Anna van Praag boeken en verhalen
Categorieën
Verhalen van de berg

Een lege plek om te blijven

Misschien moet ik mijn lijstje van beste stranden bijstellen. Want gedreven door ons verlangen om altijd door te rijden tot waar alles ophoudt, kwamen we zomaar HIER terecht:

Een baai met azuuurblauw water tussen gigantische rotsen ingeklemd. Net voor de Kaap, helemaal aan het randje van de Algarve. Je moet eerst een ontstellend lange in de stenen uitgehouwen trap naar omlaag en dan sta je op superzacht zand. Er is 1 piratenbar waar ze sardientjes grillen en verder helemaal niks. Zelfs bijna geen andere toeristen. O ja, en er zijn diepe, verlaten grotten om in te klimmen, kano’s en surfgolven.
We zochten dit soort plekken altijd in extreem verre oorden zoals Mozambique en Brazilie, maar nu vinden we het gewoon op een fikse dagreis van ons eigen huis. Hoe wonderbaarlijk is dat?
Daktent staat hoog op het duinplateau tussen de pijnbomen en de koerende duiven. ’s Nachts komt de zeemist, dan is alles zo wonderlijk stil. Een zucht klinkt als een jammerklacht, een stiekem lachje krijgt een eindeloze echo. Een beetje zoals we onderweg op een kunstenaarshuisje zagen staan (maar dan in het Portugees): ‘Een wit huis wordt witter in de stilte’.  Dit is een lege plek om te blijven.

Meisjes

Ondertussen verbaas ik me voortdurend over hoe groot die oudste meiden al zijn. En dan ineens weer niet. Uren moeten ze steeds douchen en klooien met zeker drie soorten shampoos en ook nog eens cremes om hun haar zacht te maken. Meteen daarna duiken ze weer uren in het zoute water. Ze hebben genadeloos commentaar op de borstvergrotingen, die, vooral onder Spanjaarden, vrij gebruikelijk zijn en worden boos als je oppert dat het soms best mooi is. Of neem de Portugese mannen (en jongens). Een verademing met de Spaanse boeren van Montefrio vind ik het. Veel swingender. Maar nee hoor, alle jongens zijn nog steeds ‘walgelijk’.  De leuke ober die een charmant scheef mondje heeft, wordt, nog terwijl hij ons bedient, afgekraakt: ‘Heeft die man de bof ofzo?’ En o wee, als ik iets leuks  over een man zeg, dan is het: ‘Papa, hoor je dat? Mama zit stiekem naar andere mannen te kijken.’ En, keihard: ‘Je moet je rug beter insmeren, de vellen hangen erbij als enveloppen.’
Terwijl ze er zelf zo prachtig uitzien in nieuwe jurken en nieuwe strandsieraden waar ze mee rond paraderen. Maar dan ineens zitten ze weer op schoot, allebei. Of dan gaan die sieraden razendsnel weer uit en rennen ze achter Dunya aan om paardje te gaan spelen….

Categorieën
Verhalen van de berg

Blacklight

Aan een formicatafeltje zat de jongen met zijn moeder droevig te zitten. 13 jaar? 14? Zijn moeder – groot en grof en best wel lelijk- had een biertje genomen en hij een cola. Ze had er vrij lang over gedaan om het te bestellen. De obers wilden liever cocktails maken voor de mooie dames in het wit. Want dat was het thema van het feest: wit. De muziek was te hard  en ook tamelijk stom. Blues Brothers coverversie. Het licht had iets van blacklight, speciaal voor vandaag. Arme jongen, dacht ik. Je moest wel naar die twee kijken. Stug doordrinkend, starend naar de dansers – allebei in ongemakkelijk wit gehuld. 
Toen kwam de vader (groot en grof en best wel lelijk) binnen en veranderde alles.

