Anna van Praag boeken en verhalen
Categorieën
Verhalen van de berg

Toch een heks

Ik vind jou een beetje eng nu,’  zegt Chaia. Dat vind ik zelf eigenlijk ook. Ik heb namelijk net iets heel raars ontdekt: ik heb zonder dat ik het wist de toekomst opgeschreven. Het is uitgekomen – en het is behoorlijk luguber.

Bijgelovig

Nooit schrijven over dat je kind doodgaat. Straks luistert de kosmos nog mee en gebeurt het zomaar echt – kijk maar naar Anna Enquist. Dat soort bijgelovige gedachten heb ik best vaak. Maar nu heb ik dus zelf…
Nee, laat ik anders beginnen. Er komen dit jaar drie nieuwe boeken van mij uit. Eentje daarvan is een jeugdboek dat als het goed is verschijnt in of net na de zomer. Het gaat over twee vriendinnen die in Spanje wonen en meer wil ik er (ander bijgeloof) nog niet over kwijt. Het is een groot en lang project waar ik al een tijd mee bezig ben. Ik kan er alleen maar aan werken als ik alleen ben, geen gasten, kinderen naar school. Dus sloot ik dat boek op 8 juni, vlak voor het gastenseizoen zou losbarsten. Met heel veel moeite, dat wel. Maar meteen daarna werd het heel druk op onze cortijo. En vijf dagen later steigerde het paard Star (waar Chaia bijna nooit op rijdt maar nu wel) en belandde Chaia in het ziekenhuis. Heeft allemaal uitgebreid op het weblog gestaan (sterker nog, nooit zoveel lezers gehad als juist in die week).

Roes

Nu is het eindelijk weer iets rustiger geworden en een beetje zenuwachtig, als was het een liefdesbrief, open ik voor het eerst mijn grote verhaal weer. Een groot deel heb ik in een soort roes geschreven, dat op zich is al fascinerend. En wat lees ik? De hoofdpersoon rijdt op een paard dat Star heet. Het paard steigert. Probeert het meisje te ontwijken. Het meisje raakt toch gewond, heel erg zelfs. En moet met de traumahelicopter naar het ziekenhuis. Kortom: ik lees mijn eigen verleden (dat van mijn dochter) wat op het moment dat ik dat schreef nog toekomst was. Heel bizar, want ik denk (dacht) nooit na over paardenongelukken, was er ook niet bang voor. En ik kan me bovendien niet echt herinneren dat ik dit opschreef. Hoe kan dat? Ik heb het ongeluk van mijn kind voorspeld, misschien had ik het zelfs kunnen voorkomen (‘ga niet op Star rijden, Chaia’)…
‘Bent u een echte heks?’  Dat wordt me vaak gevraagd op scholen, vanwege al die hekserige boeken natuurlijk (Heksenhotel, Heks van de samba) – en, hm, misschien ook wel vanwege mijn heksenneus. Meestal glimlach ik dan een beetje mysterieus en laat achteloos de term ‘fluffbunny’  vallen (= een modeheks, die niet echt is ingewijd). Maar zo fluffy ben ik dus helemaal niet!

Categorieën
Verhalen van de berg

A place of death

In de krochten van Montefrio ontdek ik iets: een tanatorio. Een wát?
Op mijn toeristische route met gasten kom ik er steeds langs want het ligt pal naast de grote rotsen. Dan kijkt meteen niemand meer naar die rotsen (die toch heel spectaculair zijn, een beetje Turks). ‘Ta-na-to-rio – wat is dat?’  vraagt er altijd wel eentje dromerig. Want het ziet er zo mooi uit daar. Zo mooi en zo ver weg. Er staat een groot hek omheen, maar daarachter zie je overal bougainville en echt groen gras (bijzonder in Zuid Spanje). Er is wit, zacht grint en bankjes in de schaduw. En het rare is: nooit zie je er iemand. Alsof je naar een luchtspiegeling staat te kijken.

