Categorieën
Verhalen van de berg

Pippi’s kerst

Onze gast maakte vorige week een wandelingetje en was er getuige van dat een boerderijtje verderop het kerstvarken werd geslacht. Overal bloed, de hele familie feestelijk verzameld. Nu is Anneke vegetarier dus ze werd niet erg opgewonden van dit tafereel. Maar ik wel. Het slachten van het kerstvarken, hoe Astrid Lindgren is dat!

Hazelhoeve

De romantiek van het platteland, ik zeg het voor de zoveelste keer, zit voor mij niet in het gewroet in een moestuin of de zorg voor dertig kippen. Maar als ik in mijn oude Spaanse keuken sta, onder de schuine olijfbalken, kan ik me wel enorm de moeder van de Hazelhoeve voelen. Of Ma uit het kleine Huis. Een pan jam! Een boerenkip in de oven! Vijgenbrood! Godzijdank zijn ze hier allemaal dol op eten, dus ik kan me helemaal uitleven. Fles wijn erbij en ik ben volmaakt gelukkig. Het helpt ook altijd enorm tegen schrijfblokkades en muisarmen: gewoon pompoen roosteren of inktvisjes schoonmaken.
Grappig genoeg komt er hier van speciale kerstmenu’s weinig terecht. Mijn groenteboer heeft rond deze tijd een soort lokale truffels – en soms ook niet. Vorige jaar mijn hele menu erop afgestemd, was de truffelman niet uit de bergen omlaag gekomen. En dit jaar heb ik bij de slager een ‘been van een schaap’ besteld (wat we in Nederland keurig ‘lamsbout’ noemen), maar ik heb geen idee hoe groot en hoeveel vlees.
Maar wat wel kan, en ook al heel kerstig, is Pippi’s peperkoekjes bakken. Het leuke van het recept hieronder is de hoeveelheid. Je kunt net als Pippi het deeg uitrollen over een gigantische eettafel en met alle kinderen uit de buurt koekjes uitsteken. En ik voorspel je: hoe langer het duurt, hoe creatiever de vormen. Het is goed voor een totale chaos, een huis wolkend van de bloem, heerlijke bakkersgeuren en trommels vol met koekjes – om ook nog eens ruimhartig aan alle zielige bejaarden uit de straat uit te delen. Vrolijk kerstfeest!

Onze gast maakte vorige week een wandelingetje en was er getuige van dat een boerderijtje verderop het kerstvarken werd geslacht. Overal bloed, de hele familie feestelijk verzameld. Nu is Anneke vegetarier dus ze werd niet erg opgewonden van dit tafereel. Maar ik wel. Het slachten van het kerstvarken, hoe Astrid Lindgren is dat!

Pippi's peperkoekjes

Meng 500 gram suiker en 500 gram boter samen met 1 ei en 1/3 liter stroop. Doe er kaneel, gemalen kruidnagel, gemberpoeder en kardemon bij (van alles 2 lepels). Klop 1/3 liter slagroom en meng het erdoor.
Maak een mengsel van 1,3 kilo bloem en 1 eetlepel van dat bruiszout dat je bij de toko of de apotheek koopt. Door het botermengsel kneden en in de koelkast een uurtje of twee laten rusten. Eettafel bedekken met bloem en deeg uitrollen tot dunne lap. Met vormpjes koekjes uitsteken en plaat voor plaat bakken in hete oven (200 graden, 5-10 minuten per keer)

Categorieën
Verhalen van de berg

Recensie

‘Ilco, kom! Nu!’
Waarschijnlijk zeg ik het een beetje raar, want iedereen komt aangerend. ‘Wat is er?’
Ik kan alleen maar wijzen naar mijn computer. NRC, heet de mail, en het is een droomrecensie van Nooit meer lief.
‘Drank!’ roept Ilco. ‘Cadeautjes!’ roepen de meiden. En de telefoon begint te rinkelen.

