Categorieën
Verhalen van de berg

Berenfamilie

‘Als je nú je kamer niet opruimt, ga ik slaan,’  zeg ik tegen mijn hangjongere van elf. Dat ligt daar de hele tijd maar op de bank met haar telefoon en de tv, op een berg van uitgeschopte kleren, huiswerk, Donald Duckjes en serviesgoed van haar nogal uitgebreide lunch.

Dunya verdwijnt naar haar kamer, met keihard muziek op haar telefoon. Ze blijft lang weg, terwijl ze normaal razendsnel haar rondslingerende kleren in een kast propt. Ik hoor haar met dingen slepen.

Afgeragde poppen

‘Kijk mam,’  zegt ze even later. ‘Ik heb twee weekendtassen en die grote mand vol met knuffels weg gedaan. Die mag je aan arme kinderen geven. Ikzelf ben er nu te groot voor.’
Haar kamer is inderdaad verrassend ruim ineens maar achach… de afgeragde poppen met de rare namen die nog van haar zussen waren… de mooie pluizige kraamknuffels die al die jaren trouw aan haar zijde stonden op en om haar bed… alle ijverig bij elkaar gespaarde barbies met hun schitterende garderobe van prinsessenjurken en hakschoentjes… zelfs mijn eigen oude berenfamilie waar ik als kind mee speelde in plaats van met poppen…
Natuurlijk, het is heel gezond voor een meisje dat volgend jaar naar de brugklas gaat. Al is het mijn jongste, ik ga hier niet sentimenteel over doen.

Diezelfde avond komt ze ineens haar bed uit. ‘Ik zet even muziek op mama, anders kan ik niet slapen.’
Dat zinnetje heb ik lang niet meer gehoord. ‘Niet te hard hoor,‘  zeg ik nog – maar dan schalt het al over de speakers: ‘Kleine beertje Pippeloentje, geeft zijn mamabeer een zoentje, geeft zijn papabeer een hand…’

Categorieën
Verhalen van de berg

Churros con chocolate

Dikke pakken sneeuw, de brommer van Bloem is een soort sneeuwschuiver en mijn Landrover de bezemwagen, ik kom de eerste versnelling niet uit. Zo glibberen we over de bergpas. Twee tractors die manmoedig bezig zijn de sneeuw te ruimen, snauwen mijn dappere dochter doe: ‘Wat doe je hier in godsnaam?’

Om bij Bloem’s schoolbus te komen moet ze met de brommer een dorpje verderop, de bergen over. Na ons laatste sneeuwavontuur daarboven, breng ik haar liever en laat ze de brommer thuis.

Sneeuw in grote brokken

Ook al is de sneeuw nu grotendeels van de weg, het is nog steeds ijskoud in de ochtend. Het begint er al mee dat wij zo’n gezin zijn dat geen fatsoenlijke krabber heeft voor de autoruiten. We klooien wat met een scherp spiegeltje en een cd-hoesje, zodat ik minimaal zicht heb. Het helpt niet dat de blower of hoeheethet lang niet altijd warm wordt. Soms is de autostoel bevroren.
Bijna niemand neemt in de winter dit weggetje over de bergen, Bloem en ik komen amper tegenliggers tegen. Hoe hoger, hoe meer sneeuw langs de weg, in grote brokken. Het vriest ook in de auto en ik moet af en toe stoppen om de ruit opnieuw ijsvrij te maken.

Bibberend en handenwrijvend

Tegen de tijd dat we in Illora zijn, is het licht en het ijs op mijn raam is eindelijk gesmolten (maar op de motorkap nog niet). Het dorpje wordt net wakker, overal snellen bibberende, handenwrijvende olijfboeren over straat, niemand heeft centrale verwarming. Dickens meets Lorca.
En dan ruik ik het. Churros con chocolate van een klein tentje langs de weg. Het is het feestontbijt van de Spanjaarden, vaak gaan ze er op zondag speciaal voor de stad in met de hele familie. Churros zijn gefrituurde deegstaafjes die je doopt in chocolademelk die zo dik is dat de churros er rechtop in kunnen blijven staan. Een enorme caloriebom en ik ben er helemaal niet dol op. Maar nu. Die warme gefrituurde oliebollengeur in de vrieskou, samen met het zoete van de chocola. Ik hoef het niet eens echt te eten, ik neem de geur mee terug in de auto. Over de bergen, waar de zon nu prachtig oranje opkomt voor mij alleen.