Voorportaal

‘Dat is een sanatorium,’  zeg ik meestal, met de air van een reisleider, en ik voeg er soms aan toe dat er kennelijk nooit iemand ziek is bij ons. Maar dat geloven de meeste gasten niet. En ik weet zelf ook heus wel: tanathos betekent dood in het oudgrieks. Is het dan een crematorium? Zo pal naast de stad?
In mijn gedachten wordt het tanatorio een soort voorportaal, de plek waar Harry Potter even dood kon zijn en met Perkamentus praten. Ik wil er steeds heen, kijken of ik iemand zie. Jeroen, Wim, Laura, grootje of andere bewoners van het tanatorio. Van MIJN tanatorio want iedereen ontmoet daar zijn eigen doden, zou dat niet mooi zijn?

Inquisitie

Maar ja, dan ga ik op een dag natuurlijk toch uitzoeken wat het echt betekent. En alles verandert opnieuw. Want google zegt doodleuk over tanathorium: A place where people are received in order to be killed; a place of death. Huh? Daar verandert dat lieflijke Montefrio voor mijn geestesoog in een griezelig Inquisitie-bolwerk. A place of death – hoe horrorfilm klinkt dat? Wat gebeurt er allemaal achter dat hek en onder de bougainville als niemand kijkt? En ik maar denken dat het hier allemaal doodgoeie (!) olijfboeren zijn…
Nog weer later zoek ik het op bij de Spaanse google dan blijkt dat een tanatorio een plek is waar je ‘de laatste nacht voor de begrafenis kunt waken bij een dode’. Weer een mysterie minder. Hoewel, waarom zie ik daar dan nooit iemand in- of uitgaan? Zijn er geen doden in Montefrio? Gebeurt dat waken heel stiekem in het donker? Of….?

Categorieën
Verhalen van de berg

Een heks, een buikdanseres en een paardenfluisteraar

Meisjes van tien die gillend van plezier aan het koekhappen zijn. Grote jongens van negen die dolblij zijn met hun cadeautje (een gekleurd schaartje) uit de grabbelton. Hoe heerlijk lang kan je hier op de campo kind blijven.

Grachtengordel

Ik herinner me de grachtengordelpartijtjes in Amsterdam nog heel goed. Thema-feestjes deden we, waarvoor ik al weken vantevoren in de weer was. Naar de kinderfeestwinkel voor de nieuwste gadgets en give aways, naar de Hema voor de laatste modekleur slingers en de stippeligste ballonnen, naar de dure bakker voor een speciale themataart, naar de stoffenwinkel, de klerenwinkel, de Kitch Kitchen… Uitnodigingen: speciaal gedrukt met bijpassende foto’s van het jarige kind in themasferen. Op Pippifeesten aten we spaghetti met een schaar en liet ik een vriendin speciale kleren voor de jarige Pippi naaien, voor een prinsessen-te paardfeestje huurde ik een sneeuwwitte pony plus haar baasje die een heuse horse whisperer bleek te zijn, voor een heksenfeestje reden we met een gehuurd busje naar een echte heks in Drente die met de kinderen magische spreuken oefende; en voor een 1001-nachtfeestje (de eindeloze lappen gouden glitterstof en het speciaal aangeschafte zilveren theeservies heb ik nog steeds) kwam er een beroemde buikdanseres aan huis.

Blasé

Nu ik dit opschrijf bekruipt me een soort schaamte. Wat heeft ons dat allemaal veel geld gekost, veel stress ook – en waarom eigenlijk? Ja, omdat de andere feestjes ook zo waren en je iets bijzonders voor je kind wilde (toen we een keer gingen schilderen in het Van Gogh-museum waren er, heel blasé, meerder kinderen die dat al voor de tweede of derde keer deden – dat was wel een domper).
Terwijl nu. Dunya wordt acht en haar zusjes regelen de spelletjes. Eigenlijk een beetje kleuterachtig: koekhappen, waterestafette, stoelendans. Maar alle kindjes uit de buurt (de dag ervoor uitgenodigd) hebben de grootste lol van de wereld. Ze eten appeltaart, worstjes en zelfgemaakte patat en Dunya – in bikinibroekje en met haar nieuwe roze zonnebril koningin van het feest –  krijgt boerderijdieren, een theeserviesje en twee nieuwe jurken. Zo simpel. Zo fijn.

