Categorieën
Verhalen van de berg

Allemaal beestjes

Sprinkhanen, kakkerlakken, torren, mieren en muggen allebei drie keer zo groot als normaal, tussen je kleren een soort ontplofte oorwurmen – maar ook reuzen-libellen, prachtige vlinders… O ja, we zijn in de tropen.

Het is regentijd op Bali, maar het is nooit koud. Wel hangt over de wereld een klamme, broeierige deken. Alles is steeds nat, van zweet of van regen en ik word meteen weer allergisch voor zilver, net als in Afrika. Ik doe mijn armbanden lekker tóch aan. ‘Zelfs in je slaap ben je de hele tijd je polsen aan het krabbelen,’  zegt Ilco.

Regenwoud

Apen in de bomen en in de zee zwemt de uitgestorven Bali-krokodil voorbij. Levensgevaarlijk, schijnt hij te zijn, vooral de twee mannen hier in huis komen er niet over uitgepraat. Hoe dichtbij hij was… en wij steeds zo ver en zo diep in de zee… en dat ie echt mensen eet, dat zegt wikipedia.
We gaan het regenwoud in en ook daar zijn overal dieren. Het is niet al dat groen en zelfs niet de geur, maar dat harde zoemende, krijsende geluid van kikkers en vogels waardoor je weet: ah, de jungle, we zijn er weer.
Na één zo’n dagje weg is onmiddellijk ons hele koloniale huis veranderd in één groot gewriemel. We blijven vegen, spuiten. Ik snap nu pas waarom steeds alles wordt opgeborgen, toiletspullen in kastjes, nergens een vuilniszak langer dan een paar uur.

Gekko’s

‘s Avonds begint, elke keer weer plotseling, het koor van krijsende krekels – om dan ook weer heel abrupt te zwijgen. Dan valt de nacht zwart en genadeloos. Het koelt amper af. We zitten onder de waaiers en praten zachtjes. Over de muren schieten de gekko’s voorbij.

Categorieën
Verhalen van de berg

Dirty X-mas

Geen sneeuw en geen Jezus. Palmen in alle soorten en maten maar geen kerstbomen. Het heilige komt van de hindoe-altaartjes. Schaaltjes overal met geurige bloemetjes en wierook. Onze goden krijgen steeds kleine verse kopjes koffie met ronde koekjes en ook snoepjes, een stuk lekkerder dan hosties.

We vieren dit jaar een koloniale kerst met vrienden in Bali. Een tropische villa op het strand, ligstoelen rond het zwembad. Zwart vulkanisch zand en vanuit de zee zie je het groen van de rijstvelden. We hebben huismasseurs en personeel dat alles achter ons opruimt en wast, voor ons kookt en dan weer afwast. Daar wen je razendsnel aan.

Olifantenbeeldjes

Misschien daardoor valt het extra op hoe achteloos ze op het eiland met afval omgaan. Eenmaal door de met bougainville omhangen poort, valt het dagelijkse Bali volop over je heen met al zijn (haar?) scooters, eetstalletjes, volgepropte busjes, heilige olifantenbeeldjes, tempeltjes, winkeltjes en een eindeloze stroom aan mensen. En afval dus, in alle hoeken.
Zelfs als we met een bootje ver de zee op gaan om te snorkelen, worden we er nog door achtervolgd. Tussen het koraal stikt het van de meest prachtige tropische vissen, ze botsen bijna tegen je snorkelmasker op. Maar er zwemt ook allerlei troep door het water. De vissen knabbelen eraan en soms moet je twee keer kijken: een juffervis! o nee, een leeg chipszakje dat prachtig zweeft en dwarrelt. Zelden zoveel mooie vissen gezien, zelden ook zoveel plastic soup.

