Categorie: Verhalen van de berg
Vreselijk
Woonden we maar in Zweden! Nog los van subjectieve voorkeuren als de rendierman versus de stierenman, wat zou ik als kinderboekenschrijver dan in een mooie traditie terecht komen. Astrid Lindgren, Per Nilsson, Anika Thor…
Nee, dan Spanje. Alles loopt hier zo’n jaar of dertig achter op Nederland. Behalve de kinderboeken, die ademen zo’n beetje de braafheid van de jaren vijftig van de vorige eeuw. Het spijt me om te zeggen en ik doe het echt met tegenzin, maar eigenlijk zijn ze gewoon vreselijk.
Olijf
Bloem en ik hebben ons allebei geworsteld door werkelijk afschuwelijke jeugdboeken die ze moest lezen voor school. Ze had er tien moeten kopen. Een succesvolle serie hier (zeventiende druk, achttiende druk), maar het ging werkelijk nergens over (neem dit letterlijk). Mijn handen jeukten om deze veelbekroonde oude heren te gaan verbeteren.
Of neem de leuke jonge uitgever in Madrid. Ik kreeg een stapeltje van hun paradepaardjes mee, om te kijken of ze voor Nederlandse vertaling in aanmerking kwamen. O, wat wilde ik ze graag leuk vinden – niet in de laatste plaats uit eigenbelang: als ik hen aanbeveel in Nederland, zouden zij mijn boeken hier vast ook wel willen uitgeven. Helaas. In Nederland zou geen enkele uitgever ook maar één seconde kippenvel krijgen van de eendimensionale bagger met de diepgang van een stripboek die hier nu op tafel ligt. Gelukkig vertalen ze hier nog wel het een en ander zodat Spaanse kinderen, in ieder geval op het gebied van fantasy en avonturenboeken, aan hun trekken komen. Maar hun eigen verbeeldingskracht is kennelijk niet groter dan een olijf.
Woonden we maar in Zweden! Nog los van subjectieve voorkeuren als de rendierman versus de stierenman, wat zou ik als kinderboekenschrijver dan in een mooie traditie terecht komen. Astrid Lindgren, Per Nilsson, Anika Thor…
Nee, dan Spanje. Alles loopt hier zo’n jaar of dertig achter op Nederland. Behalve de kinderboeken, die ademen zo’n beetje de braafheid van de jaren vijftig van de vorige eeuw. Het spijt me om te zeggen en ik doe het echt met tegenzin, maar eigenlijk zijn ze gewoon vreselijk.
Of heb ik niet goed genoeg gezocht?
Ik daag iedereen uit om met tegenvoorbeelden te komen. Waar zijn ze? Goede Spaanstalige (ja, je mag zelfs Latijnsamerika erbij nemen, dat doen ze hier ook) kinderboekenschrijvers, goede Spaanse kinderboeken die niet Don Quichote zijn: noem ze mij alsjeblieft op annavanpraag@hotmail.com en ik ga ze meteen lezen (en aanbevelen). Wordt (hopelijk) vervolgd.
Voorlezen
Meisje van elf
Chaia wordt elf!
Een spannende dag, want voor het eerst doen we een echt Spaans partijtje. De hele week is Chaia al zenuwachtig. Is het raar dat ze een partijtje geeft? Dat ze een uitnodiging heeft gemaakt? Komen de meisjes uit haar klas wel? Haar zorgen slaan op mij over. Straks zitten we daar in ons uppie met taart en het weerwolvenspel. Op een middag bel ik de moeders van de meisjes een voor een op. ‘Is de uitnodiging aangekomen? Komen ze?’ Na die gesprekken, in rap Andalusich dat mijn oren laat tollen, weten we nog niet veel. Ja, dat het niet handig is om een partijtje te geven in de tijd dat alle kinderen moeten helpen met olijven plukken. Maar dat de meisjes waarschijnlijk komen – als de moeders tenminste onze cortijo kunnen vinden. Ik studeer alvast op de Spaanse woorden voor ‘weerwolf’ ‘jager’ ‘ziener’.
Weerwolven
En dan is het zover. Om vier uur zit Chaia klaar tussen de Hema-ballonnen. Gelukkig! Daar zijn de buurmeisjes. En daar zijn ook de meisjes uit de klas, sommigen nog in hun ouwe olijfkloffie, vers van het land. Maar ze zijn er! In een oorverdovende stilte worden de cadeautjes uitgepakt, de kinderen lijken totaal geïntimideerd door de gedekte tafel, de slingers, de taarten waarop ik me enorm heb uitgeleefd.