Categorieën
Verhalen van de berg

Alles in beweging

Poppenhuizen in musea. Serviesbordjes die aan een muur hangen. Van die lege, glimmende keukens van mensen die nooit koken. Of trouwjurken in een plastic zak. Misschien is het een afwijking, wat andere mensen hebben met piepende krijtjes of een vork in een zilveren vulling, maar ik heb dat dus met dingen die niet gebruikt worden. Ik kan er niet tegen.
(lees verder)

Kinderkamer

Daarom hou ik ook niet van duur uitgegeven boeken. Doe mij een beduimeld exemplaar vol zandkorrels, ezelsoren en alles, dat meteen uitnodigt om opnieuw te beginnen met lezen (andere uiterste, wat er natuurlijk gevaarlijk dichtbij in de buurt ligt: de boeken die hier dagelijks overal slingeren op alle binnen- en buitenbankjes en die niet eens meer dicht kunnen zo stukgelezen).
Dichte piano’s die helemaal ontstemd zijn geraakt. Opschrijfboekjes waar niemand in schrijft. En dat de zelfgebakken taart niet op is, de slagroom alweer ingezakt. Beschimmelde dingen. En het allerergste, misschien wel: een verlaten kinderkamer, die nog helemaal is zoals vroeger met een supermandekbed en een bureautje met laatjes, keurig opgeruimd. Nee, nog erger. Diezelfde kinderkamer die nooit is gebruikt.

Barstjes en stukjes

Maar nu ben ik blij. Het is nog heel vroeg, ik ben als enige op de patio. We hebben al tijden een huis vol gasten, weer eens opvallend veel meisjes. Die natuurlijk allemaal nog diep slapen na hun lange giechelnachten.
De zon is al op, maar de maan is er ook nog. De kleine poesjes gluren slaperig naar me als ik rondloop. Ik beweeg me als een echte moeder, vind ik zelf, door her en der natte handdoeken op te hangen, boeken op stapels te leggen, slingerende zonnebrillen en onderbroekjes. Ik veeg de mieren en de kruimels van de lange houten tafel, maak ruimte voor weer een volgend ontbijt. Veel barstjes en stukjes uit mijn enorme stapel borden. Uitgebeten houten stoelen die elke dag een beetje meer wiebelen. Geeft niet. Want dit is hoe ik het wil: alles in beweging. Dat we het huis kochten en zeiden: lekker groot, en hier kunnen dan heel veel gasten.
En dat ze echt gekomen zijn.

Categorieën
Verhalen van de berg

Hoe kies je een miss?

Hoe ben ik hier nou toch weer beland? Onder maanlicht, op een feestterrein waar een half orkest de paso doble speelt. En zeven zoete meisjes van zestien in lange witte jurken met alle verwachting van de wereld in hun ogen.  Waar ik, een heus juryformulier in de hand, eentje moet uitkiezen als ‘Reina de la fiesta’, oogstkoningin, een of andere oude traditie in deze week van de Maagd. Omdat iedereen in Montefrio elkaar kent of familie is van elkaar, hebben ze de buitenlanders (Ilco en mij dus) gevraagd om een onpartijdige jury te zijn. Ja natuurlijk, lachen! Formeel jasje aan, strenge blik, ereplaats voor het podium.
Maar ja, hoe kies je een miss?