Dansbeest

In de moeder bleek een dansbeest te schuilen. Toen ze haar man zag, sprong ze op. Ze wenkte, gilde, straalde, allemaal heel plotseling. Ze gebaarde haar echtgenoot verleidelijk naar zich toe. De vader op zijn beurt – verbaasd maar gevleid – danste vrolijk terug met breed draaiende heupen. Het werd een dolle boel van, zoals Ilco het typeerde, twee mensen die elkaar waarschijnlijk hadden ontmoet op een danswedstrijd voor wie het allerslechtst kon dansen. Ze beestten erop los, iedereen lachte, wees, keek.
Maar er was dus ook nog die jongen.
Hij schaamde zich, uiteraard. Sloeg zelfs alf en toe zijn handen voor zijn gezicht. Maar ik zag ook iets anders, iets zachts. Iets blijs,  misschien wel omdat zijn ouders zo zomaar gelukkig waren ineens. Want af en toe lachte hij heel lief naar ze.  Verbazingwekkend vergevingsgezind voor zijn leeftijd.  
Ik sloot hem ongekend in mijn hart, die jongen. Voor mij was hij de held van het feest.

Schaamtes

Maar later dacht ik wel: hoe is dat  over 20 jaar? Dan ziet hij er precies zo uit als zijn vader, ook zo groot en grof. Je kon de trekken al zien schemeren door het zachte kindergezicht. Over 20 jaar heeft deze jongen waarschijnlijk een grote grove vrouw gevonden. En samen doen ze mee aan danswedstrijden voor allerslechtste dansers, waar ze elkaar dan met woeste bewegingen betoveren en verleiden. Bewegingen die alleen voor henzelf betoverend en verleidelijk zijn. Dan is die jongen heel erg blij.
Want sommige schaamtes gaan voorbij.

(Scene gespot ergens op een hippytrail in Zuid Portugal. Waar de dolfijnen met ons mee zijn gereisd en tuimelaars naast onze dochters komen zwemmen in de Atlantische Oceaan. Zomaar. En nee, daar zijn geen fotos van. Het is al idyllisch genoeg…)

Categorieën
Verhalen van de berg

150 dolfijnen

Ik was het zó niet van plan. Jullie opzadelen met veel te idyllische vakantietaferelen. Van die verhalen waarbij tijdens het Afrikablog diverse vriendinnen afhaakten zo soft.
Maar ja, 150 dolfijnen…

Zeemeermin

Ik heb een man die in een ander leven waarschijnlijk een dolfijn is geweest. Of een zeehond. Ooit zag ik hem met baby-zeeleeuwtjes heen en weer door onderwatergrotten duiken. Het was een soort spelletje, tikkertje en verstoppertje tegelijk. En echt waar, hij leek meer op een zeeleeuw dan op een mens.
Maar zelf heb ik helaas niet van die zeemeerminachtige kwaliteiten. Ik vind de zee geweldig – om vanaf een rots naar te kijken. Van duiken word ik altijd claustrofobisch. Het gaat heel lang goed, maar ineens moet ik naar boven. Ook al is dat levensgevaarlijk en barsten dan je longen. Eigenlijk een wonder dat dat nooit echt is gebeurd.
Dus toen Ilco en Dunya perse met de walvisbeschermers mee wilden varen door de Straat van Gibraltar, zag ik mezelf eigenlijk achterblijven op een terrasje. Met zo’n fijne grote mojito die ze hier zo goed kunnen maken, met heel veel ijs en limoen en foute rum erin.
Maar goed, je kunt niet steeds aan de zijlijn blijven, toch? Wat voor indruk maakt het bijvoorbeeld op je stoere dochters die steeds door de branding voorbijscheuren met vliegers en boards – terwijl ik daar aldoor maar heel Lorelei-achtig bij zit te staren. Ondertussen verzin ik natuurlijk wel briljante verhalen, maar dat is, nou ja, zo weinig fysiek.