Categorieën
Verhalen van de berg

Guilty

Ik danste door het huis op een cd die ik al meerdere keren uit de prullenbak heb gevist omdat ze hem hier allemaal stom vinden. En ik dacht: laat ze nog niet thuiskomen, nog lang niet…

Mijn man en heel veel kinderen gingen skiën op de Sierra Nevada, En ik  bleef achter; de hele dag home alone, ik had er zo’n zin in.

Pleasures

Ik kon nergens heen want ik had geen auto. Maar ik wilde ook nergens heen; ik ging schrijven. Ik ben echt heel raar als ik schrijf. Ik mompel en ik wiebel en nog wel wat meer. Dunya heeft het een keer gefilmd en als ze dat ooit ergens post onterf ik haar. Maar nu kon ik dat dus schaamteloos doen en de dag duurde en duurde maar. Ik bakte ook nog een bananecake en ik waste de vaat weg van twee dagen (handmatig). En dat alles met mijn eigen muziek over de speakers, met een paar guilty pleasures ertussen (maar hoe bevrijdend is het om alle teksten van Abba uit je hoofd mee te kunnen zingen).
Het werd alweer donker buiten en ik had het nog steeds zo gezellig met mezelf, ik dacht zelfs: ik hoop dat het nog lekker lang duurt, misschien staat er wel een file in de sneeuw.

Mannen in rode pakken

Maar toen duurde het wel héél lang. De lasagne in de oven werd steeds minder lekker. Er knaagde iets van schuldgevoel, wat had ik ze toegewenst, file? Dat skiën is best eng natuurlijk, zo hard als ze gaan. Als ze maar niet… Het zou toch niet…  Ik zette de oven uit en checkte nog maar eens mijn telefoon. Alle buitenlichtjes op de patio brandden uitnodigend.
Eindelijk hoorde ik de Landrover, en rende Dunya mijn keuken binnen, inderdaad met een Verhaal. Er was een stoeltjeslift blijven hangen, wel een uur lang. Dunya zat erin, gelukkig met Ilco. ‘Het werd zó koud mama. Ik kon mijn handen niet meer bewegen, het deed zo’n pijn. En papa zijn gezicht en baard waren helemaal wit geworden.’ Toen ze uiteindelijk gered werden, waren er ‘mannen in rode pakken’ met dekentjes en soep en zelfs een soort ad hoc ehbo-tent. Ze blijft er maar over doorpraten, echt zo;’n herinnering die je nooit meer vergeet.
Gelukkig heb ik bananencake gebakken.

Categorieën
Verhalen van de berg

Voor alle dapperen

‘Ik heb een vraag. Ik wil dolgraag schrijfster worden! Maar ik durf mijn verhalen aan niemand te laten lezen. Ik ben bang dat ze slecht zijn. Hebt u daar tips voor????’
Het is een atypische mail, van dit ‘meisje van 11,5 jaar’. Heel veel kinderen willen schrijver worden en de meesten zien hun eerste kladjes al meteen als boek, huppekee niks meer aan doen.

Onschuld

Zelfs was ik ook zo’n kind; tot ergens in mijn dertigste vond ik mezelf vrij briljant en onoverwinnelijk. Toen kwam er een keer een rotrecensie. ‘Je hebt me beroofd van mijn onschuld,’ zei ik later tegen de recensente. ‘Goed zo,’ zei ze en ze bedoelde het niet eens gemeen. En er kwamen andere afwijzingen. Klein en geniepig, goede vrienden die mijn boek een ‘boekje’ noemden, die zeiden: ‘Ik heb het niet helemaal uit kunnen lezen hoor.’ Redacteuren die adviseerden: ‘Maak van de hoofdpersoon een jongen in plaats van een meisje’ – waardoor het hele boek instortte. En recent nog debiteerde iemand die het weten kan nogal nare dingen over mijn stijl (ik word er nóg misselijk van) en gooide ik twee jaar werk in de prullenbak. Nu ik opkrabbel en voorzichtig weer aan het schrijven ben, denk ik af en toe: ik durf mijn verhalen nooit meer aan iemand te laten lezen, ik ben bang dat ze slecht zijn.