Kattenbak

Het blijft iets raars, recensies. Iemand die je niet kent geeft een oordeel over wat je gemaakt hebt en dat is dan ineens heel zinvol en belangrijk. Soms een beetje te. Vroeger, toen ik nog persvoorlichter was in het theater, was er een regisseur die zich altijd opsloot in zijn kamer de dag na de premiere. Niemand mocht naar binnen, niemand mocht tegen hem praten. Maar om de vijf minuten wenkte hij mij. Hoofd om de deur, gepijnigde blik: ‘Heeft er al iemand geschreven? Wat doet Marian Buijs?’ Marian Buijs was de Volkskrant en als zij het goed vond, ging de deur wijd open. Maar o wee als dat niet zo was…
Ik vond dat altijd een beetje zielig, pathetisch en sowieso het belang van recensies zwaar overschat. Totdat ik zelf een keer in een leuke krant een helemaal niet leuke recensie kreeg. Het was pas mijn tweede boek, ik had het niet aan zien komen. Gehuild heb ik, dagenlang. Echt waar! En het hielp niet dat ik dacht: 'Het is maar een recensie, totaal niet belangrijk. Die krant ligt morgen weer in de kattenbak.' Zie je wel, ik kon niet schrijven en iedereen wist dat nu.

Het fijnste misschien van de recensie van vandaag, is dat dat beeld nu definitief is bijgesteld. 'Zoals een rotte plek van een kind een echt personage maakt, zo heeft het rotkind van Van Praag een echte goede schrijver gemaakt.' Staat er echt.
Dus ja, vandaag gaat de deur wijd open; recensies zijn echt enorm zinvol en belangrijk!

Categorieën
Verhalen van de berg

Connectie

Veel gasten deze maand in Villa Africa. Uit Barcelona, Amsterdam. Vlotte types, met uitdagende banen die door de hele wereld reizen. Leuke vrouwen ook, met laarzen en lippenstift die soepel en vaak het woord ‘conncectie’ of ‘connection’ rondstrooien (veel MasterPeace-gasten, vandaar). Ik bekijk mezelf door hun ogen: iemand die de hele dag achter de computer zit. ’s Ochtends voor de zon over de berg komt en alles nog koud en donker is. ’s Middags als de zon boven de olijven staat en de gasten flinke, gezonde wandelingen maken en over de wereldvrede praten. En ’s avonds, als de kinderen naar bed zijn, de afwas gedaan en buiten weer alles zwart, de gasten met een wijntje en een goed boek bij het vuur… dan zit ik weer achter diezelfde uncoole laptop (ooit gratis gekregen bij een telefoon) . Tot ik begin te bibberen van vermoeidheid.

Satelliet

Hoe onthechter ik word, hoe meer ik schrijf. En dan bedoel ik niet weer dat hele half Spanje/half Nederland/half wereldreiziger verhaal, maar ook: de disconnectie met het wereldse. Oké, ik ben graag in Madrid, Granada, Amsterdam. Maar daar schrijf ik geen letter. Dat doe ik pas als ik weer op mijn berg zit. De-connected. Natuurlijk, de satelliet op de Parapanda geeft ons de wereld op een schermpje, het is allang niet meer zo als toen we hier net woonden en een journaliste tegen me zei: ‘We hebben weer ruimte voor een interview met je, want Michael Jackson ligt inmiddels lang en breed onder de groene zoden.’ En dat Ilco en ik elkaar toen verbijsterd aankeken: wat? Michael Jackson dood? Dat was dus voor de satelliet. Ik zie wat er gebeurt, overal, en dat komt soms keihard binnen. Zonder ruis, misschien bedoel ik dat. Zonder collega’s, vergaderingen, files, reistijd. Zonder schoolpleinen. Zonder premiereparties, zonder uitverkoop. Is dat fijn? Voor sommigen misschien, als idee. In de ogen van de connection-types zie ik ook iets van afschuw, bij de gedachte alleen al.

