redacteur Anne-Marie zie ik een dromerige blik in de ogen die ik maar al te goed herken. ‘Ik ben een zigeuner’ riep ik altijd als ik vrij, wild en mooi wilde overkomen. Totdat mijn dochters me de mond snoerden. ‘Maham, zigeuners zijn helemaal niet leuk!’ Daar zat ik dan met mijn tolerante opvoeding – en met de Andalusische realiteit die bepaald een rommeltje maakt van de inburgering van de zigeuner. Neem dit voorbeeld.

Haarziekte

Lorena zit bij Chaia in de klas. Ze heeft een ‘haarziekte’ volgens Chaia, wat erop neer komt dat ze praktisch kaal is en als enige onder de les een pet mag dragen.
Nu had Lorena laatst het Spaanse equivalent van ‘brillenjood’ gezegd tegen een jongen met een bril, die haar op zijn beurt ‘kale’ had genoemd.
Tot zover niks aan de hand.
Maar Lorena is een zigeuner. En de volgende dag werd de klas opgeschrikt door Lorena’s vader, een gedrongen man met lange haren en een woeste blik. ‘Waar zit die brillenjood?!’ brulde hij terwijl hij naar binnen stormde.
Chaia’s juf, een hysterisch vrouwtje dat geen orde kan houden, probeerde hem te kalmeren, maar kreeg onmiddellijk de hele lading over zich heen. ‘Hoezo is Lorena zelf begonnen? Hoezo heeft die jongen al straf gehad? Denk je dat ik dat geloof? Het is allemaal omdat we zigeuners zijn, dat heb ik heus wel door. Lorena, waar is die brillenjood, ik sla hem NU in elkaar.’
'Maar ik ben juist altijd heel lief voor de zigeuners,’ piepte Chaia’s juf zwetend, ‘Lorena, ben ik niet altijd heel lief voor jullie?’
‘Nee,’ zei Lorena.
Chaia’s juf begon te huilen. ‘Ik zeg toch altijd: mijn zigeuners zijn de allerliefste. Elke dag zeg ik het wel een keertje. O wat heb ik toch een lieve zigeuners in mijn klas. Toch, Jorge?’ In haar wanhoop sleurde ze een onthutst zigeunerjongetje uit zijn bank. ‘Zeg het dan, zeg dan hoe lief ik voor jullie ben!’ krijste ze.
Maar de vader van Lorena veegde de juf opzij alsof ze een oud gordijn was. ‘Kom Lorena,’ schreeuwde hij, ‘en jij ook Jorge. We gaan nu naar de directeur. We gaan hier een zaak van maken!’
Exit alle zigeuners. En exit ook de juf, krijsend als een speenvarken. De klas bleef in stille verbijstering achter.

‘O, komen er zigeuners voor in je nieuwe boek? Wat leuk!’
Bij mijn redacteur Anne-Marie zie ik een dromerige blik in de ogen die ik maar al te goed herken. ‘Ik ben een zigeuner’ riep ik altijd als ik vrij, wild en mooi wilde overkomen. Totdat mijn dochters me de mond snoerden. ‘Maham, zigeuners zijn helemaal niet leuk!’ Daar zat ik dan met mijn tolerante opvoeding – en met de Andalusische realiteit die bepaald een rommeltje maakt van de inburgering van de zigeuner. Neem dit voorbeeld.

Strepen

Na tien minuten kwam de juf terug, haar altijd zo tot in de puntjes verzorgde kapsel geheel door de war en met de mascara in lange zwarte strepen over haar wangen.
‘Gaat het juf?’ vroeg een meisje. ‘We hoorden u hier helemaal huilen.’
‘Ik huilen?’ zei de juf met een bewonderenswaardige dapperheid, ‘nee hoor, ik huil nooit. Dat hebben jullie je verbeeld.’
Van de zigeuners is tot nog toe niks vernomen. Die zitten alweer dagen thuis.