Woestijn

Dus, lief meisje van elfenhalf, schrijf ik nu niet meer? Ga ik mijn verhalen echt niet meer aan anderen laten lezen? Natuurlijk wel. Ik schreef al toen ik elf was en ik schrijf nog steeds. Omdat ik er – soms, even- heel, heel erg blij van word. Zo blij dat je misschien wel kunt huilen. Herken je dat? Ik denk het wel. Je kunt er natuurlijk altijd voor kiezen om je verhalen bij je te houden en niet te publiceren, maar dat willen we ook niet, toch? Niet echt. Je wilt toch dat die blijheid van jou of wat het ook is dat je in je verhaal hebt gestopt een ander misschien ook een beetje optilt of verandert. Iemand die roept in de woestijn en die niet gehoord wil worden… die iemand roept niet. We zijn de dappersten op aarde!
Dus nee, ik heb helaas geen tips. En ik ga al helemaal niet tegen je zeggen dat je niet bang moet zijn, lieverdje. Wees bang. Maar doe het toch.

Categorieën
Verhalen van de berg

Zacht

Ik reed, heel snel en heel vluchtig, met de tram langs het huisje. Het lag pal in het licht aan de overkant van het IJ en even stond alles stil.

Eigenlijk begint de Spaanse winter in januari. Na Indonesië, na (heel even) Amsterdam en na een woest weekend in de Flevopolder, maakte ik mezelf bang en chagrijnig met beelden van een niet-startende Landrover en brommer (van de dochter), waterkou en geglibber over ongestrooide bergweggetjes. Waarom wonen we toch aan de voet van de Sierra Nevada waar de nachten altijd koud zijn? Waarom in een dorp en niet in een stad waardoor alles hier altijd in een soort bejaardenvertraging wordt afgespeeld? Ik wil nú naar dat lieve kleine huisje aan het IJ, het hek opendoen, de deur… Thuis.

Abba en flamenco

Maar Spanje is zacht voor me deze keer. Het licht  is overal en ik adem pure zuurstof, ik voel mijn lichaam gewoon groeien als ik verend de berg af loop naar de schoolbus. En later vind ik Montefrio ineens weer zo mooi. Al die witte huisjes tegen een ijsblauwe lucht. De kerkklokken vermengen zich met flarden flamencomuziek uit een achterafstraatje en verderop klinkt Abba. De eerste aardbeien uit Huelga zijn er en het ruikt stiekem naar lente. Zelfs de amandelboom voor de deur heeft al knoppen.
Goed, de Spaanse buienradar zegt enge dingen met sneeuw en ijs -dit weekend al- en we moeten maar zien of die amandelbloesem het houdt. Maar nu, op precies dit moment, ben ik in zo’n milde bui. Ik tintel van verwachting. Ja, ik ga nog één keer de winter op de berg meemaken, maar wel in het vooruitzicht van ook nog één lange, bedwelmende Andalusiche lente….

Categorieën
Verhalen van de berg

In het jurkjesparadijs

Dat je vol bewondering opkijkt naar je eigen dochter, je zelf naast haar een soort kind voelt. Nooit gedacht dat ik dit nog eens zou opschrijven.

Ze heet dus Bloem en dit jaar wordt ze achttien. Onze eerste, het dromertje, het zoete blonde meisje. Een kind als een cadeautje, bij wie je alle fouten van de wereld kon maken omdat ze in essentie enorm goed en stevig in haar vel zat. En zit. Op een dag keek ik naar haar en hing er een wijze vrouw op de bank te app-en, met benen als Doutzen Kroes ook nog eens. En via haar ogen zag ik mezelf in een interessant soort spiegel: een klein, rommelig, hyperbeweeglijk (in alle opzichten) moedertje.