Fris als een appeltje

Lekker ongegeneerd naar mensen mogen staren is altijd fijn. Zeker als dat van die fijne ‘sixteen-going-on-seventeen’  meisjes zijn. Fris als een appeltje, heb ik bedacht, dat wordt mijn criterium. Het gaat tenslotte om het vieren van de nieuwe oogst (welke oogst eigenlijk? De olijfbomen zijn al maanden leeg). Maar ja, al die meisjes hebben nog dat fijne onverlepte. Dat onhandige omgaan met hun vrouwzijn en tegelijkertijd dat overbewuste. Ongemakkelijk wiebelend op hun hakjes, friemelend aan hun strapless behaatjes. Het ene moment volwassen op de dansvloer aan de hand van hun trotse vader, dan weer hysterisch giechelend met hun vriendinnen. Allemaal, ook de lelijkste, voelen zich  prachtig, zijn de koningin van deze lange, lange nacht.
Om half 4 kan ik zelf bijna niet meer op mijn benen staan. Maar ja, dan komt toch nog plotseling het moment dat de burgemeester het podium opklimt om de winnares te kronen. Het wordt nummer 6, tot grote vreugde van mijn dochters (die, heel Spaans, ook nog steeds rondrennen), want die was, inderdaad, zowel het knapst als het zekerst van zichzelf in het gesprekje op het podium (ze wilde wiskundeleraar worden).

Suikerspin

Maar ikzelf ben eigenlijk een beetje treurig als ik, dwars door de geur van verbrande worst en suikerspin, het feestterrein verlaat. Want ik heb vooral naar die andere meisjes gekeken, de meisjes die het niet werden. Ze namen het heus goed op, want ‘meedoen was al geweldig’  en hun familie was nog steeds hartstikke trots. Maar toch. Ineens zijn die net-niet koninginnen een klein beetje ouder geworden, lijkt wel. Spandoeken worden opgerold, pijnlijke hakjes uitgeschopt en de make up is ook niet meer zo strak na al dat zweten op het podium. Ik wil nu heel snel wegsluipen, dat we elkaar even niet meer hoeven te zien, de meisjes en ik. En waarom? Het zit ‘m in die verwachting, het lekprikken van de ballon. Iets is voorbij –  nog voordat het echt is begonnen.

Categorieën
Verhalen van de berg

Brief naar jouw hemel

Lieve Jeroen, mijn oudste neef, ik schrijf vandaag je naam en slinger hem de wereld in. Jeroen Jeroen!
Het is niet meer zo dat ik elke dag aan je denk. Niet zoals je ouders, die alweer maanden opzien tegen deze dag, 11 augustus. De dag dat jij besloot dat het niet de moeite waard was om verder te gaan. De dag dat jij, hoe poëtisch en hoe wrang, in de Heelalstraat op het hoogste flatgebouw klom. En sprong.

O Jeroen ik ben zo boos geweest, dat durf ik je nu wel te zeggen. Op jou, om wat je je ouders hebt aangedaan, je grootouders. Voor hen ben je trouwens nog steeds een held, geen kwaad woord over hun zoon, hun kleinzoon. Respect, eeuwige liefde, trouw – zo getuigen zij van hun liefde voor jou. Ze dragen je as op hun borst en je naam op hun lippen. Elke dag, elk uur.
Maar ik heb het wel gezien natuurlijk, hoe zij eigenlijk niet meer verder konden. Hoe na die ene 11 augustus hun leven zo goed als al zijn glans heeft verloren.

Een jongen om van te houden

En op mezelf ben ik ook heel boos geweest. Dat ik het niet heb gezien met al mijn zogenaamde intuïtie. Dat ik er niet was om je te vertellen dat, ja natuurlijk, het leven ellendig is en naar en hoe je wel kunt wegkwijnen van onzekerheid, zeker als je nog maar zeventien jaar oud bent.  Maar dat het leven ook, met net zoveel kracht, geweldig en licht en om te lachen is. Je had alleen maar een beetje hoeven wachten. Zo’n mooie, lieve jongen als jij, een jongen om van te houden. Dat was alleen maar méér geworden, echt waar.
Ik heb je niet gered. Ik heb je niet gekend.
Maar ik geloof dat ik eindelijk niet meer boos ben. En wat blijft is een soort buigzaam verdriet – en heel veel foto’s in een gouden lijstje bij opa en oma.