Categorieën
Verhalen van de berg

Zwarte zwaan

Ik zit op de trein te wachten in een of ander plattelandsstationnetje in Brabant. Zonnetje, speeltuin, een dikke baby in een kinderwagen. En overal spelen en fietsen diezelfde kinderen die ik al de hele dag workshops heb gegeven. Wit, slim en lief – zo zou je ze kunnen omschrijven. En ineens vliegt het me aan. Die bruine solide huizen, die kale bomen in de zon, dat keurig opgeruimde station. Dat veilige.

Incheckpaal

Is het beroepsdeformatie: een beetje teveel geschreven over rotdingen en daar nu onwillekeurig nog steeds naar op zoek? Of reisdeformatie: altijd maar weer dat verlangen naar dat wat nog niet ontdekt en ingevuld is?

In ieder geval heeft het vast te maken met de film Black Swan die ik gisteren zag. Een lief balletmeisje verliest zich in haar rol (of in zichzelf) en gaat tot het uiterste om 'de duistere kant' te vinden. Een delirische softhorror film die maakt dat je nooit meer normaal naar de muziek van Het zwanenmeer kunt luisteren en die nog steeds op mijn netvlies brandt. Een groter contrast met de comfort zone van vandaag kan bijna niet.

En misschien hebben de evangelisten toch gelijk en schuilt er een duivel in mij. Want terwijl ik me de hele dag heb gedragen als de vrolijke en aardige schrijver die ik heus ook wel ben, komt er nu een haast onstuitbaar verlangen in mij op om iets kapot te maken. Dat rijtje degelijke fietsen (fietstassen, lampjes, pompjes) dat te netjes in de stalling staat. Die lelijke roze incheckpaal. Of dat er iets gebeurt met muziek: heel hard en heel veel. Een soort flasmob die niemand anders snapt. Ik begrijp zelfs wat mijn lieve moeder een tijdje geleden tot hilariteit van de omstanders zei: ' Soms heb ik zo'n zin om zomaar iemand van de roltrap af te duwen.'  

Ik zit op de trein te wachten in een of ander plattelandsstationnetje in Brabant. Zonnetje, speeltuin, een dikke baby in een kinderwagen. En overal spelen en fietsen diezelfde kinderen die ik al de hele dag workshops heb gegeven. Wit, slim en lief – zo zou je ze kunnen omschrijven. En ineens vliegt het me aan. Die bruine solide huizen, die kale bomen in de zon, dat keurig opgeruimde station. Dat veilige.

Genoeg!

Het wordt, kortom, tijd om naar Spanje terug te gaan. Naar Montefrio met zijn bronstige zigeuners in de straten en de dorpsgek die zo stinkt van dichtbij. Waar de scholen helemaal niet mooi en zacht zijn maar eruit zien als opgepimpte bunkers met lelijke schoolboeken op lelijke formica tafels. Maar waar mijn verhalen wachten en mijn vier grootste liefjes die gelukkig altijd het beste in mij naar boven halen.

Categorieën
Verhalen van de berg

Een rendier op een bus

‘Dat hoor je toch steeds vaker: dat er een rendier bovenop een bus zit.’ 
Ik ben in Amsterdam en slaap bij mijn moeder die af en toe stiekem iets wonderlijks zegt. En dat blijft dan vervolgens enorm hangen. Een rendier op een bus – dat lijkt verdacht veel op de ‘kamelen in de sneeuw’ van Anne Mg Schmidt, een prachtige ode aan de kinderfantasie.
En ja, het is een gezocht bruggetje, maar ik ben deze week weer enorm op missie voor diezelfde kinderfantasie.
  