De Jurk

De komende maanden in Spanje gaan voor een groot deel over haar. Dat ze eindexamen gaat doen op de chique privéschool. Dat ze daarna gaat werken en dan op wereldreis met haar heerlijke vriendin Karlijn. Maar eerst nog even die school dus. De graduación, de eindexamenceremonie, is in Spanje een vrij Amerikaans aandoend ritueel met ondermeer een diner met de leraren, een feest, en iets officieels met alle ouders erbij. En daarbij hoort dus De Jurk. Niet zomaar een dingetje van de Zara. Bloems beste vriendin kocht De Jurk deze zomer in New York, bijvoorbeeld. Geen sprake van dat je in Granada zou kunnen slagen.
Dus gingen Bloem en ik naar De Bijenkorf. Haar vader (die al jaren bijna alle kleren voor ze koopt) was licht beledigd, maar deze kans liet ik mij niet ontnemen. ‘Dan doe ik straks de bruidsjurk,‘  claimde Ilco snel.

Clutch

We hadden tweeënhalf uur de tijd, best spannend. Gelukkig ben ik zelf nogal van de jurkjes dus zaten we meteen bij de goede merken. En was het uitverkoop na kerst en dus een soort jurkjesparadijs. Met vijfentwintig jurken ging ze het pashokje in. Alle verkoopsters leefden mee. Het was ook indrukwekkend. Dit kind, dat altijd in spijkerbroeken loopt, heeft het gedroomde jurkjesfiguur met om te beginnen een décolleté wat voor mijzelf mijn hele leven al drie divisies hoger ligt, zelfs toen ik zo pril was als zij.
Het werd uiteindelijk een little black dress met draperieën en iets spannend op de rug. Classy en hypervrouwelijk. En omdat ik niet wilde onderdoen voor de verkoopsters met hun jargon over accessoires, kochten we er ook nog een Donna Karan-clutch bij. Zo’n tasje als ikzelf in mijn hele leven nog nooit heb gehad. Maar o wat gunde ik het haar! Ik: de meest hebberige kooplustige jurkjes- en accessoires-gek die er is. Dat doet deze dochter dus met mij: ze maakt een beter mens van me. Soms kijkt ze zomaar dwars door me heen en dan voel ik alleen maar liefde en mildheid.

Dat deed ze nu dus ook. Ik had me nog zo ingehouden. Nee, dit is Bloems dag en háár jurk. Maar ja, toen slaagde ze dus en had ik toch een stiekem stapeltje verzameld dat ik schijnheilig naast het pashokje razendsnel even aanpaste over mijn broek heen.
‘Mijn moeder is nou eenmaal niet te houden met jurkjes,’  hoorde ik mijn dochter vriendelijk zeggen tegen de verkoopster. En toen: ‘Ja, dat is echt een mamajurkje, het maakt je ook heel slank. Moet je doen.’

En om jullie reacties voor te zijn. Nee, geen foto hier. De ceremonie is pas in maart en bovendien, het is Bloems jurk en haar moment.

Categorieën
Verhalen van de berg

Paradijs

In het zachtgolvende water dobberen geen visjes meer maar kwalachtige wezens in grote badpakken. Het water is pislauw, de lucht nog steeds tropisch. Je zou bijna vergeten dat het KNMI storm met alarmfase geel heeft voorspeld.

Van rotan naar beton, van het gouden Bali naar de grauwe Flevopolder en dat in een klein etmaal tijd, wie doet het ons na? We waaien door het donker over de eindeloze snelwegen met ons kleine leenautootje bedolven onder de koffers, op zoek naar het vakantiepark. We vinden het.

Hoera voor opa Snor

Mijn lieve vader wordt 75 jaar en deze man als een baken die nooit zijn verjaardag viert en wars is van feestjes, wordt bedolven onder de loftuitingen want het is ook nog eens het begin van zijn pensioen. En dus heeft zijn vrouw als allergrootste verrassing de drie kinderen en alle acht kleinkinderen verzameld in een vakantiehuisje en staan wij ineens giechelig in een lage en plastic aandoende bungalow naast een tafel met spectaculair lekkere tapas van mijn broer en zus te wachten op zijn komst.
Het pleit echt voor mijn vader dat, terwijl hem een weekendje weg in een fijn hotelletje was voorgespiegeld, hij nog steeds monter en vol goede moed is als zijn vrouw hem het verregende vakantiepark op sleept. Slechts licht mopperend komt hij binnen. ‘Je hebt je vergist, dit kan niet ons huisje zijn, want hier hangen al jassen.’ Dan gaat het licht aan, zingen we we heel hard en is hij echt ontroerd. Mijn broertje loopt te filmen, de neefjes zijn collectief door het dolle heen, taart en chips in alle bedden. Alles ademt familie.