Pikdonker 

Dus op de valreep verwisselde ik mijn suède rode schoentjes voor iets anders hoogs dat iets minder fataal was. En ging mee op die boot.  
Wapenfeit nummer 1 was dat ik niet zeeziek werd en een heleboel anderen wel. En ja, we zagen kleine walvissen. En daarna flipper-dolfijnen die zoals het hoort hoog uit het water opsprongen. Maar het spannendste waren dus die andere, gestreepte dolfijnen (ik weet er nu natuurlijk alles over, kan er zo een dierenred-boek over schrijven). De gestreepte dolfijnen waren dus met een groep van 150. Ze speelden en doken onder en om de boot, zo dichtbij dat je hun strepen kon zien.
Ik werd er zo blij van! Zo reisblij. En daarna smaakte die mojityo natuurlijk extra lekker en de volgende ook. Zodat we uiteindelijk in het holst van de nacht over het pikdonkere strand terug moesten lopen naar de Landrover. Sommige stukken dwars door de zee of over de glibberige rotsen want het was vloed geworden. We raakten daarbij Dunya en haar nieuwe Spaanse vriendinnetje kwijt, wat best heel eng was. Maar later zaten ze natuurlijk gewoon bij de tent op ons te wachten.
Want zo’n dag was het dus.

Categorieën
Verhalen van de berg

Lijstjes

De 5 fijnste strandjes ter wereld. De 5 basiseigenschappen van een echte man. De 5 bestgelukte beginzinnen van boeken… Lijstjes, ik ben er dol op. Als Francine Oomen het niet al had gedaan, had ik Lena Lijstje verzonnen.

De beste stranden

Op één van die beste strandjes zit ik nu te schrijven. Aan de rotskust van Tarifa wordt elk vermoeid hoofd leeggeblazen door de dubbele wind, de levante en de poniente, die tegen elkaar opbieden. Geen allinclusive te bekennen, wel surfers en dichtbegroeide rotsen. Een soort Ierland maar dan met mooi weer. Grote heimweebonus: aan de overkant zie je Afrika liggen, verraderlijk dichtbij. Je zou het bijna kunnen zwemmen… En tenslotte is hier het ultieme strandtentje waar de golven over je kopje koffie spatten. En die koffie is dan wel hele goeie.
Een ander fijn strand is Toubab Dialo in Senegal, pal naast de djembeschool. De hele dag overal trommelende  rasta´s naast de geweldig hoge golven. Of anders het onbewoonde Jao Veira bij Guinee Bissau. Duurt lang om er te komen met een piepklein en gevaarlijk bootje, maar dan heb je ook wel strand en oerwoud tegelijk. En vissen zo groot als varkens, die zelfs ik kan vangen.
Strand nummer 4 is denk ik bij de Lookout Inn in Costa Rica. Daar kan je over de zee uitkijken terwijl je in een heet badje zit en er tientallen gekleurde papegaaien overvliegen. Vijfde plaats is voor de stadsstranden van Kaapstad en van Rio. Flaneren, cocktails drinken en spectaculaire zonsondergangen boven de oceaanbranding.

De echtste mannen

 ´s Nachts kan ik de zee nog steeds horen vanuit de achterbak van de Landrover. Ergens in Afrika is het gebeurd dat ik, niet bepaald een die hard kampeerder, verliefd ben geworden op slapen in een oude auto met klapperend zeil. Alles wat ik nodig heb is om me heen.
‘5 woorden en een cijfer´ zeg ik tegen Dunya als die samen met mij de zon ziet opkomen boven zee. Ze kent mijn rare lijstjesgewoonte al lang en somt braaf vijf woorden op die moeten aangeven hoe ze zich voelt.´Leuk, grappig, blij, vrolijk, lief en ik heb honger´. 
En ondertussen worden de babykatjes langzaam een voor een geadopteerd door de voornamelijk Spaanse toeristen. En stookt Ilco vuurtjes en maakt soep. Waarmee hij meteen 2 van de basiseigenschappen van een echte man (voor mij dan) invult. Want dat zijn, naast vuurtjes en soep kunnen maken, ook nog: een pannenkoek in de lucht kunnen gooien (en weer opvangen), veilig een auto door de woestijn kunnen loodsen en mij kunnen optillen, en dat laatste dan in dubbel opzicht.