Paradijselijk

Chaia maakt prachtige foto’s voor haar vriendinnen van hoe ze op een rots uitkijkt over turquoise zee en groene oerwoudbergen. Maar versturen kan ze die foto’s niet meteen. ‘Eerst het afval even uit de zee weg fotoshoppen.’
Zo makkelijk kan het zijn. Niet veel later kan het bijschrift erbij. ‘Mam, hoe schrijf je paradijselijk?’

(foto’s: Han Kempers)

Categorieën
Verhalen van de berg

Met sardinenblikjes op reis

‘De mijne heet Patrick,’  zegt Chaia. Hij is oud en vormeloos en hij valt de hele tijd om, maar ze wil hem voor geen ander ruilen. Die van Bloem is kreupel maar ‘maakt me zo blij want hij herinnert me aan de mooie zomer in Parijs. Ikzelf ben toen aan nummer drie, nog helemaal brand new.

Ooit leefden we met het hele gezin uit ‘drie koffers en twee tassen.’ Daar zat ons hele leven in en toen we de grote rode tas verloren waren we nog lang overstuur.
De eerste jaren in Spanje had ik nog mijn koffer uit Istanbul. Daarmee voelde ik me erg vrouw van de wereld op al mijn tripjes vanuit Spanje.
Zo dribbelde ik een keer met dat koffertje gewichtig heen en weer voor de gate op Malaga Airport. Wat kijken alle mensen toch naar me, dacht ik, ze vinden me natuurlijk oneindig veel stoerder dan al die pensionadas die maar zwijgend zitten te gluren.
Totdat iemand mij op de arm tikte en achter me wees. De rits van mijn koffer was ontploft en achter mij was een behoorlijk lang spoor van sokken, onderbroekjes en miniflesjes parfum ontstaan. Met de koffer als een baby in mijn armen ben ik snel het vliegtuig in geglipt.

Laf

Op Schiphol meteen een nieuwe gekocht, een groene, en dat koffertje is jaren met mij op pad gegaan. Toen die uiteindelijk ook ontplofte, was ik zo overstuur dat ik hem laf heb achtergelaten bij een vriend met het verzoek of hij hem voor me weg wilde gooien. Ik kon het zelf niet.
Maar nu heb ik  een extra mooie met afbeeldingen van sardineblikjes erop. En die koffer heeft vandaag zijn langste reis ooit gemaakt: hij staat nu naast me in de zwoele nachtwarmte van Bali, mijn transatlantische vriendje, nog helemaal mooi
De Parijse koffer van Bloem daarentegen heeft een wiel verloren onderweg – en die pijn voelen wij ook een beetje zelf.

Volgende keer Baliverhalen!

Categorieën
Verhalen van de berg

Bijna veertig jaar

Ik was acht en ik verhuisde van een ontsporende nieuwbouwwijk naar het chique Haarlem Zuid waar ik met argusogen werd bekeken. Dat werd er niet beter op doordat ik soms in boekentaal praatte. ‘Ik voel me zo nietig en onaanzienlijk,’  zei ik de eerste dag tegen mijn moeder.
Maar omdat woorden toen óók al mijn wapens waren schreef ik een zogenaamd grappig stuk over hoe absurd het was om een eigen zwembad in je tuin te hebben, zoals het geval was bij het liefste meisje van de klas.

Ik geloof dat ik wel vrienden maakte door mijn rare zwembad-satire. Om te beginnen het meisje zelf. Binnen een paar weken waren we onafscheidelijk, op een manier zoals beste vriendinnen van alle tijden dat zijn: de hele dag samen kletsen op school en bij thuiskomst (als we niet bij elkaar speelden) meteen weer naar de telefoon rennen om urenlang te bellen – tot frustratie van mijn vader als hij de telefoonrekening onder ogen kreeg. We sliepen zoveel mogelijk bij elkaar om dan nachtenlang te kletsen tot je in je halfslaap jezelf ineens heel rare antwoorden hoorde geven.

