Anna van Praag boeken en verhalen
Categorieën
Verhalen van de berg

Keren op een smal (processie)weggetje

Wat deed ik deze zondag? In een lange processie door de olijfvelden lopen, omringd door oude vrouwtjes in flamencojurken en begeleid door valse trompetten en dwarsfluiten.
En wat had dat met Ajax te maken?

San Isidro

Dat het een belangrijke dag was voor het voetbal, wisten we allemaal, maar wie wist dat het ook de dag was van San Isidro, de beschermheilige van de olijfboeren? En laat deze sympathieke boerenheilige (in ieder geval zijn beeld) nou net wonen in het kapelletje bij ons om de hoek. Daar was dus paella, bier, flamenco en een lange processie in de hete zon. Ik was er al voor het tweede (of derde?) jaar en voelde me enorm ingeburgerd. Zo weet ik inmiddels hoe je moet lopen in processies (schaatsend), hoe je ermee moet keren op een smal weggetje (op precies het goede moment langs de kant gaan staan, wachten tot de kop van de stoet weer langs komt en dan weer aansluiten na de mensen van de hermandad), en dat het eigenlijk een enorm sociaal gebeuren is: je zoent de burgemeester, kletst met al je buren en raakt ondertussen langzaam in een soort trance van die rare muziek. Of anders wel van de hitte. De dametjes wapperden wild met hun waaiers en de priester in zijn lange witte gewaad droeg een zonnebril en een knalblauwe parasol.
Er was geen toerist te bekennen – tenzij ikzelf dat was.

Eufoor

De processie eindigde in de kapel. Normaal heb je in de campo geen bereik, maar nu leek San Isidro er zelf in te bemiddelen dat ik zo ongeveer voor het altaar doorkreeg dat tweeduizend kilometer verderop in de Arena Ajax kampioen was geworden. ‘Een van de mooiste momenten van mijn leven’ sms-te Ilco eufoor, gevolgd door ‘ We zijn nu aan het dansen in het spelershome’.  Daarna werden de teksten minder coherent (iets met ‘Museumplein’), om uiteindelijk helemaal op te houden.
En ik zag het weer helemaal voor me: de feestjes tijdens Van Gaal op het Leidesplein, en de vorige keer dat ze kampioen werden, ook op het Museumplein.

Een echte feest

Terwijl nu. De Spaanse en Nederlandse meisjes die ik onder mijn hoede had, waren inmiddels uitgewaaierd richting suikerspinnen, springkussen en spannende jongens en kwamen alleen af en toe even snel geld bietsen. Mijn buren waren verderop enorm druk met het coördineren van de paella (belangrijk) en met het drinken van heel veel bier (nog belangrijker). Hoeveel makkelijker zou het leven zijn als ik van bier hield?
‘Vandaag is Ajax kampioen geworden,’  vertelde ik links en rechts en de Spanjaarden knikten, die snappen natuurlijk heus wel wat van voetbal.
Maar toch, ik miste ineens enorm ‘een echte feest’ (zoals Jari Limanen het kampioensfeest ooit noemde).

Is dit dan wat spleen is? (ha, ik kan het een keer gebruiken, zie het bericht ‘snoepjes’). Het is in ieder geval wat onthechting is. Niet hier en niet daar. Waar ben ik?

Categorieën
Verhalen van de berg

Naaktslakken, slijmsporen, kots

Aan de grote tafel op de patio eten we verse patatjes in de warme namiddagzon. Het enige dat je hoort zijn tsjilpende vogeltjes en een koekoek verderop in de olijfbomen. Om ons heen spelen de wilde katjes. De rozen bloeien wulps, naast Ilco’s Afrikaanse planten met hun oranje puntbloemen die op papegaaien lijken. Er wappert een wit wasje.
Dit zijn dus van die teksten die ik niet zo vaak hier opschrijf omdat andermans idylle zelden boeiend is (toch, Ilco?). Ook niet voor jezelf; ik kan soms letterlijk misselijk worden van teveel romantiek.
Maar gelukkig hebben we Dunya.