 Volgende keer misschien de beginzinnen.

Categorieën
Verhalen van de berg

Ik ga op reis en ik neem mee

– 1 Landrover plus daktent
– 1 man en 3 dochters
– 1 oma
– 1 wilde, krijsende moederpoes
– 5 niet meer zo kleine babypoesjes die met de wilde moederpoes op een camping gaan wonen (wat zullen ze daar blij met ons zijn)
– 1 vriendin van Bloem (die ergens onderweg, net als oma, op het vliegveld wordt gezet)
– haar koffer vol Montefrio-souvenirs (zoals olijfolie, geitenkaas en schaaltjes van Granada-boerenbont)
– 7 nieuwe nagellakken (Chaia)
– kitesurfkleren (Bloem)
– emmers en schepjes, boerderijdieren en good old Knor (Dunya)
– Chaia’s paardrijlaarzen (je kunt daar lekker hard over het strand galopperen en ja, dat mag ze bijna weer…)
– de elf popjes van de laatste grote reis plus hun uitgebreide garderobekast
– een paar kilo boeken (waaronder het laatste deel van de Groene Bloemtrilogie – eindelijk tijd voor – en het intrigerende Isa’s droom wat steeds maar weer van de stapel verdwijnt omdat niemand zich kan inhouden)
– de kaart van Portugal voor als we door willen rijden
– nog meer koffers vol met zomerjurkjes XXS XS S M
– een stuk of 10 bikini’s
– het verhaal van een klein leeuwenmeisje (nieuw boek in mijn hoofd!)
– Diorific lipstick nr 13 (voor kenners: het ultieme rood) en mijn nieuwe rode schoentjes met megahakken (o zo handig aan het strand)
– onze Afrikakist vol beroete pannetjes en zelfgeknutselde pollepels
– slaapzakken (koude wind aan zee), matrassen, computers, schriften
– houten klapstoeltjes, tafeltje plus tafelkleed, hangmat
– Ilco’s grote fotokoffer (ik wil zo graag een nieuwe publiciteitsfoto voor het nieuwe seizoen die sexy en Spaans oogt; Ilco daarentegen is erg van eerlijke foto’s in keihard ochtendlicht – we zullen zien waar ik mee terug kom)
– een paar hele dure (voor Spaanse begrippen), vast heel erg lekkere wijnen.

Gaat dit allemaal passen? En uiteindelijk aankomen aan de rotskust van Tarifa waar het altijd keihard waait?
Je hoort het over een dag of drie in het enige blog dat in de vakantie (juist) gewoon doorgaat!

Categorieën
Verhalen van de berg

Iets zouts in mijn mond

Het is nog heel vroeg en heerlijk stil. Ik sta sereen in de keuken sinaasappels te persen. Dan hoor ik tik-tik-tik. Mijn moeder, in pyjama, komt zwaar leunend op haar wandelstok om de hoek.
Ik haal diep adem. ‘Goeiemorgen moesje, lekker geslapen?’
‘Nee.’
(lees verder)

Hendrik Haan

Ik pers nog maar wat door, denkend aan het kopje slaapthee van de avond ervoor, mijn moeders lekker verschoonde bedje, de versgewassen pyjama en het schaaltje dropjes naast het bed (‘ik moet altijd iets zouts in mijn mond hebben als ik lig’).
‘Ik schrok ergens van wakker, misschien was het een poes,’  zegt mijn moeder, kattig omdat ik niet meteen reageer.
‘Nee, dat kan niet, er waren geen poezen binnen.’
‘Jawel. Hij sprong bovenop mijn hoofd. Je hebt vast een raam open laten staan.’
‘Op je hoofd??? Dat al zeker niet. En er stond geen raam open.’
‘Wel. Of anders heeft die poes de deur opengemaakt. Het deed echt heel veel pijn, ik was flink gewond. Ik schrok me rot natuurlijk en kon meteen niet meer slapen.’
Ik schenk zwijgend een glas sap in.
‘En door al dat vechten met al die poezen is mijn dekbed uit de hoes gekomen. Kijk, daar ligt het: op de patio. En zo gek, al die dropjes zijn er ook van gesmolten, middenin mijn bed.’