Boodschappen

Bij Felix Meurders op de radio mag ik over Nooit meer lief praten. 'Ik ben lekker stout' van Annie MG Schmidt is de introductie – en zet meteen de toon voor het gesprek. Zo fijn als journalisten echt je boek hebben gelezen! Dat klinkt misschien raar, maar ik heb de laatste weken erg veel interviews gegeven aan allerlei mensen die alleen maar OVER Nooit meer lief hadden gelezen. Dit gesprek is van een totaal ander niveau en zowel ik als de presentator vinden het jammer als het alweer afgelopen is.  Met het blije gevoel dat kinderliteratuur echt serieus genomen wordt verlaat ik de studio – om vervolgens op tv een of andere prinses alles weer om zeep te zien helpen in een gesprek over de milieuboodschap in haar eigen kinderboek. 
Wat nou boodschap? Dat gebeurt toch ook nooit bij grote mensenboeken: dat de schrijver eerst een soort verantwoording moet afleggen? Laat die kinderen toch!
Maar de weg is nog lang. In de kinderboekwinkel hoor ik dat Nooit meer lief gesprek van de dag is maar dat het amper wordt verkocht omdat de ouders 'erg voorzichtig' zijn. 'Het vorige boek over een rotkind ging regelrecht naar de ramsj'. En tot overmaat van ramp begint mijn redacteur over boeken die 'retour'' komen. 
Ik troost mezelf door lekker veel kleren te kopen in de uitverkoop (een wonderlijke paradox als je erover nadenkt), wijntjes te drinken met vriendinnen en mijn moedertje te knuffelen. En zij vertelt me dus, tot twee keer toe zelfs, over die rendieren op de daken van bussen. 
Ik vind het wel een bevrijdend beeld. 'Ik ben lekker stout' eindigt met 'en als ze kwaad zijn zeg ik BIL!' Dat doe ik niet. In plaats daarvan denk ik heel hard: 'een rendier op een bus' – en onmiddellijk openen zich nieuwe vergezichten.
 

Categorieën
Verhalen van de berg

Waiting to exhale

In Egypte wonen veel vrienden van Ilco. Met hen heeft hij Dance4Life georganiseerd en nu is het hoofdkantoor van MasterPeace in Cairo. Ik ben een paar keer mee geweest, De jongens zien er stuk voor stuk uit als jarenvijftig-studenten, met een bril en keurig haar en hoffelijke manieren. De meisjes -met en zonder hoofddoek- zijn echt aardig, zoals de kleine May die ons uitnodigde bij haar familie in een klein dorp waar we zoveel aten dat we nog dagen vol zaten. Afrikaanse gastvrijheid. 
Dit zijn dus van die ‘ facebook jongeren’  die nu de revolutie zouden hebben ontketend. En het klopt, ze zijn erg actief op facebook en snappen niet alleen alles van politiek, maar ook van nieuwe media. 

Een keer had May op haar status geschreven ‘ Waiting to exhale’.  Dat viel me toen op, het klonk zo frivool voor zo’n lief meisje. Of ze soms verliefd was vroeg ik, maar ze haastte zich om het te ontkennen: ze had het gewoon heel druk.  
Maar nu moet ik er vaak aan terugdenken. Nu we de beelden zien van de miljoenendemonstratie, van die enorme schreeuw om vrijheid en van Mubarak die maar niet weggaat en het zo steeds gevaarlijker maakt. 
Nu houden wij allemaal onze adem in. 

Vliegtuig

Weg zijn onze vrienden. Van facebook gewist door een of andere big brother waarvan ik niet wist dat ie bestond. Dat kan dus zomaar, internet afsnijden van een heel volk? 
Ja dus, sinds de revolutie uitbrak is alle contact verbroken. Ilco en ik hebben voortdurend BBC World en Al Jazeera aan staan, proberen alles te volgen via internet twitter en youtube. In elke goedbespraakte jongen zie ik Momen of Mohammed, in elk dapper meisje May. Ze lijken nu al bevrijd, alsof ze inderdaad jaren hebben gewacht om vrij adem te kunnen halen. Zoals wanneer je na de grote stad ineens in de berglucht staat en almaar je longen vol zuigt.

Maar we zijn er nog niet. Mubarak is echt een soort grandfather from hell met zijn ' ik trek me hier niks van aan' – act. Het is te danken aan de ongelooflijke zelfbeheersing en aardigheid van al die jongeren dat het nog niet echt vreselijk uit de hand is gelopen daar. En wie weet hoe het morgen zal zijn?