Zoenen

Mijn vriendin vond het niet erg wanneer ik in boekentaal praatte. Sterker nog, ook zij kon zich verliezen in bijvoorbeeld een Lijsje Lorresnor. Later kwamen we er samen achter hoe raar taal is en hoe je de woorden naar je hand kunt zetten. Ondertussen gingen we naar andere scholen, andere steden, andere landen. Dat veranderde niks aan de vriendschap – met alle erge dingen die daarbij hoorden. Zo herinner ik me dat ik op een feestje -onder de ogen van haar moeder notabene- heb zitten zoenen met de jongen waar mijn vriendin al een jaar of vijf stiekem verliefd op was.
We hebben elkaar meegemaakt op extreem genante en extreem verdrietige momenten. Gelukkig hebben we ook altijd en overal gelachen, en ik heb haar een geweldige cabaretière zien worden. Ze was getuige op mijn huwelijk en nooit vergeet ik hoe ik door de polder van mijn werk naar haar toe reed, een mand vol cadeautjes achterin, in stilte snikkend omdat nu was gebeurd waar we altijd over fantaseerden: ze was een Moeder geworden.
Mijn vriendin is de enige die mijn boeken mag lezen als ze nog geheim zijn, ik vertrouw haar mijn meest verbijsterende gedachten toe. Soms noem ik haar mijn geweten. We hoeven elkaar niks uit te leggen. Hoe het vroeger thuis was bijvoorbeeld. Ik heb haar gekend als meisje en als puber, we zijn samen op vakanties geweest met en zonder onze families en nog later met de families die we zelf hadden gevormd.

Jarig

Er was een tijd dat ik verkondigde dat ik als ik haar later in mijn leven zou hebben ontmoet, vast geen vriendinnen met haar zou zijn geworden. Dat vond ze raar van mij en dat was het natuurlijk ook.  Bijna veertig jaar na die stomme zwembadbrief is datzelfde meisje nog steeds mijn beste vriendin. Vandaag is ze jarig en morgen ga ik lekker bij haar slapen. De hele nacht kletsen (ook al mailen we meerdere keren per dag, ik heb haar weer zoveel te vertellen, zoveel te vragen), net zolang totdat je van vermoeidheid heel rare dingen gaat zeggen. Vandaag vier ik de vriendschap, vandaag vier ik Mylou. Een zwembad in de tuin heeft ze allang niet meer. Ik wel.

Categorieën
Verhalen van de berg

Feliz navidad

Ik verdwaalde op de basisschool op zoek naar een oudervergadering. Maar toen vond ik wel bij de kleuters deze fijne kerstwens die ik graag met jullie deel, weer eens wat anders dan Shaffy.

lach, bemin, droom
geniet, verheug je en wees blij

Gelukkige kerst

Categorieën
Verhalen van de berg

Calimero

Dat je man door rood rijdt maar dat JIJ drie punten wordt gekort op je rijbewijs omdat de auto die is geflitst op jouw naam staat.
En nog zo wat zaterdagse beslommeringen.

Dat je nieuwe schoenen eigenlijk mooier staan bij je dochter maar niet vice versa.

Dat je alleen al deze maand drie keer speculaas en verder roomtaartjes, citroencake en appeltaart hebt gebakken, maar zelf al jaren geleden besloten hebt koek en taart voor altijd uit je dieet te skippen.

Dat je na urenlange moedige onthouding denkt wtf één stukje appeltaart, dat heb ik wel verdiend en het is nog wel met mijn laatste kostbare speltmeel. En dat dan waar net nog bijna een halve taart feestelijk op een schaal lag, je alleen nog maar kruimels vindt.

Dat je boek waar je liters bloed en zweet in hebt gestort niemand echt weet te raken maar een of ander lullig educatief verhaaltje bij die uitgever ‘zelfs een paar tranen’ opwekt.

Dat iedereen in huis niet zijnde jij ten diepste van dieren houdt naar dat jij op je nuchtere maag de poezenstront van de grond staat te schrapen.