Waar ben je nu, Jeroen?
In jouw hemel of nog ergens op een tussenstation? Ik denk wel eens het laatste. Die beschermengel die al zo lang met ons meereist, ben jij dat soms? In de woestijn, in de jungle, op het dak van de Landrover. Laatst nog bij Chaia en haar paard. Heb jij dat zware paard toen opgetild, heel snel en toen niemand keek, zodat je nichtje niet werd verbrijzeld?
Dat is fijn om te denken. Net zoiets als dat ik je soms voorbij zie komen op onze patio, ergens vanuit mijn ooghoek.
Dan weet ik het weer: ‘Dat is Jeroen. Hij is er nog.’

Categorieën
Verhalen van de berg

Glamour en geluk

Mijn vriendinnen de actrices hebben ze allemaal. Publiciteitsfoto’s. Een schrijver van kinderboeken kan waarschijnlijk wel zonder, maar soms wil ik ook ineens een beetje glamour. Zo liet ik mijn eerste PR-foto maken door de society-fotograaf Govert de Roos. Via een van die actrices en heel erg duur, maar Govert bood grootmoedig aan dat de factuur pas zou komen als ik rijk en beroemd zou zijn (dat is inmiddels zes jaar gleden).

Obsceen

Ik voelde me al behoorlijk beroemd in de studio van Govert, waar allerlei Idols-achtige types rondliepen. De sessie zelf was bijna obsceen: Govert en ik verdwenen meer dan een uur samen in het donker met één spotje op mij gericht. Vervolgens begon hij me eindeloos en doordringend aan te kijken en met zachte stem regie-aanwijzingen te geven. ‘Kijk recht in de lens – dat zijn je lezers. En denk heel diep en heel intensief aan het boek dat je nu aan het schijven bent.’
Later moest ik nog rennen om mijn kinderen op tijd op te halen van de Avondvierdaagse. Stond ik daar geweldig opgemaakt door een visagiste met mijn hakjes in de klei (de Avondvierdaagse van Durgerdam gaat dwars door de weilanden). En nog een week later kwam de rekening van de visagiste die kennelijk niet wilde wachten tot ik rijk en beroemd was (maar dat zelf, gezien de hoogte van de factuur, al wel was). Het resultaat van deze foto zie je trouwens nog steeds op de achtergrond van deze site.

Rimpels

Een fotosessie met Ilco, toch ook een vrij verdienstelijk fotograaf, is het tegenovergestelde. Na een tijdje kreeg ik namelijk genoeg van al die teleurgestelde kinderen in de klas. ‘ Is dat Anna van Praag? Ze heeft veel meer rimpels dan op haar foto.’
Ilco fotografeert altijd buiten waardoor je juist elke rimpel ziet en je later alleen maar kunt meevallen. En vervolgens snauwt hij, in het echte leven toch een behoorlijk vrolijk en zachtmoedig type, je dingen toe als: ‘In het licht kijken. En knijp je ogen nou niet zo dicht.‘  Of:  ‘Je kijkt naar niets, dat is raar.’
Goed, ik heb dus weer nieuwe foto’s voor het komende seizoen (waarin hopelijk drie boeken van mij gaan uitkomen). Dit is er eentje van. Die was eigenlijk per ongeluk. De sessie was al achter de rug, het was onze laatste avond aan zee, en we liepen extreem uitgerust en uitgewaaid naar ‘ons’ strandrestaurant. Ilco rende terug voor zijn camera want ‘Het licht is nu zo mooi.’
Geen aanwijzing, geen pose, één klik. Wat hij hier heeft gevangen is puur geluk.