Ontbijt met sushi

De volgende ochtend schrikken we allemaal om zes uur wakker van de huisjes-wekker die Ilco per ongeluk heeft ingesteld. Alarmfase geel raast zo gierend door het duister buiten dat het lijkt alsof we aan een groot treinstation zitten. Door de jetlag kan geen meisje meer slapen en we ontbijten tussen de halfvolle wijnglazen met resten sushi, slagroomtaart en zelfgedroogde rawfoodcrackers met biologisch gemarineerde paddestioelen. Dekbedden om ons heen geslagen, de oranje met groene gordijnen nog lekker stevig dicht en na het tropisch zwemparadijs wacht straks het bowlen. O ik hou zo van mijn leven!

Categorieën
Verhalen van de berg

Dunya en de Seychellen

‘Papa,’  zegt Dunya, ‘wil je me beloven dat je me vóór ik achttien ben een keer meeneemt naar de Seychellen, wij samen?’
‘Hé,’ zeg ik.
‘Jij mag ook mee hoor mama.’

Ik geloof dat we onze kinderen een beetje teveel verwend hebben. Niet met kleren of zakgeld of devices. Met reizen.

Fun dive

Dunya mag op Lombok voor het eerst diepzeeduiken en ze blijkt een natuurtalent. ‘Heel veel schildpadden gezien,’ rapporteert ze stralend. ‘En de duikleraar had zijn handen vol aan een vrouw die bang was geworden onder water, dus kon ik in mijn eentje een fun dive maken. Een beetje op mijn kop gaan hangen enzo.’
Samen met haar zussen (die ook al divers, surfers en kiters zijn) maakt ze daarna de zoveelste selfie voor de prachtig blauwe zee. En als Chaia even dat water niet in mag omdat ze teveel last krijgt van haar oren, gaan zij en ik  samen ‘loungen’ met mocktails en icecoffee in de mooiste strandbar van het eiland. Kijk ons nou zitten in een privehutje van bamboe boven de zee…

Ilco-taal

Hoeveel van de vriendinnen van onze dochters zijn Montefrio nooit uit geweest, welke andere grietjes van hun leeftijd hebben al bijna alle continenten bereisd?
Maar als Dunya hoort dat de Seychellen nog verder, nog exotischer en nog blauwer zijn, besluit ze ter plekke dat dat haar volgende reisdoel is. ‘Na Hawaii dan papa. Of na Suriname.’
Terwijl ik nog aan het nadenken ben wat ik daarvan vind, hoor ik Ilco zeggen: ‘Ik beloof je dat ik het ga proberen.‘  En in Ilco-taal is dat zeker geen loze afwimpeling. Maar ja, deze avonturier staat dan ook aan de bron van onze reislust. Hij heeft mij in ruim dertig jaar al over de halve wereld meegesleept. Vandaag is een droeve dag, want we gaan weer weg met boten en vliegtuigen en dan moet ik altijd huilen. De komende anderhalf jaar moeten we keihard werken voor de herberg, en valt er niks te reizen. Maar ik troost mezelf stilletjes met Dunya’s dromen over nieuwe horizonten en blauwe zeeën, waar en wanneer dan ook….

Categorieën
Verhalen van de berg

Kokosnoten, koraal en slippers

Slippers. Eenzame aangespoelde of juist verlaten slippers. Is er iemand die ze mist?

Een tijdje geleden schreef ik een blog over eenzame sokken, waarvan wij er thuis zo’n stuk of honderd hebben, zoveel zelfs dat mijn middelste dochter het zoeken heeft opgegeven en alleen nog maar als Pippi Langkous door het leven gaat. Die sokken verdwijnen ergens tussen schoen, wasmand, wasmachine, waslijn, kast  (vergeet ook de dekbedhoezen niet).
Maar nu zijn we op het tropische Gili Meno waar niemand sokken draagt en zijn het de slippers.