Lachen

‘Ooit schrijf je het op en dan wordt het een boek.’  Zeggen vriendinnen, zegt zelfs Ilco vanuit Nederland. Daar wordt hij geinterviewd in het Hilton Hotel, in de ‘peace room’  van John Lennon. Was ik maar daar – waar de idealen en de ruimte reusachtig zijn. Hier, in heet Spanje, bepaalt het getik van mijn moeders stok het tempo en doen we een piepkleine vredesdans op de vierkante centimeter. En nee, dat wordt geen boek. Ik zie overal een verhaal in, maar de belangrijkste voorwaarde ontbreekt: dat je er zelf om kunt lachen, hoe erg het ook is (juist dan!). Was het een tijdje geleden nog hilarisch, toen ik in een hevige woordenwisseling met Ilco mijn verweer begon met een verhit ‘Ja maar pap…‘  nu krimp ik om iets vergelijkbaars in elkaar. Want dit zeg ik even later wanneer ik mijn moeder streng toespreek over haar vieze gewoonte om oude restjes eten in haar tas te proppen: ‘Als je genoeg gegeten hebt en het is nog niet op, is dat prima. Dan zeg je gewoon: mam, ik heb genoeg…’

Categorieën
Verhalen van de berg

Een arena van zand en zout

De drie blonde meisjes, bijna net zo groot als de schildpadden zelf, schenen met hun rode lichtje in de kuil en zagen het gat van de vinnen steeds dieper worden. Toen kwamen de eieren, klein en wit als pingpongballen die door de moeders met venijnige bewegingen werden bedekt met zand; zo werden er die nacht duizenden begraven…
Dit schreef ik op mijn Afrikablog, in Guiné Bissau, precies vier jaar geleden. En nu ben ik er weer!


Verleiding

Mijn eigen Neverland ligt dus even in Guiné Bissau.
Het nieuwste boek (verschijnt november) gaat over de grote schildpadden die we daar zagen.
Ik was het niet van plan. Maar toen kreeg ik de vraag om een verhaal te schrijven in de serie ‘dierenredders’. Alleen de tijger mocht niet – die had een andere schrijver al gekozen. En ook niet de grote apen.
Het maakte me niet uit, ik hou toch niet van dieren (ha, ontboezeming!) en laat het redden meestal aan mijn dochters over.
Maar waarom ik toch zwichtte, was de verleiding om nog één keertje zo’n tropische arena van zand, zout en oerwoud te beschrijven. Zo’n fijne Bounty-omgeving zonder afleidende zaken als (ik noem maar wat) auto’s, tv, andere kinderen.

Drie kwetsbare kinderen

Op zo’n eiland, heb ik een broertje en een zusje neergezet. En een raadselachtige vissersjongen. Drie kwetsbare kinderen, alle drie eigenlijk een beetje eenzaam. ‘Ach, al die gelukkige kinderen in boeken, dat gaat ook maar vervelen,’  mailt mijn redacteur bemoedigend. Gelukkig, want ik krijg ze niet blijer. Wel een beetje weerbaarder op het eind van het verhaal – en dat is al heel wat.
Want dat is wat leven in het paradijs met je doet, denk ik. Op reis heb ik ze wel gezien: bijvoorbeeld die kattige Engelse meid met haar ouders op het ene en die mooie Franse jongen op het andere onbewoonde eiland. Allebei bruin van top tot teen met lang touwhaar. Ze vingen hun eigen kreeften en kraakten hun eigen kokosnoten. Ze hoefden niet naar school en hadden in plaats daarvan hun eigen boot en overal boomhutten met touwladders eraan. Het waren klinderen die een wonderbaarlijke uitstraling hadden van grenzeloze zelfredzaamheid – en grenzeloze eenzaamheid.