Dat je je gedroomde panty tegenkomt in Granada voor de helft van de Woolfordprijs (nog steeds een flink bedrag) en dat je denkt ‘ha, Spaanse producten’; dat ie eenmaal aangetrokken rare heksenteentjes bij je maakt en de hele tijd van je kont afzakt zodat je denkt ‘o ja, Spaanse producten’.

Dat je een aan verliefdheid grenzende emotie kan voelen voor je espresso-apparaat, en terwijl je het zachtjes staat te aaien ontdekt dat de koffie op is.

Fijn weekend allemaal!

Categorieën
Verhalen van de berg

Que me quiten lo bailao

Ik kreeg een heel mooi gedicht op 5 december. Iets over de bloem in mijn haar die zomaar ontlook in Spanje, die dof werd na een paar jaar… maar die voor altijd zal blijven.

Is het al december genoeg om de balans op te maken? 2014 ging over afscheid nemen. Afscheid van mijn boek, afscheid van de berg (al gaan we in juni pas echt verhuizen), afscheid van een Spaanse droom.
Ik was een kasteelvrouwe op een cortijo met overal muziek, gasten, lekker eten. Mijn kinderen vrij in de natuur met hun paarden, mijn man en ik met goede Spaanse wijn op het stoepje bij de deur. Mijn amandeltaarten een beetje beroemd en ook had ik geleerd om paella maken, flan, vijgenbrood.
Zo zou ik onafgebroken en eindeloos geïnspireerd lyrische verhalen blijven schrijven, vol pura vida, amor, duende,

Overvloed

In 2015 verandert alles en dat is goed. Maar op dagen als vandaag, als de zon zo mooi schijnt over de campo en ik mijn vingers razendsnel over de toetsen voel huppelen, dan koester ik het geluk van de schrijfster die door het papier kon vallen temidden van al die Spaanse overvloed en stilte. Alles wat ik op de berg heb ontdekt, ervaren, bedacht, gedroomd, ik zal het nooit vergeten.
Que me quiten lo bailao. Ook die zin kwam voor in het gedicht. Bijna niet te vertalen, maar zoiets als: ‘Wat ik heb gedanst zullen ze me nooit afpakken.’

Categorieën
Verhalen van de berg

Happy diver

Mijn man komt weer boven water. Letterlijk. Hij heeft drie weken geleefd tussen de roggen en de walvishaaien, helemaal aan de andere kant van de wereld. En daarna stapte hij in vier vliegtuigen en nu is hij weer op de berg.

Dunya introduceert mij op de volgende charmante wijze: ‘Mama had een depressie en ging van alles kopen: schoenen en een gouden vest en nog meer goud en zilver. En ze krijste heel hard tegen mij en Chaia terwijl we gewoon aan het stoeien waren. Aan wiens kant sta jij?’

Deep blue

Ilco is zen genoeg om dit loyaliteitsdingetje handig op te lossen. Dat was ook precies de bedoeling van dat duiken. Als ik niet zo graag terug wilde naar Amsterdam, runde hij nu misschien wel een duikschool in Brazilië. En na het meer dan harde werken voor MasterPeace, is dat dus precies wat hem weer op krachten brengt: the deep blue.
Als ikzelf ga snorkelen met een walvishaai, heb ik – hoe indrukwekkend ook – het na een halfuurtje wel gezien. Ilco daarentegen blijft onder water tot de laatste lucht uit zijn fles is, tot alle anderen allang weer in de boot zitten. En het is ongelooflijk maar waar: alle zeedieren komen ook altijd met hem spelen. Schildpadden, zeehonden, en zeker dolfijnen. Ik heb het gezien. Ilco is zelf ook een soort dolfijn, de zee is zijn domein.