Dunya, die geen seconde aan tafel kan blijven zitten en om ons heen rent, bloot als altijd, met een verrekijker om haar nek. ‘Kom nou even eten.’  ‘Geen honger!’  (het is niet dat ze niet eet, het is alleen dat ze nooit eet als het etenstijd is). Die op dingen klimt waar ze beter niet op kan klimmen, haar zoveelste wond valt, naar binnen stormt om haar nieuwe drumstel nog even uit te proberen en dan ineens weer vijf minuten doodstil zit omdat ze perse, met haar verrekijker, een kotsende poes van heel dichtbij moet bestuderen.
‘Ik ga over je schrijven hoor, Dunya.’
‘Als je dat waagt,’  zegt ze dreigend, om het een seconde later alweer totaal onbelangrijk te vinden. Want daar is een naaktslak en ze wil timen hoe snel hij gaat. Om hem op te jagen zet ze een paar wilde poezen naast hem neer. Er zijn er alweer twee zwanger, zie ik zonder het echt te willen zien, hoe dat toch verder moet…

Doorgeknipt

‘Je wil gewoon dat de poezen die slak gaan opeten,’  zegt Chaia, de dierenvriend, die haar zusje erg goed kent. ‘Nee hoor,’  liegt Dunya glashard.
Ilco is nu ook afgeleid van de patat en zegt: ‘Heb je die slak nou doorgeknipt? Hoe komt ie zo gehavend ineens?’
Chaia springt ook van tafel. ‘Als je dat hebt gedaan speel ik nooit meer met je, dan ONTZUS ik je.’
Ik bezie dit alles nog steeds vanaf een loom soort afstand. Vanuit mijn ooghoek zie ik hoe de overgebleven katten de berg groene kots (hoezo groen? denk ik vaag geintrigeerd) van hun poezenoom beginnen op te smikkelen. Bloem, die het ook ziet, schuift haar bord opzij en gaat op de bank liggen zonnebaden.
En dan is die naaktslak toch ineens verdwenen.
Chaia gaat er gillend van woede op haar fiets vandoor, maar Dunya beweert dat de slak gewoon is gevlucht. ‘Ik hoef alleen zijn slijmspoor maar te volgen met mijn verrekijker.’  Ze kruipt nu over de patio, duikt onder de rozen, stoot tegen de paal van de waslijn. Een paar frisgewassen handdoeken vallen in de zwarte aarde.
Ergens blaft een hond.

Categorieën
Verhalen van de berg

Snoepjes

Ik verzamel mooie en een beetje moeilijke woorden. Niet perse om ze te gebruiken (in kinderboeken kom je daar niet zo ver mee) maar gewoon voor de heb.

Dat verzamelen begon denk ik met het woord psychedelisch.
Dat was in een stoere tijd dat ik veel muzikanten kende en rondhing bij rokerige podia. En ik ontdekte dat je erg veel indruk kon maken met dat woord. Was er heel veel herrie? Krijsende gitaren? Melodielijn ver te zoeken? Dan  was het tijd om, schijnbaar achteloos, te zeggen: ‘Ik hou wel van dit soort psychedelische muziek.‘ Succes verzekerd!
Ook een heel interessant woord is spleen. Ik kende het eerst alleen van dat gedichtje over hondjes achter het vensterglas. Later kwam ik erachter dat het een bepaald soort melancholie aanduidt, iets als ‘depressief maar niet zo erg’.  Dat maakt het een interessant artikelwoord. ‘Is dit soms wat spleen is?‘ vroeg een leuke journalist zich een keer af in een stuk over Grunberg. Dat klonk spannend en ervaren, vond ik.
Net als het woord transcendent. Ook zo’n woord waarmee je een gezellig artikeltje voor een of ander tijdschrift wat meer cachet kan geven. ‘De transcendente ziel van de jongen die nooit wilde opgroeien‘  las ik een keer  in een heerlijk stuk over Peter Pan. Mmmm, mooi woord!

‘Een griezelig misogyne man’

Grenzeloos, mythisch, Pavlov, zinnebeeldig.  Woorden om als snoepjes op te sabbelen. En vanochtend ontdekte ik misogyn. Dacht natuurlijk eerst dat er iets heel erg mis was gegaan met het woord misschien, maar nee. Misogynie bestaat en het betekent, gek genoeg, vrouwenhaat. Dat kan ik vast nog wel eens een keer gebruiken (‘literaire prijzen zijn per definitie misogyn!’).
Iemand nog meer tips voor mijn verzameling?