Categorieën
Verhalen van de berg

BH (Blad voor de Huisvrouw)

Voor mij ligt, wonderlijk uit zijn (nee háár) context gehaald, het tijdschrift Margriet – er stond een recensie in van Nooit meer lief. Die recensie heb je in één seconde gelezen, maar voorin staan de brieven van lezers (nee, lezeressen) en als ik die zie word ik bevangen door een enorme nostalgie. Het is er nog! Het is er allemaal nog!

Huiselijk drama en kleine heroiek

De Margriet was het tijdschrift van mijn grootje. Natuurlijk las ze het NRC (‘de’ krant), de Varagids, het Novib-bulletin, alle humanistische blaadjes en de belangrijke Literatuur van haar leesclub . Maar de Margriet (waarop ze zich pas abonneerde nadat mijn serieuze grootvader doodging) was haar eigen gezellige dingetje, haar theevriendin. En als ik daar kwam, las ik het ook. Stapels en stapels. En soms kreeg ik zo’n stapel mee naar huis en dan las mijn moeder ze ook en daarna de overbuurvrouw want zo ging dat toen.
Mijn favoriete rubriek was ‘Goud voor uw brief’.  Eerlijke verhalen uit het leven van de Margrietlezeres, juweeltjes van huiselijk drama en kleine heroiek. Verhalen in de sfeer van ‘Wij hebben het niet cadeau gekregen in het leven. Na een goed huwelijk overleed mijn man en daarna kreeg mijn dochter een droevige depressie. Maar gelukkig was daar altijd de buurvrouw met haar appeltaart op de juiste momenten. Moest er een wasje gedaan, een pakje opgehaald of alleen maar een luisterend oor geboden – dan stond ze er gewoon, altijd weer. En altijd met die appeltaart. Tranen met tuiten heb ik vergoten boven die taarten van haar. Inmiddels ben ik hertrouwd en is ook mijn dochter aan de beterende hand. Maar nu is de buurvrouw zelf ongeneeslijk ziek. Ik weet dat ik  haar leed niet kan wegnemen, nog met geen honderd appeltaarten, maar dit wil ik graag zeggen: Lydia, bedankt voor alles. Ik zal nooit meer een appeltaart eten zonder aan jouw liefde te denken.’

Halssieraad

Ik verslond die verhalen en ik herschreef ze eindeloos. Ergens moet ik nog een stapel oude BH’s hebben (het Blad voor de Huisvrouw, mijn eigen versie van de Margriet) vol met dit soort geschiedenisjes. Zo begon dus eigenlijk mijn schrijfcarrière: met het kopieren van de Margriet, iets dat ik jaren heb volgehouden. Inmiddels is dat natuurlijk ook alweer dertig jaar geleden. Maar wat blijkt? Het bestaat nog steeds. Je krijgt geen gouden tientje meer voor je brief en in plaats daarvan een griezelig lelijk ‘gouden halssieraad ontworpen door een kunstenares’ maar de Margriet leunt nog steeds zwaar op de brievenrubriek. En ook zijn de verhalen nog precies hetzelfde! Huiselijk drama en kleine heroiek. ‘Als ik toen niet precies rode anjers had willen kopen voor mijn oma, had ik nooit de man ontmoet die nu al vijftien jaar mijn echtgenoot is’.  ‘Zijn ziekte bracht ons samen’.  ‘Mijn kleindochter maakt goed wat haar moeder me nooit heeft kunnen zeggen’.  De voorbeelden verzin ik ter plekke, maar, geloof me, het is echt waar. En dat dertig jaar later! Dat wil dus zeggen dat de meisjes van toen net als hun moeders gouden brieven naar de Margriet sturen. Zo geruststellend! Als dat geen bakens (gouden bakens) in barre tijden zijn, dan weet ik het ook niet meer.