Hou vol, wil je roepen, jullie zijn moedig, we steunen jullie. Alles komt vast goed, 
Bij alles wat ik doe, zijn de Egyptische vrienden in mijn gedachten. Als ik rusteloos rondloop op mijn berg in Montefrio. Redden ze het? In het vliegtuig naar Nederland waar ik even wat scholen ga bezoeken. Hebben ze nog wel te eten? En nu, in de koude aankomsthal van reusachtig Schiphol waar gratis wifi blijkt te zijn en ik snel even naar de NRC-site surf. Leven ze nog? 

Nu moet ik het dus eigenlijk zelf op mijn status zetten. Wating to exhale.

Categorieën
Verhalen van de berg

Spaans feestje

‘Het is de nachtelijke gewoonte van elke goede moeder om als haar kinderen slapen door hun gemoed te snuffelen en de dingen op te ruimen; de gedachten die overdag hebben rondgezworven worden door haar op hun rechtmatige plek gelegd.’
Dit geweldige citaat komt uit Peter Pan. Wat een heerlijke en geruststellende gedachte: dat je moeder ’s nachts al je onrustige gedachten opruimt! En wat wil ik dat graag bij Chaia, die aan de vooravond van haar verjaardag zeer getroubleerd gaat slapen: ‘Mama, komt er wel iemand op mijn feestje? Heb je niet voor niks al die taarten gebakken – en vinden ze die wel lekker? En als ze komen, zullen ze het weerwolvenspel wel leuk vinden om te doen? En trouwens, je hebt daar minimaal acht personen voor nodig, lukt dat wel?’

Oma

De volgende dag maken we alles in orde voor de ontvangst van een onbekend aantal Spaanse vriendinnen. Want Chaia’s angst is niet helemaal ongegrond: afspraken van kinderen zijn hier vaak onduidelijk. Dan moeten ze ineens op hun demente oma passen, of meehelpen met olijven plukken, of precies op dat moment nieuwe kleren gaan kopen. Sowieso zijn het de ouders die bepalen wat er staat te gebeuren. Heel anders dan in Nederland, waar kinderen eigen agenda’s hebben – die keurig worden nageleefd door hun ouders. 
Voor de zekerheid heeft Chaia daarom maar liefst vijftien kinderen uitgenodigd, met papieren uitnodigingen. Twee ervan hebben we ook nog gemaild en van drie heb ik de moeders gebeld. Die gesprekken gaan in de sfeer van: ’Ja hoor, Elena heeft de uitnodiging ontvangen. Ja hoor, ze komt. Ja hoor, ik weet waar het is, je hoeft haar niet op te halen. Prima, tot zaterdag dan …. als we niet iets anders gaan doen.’

‘Het is de nachtelijke gewoonte van elke goede moeder om als haar kinderen slapen door hun gemoed te snuffelen en de dingen op te ruimen; de gedachten die overdag hebben rondgezworven worden door haar op hun rechtmatige plek gelegd.’
Dit geweldige citaat komt uit Peter Pan. Wat een heerlijke en geruststellende gedachte: dat je moeder ’s nachts al je onrustige gedachten opruimt! En wat wil ik dat graag bij Chaia, die aan de vooravond van haar verjaardag zeer getroubleerd gaat slapen: ‘Mama, komt er wel iemand op mijn feestje? Heb je niet voor niks al die taarten gebakken – en vinden ze die wel lekker? En als ze komen, zullen ze het weerwolvenspel wel leuk vinden om te doen? En trouwens, je hebt daar minimaal acht personen voor nodig, lukt dat wel?’

Wolven

Een half uur na de begintijd van het feestje zijn er twee kinderen, de buurmeisjes. Chaia neemt me apart, tranen in haar ogen: ‘Mama, ze komen niet.’ Mijn hart breekt, maar toch zeg ik moederdingen als dat het echt wel goed gaat komen, dat het eigenlijk nu al leuk is, en dat we dan lekker het hele weekend nog taart hebben. ‘Er zijn al twee gasten, ga daar nu maar gauw mee spelen.’
Zelf vlucht ik maar even de keuken in.
En dan – hoera hoera- komen Chaia’s drie beste schoolvriendinnen ineens binnen stappen. Lieve meisjes met hun armen vol cadeautjes. Bloem, Dunya en Ilco springen maar al te graag bij als deelnemers aan het weerwolvenspel. Dus wordt het toch nog een volle tafel en een zeer geanimeerd spel, waarbij de meisjes ook nog eens eten als wolven van onze Nederlandse patat en appeltaart. En Chaia? Die straalt en straalt.
Als ik die avond mijn grote meisje van twaalf nog even ga toestoppen, lacht ze nog steeds. Nee, hier valt vannacht niks op te ruimen. Pfff!