Een poppenhuis met tv

Laat ik vooropstellen dat ik ze nooit draag, slippers. Ik heb een hakken-neurose, dat weten jullie nu wel. Net zoiets als met lippenstift. Dus loop ik nu het eiland rond op blote voeten: drie kilometer in de lengte, twee in de breedte. Witte stranden, turquoise zee. Onze vrienden zijn alweer op de terugreis maar wij zijn doorgegaan met reizen alsof we nooit gestopt waren. Twee boten later zitten we op Gili Meno, bij Lombok. De zee is wild en de lucht ook, af en toe ruist de regen als een warme douche, het wordt nooit koud.
Het eiland is bespikkeld met Robinson Crusoe hutjes in alle smaken: open als een poppenhuis en daarin een tv naast de rotan bank, bunkerachtig stinkend naar insecticiden, simpel Thaise stijl, romantisch op palen en met hangmat en dan is er ook nog de witte yoga-oase van glas die Ilco en mij enorm inspireert voor de bruidsserre in onze herberg straks maar waarvan ik blij ben dat we er nu niet zitten met onze zanderige, niet al te serene kinderen.

Kunstwerk

De witte maar ruige strandjes zijn bezaaid met afgebroken stukken koraal, oude kokosnoten – en slippers dus. Hoeveel mensen hebben ze blij uitgeschopt, hoeveel keer nam de zee ze mee, wie liet ze achter en trok zijn of haar degelijke westerse schoenen aan om vanaf hier de terugreis te ondernemen? Wie (zoals onze eigen Dunya) liep speurend rond en vond ze nooit meer terug? Op sommige plekken zijn al die eenzame slippers opgestapeld tot een kleurige berg, ergens anders is er zelfs een heus kunstwerk van gemaakt zoals iemand dat ook ooit eens deed met eenzame sokken. Dat was een beetje droevig maar met slippers is het wat anders. Dan is het een monument voor de zorgeloosheid!

Categorieën
Verhalen van de berg

Doe een wens bij de wensboom


Gisteren waren we bij een oeroude boom die heilig was. Hij was versierd met rood en goud en je kon er iets wensen. Iedereen deed dat, natuurlijk en wie mijn wens raadt, krijgt een bonuspunt.

En vandaag is het oudejaarsdag, hier op Bali zeven uur eerder begonnen dan bij jullie daar aan de andere kant van de wereld.

Pisang goreng en cava

We mixen alle tradities door elkaar. Twee van de meiden hebben een Wie is de mol-spel verzonnen, daar zijn we een deel van de dag en zeker de avond mee zoet. Ook hebben we Indonesisch vuurwerk om op het strand hier voor onze villa af te steken. Onze superfijne kokkin heeft een tafel vol eten gemaakt (ik wil haar mee, voor altijd!), en gebakken banaan lijkt best een beetje op een oliebol, toch? Champagne is er niet. Maar we hebben Spaanse cava meegenomen, daarop verheugen we ons al de hele week. O ja, en de traditie van de rode-onderbroek-voor-geluk is ook mee uit Spanje. We zijn tien mogelijke mollen met rode onderbroeken.

Soep en vrede

Om 12 uur – in Nederland en Spanje vijf uur ‘s middags, denk ik even aan jullie, mijn lieve vrienden en achterban. Blijven jullie erbij volgend jaar als we weer eens gaan verhuizen van het ene land naar het andere? Als ik herbergierster ga worden? Komen jullie misschien naar de herberg en dat ik dan een biertje voor je tap? Of kom anders voor de soep en de vrede van Ilco – van beide word je warm. Of slapen in de mooiste serre van Amsterdam die we zo fijn en prachtig gaan maken, daar heb ik zoveel zin in! En vergeet dit jaar ook onze drie meiden niet, die altijd maar weer zo dapper met ons mee meanderen.
Misschien heb ik dat wel gewenst bij die boom: jullie om ons heen.

Droom je ook even bij die boom en doe je eigen wens… Gelukkig nieuwjaar!