Categorieën
Verhalen van de berg

Nee we eten geen varkensoortjes

‘Dus jullie eten helemaal niet elke dag varkensoortjes? En Dunya loopt niet de hele tijd op haar laarsjes door het bloed van de slacht te banjeren?’
Ik geloof dat ik wat recht te zetten heb. Dat ik ons leven hier wat ruiger heb voorgesteld dan het eigenlijk is.

Overal emmertjes

Onze gasten komen veel te laat. ‘Bij de bushalte de camino rural naar boven, de berg op’  heb ik gezegd. Maar: ‘Dat is asfalt, dat kan het niet zijn.’  Dus nemen ze met hun kleine huurautootje het eerstvolgende zandpad, doorwaden rivieren, breken bijna hun assen over enorme keien. Klopt dit wel? De kinderen hebben zo hun twijfels. ‘Dan moeten Bloem, Chaia en Dunya elke ochtend wel een enorm eind naar beneden lopen voor de schoolbus.’  Maar de moeder, trouwe lezeres van het weblog, weet wel beter. ‘Ja, ze zitten helemaal alleen boven op een eenzame berg. Nog even jongens. Ik ga nu met mijn linkerwiel door dat middenspoor proberen te rijden, nee je hoeft niet uit te stappen, nog niet.’
Pas als ze de berg naast ons helemaal bedwongen hebben, besluiten ze te keren en toch maar die asfaltweg te proberen. En ja, dan ben je dus in een minuut bij ons huis. Eenmaal binnen kijkt Nellieke verbaasd om zich heen. ‘Het is helemaal af! Ik dacht dat er overal emmertjes zouden staan tegen het lekkende dak. Geen pannen meer over voor het kerstdiner, zo was het toch?’

Afrika

Ilco is boos op me. ‘Jij ook altijd met je dichterlijke vrijheid.’
Maar echt, ik ben me van geen kwaad bewust. Ilco heeft een talent voor het  vergeten van de mindere momenten, ik leg ze juist onder een vergrootglas. Want als je alles nuanceert, blijft er geen verhaal meer over. Toch? Schrijven is de waarheid liegen. Ik weet niet meer wie dat zei – en ik kan het ook niet opzoeken want het internet ligt eruit door de bliksem. ‘Toch nog een beetje Afrika’  probeer ik. En Ilco moppert: ‘ Voor het eerst ja, voor het eerst!‘  Wat ook niet waar is.

Categorieën
Verhalen van de berg

Interviews

Je zou, met al die rare dagen en vakanties, bijna vergeten dat Vossenjacht nog maar net uit is.

Hier staat een gesprek met mij over de achtergronden ervan:

http://www.ezzulia.nl/interviews/annavanpraag.html

Over interviews gesproken: vandaag staat er een enorm groot stuk over Ilco in de Volkskrant.

En dat gaat natuurlijk over MasterPeace en 5 mei. Vandaag op diverse Bevrijdingsfestivals zijn er tenten van MasterPeace. Ga vooral kijken, ik wilde dat ik zelf even over kon komen…
Categorieën
Verhalen van de berg

Don’t walk on the mass graves

Als kind was ik dol op 4 mei. Rond die dag beeldde ik me hartstochtelijk in dat ik Anne Frank was. Ik leek toch al op haar, dus kon ik die rol maar beter heel goed spelen. Oorlogsfilms verslond ik. De eerste shots van de Waalsdorpervlakte zorgden voor diepe ontroering en in mijn gedachten zag ik het fusilleren, de concentratiekamptreinen en de razzia’s in stemmig zwart-wit voor me. Reed er een brommer door de minuut stilte heen, dan sneed dat door mijn ziel.

Dat onschuldige gevoel voor drama ben ik kwijt, helaas. Op een gegeven moment nam het echte leven de plaats in van het romantische verleden van boeken, films en een paar familieverhalen.
Dus daar zit ik dan vanavond met drie kinderen in Spanje (‘nee, je moet iets eerder stoppen met schooltoneel vandaag, we moeten herdenken vanavond’) manmoedig te zwijgen voor de satellietbeelden, volgens mij nog steeds van de Waalsdorpervlakte. Zelfde vlakte, zelfde holocaust. Ik ben zelfs nog steeds dezelfde pacifist.
Maar ik denk aan iets heel anders.