Maar goed, nu is hij weer hier, en voor mij heeft hij een schelpenketting meegenomen. Terwijl we hém cadeautjes moeten geven, want vandaag is hij jarig. 51 alweer, ongelooflijk. Misschien is het de zee die hem zo jeugdig houdt, een soort natuurlijk crème de la Mer. Jaloersmakend is het zeker en dan is hij ook nog zo bruin. En zen dus. Hou dat vast!
Happy birthday happy diver, this one’s for you.

Categorieën
Verhalen van de berg

Eurydice

Ik ben hier eerder geweest, maar nog niet eerder zo lang. Meestal ren ik snel weg zonder om te kijken, net als Orpheus uit de Onderwereld. Dat kan nu niet, deze keer is mijn last te zwaar. Het is kil hier, en ook eenzaam.

Het Kerkhof der Vergeten Boeken, noemt de Spaanse schrijver Carlos Ruiz Zafón het. Daar liggen alle boeken die vergeten zijn, niet worden gelezen. Je ontkomt er niet aan als schrijver, soms moet je eerlijk toegeven dat een verhaal of een boek niet levensvatbaar is. Ik zei het al, ik ben er eerder geweest.

Fail harder

Ik weet nog steeds niet precies wat er deze keer mis ging. Volgens mijn uitgever heb ik me verslikt in het onderwerp: te groot, te persoonlijk.
Dat weiger ik te geloven. Honderd jaar eenzaamheid is toch ook gelukt? Hoe persoonlijker, hoe beter, lijkt me. En ik denk ook graag groot.
Feit is dat ik ruim twee jaar onafgebroken dag in dag uit aan dit boek werkte en zeker drie keer opnieuw ben begonnen. Ik ben ervoor op reis geweest, heb er vrienden, familie en meelezers tot waanzin mee gedreven. You try, you fail; you try again, you fail harder – dat was een beetje mijn motto geworden. Ook niet onbelangrijk: ik heb er een beurs voor gekregen.
Maar ik, die nooit opgeeft, nooit te beroerd om hard te werken of om keiharde kritiek te incasseren,  ik sluit dit manuscript nu voorgoed.

Mijn uitgever gelooft in reïncarnatie, die zegt: ‘Je zult niet de eerst schrijver zijn die een  project in de kast stopt om er later, vaak in een andere vorm, weer mee verder te gaan.’ En ook: ‘Probeer het te zien als een stap in een misschien wel levenslang proces.’
Daar kan ik me op dit moment niets bij voorstellen. Vandaag begraaf ik mijn boek en niets of niemand kan me troosten.

Categorieën
Verhalen van de berg

Virgen de la Sierra

Ik rijd met de Landrover door de Spaanse bergen.

Het is nog vroeg, de zon is warm maar de lucht tintelkoud. Over de grond dwarrelen lichte rookflarden waar de ijzel condenseert, het lijkt het decor voor een of andere magische film. Ik klim en daal, cirkel langs de olijfbomen. De enige andere auto die ik tegenkom in veertig minuten  is een vrachtwagentje met de tekst Virgen de la Sierra erop.

Inzicht

In het huisje van de Landrover heb ik een een oude Coldplay-cd opstaan en komt de verwarming heel langzaam op gang. Buiten zie je af en toe groepjes olijfplukkers grote zwarte netten onder de bomen uitspreiden. Ze dragen mutsen en handschoenen. In tegenstelling tot de druivenpluk gebeurt het oogsten van de olijven altijd in het natste, koudste seizoen.
Dan verrijzen om de hoek ineens de majestueuze Sierra Nevada, ze zijn weer royaal bepoedersuikerd met sneeuw.
Ik ben nooit echt een bergmeisje geworden, maar nu zie ik alles even glashelder – als de schilletjes van een enorme Spaanse ui die je stukje voor stukje afpelt. Het magische landschap dat als je je ogen een beetje dichtknijpt lijkt op de zee, de harde werkers hier of waar ook ter wereld. Alles is tijdloos en oneindig. Alles is overal.
En ik rijd er heel hard doorheen met mijn autootje.