Veel gasten deze maand in Villa Africa. Uit Barcelona, Amsterdam. Vlotte types, met uitdagende banen die door de hele wereld reizen. Leuke vrouwen ook, met laarzen en lippenstift die soepel en vaak het woord ‘conncectie’ of ‘connection’ rondstrooien (veel MasterPeace-gasten, vandaar). Ik bekijk mezelf door hun ogen: iemand die de hele dag achter de computer zit. ’s Ochtends voor de zon over de berg komt en alles nog koud en donker is. ’s Middags als de zon boven de olijven staat en de gasten flinke, gezonde wandelingen maken en over de wereldvrede praten. En ’s avonds, als de kinderen naar bed zijn, de afwas gedaan en buiten weer alles zwart, de gasten met een wijntje en een goed boek bij het vuur… dan zit ik weer achter diezelfde uncoole laptop (ooit gratis gekregen bij een telefoon) . Tot ik begin te bibberen van vermoeidheid.

Maar ik schrijf dus.

Terwijl de kinderen naar school zijn en Ilco zich sufskypet en zijn volgende reizen naar Cairo en Amsterdam uitstippelt. Ik en mijn verhalen, mijn verhalen en ik. We kunnen niet zonder elkaar, nog geen dag.

Categorieën
Verhalen van de berg

Dunya in het badhuis

Met Dunya naar het badhuis in Granada. Van het hete naar het koude bad, op de warme stenen, onder de douche, mintthee inschenken, mintthee drinken, weer naar het hete bad, onder de douche… hoezo ontspannen? Dunya is overal en overal is Dunya. ‘Chaia kom je spelen? Bloem kom je douchen? Zullen we heel veel schuim maken? Nog meer! Mama mag ik in het stoombad? Waarom niet? Ik kan dat echt wel hoor. Wel! Maar ik… Papa, mag ik in het stoombad? Waarom niet?’ Gek word je ervan!

Chloor en stro

Het is diep in de nacht als we uiteindelijk terug rijden naar ons boerderijtje. Chaia slaapt al, Bloem droomt met open ogen. Alleen Dunya staat op haar kop op de achterbank. ‘Zo kan ik heel lekker slapen hoor.’
Afslag Montefrio, de laatste vijftien kilometer door de doodstille, zwarte campo. Dunya klautert op mijn schoot. En dan, eindelijk, valt ze ook in slaap. Plotseling, zoals alles bij haar altijd plotseling is. Ik voel haar lijfje steeds zwaarder worden. Kriebelig piekhaar onder mijn neus, de geur van chloor en stro. Heel stil is alles nu in de auto die zacht zoemt, ik durf bijna niet te bewegen. Het gebeeldhouwde gezichtje van een slapend kind. En het is alsof mijn hart groeit en groeit, zo groot ineens, het brandt een gat in mijn nepleren jasje, dat wegsmelt. En dan zijn Dunya en ik aan elkaar geplakt, zitten we zomaar heel, heel dicht bij elkaar te zijn.

Categorieën
Verhalen van de berg

De geit met de gouden mantel

De kerstmarkt. De Spanjaarden hebben dit simpele gegeven tot grote hoogten verheven. Hele gezinnnen, grote drommen mensen trekken de stad in voor hun ‘inkopen’ Maar waar die dan eigenlijk uit bestaan? ‘Ik zie hier zoveel dingen waarvan je de derde gratis krijgt, terwijl je er eigenlijk niet eens eentje van wilt hebben,’ mompelt Ilco, als we in Madrid weer eens middenin de kerstmarkt zijn beland. ‘Wat dan?’ vraag ik, mijn ogen begerig op de kerststallen gericht. ‘ Nou, roze pruiken bijvoorbeeld.’