Rwanda, twee jaar geleden

We waren er per ongeluk beland (oorlog in Kenya) en vervolgens, weer bijna per ongeluk, in een memorial centre van de genocide terechtgekomen. De Hutu’s en de Tutsi’s – dat zei me eigenlijk niks.
Totdat ik daar in dat centrum liep, dat een en al dood en verderf is (‘don’t walk on the mass graves’). Zoveel doden, zoveel oorlog, en zo heel erg kort geleden nog maar.
Maar ook al die letterlijkheid raakte me niet, niet echt. Dat gebeurde pas toen ik binnenstapte in de gezellige oranje speelzolder van dat centrum. Het enige dat daar te zien is, zijn kinderportretten. Naast elke foto lees je over de hobbys (‘dansen’, ‘mijn zusje pesten’), dromen (‘dokter worden’) en favoriete knuffels van elk kind. En, o ja, hoe ze vermoord zijn: doodgemarteld, doorkliefd met een hakmes, gefusilleerd bij een massagraf. Want dit zijn, vermeldt het opschrift ‘de kinderen die onze toekomst hadden moeten zijn’.

Daar denk ik aan, en niet alleen vanavond.

Categorieën
Verhalen van de berg

Bericht van mijn dode grootvader (op 1 mei)

‘Omdat wij nu eindelijk zullen leven volgens de stem van ons eigen, innerlijke geweten!‘  riep Erwin uit terwijl hij in de hoog oplaaiende vlammen staarde.
‘Maar of dat ons ook inderdaad lukken zal?’  merkte Paul ongelovig op.
‘Het moet! Anders wordt het nooit beter.’
Zij wachtten totdat alle vuren uitgebrand waren. Toen liepen zij verder, de donkere nacht in.

Idealen!

Dit, lieve lezertjes is het einde van de kinderboekenserie ‘De kinderen van nummer 67’ door Lisa Tetzner, reeds lang begraven op de boekenberg, maar hier bij mij nog integraal te lezen, alle negen delen. Een geweldig voorbeeld van boeken die snappen hoe alles moet, die kinderen opvoeden in het naleven van solidariteit en broederschap.
Het zijn de boeken die ik kreeg van mijn grootvader, zelf ook al heel lang dood. Toch komt hij nog wel eens bij mij terug, zoals vandaag, niet toevallig  op 1 mei: Jaap van Praag, socialist van het eerste uur. Door hem heb ik nog steeds een zwak voor mensen met idealen, voor iedereen die hartstochtelijk streeft naar een betere wereld.
Zou mijn grootvader (die ik ook echt ‘grootvader’ noemde, niet opa) mijn boeken snappen? Zou hij begrijpen dat in de verhalen van zijn oudste kleindochter goed en fout helemaal niet zo duidelijk gescheiden zijn, dat ik de antwoorden niet zo makkelijk vind als hij en zijn oude verzetsvrienden van de NSDAP en de VARA?
Ik heb er nooit met hem over kunnen praten, mijn grootvader deed niet aan kindertaal. En toen ging hij dood.
Toch, denk ik, leeft iets van hem in mij voort. En hij heeft ook een soort antwoord gegeven, zie ik ineens. Een zelfgemaakt gedicht in mijn poesiealbum, indertijd vol onbegrip door mij opzij geschoven (er stond niet eens een mooi poesieplaatje bij). Maar nu denk ik: ja, ach ja…

De mooiste dingen zie je niet
De fijnste wijsjes hoor je niet
De wijste woorden zegt men niet
De liefste dromen kent men niet
Maar dingen, wijsjes, woord en droom
Vertolken soms die verre toon;
Weerspiegelen een ander land
Zoals een boom aan waterkant.

Jaap van Praag (1911-1981)

Categorieën
Verhalen van de berg

Heerlijk Spaans verhaaltje

Chaia’s leuke nieuwe meester doet een gedachte-experiment met de klas: de wereld vergaat, alleen 5 mensen krijgen de kans om te ontsnappen in een ruimteschip. Zij kunnen ergens anders een nieuwe wereld leefbaar gaan maken. Wat voor soort mensen heb je dan het hardst nodig?