Tijd voor het spel! Ik sla snel twee wijntjes achterover en begin, in mijn beste Spaans, te verhalen van weerwolven, griezelige nachten, heksen en toverdranken.
Twee uur later zitten we er nog middenin. Verhitte gezichtjes, stralende ogen en woest geschreeuw als ze de weerwolven ontmaskeren. Ilco komt met schalen vol patat aanzetten en niemand wil naar huis.
En Chaia?
Van puur plezier gaat ze de dag erna uren door de velden galopperen.
Nu is ze elf.
Snel
Mother from hell
Wat was ik als kind dol op de boeken van Enid Blyton! De vijf, de vijf detectives, de dolle tweeling – ik had ze allemaal en ik heb eeuwig spijt dat ik ze in een nep-volwassen bui een keer allemaal heb weggegooid. Van Enid Blyton werd je blij, het waren feelgood-boeken over gelukkige kinderen op het Engelse platteland. Ze smaakten naar toffeecake en thee met koekjes, die boeken. Er gebeurden heus erge dingen en de kinderen haalden ‘streken’ uit, maar uiteindelijk waren de moeders lief en de vaders standvastig en scheen altijd de zon. Een baken, dat waren die boeken voor mij en misschien wel één van de redenen dat ik ben gaan schrijven. Ik verwerk ze nu zelfs in een boek en zoek even wat uit op internet.
En wat blijkt? Die gezellige Enid Blyton was een ‘mother from hell’!
Opgesloten in de keuken
Enid Blyton had twee dochters. Maar die stuurde ze zo snel ze kon naar de kostschool. Want alles in het huishouden en met de kinderen vond ze verschrikkelijk, dat was een onderbreking van het schrijven. Ze liep dan voortdurend rond met een stopwatch.
Haar fans vond Edith wel leuk, die nodigde ze ook uit op de thee (met koekjes). Maar als die er waren, werden haar eigen dochters opgesloten in de keuken. En haar man (die haar adoreerde) maakte ze belachelijk en bedroog ze om de haverklap met ongeveer alle mannen van haar personeel. Zijn carriere (hij was ook schrijver) frustreerde ze zoveel ze kon. Hij schijnt gebroken te zijn gestorven.
De jongste dochter is nu 74 en vertelt voor het eerst over haar ‘mother from hell’. De BBC heeft er een serie over gemaakt, net zoiets als wij met Annie MG Schmidt. Er is ook een dvd van. Die moet ik hebben, denk ik meteen. Maar even later weet ik het niet meer zo zeker. Ik voel me toch een beetje alsof ik een grote hap heb genomen van een heerlijk koekje, dat zomaar ineens taai is geworden.
No pasa nada
Het beste
In het buitenland kan je een deel van de Nederlandse televisie ontvangen via een zender die BVN heet (het Beste van Nederland en Vlaanderen). Dat betekent dat wij het journaal hebben, NOVA en De Wereld Draait Door, maar dan weer niet Annie MG Schhmidt. Wel Ivo Niehe en een eng Belgisch programma dat Koppen heet. En ook nog ons eigen wereldwijd BVN-weerbericht door Erwin Krol, mijn lievelingsprogramma.
En de Haiti-avond. Die hadden wij ook live. En dat was dan weer enorm saamhorig. ‘Wij Nederlanders zijn hier goed in,’ zei iemand en dat voelden wij hier ook zo. Ja, wij Nederlanders kunnen toch maar ‘mooie televisie’ maken, professioneel en ontroerend tegelijk.
Carice
Bloem en Chaia hadden op school al geld ingezameld voor Haiti, maar dat was in dezelfde week als de collecte voor verf om de door de regen gehavende school weer op te knappen. Dus nu besloten ze allebei spontaan een maand zakgeld over te maken naar Haiti. Ook wel een beetje omdat ze hoopten Carice van Houten aan de telefoon te krijgen, maar toch.
Helaas. Ineens werden wij er weer bruut aan herinnerd dat ‘wij Nederlanders’ daar zaten en niet hier. Want elke keer als iemand de speciale lijn opnam (‘Ik hoorde hoi. En het was een vrouw!’) werd de verbinding meteen verbroken. Het gratis bellen gold zeker niet voor Spanje. Dus uiteindelijk zonder tussenkomst van Carice geld overgemaakt.
Maar het was al met al een mooie avond, zo met André van Duijn, Trijntje en heel zingend Volendam. Het beste van Nederland.