Ongezonde nonnen

Roze pruiken. Rendierhoorns. Fluorescerende tollen die je in de lucht moet gooien. Wollen kerstmannenmutsen (het is achttien graden). Snerpende toeters. Spongebob drinkbekers met een rietje op de plek van hun piemel. Ik noem maar wat gewilde artikelen van de kerstmarkt. En dan heb ik het nog niet eens over het rariteitenkabinet van mensen dat hier te bezichtigen is. ‘Micky, Micky!’ roept een kindje blij naar Micky Mouse, die zich snel omdraait en wegholt. Wat doet hij ook op een kerstmarkt? Dan zijn al die kerstmannen een stuk beter. Voor een euro mag je met ze op de foto. Het zonnetje straalt vrolijk, misschien zijn ze daarom zo chagrijnig? Een van de kerstmannen rukt verhit zijn rubberen masker af. Het is een Marokkaan, die waarschijnlijk een week geleden nog tassen verkocht. Verderop staat een enorme cirkel mensen rondom een man die zich krachig laat inwikkelen met plastic, het doet me aan de lijken van Dexter denken. En op de grond zit een groep ongezonde nonnen, even grijs als hun habijt, te picknicken met grote zakken chips en chocoladekoekjes. De zwervers van Madrid – die natuurlijk niet naar binnen hoeven met dit weer – hebben het zich gemakkelijk gemaakt aan de randen van het Plaza Mayor. Gezeten op hun kartonnen zetels, dekentje erbij, kijken zij gefascineerd naar wat daar allemaal aan hen voorbij trekt op het schouwtoneel van hun leven.

De kerstmarkt. De Spanjaarden hebben dit simpele gegeven tot grote hoogten verheven. Hele gezinnnen, grote drommen mensen trekken de stad in voor hun ‘inkopen’ Maar waar die dan eigenlijk uit bestaan? ‘Ik zie hier zoveel dingen waarvan je de derde gratis krijgt, terwijl je er eigenlijk niet eens eentje van wilt hebben,’ mompelt Ilco, als we in Madrid weer eens middenin de kerstmarkt zijn beland. ‘Wat dan?’ vraag ik, mijn ogen begerig op de kerststallen gericht. ‘ Nou, roze pruiken bijvoorbeeld.’

Crisis

En toch en toch. Vlak voor Ilco en ik weer gauw de hippe homowijk in vluchten waar het zachte bed van ons heerlijke designhotel op ons wacht, overvalt me toch een kerstachtige zachtheid. Is het niet aandoenlijk hoe al die Spanjaarden, crisis of geen crisis, zo en masse en vrolijk de straat opgaan? Ze genieten schaamteloos en pretentieloos van dit circus, samen met de oma’ s en alle kinderen, die voor de gelegenheid prachtig zijn aangekleed als kleine prinsjes en prinsesjes. Vol verwachting staan ze in lange rijen te wachten om naar een of andere plastic kerststal in een openbare ruimte te kijken of om het felbegeerde lot voor de kerstloterij te kopen. Niemand dringt voor, iedereen lacht naar elkaar. Iedereen maakt foto’s. Van de grote kerstboom op Sol, van elkaar, maar vooral van alle lichtjes. De kerstverlichting van Madrid is dan ook spectaculair mooi. En dan de levende standbeelden! Die worden ook elk jaar kunstiger. Zo zal ik –ik noem maar wat- de indrukwekkende geit met zijn gouden mantel niet licht vergeten.

Categorieën
Verhalen van de berg

Ik ben wat ik lees

Vraag: moet je je altijd kunnen vereenzelvigen met de hoofdpersoon uit een boek?
Nee toch? 
Ik weet nog dat ik In Ongenade las van Coetzee en dat ik huiverde van de hoofdpersoon: een professor die zonder veel scrupeles het bed deelt met een piepjonge studente. Ik moest dat boek gewoon af en toe wegleggen. Of wat te denken van de tamelijk slappe, zelfdestructieve hoofdpersoon uit Blauwe maandagen van Arnon Grunberg? Ook niet bepaald een voor de hand liggend alterego.Toch vond ik dat allebei mooie boeken – en ik bepaald niet alleen! 
Maar nu: moet je je kunnen vereenzelvigen met de hoofdpersoon uit een kinderboek?
.