Categorieën
Verhalen van de berg

De groene vis

Dunya heeft een voorliefde voor alles dat vies, raar of gevaarlijk is. En nadat ze voor de zoveelste keer in de supermarkt de meest smerige toetjes in het karretje heeft gegooid (die ik er vervolgens allemaal weer uithaal) beloof ik haar dat we een drilpudding gaan maken.
Dat lijkt haar spannend, hoewel ze het nog nooit gegeten heeft. Maar dat soort overwegingen speelt zelden een rol bij haar. En vanaf dat moment heb ik geen rustig moment tot ik mijn belofte heb ingelost. ‘Mam, gaan we nou…?’ ‘Niet nu, ik moet even deze mails afmaken.’‘Mam, ben je al klaar?’ ‘Ik ga eerst even echt koken.’ En een uur later, in de keuken. ‘Gaan we beginnen?’
Zodat ik uiteindelijk ’s avonds laat met haar in een heksenpannetje vol groene vloeistof sta te roeren.
Puddingvormen heb ik zat, van mijn moeder. We kiezen een geschubde vis. En nu maar opstijven!

Spannend

De volgende ochtend staat Dunya, normaal niet wakker te krijgen, in alle vroegte al helemaal aangekleed voor me. De vis heeft ze al bewonderd. ‘Hij is een beetje hard geworden mam, echt grappig, je kunt er op duwen. Mag hij er al uit?’
En op weg naar de schoolbus zegt ze het wel een keer of vijf: ‘Ik heb zo’n zin in die vis! Zo spannend van die vis mama.’ Volgens mij niet eens omdat het haar zo lekker lijkt, maar meer omdat ze wil zien hoe de vis uit zijn vorm komt.
De hele dag schrijf ik verhalen waar ik zelf de rillingen van krijg. En tel zenuwachtig mijn deadlines voor nog weer andere verhalen. Mail tussendoor hevig met vriendinnen met liefdesproblemen in alle soorten en maten. Kijk expres niet naar de stinkende kattenbak. En de boodschappen, die eigenlijk moeten. En het jarige kind dit weekend. Daarnaast zeurt er iets wat volgens mij een kleine kaakholteontsteking is maar daar heb ik al helemaal geen zin in.
En dan is Dunya er alweer. Keihard vanaf de halte van de schoolbus omhoog gerend. ‘Mama, de vis! Wanneer gaan we eten?’
En alles wat de hele dag zo belangrijk leek trekt zich direct terug in zijn holen. 
Dunya heeft helemaal gelijk. De vis, de groene vis!

Categorieën
Verhalen van de berg

There is a target on your back!

Oké, ik kreeg de afgelopen week relatief veel hatemail en Ilco maar eentje, maar hij heeft wel de engste. Want in vergelijking met ‘Anna, daar sla je de plank volledig mis’ en ‘Geen enkel kind zou uw boeken moeten lezen’ is ‘There is a target on your back’ natuurlijk van een totaal andere orde.