Categorieën
Verhalen van de berg

Dierenredders

‘Mama kom snel, het babypoesje heeft overal bloed! En zijn oog is verdwenen!’
Hoezo ‘we laten de wilde katten lekker wild’? Hoezo ‘niet teveel hechten, ze gaan toch weer weg’?  En waarom verdomme nemen de twee dierenartsen van Montefrio hun telefoon maar steeds niet op?

We hebben lang geen kattennieuws gehad, maar nu moet het even.
Nog maar een keertje de hoofdregel voor iedereen die een huis koopt in Zuid Spanje: voer de wilde katten NIET. Je denkt: best schattig. En die moeder heeft jongen, die kan wel wat extra’s gebruiken. Je denkt: die paar brokjes, hoe erg is dat?
En het volgende moment heb je tien katten die alle tien zwanger zijn.
Wat dan? Naar de gemeente brengen die ze professioneel voor je afmaakt? Probeer dat maar eens te doen als je dochter de grootste dierenvriend van de wereld is.
Onze oplossing is ook best genant: we dumpen ze. Dan weer eens aan de ene kant van het dorp, dan weer aan de andere, zelfs naar onze favoriete zeecamping gaat steevast een mand poezen mee. Wild zijn kan overal, toch? (zei de schrijver die net een feelgood boekje in de serie ‘dierenredders’  afleverde).

Kerkhofje

Prikjes, ontworming, fancy eten? Daar beginnen we niet aan. En dus hebben we ook al, heel ellendig, een poezenkerkhofje tussen de olijven. Elke keer weer een groot drama.
En nu een zodanig uit de hand gelopen ooginfectie dat voor onze ogen een klein rood poesje leegbloedt. ‘Nee mama, neeeeeee,’  krijst Chaia. Ik ren rond met verbandjes en pleisters die natuurlijk meteen weer loslaten. Trillende handen, ik ook. ‘Jezus Chaia ik weet het ook niet!’  ‘Mamaaaaaa!’

Blind

Nou ja, toen ging ik dus heel lang rijden door de hitte naar een heel dure dierenkliniek. Waar ze in een heuse operatie dat hele oog gingen dichtnaaien. Van een poesje dat we niet zouden houden. Maar nu dus wel, want hij is blind. ‘Dat andere oog moet misschien ook nog,’  waarschuwt de dierenchirurg. ‘Het wordt lastig voor hem. Meestal laten we zulke poesjes…‘  Maar Chaia is een en al liefde.
Ha, denk ik, kijk mij nou eens dierenredden. En me ook nog eens  voor eeuwig geliefd maken bij mijn dochter.

Maar eenmaal thuis schudt Ilco zuchtend zijn hoofd als hij het poesje ontredderd over de patio ziet wankelen en ook ik ben snel ontnuchterd. : het zwembad… het spoor van poep dat hij overal maakt, al die extra zorg, en wat nou als, en hoe dan…
Dierenredden – ik doe het nooit meer!

Categorieën
Verhalen van de berg

Spaanse zomer, en toch…

‘Zes Zweden! kompleet met blonde lange steile haren?’ Fijne mail van een vriendin uit Nederland. De Zweden zijn reisvrienden, we kwamen elkaar ergens in het Midden Oosten tegen, zij op de heen- wij op de terugweg. En nu staat er een rode Landrover voor ons huis, naast onze eigen zwarte, compleet met daktent. Morgen gaan ze oversteken naar Marokko en o wat wil ik graag met ze mee.

Te heet om wild te zijn

Ik schaam me. Daar zit ik in het paradijs weg te willen. Alles is hier doordrongen van een lome hitte. Je staat zweterig op en je gaat zweterig slapen, onder een dun lakentje en zo dicht mogelijk naast de ventilator. Het water uit de kraan is lauw, het zwembad is lauw. In de zon kom je alleen maar vroeg in de ochtend of na zeven uur ‘s avonds. Maar dan smaakt dat biertje, of dat glas rosé ook wel toverachtig lekker. De kinderen hoeven allang niet meer naar school, te heet. Ze spelen tot laat buiten, alleen maar in hun bikini’s. Grootste zorg: dat ene zielige babypoesjes met zijn ontstoken oogjes. Alle andere poezen (tien op dit moment) liggen loom onder palmbomen en ligstoelen af te koelen, te heet om wild te zijn (dat klinkt als een tegenstelling maar is het niet). En het gras is verdord, de kersenbomen alweer leeg. Maar we hebben overal vijgen en de geur van karamel die zich voegt bij een zweem kattenpis en oud hout. Spaanse zomer!