Voorbeeldboek

Ik kom er natuurlijk op door Nooit meer lief. De eerste reacties druppelen binnen.'Echt een roktind! Kinderen kunnen daar niks mee, het is een boek voor volwassenen.' schrijft iemand. Maar iemand anders schrijft dan juist: 'Wat de ene ouder/leerkracht/volwassene verschrikkelijk vindt, vindt een ander juist prima. Dat zie je in het boek ook. Dat is leren. Ik vind Nooit meer lief daarom een prachtig voorbeeldboek. Ik hoop dat heel veel 'beschermende' moeders het hun kind gunnen om zelf een oordeel te vormen over de rotkinderen in zichzelf en de rotkinderen om hen heen.' En Mieke Tillema, mijn oude juf Nederlands stuurt me zelfs een geweldig sonnet dat begint met 'Ik ween om kindjes die nooit rot geweest zijn/ En die in roze jurkjes schattig voor je staan…' 
Schattige kinderen of rotkinderen, ik geloof dat ik het lastig zou vinden me al schrijvend bezig te moeten houden met de identificatie van de lezer. Dat is toch een soort censuur op het verhaal dat ik wil vertellen. Of zie ik het nou fout, is een kinderboekenschrijver toch stiekem een soort opvoeder?  Of, nog erger: kunnen kinderen minder genuanaceerd en gelaagd lezen dan volwassenen? Dat had je mij als kind niet moeten zeggen!

Vraag: moet je je altijd kunnen vereenzelvigen met de hoofdpersoon uit een boek?
Nee toch? 
Ik weet nog dat ik In Ongenade las van Coetzee en dat ik huiverde van de hoofdpersoon: een professor die zonder veel scrupeles het bed deelt met een piepjonge studente. Ik moest dat boek gewoon af en toe wegleggen. Of wat te denken van de tamelijk slappe, zelfdestructieve hoofdpersoon uit Blauwe maandagen van Arnon Grunberg? Ook niet bepaald een voor de hand liggend alterego.Toch vond ik dat allebei mooie boeken – en ik bepaald niet alleen! 
Maar nu: moet je je kunnen vereenzelvigen met de hoofdpersoon uit een kinderboek?
.

Gewerveld

Parallel aan deze discussie loopt natuurlijk de vraag: is Joni – de hoofdpersoon uit Nooit meer lief-  echt een rotkind? Ook daar zijn de meningen zeer over verdeeld, heb ik gemerkt. Zowel bij volwassenen als bij kinderen. In de twee klassen waar ik een 'rotkindles' heb gegeven vond ongeveer de helft Joni een rotkind en de andere helft niet.
Bij grote twijfel heb ik natuurlijk hier thuis mijn uiterst kritische proefpanel zitten. 
'Wat wil je nou precies met dit boek?' vraagt Chaia (11) streng.
'Misschien laten zien dat kinderen niet altijd zo geweldig zijn als je leest in boeken,' probeer ik, 'dat elk kind ook af en toe rotdingen doet, zomaar.' 
'Maar ik vind Joni helemaal niet zo'n rotkind. Zulke erge dingen doet ze helemaal niet.' 
'O nee? Wat vind jij dan erg?' 
'Nou, dierenmishandeling bijvoorbeeld.' 
Ik zie mijn kans: 'Nou, er zijn dus ook best veel kinderen die bijvoorbeeld zout gooien op slakken, of die een regenworm doorknippen en dan kijken hoe die twee helften verder bewegen…' 
Vernietigende blik van Chaia: 'Mam! Ik bedoel GEWERVELDE dieren.'

Categorieën
Verhalen van de berg

Ontmaskerd!

‘Eigenlijk heb jij een diepe, zwarte kant’.  
Ik sta te trillen op mijn benen, kan ik nu helemaal nergens meer anoniem rondlopen?! Vorige week nog met de billen bloot als voormalig rotkind in Schalkwijk, steeds weer die vragen naar het autobiografisch gehalte van Nooit meer lief. Vlucht je lekker terug naar Spanje, 2200 kilometer verder, van min vijftien naar plus vijftien… word je alsnog ontmaskerd, gewoon in een lullig winkeltje in Montefrio!