Vliegtuigje

Voor wie het nog niet weet: Ilco heeft een belangrijke prijs gewonnen vorige week. Zijn project MasterPeace dat officieel nog gelanceerd moet worden, was ‘het meest vernieuwende idee van het afgelopen jaar’. Stoer! Complimenten! Aandacht! En daarmee stijgt hij kennelijk naar een of andere risicostatus. Want een creepy securitybedrijf ziet helemaal voor zich hoe dit boegbeeld van vrede en vernieuwing nu diverse gewapende gekken aan gaat trekken (''a target on your back') . En dat alleen zij Ilco daarvoor kunnen behoeden.
Ik probeer het me voor te stellen. Ilco die door het supermarktje van Montefrio loopt, geflankeerd door twee grote mannen in zwarte pakken. De ramen van de Landrover geblindeerd. Waakhonden op de patio, terwijl Ilco binnen huiselijk een wasje draait. De geitenbuurman die wordt gefouilleerd als hij een pak suiker komt lenen. Elke olijf een patroonhuls, ieder laagvliegend landbouwvliegtuigje een terroristisch moordwapen… Hoewel mijn verbeelding vrij groot is (ik zag bijvoorbeeld een paar dagen geleden nog griezelig helder een van de poezen die allang weggelopen is op kousenvoetjes door het huis snellen), krijg ik dit niet gevisualiseerd. Twee films die door elkaar heen worden gemonteerd. Il Postino meets The ghost writer. Not.

Oké, ik kreeg de afgelopen week relatief veel hatemail en Ilco maar eentje, maar hij heeft wel de engste. Want in vergelijking met ‘Anna, daar sla je de plank volledig mis’ en ‘Geen enkel kind zou uw boeken moeten lezen’ is ‘There is a target on your back’ natuurlijk van een totaal andere orde.

Fantasie

In allerlei artikelen en interviews heb ik dezer dagen alleen maar mooie dingen over fantasie gezegd. 
Het securitybedrijf laat zien hoe je daar ook in door kunt slaan. Dat is niet raar, zij hebben er direct belang bij om te denken vanuit angst en angst zaaien.
Dus ja, victory in a land of fantasy. Maar de intenties moeten wel kloppen natuurlijk.

Categorieën
Verhalen van de berg

Over boeken en snoepjes

De kinderboekwinkel in Granada lijkt op een snoepjeswinkel. Alles roze en gestippeld en glitterachtig. Het ruikt zelfs naar Jamin. Vandaag ben ik er weer. Er zijn heel veel lieve, zachte boeken over dieren, auto’s en planeten. Disney, meisjesboeken als poezieplaatjes. Voor grotere kinderen themaboeken: ‘Maria heeft anorexia’. De titel dekt de lading perfect. Maar goed, als je echt zoekt, is er ook nog wel iets spannenders. Jacobo el Lobo bijvoorbeeld (Dolfje Weerwolfje).
‘Was je vriendin niet jarig?’ vraag ik aan Bloem. ‘Kom, zoek een boek voor haar uit.’
Maar Bloem schudt haar hoofd: ‘Nee, mam, dat kan ik niet maken. De Spaanse kinderen vinden lezen iets naars. Iets dat moet op school. Ze kunnen zich echt niet voorstellen dat je voor je plezier een boek gaat lezen. We kunnen beter een sjaaltje kopen. Of een zak snoep.’

Verbeelding

Het kan geen toeval zijn, dat ik thuiskom en de volgende tekst lees: ‘Het kind aan wie de kracht van literatuur wordt onthouden, associeert een boek de rest van zijn leven met school en plicht.’ Het is het hoofdredactioneel commentaar van de NRC en het gaat over mijn stuk.
Ik ben wel blij dat de discussie deze kant op gaat in plaats van dat reli-gedoe. Want: literatuur is een venster op de wereld. En die wereld is niet van snoepjes gemaakt, helaas. Boeken dus ook niet.
Maar wie eenmaal echt gegrepen is door een verhaal – wat voor verhaal dan ook – wie daardoor heel hard heeft gelachen, gehuild of gegriezeld, wie zijn hersens heeft voelen kraken of zijn hart breken – die iemand zal hopelijk de volgende keer weer een boek pakken. Niet om opgevoed te worden, maar om geraakt te worden. Kind of volwassene – dat maakt in feite niet uit. Boeken stimuleren je verbeelding – en die is in essentie grenzeloos.
Dat heb ik willen zeggen. Het zijn misschien grote woorden, maar aan de kinderen in het Spaanse platteland zie ik wat ervan komt als boeken niet serieus genomen worden. Dan kan je net zo goed een zak snoep kopen. Beter.