India

En dan zie ik die Zweden… Een moeder, een vader (kaal!) en vier kleine Madiekes en Emiels. Maar vooral: hun rode Landrover inclusief rijplaten en snorkel. Vakantie? Reizen! Nu achter ze aan, richting India. Verder waar we de laatste keer gestopt zijn. Mijn haar weer geruïneerd van teveel zon en te slechte shampoo, al mijn kleren verschoten, dure lippenstift gesmolten, elke dag anti-malariamedicijnen. Meisjes op de achterbank, mijn lief de fotograaf aan het stuur (met baard? in ieder geval met veel haar). Alles achterlaten wat niet in de auto past. Nothing left to lose.

Categorieën
Verhalen van de berg

Liedjes

‘Wil je een liedje voor me zingen?’ Ooit hoorde ik een wanhopige vrouw midden op een verre oceaan dit aan haar vriend vragen.
Hij keek haar verbijsterd aan.
‘Misschien ons eigen fijne liedje uit Moulin Rouge?’  vroeg ze smekend. Ze zag er belabberd uit, want ze was zeeziek. En als je echt echt echt zeeziek bent, ik weet er alles van, dan wil je alleen nog maar dood.
‘Een liedje?’  vroeg de vriend bangelijk. ‘Eh, ik kan wel gewoon een beetje met je praten. Is dat ook goed?’
Ik denk, en ik hoop, dat die relatie niet lang stand heeft gehouden.

Langs een leeuw

Liedjes tegen de angst, tegen de pijn, tegen verdriet. Als mijn grote dochters zich rot voelen, is dat wat ze vragen: ‘Mama, wil je een liedje voor me zingen?’ Ook op reis heb ik ons zo door griezelige situaties heen gezongen. Die keer bijvoorbeeld dat we verdwaald waren in de woestijn van Sudan en het steeds donkerder werd. Ik zat voorin de auto en ik zong. In mijn boek Schiet niet op mijn olifant zingt de hoofdpersoon zich zelfs langs een leeuw.
Toen ik nog trainingen gaf voor Het Verhalenkasteel, deden we een quiz over ‘meervoudige intelligentie’.  Het idee daarachter was dat er acht gebiedjes zijn in je hersens waar je in kunt uitblinken. En bij mij, tot mijn eigen verbazing, scoorde muzikale intelligentie zeker zo hoog als taal. Dat is dus niet perse dat je heel muzikaal bent, maar dat je de wereld snapt, of probeert te snappen via muziek.

Bang

Niet elk willekeurig liedje voldoet. Suzanne van Leonard Cohen is het ultieme bezweringslied voor mijn oudste dochters, of anders wel Today van, jawel, John Denver: I’ll laugh and I cry and I sing…  (is dit een ontboezeming? ik denk het wel). Come what may uit (ja, ook al) Moulin Rouge zingt in mijn hoofd op elk lastig keuzemoment. En als ik écht bang ben, neurie ik heel zachtjes het adagio uit het klarinetconcert van Mozart. Altijd. Toen ik hier laatst over nadacht (maar dat moet je niet teveel doen) bedacht ik me plotseling: mijn vader. Avond aan avond hoorde ik hem dat oefenen op zijn klarinet, terwijl ik lekker veilig in mijn bedje lag. Zou het zo simpel zijn?

(Als je wilt kun je overal op internet je eigen meervoudige intelligentie testen, bijvoorbeeld hier: http://www.migent.be/mi_testen)