Ham

Voor de garage ben ik gewoon een extranjera in een te mooie jas en ze gaan mijn auto echt niet sneller repareren omdat ik toevallig zes kilometer in de campo woon. Dus moet ik vanochtend verplicht funshoppen in Montefrio tot ze eindelijk eens klaar zijn met demonteren en andere zaken. 
Ik zwalk door de dorpsstraat. De overgang met Amsterdam kon bijna niet groter zijn.Weg is sinterklaas, alles is gericht op kerstmis – maar dan op een dappere, haast kinderlijke manier. Zo krijg je bij de beddenwinkel deze maand bij elk nieuw matras een grote ham cadeau. Kom daar maar eens om in Amsterdam! Er is ook ineens een winkel met speciaal kerstsnoep, dat zo zoet is dat je kaken ervan vastkleven. Ik versnel mijn pas, maar kan toch niet voorkomen dat ik weer iets engs en kokosachtigs krijg opgedrongen. En dan die kerststallen bij elke kruidenier! Wat is dat toch in Spanje dat je rond kerst altijd een onverwacht en hevig verlangen krijgt naar een kerststal in je huis? Voor ik het weet sta ik alweer prijzen van diverse jezusjes te vergelijken. 
Maar de visboer heeft vandaag verse zeeduiveltjes en de groentenboer de grote kerstdelicatesse: bijzondere paddenstoelen uit de Sierra Nevada. Dus ik ben gelukkig. Argeloos ook.

‘Eigenlijk heb jij een diepe, zwarte kant’.  
Ik sta te trillen op mijn benen, kan ik nu helemaal nergens meer anoniem rondlopen?! Vorige week nog met de billen bloot als voormalig rotkind in Schalkwijk, steeds weer die vragen naar het autobiografisch gehalte van Nooit meer lief. Vlucht je lekker terug naar Spanje, 2200 kilometer verder, van min vijftien naar plus vijftien… word je alsnog ontmaskerd, gewoon in een lullig winkeltje in Montefrio!

Dorpsziener

Hij staat ineens voor me in de schoolboekenwinkel: Rufino, de dorpsgek (of misschien is 'dorpsziener'eigenlijk een beter woord). Iedereen is dol op Rufino, met zijn lange haren en zijn altijd lachende gezicht. Rufino, ik heb al eerder over hem geschreven, is een zwerver. Hij schijnt heel rijk te zijn, maar hij leeft op straat. Krijgt koffie in de bar, een broodje bij de bakker, een praatje bij het tankstation. En vandaag komt hij recht op me af. 
En dan zegt hij  het, zomaar, en met een stralende lach op zijn gezicht. Dat ik heel sensitief ben en een ook diepe gevoelens heb die heel 'obscuro' zijn, donker. Ik zie de man van de schoolboeken geinteresseerd opkijken. Onopvallend begint hij een keurig opgeruimd schapje naast mij opnieuw in te delen. 
De ziener gaat verder. Over Ilco heeft hij het, en mijn dochters, die mij allemaal steunen met krachtige energie zodat ik mijn 'missie' kan volbrengen.  En dat duistere, dat komt steeds terug.
De man van de boekwinkel rekent zonder commentaar mijn rolletje plakband af, maar als ik uiteindelijk wegga, met raar trillende benen dus, kijkt hij toch anders naar me. Zijn zoon zit bij Bloem in de klas, o help!
De ziener vertelt nog wel meer trouwens. Ook over iemand die ik ken die gauw dood zal gaan. Stel dat het waar is wat hij zegt!

Categorieën
Verhalen van de berg

Schrijver op bezoek

‘ We willen geen sinterklaasles!’ 

Daar sta ik dan met mijn pepernoten en mijn zelfverzonnen workshop ‘ sinterklaasverhalen en -gedichten schrijven’, ergens ver in het zuiden van Nederland. Om kwart voor zes opgestaan, klappertandend door de sneeuw geglibberd, alles keurig besproken met de lokale bibliotheek, mijn eigen sinterklaasboek erbij als fijne inspiratie…. willen ze niet!