Artista

Er moet een dokter bij zijn, daar is iedereen het snel over eens. Maar verder? Een architect om huizen te bouwen in de nieuwe wereld?
‘Misschien weet die architect wel helemaal niet hoe hij daadwerkelijk een huis moet bouwen,’  zegt de slimste jongen van de klas. Zodat ze gezamenlijk besluiten de architect in te ruilen voor een timmerman. Beter een lelijk huis dan geen huis.
Een wetenschapper hebben ze ook nodig, vindt de klas, om nieuwe dingen uit te vinden en te snappen hoe alles werkt. En misschien een tuinman die kan zorgen dat er van alles eetbaars gaat groeien?
Chaia, kind van mijn hart, pleit voor een ‘artista’, iemand die over de nieuwe wereld kan schrijven, bijvoorbeeld. Grappig genoeg is de hele klas (die normaal collectief lezen haat en Picasso nog niet van Goya weet te onderscheiden) het met haar eens. Er gaat dus ook een kunstenaar mee naar de nieuwe wereld.

Sara Carbonero

Een timmerman, een wetenschapper, een dokter, een kunstenaar. De laatste persoon die mee moet is de lastigste. De discussie in de klas loopt hoog op. Een kok misschien? Of toch die tuinman? Een van de jongens vindt absoluut dat Sara Carbonero mee moet, dat is de sexy sportpresentatrice van TeleCinco (net als Yolanthe getrouwd met een topvoetballer). Maar de meisjes zijn tegen.
Het winnende idee komt uiteindelijk van de kleine Elena. ‘Ik weet het!’  roept ze plotseling, ‘ ik weet wie er nog mee moet: een abuela!’
Verwarring in de klas. Een abuela? Een grootmoeder???
Maar sommige kinderen knikken al. En Elena verduidelijkt: ‘Dan is er altijd iemand bij die warme truien kan breien en koekjes bakken!‘

Commercial break

Nog even iets anders. Mijn ‘agent’ Remco gaf me nog wat links door waarin ik praat over Vossenjacht, dus voor wie er geen genoeg van kan krijgen:
Radioprogramma Capuccino:
http://cgi.omroep.nl/cgi-bin/streams?/radio2/ncrv/cappuccino/20110423-09.wma.
Het begint op 2.13.50 (uur, minuut, seconde) tot ongeveer 2.20.50
En Oba Live:
http://www.obalive.nl/default.aspx?lIntEntityId=1447
Je kunt dan eerst klikken op ‘mijn’ deel, maar ook op het tweede deel waarin ik ondermeer reageer op Edward van de Vendel.

Categorieën
Verhalen van de berg

Morgen zal alles anders zijn

Ik ben ontroerd door de voorstelling ‘Koppig‘  van de muzikant, de jongleur en het trapezemeisje. Met mijn boek Wraak van de stier heeft het niet zo heel erg veel meer te maken, of toch? Iets in de sfeer is wonderbaarlijk hetzelfde.
En dan is er natuurlijk het lied.

Spionnen

Inmiddels ben ik weer terug in Montefrio, waar het (ja, lees het maar met leedvermaak) koud is. Ik zit bij het haardvuur te schrijven. Toen ik vannacht eindelijk weer op de berg kwam (vanuit Groningen via Weeze, dat is bij Venlo en dan naar Duitsland!), moest ik eerst nog samen met Ilco alle meegebrachte paaseitjes verstoppen – wat we in serene stilte en bijna zakelijk (zeer ervaren natuurlijk na meer dan tien jaar) volbrachten. Toen pas kon ik eindelijk weer eens slapen.
En nu?
Vossenjacht is gelanceerd, ik heb mijn best gedaan, nu is het afwachten wat ermee gaat gebeuren. Willen jullie een beetje mijn spionnen zijn? Kijken of het er mooi bij ligt in de winkel? Het mij vertellen als je er ergens een recensie over ziet, ook een slechte (brrrr…)? Zelf ben ik meestal zo’n beetje de laatste die erachter komt hier in Spanje.

Tijdreizen

Het is altijd een soort tijdreizen tussen Nederland en Amsterdam. Van een werelds, vol en supersociaal bestaan terug naar de essentie. Nog allemaal flarden in mijn hoofd. Zoals die circusvoorstelling dus. Ik had daarvoor een lied geschreven met de titel ‘Morgen zal alles anders zijn’.  Daar hadden ze zulke mooie muziek bij gemaakt, en ze zongen het zo innig. Ik heb er nog steeds een beetje kippenvel van.