 (Ha, zal ik dit stukje opsturen naar de Margriet? Wie weet krijg ik dan wel het halssieraad. Het is dat ik nooit goud draag, want anders…)

Categorieën
Verhalen van de berg

Verschrikkelijke boeken

En dan zeggen ze dat IK schokkende boeken schrijf?
Ik heb nu achter elkaar De Hongerspelen, Gone en Morgen toen de oorlog begon gelezen. Allemaal series, allemaal Amerikaans (denk ik). En allemaal kei- en keihard.

Elk van die series is een soort kloon van Lord of the Flies. Het idee: een groep kinderen raakt geisoleerd en moet zich, in een mini-maatschappij zien te handhaven. Net als bij Lydia Roods Drakeneiland. Maar waar de kinderen daar nog redelijk fatsoenlijk blijven, dalen ze bij die andere series af tot in de allerergste diepten. Ze moorden, martelen, verraden elkaar en hun idealen (als ze die al hebben). Ze verzinnen superioriteitstheorien. Ze verspillen voedsel. Ze klooien zelfs met kernenergie – met alle heel gruwelijke gevolgen. Er zijn types die gek worden en alsof het nog niet genoeg is, ook zeer gedetailleerd beschreven terroristische aanslagen.

Stoicijns

Natuurlijk komt ook het allermooiste boven (liefde!). Maar vooral doen deze kinderen precies wat volwassenen doen. Niet al die series zijn al voltooid, dus ik  weet niet of het aan het einde toch nog goed gaat komen met Sam en Astrid en Ellen en Lee. Maar ik kan het me eigenlijk niet voorstellen. Kon je bij Harry Potter met een beetje fantasie nog wel bedenken dat die goeie ouwe Harry het uiteindelijk fijn en rustig zou gaan krijgen met zijn liefje Ginny en al hun baby’s, de kinderen die ik net noemden zijn bij voorbaat al teveel gewond, een beetje  zoals Frodo uit In de ban van de ring.
Ik word af en toe echt misselijk van het lezen. Dan moet ik mijn boek wegleggen. O ja, ik was op het strand en ik was gelukkig. Maar mijn lieve dochters van 12 en 14  lezen intussen vrolijk door. Kijken wat er nu weer gaat gebeuren met hun helden. Heel soms zijn ze boos als er iemand dood gaat waar ze erg dol op waren, maar meestal reageren ze vrij stoïcijns op de stoet lijken aan het eind van weer zo’n boek. En ondertussen zijn die boeken ook nog eens goed tot heel goed geschreven. Het is geen pulp ofzo.

Stoute piraten

Is het logisch dat deze boeken er zijn? Is het een spiegel in barre tijden? Worden we er weerbaarder van? Ik weet het niet. Maar ik krijg er wel een onstuitbaar verlangen van naar andere verhalen. Het bizarre maar o zo schattige wonderland van Alice, de stoute piraten van Peter Pan of –mmmm- de geheime tuin uit het boek van Francis Burnet. Kan iemand alsjeblieft het gat in de heg voor mij vinden?

(Spam-ellende lijkt grotendeels voorbij – met veel dank aan Bitman-Jeroen. Je kunt in ieder geval weer reageren).

Categorieën
Verhalen van de berg

Pas op voor de creeps!

Deze leuke, frisse site wordt op dit moment bedolven onder een bombardement aan spam. Een beetje alsof je een mooi huisje hebt, fris geschilderd, en het staat voortdurend onder de graffiti. Daar kan ik wel van huilen! Dat snapt mijn oudste dochter (en zij alleen) gelukkig heel goed. Zij leest op dit moment GONE, een boek waarin aan de lopende band wordt gemoord, gemarteld en geroofd. ‘Dit is net zoiets als in GONE, mama. Weet je wat ik daar het ergste vond? Dat de coyotes de creche binnenvielen, de enige plek die fijn was en goed, en dat ze daar tegen de wiegjes pisten.’
In ieder geval maar even niet klikken op de reacties en zelf ook niet reageren tot mijn digihelden dit hebben opgelost, ok?
En ik blog natuurlijk wel gewoon stug door!