Een hekel aan boeken

Het begint er al mee dat dit soort boekingen via veel schijven verlopen. Schrijvers School Samenleving komt eraan te pas, de bibliotheek, en de school natuurlijk maar die spreek ik eigenlijk nooit vantevoren. Zodat het kan gebeuren dat ik pas 1 minuut voor de les hoor dat dit een school is voor speciaal onderwijs. Twee klassen zitten dwars door elkaar, in de gymzaal in een gloednieuw leeshoekje, zonder stoelen, zonder schoolbord, zonder digibord,  zonder pen en papier. En dan ook nog eens kinderen die stuk voor stuk verklaren een enorme hekel te hebben aan boeken. ' Omdat lezen en schrijven ze over het algemeen zeer moeilijk af gaat'  verklaart de juf vriendelijk. Maar ja, hoe kan ik zo nou een schrijfworkshop geven?

Om tijd te winnen begin ik maar eens met de meegebrachte pepernoten uit te delen. En dan, gelukkig,  lossen de kinderen het zelf op. 'Dat boek daar – daar willen we wel een les over'.   Ik kijk op, ze wijzen naar Nooit meer lief waar ik net kort iets over heb verteld. Zodat ik even later plotseling uit mijn nieuwe rotboek zit voor te lezen. En het wonder gebeurt: niemand wiebelt meer, of vecht of gilt of kukelt van zijn kussentje. Je kunt een speld horen vallen!
En aan het eind van de les besluit de juf, onder luid gejuich, dat de klas het boek aan sinterklaas gaat vragen.

‘ We willen geen sinterklaasles!’ 

Daar sta ik dan met mijn pepernoten en mijn zelfverzonnen workshop ‘ sinterklaasverhalen en -gedichten schrijven’, ergens ver in het zuiden van Nederland. Om kwart voor zes opgestaan, klappertandend door de sneeuw geglibberd, alles keurig besproken met de lokale bibliotheek, mijn eigen sinterklaasboek erbij als fijne inspiratie…. willen ze niet!

Hellup

Morgen vlieg ik weer naar Spanje, met een koffer vol pepernoten. Blij, omdat ik zoveel kinderen ben tegengekomen die op hun beurt blij zijn met Nooit meer lief.

Toch hoor ik ook andere geluiden. Een vriendin mailt vreselijk in verwarring te zijn. ' Onder het lezen dacht ik HELLUP. Zo erg, zo heftig. Dit ga ik echt niet aan mijn nichtje van negen geven! Wat moet zij ermee?!'

En daar denk ik dan op mijn beurt weer over na, zometeen in het vliegtuig.   

Categorieën
Verhalen van de berg

Stoer!

Categorieën
Verhalen van de berg

Allemaal rotkinderen

Ik zit in een bus die maar door Schakwijk bijft cirkelen. Flats, lelijke platte huizen en nog meer flats. Elke keer als de deuren van de bus opengaan komt er een stoot kou naar binnen. En het regent, van die sliertige regen die alles vies maakt. De bus ruikt naar eten in plastic tasjes en natte jas. Maar ik denk alleen maar: geweldige plek, dat Schalkwijk! Geweldige school ook, die montessorischool. En, het allergeweldigst: allemaal  rotkinderen daar. Zie je wel dat ik niet de enige ben!
 

Ontboezemingen

Goed, we hebben mijn nieuwe boek, Nooit meer lief, waardig de wereld in geschopt. Met heel veel taart, heel veel bloemen en een spetterende berg ontboezemingen van de allereerste zestig lezers. Die ga ik de komende dagen op de openingspagina van mijn site plaatsen, hou die dus in de gaten.

In (bijna) ieder kind schuilt wel een rotkind. Net zoals er in ieder kind ook een held schuilt. Ik dacht het altijd al maar nu weet ik het zeker. En voor al die kinderen is er nu Nooit meer lief.

Het blijft gek om je verhaal als echt boek te zien. Dat went niet, ook niet al is het je twaalfde. Eerst is het van jou en misschien van een paar heel goede vrienden die meelezen. En dan, plotseling, zie je jan en alleman ermee vandoor gaan en moet je maar hopen dat ze zien wat jij ziet, dat ze kijken zoals jij zelf kijkt.

Ik drink nog maar een laatste glas champagne, de nacht is allang begonnen. Dag lief raar boek van me, daar ga je!