Anna van Praag boeken en verhalen
Categorieën
Verhalen van de berg

Hoe het nog even helemaal mis ging in 2010

31 december 1 uur ’s middags, Montefrio. Het lijkt Amsterdam wel zo druk. Omdat de winkels zo dichtgaan en dat een paar dagen blijven, is iedereen nu zijn boodschappen aan het doen. Bij de ene groenteboer die Montefrio heeft staat de rij tot ver naar buiten. Nog nooit meegemaakt. En wat kopen de mensen? Vooral heel veel druiven. Want dat is de traditie: bij elke slag van de klok van 12 uur prop je een druif in je mond. Er zijn zelfs zakjes met precies twaalf druiven te koop, ontpitte druiven, geschilde druiven… ‘Met wie doe jij de druiven vanavond?’ is dan ook de meest gestelde vraag vandaag.
Gezellig, denk ik eerst nog ontspannen. Maar dat hou ik niet lang vol.

Zigeunervrouwen

In alle winkels werken kinderen en opa’s en oma’s mee. Tegen de tijd dat ik bij de viswinkel ben is alle vis op en zijn er alleen nog maar een paar griezelige puntslakken te koop. De twee visvrouwen hangen halfdood tegen elkaar aan.
Maar het ergst zijn geloof ik de onderbroekenwinkels. Hoezo leuk een rode onderbroek kopen? Vechten om de laatste slipjes! Zigeunervrouwen dringen schreeuwend voor, smijten hun geld neer en grissen de laatste exemplaren weg. Rode mannenonderbroeken? Op. Kinderboxers (voor Chaia die niks anders draagt)? Op terwijl ik erbij sta. Ondertussen maakt Dunya schaamteloos misbruik van de gelegenheid om van alles op de toonbank te leggen wat ze ‘echt nodig’ heeft zoals vrolijk gekleurde inlegzooltjes. ‘Oké dan,’ snauw ik, te uitgeput om daar ook nog ruzie over te maken. ‘Handschoentjes? Ja, dat is wél een goed idee. Nee die zijn voor baby’s. Neehee, niet die zonder vingers, zoek iets anders, snel!’ Want zometeen is het siesta en dan valt alles stil en we hebben ook nog geen cava gekocht. Als we uiteindelijk de dorpsstraat uitrijden ben ik Amsterdams gestresst en chagrijnig. Achter me wordt keihard getoeterd en ik denk boos: ‘ga maar voor dan’ , wijk uit… en klap keihard op een gigantische ronde bolder, bedoeld om auto’s tegen te houden.

Ja mam, je zit vast

Daar hang ik dan. Ik kan niet voor- en achteruit, de wielen van de Landrover draaien wild in het luchtledige. En nu ineens is alles stil, de straat totaal verlaten, alle rolluiken neer. Bloem buigt zich onder de auto want dat durf ik niet. Wie weet wat er allemaal beschadigd is. ‘Ja mam, je zit vast.’ En paar passerende zigeunermannen met een auto vol net gekochte champignons (wat gaan ze daarmee doen?) proberen nog even met zijn allen mijn auto op te tillen, maar hij zit echt muurvast, ergens rond de as. Ik zie ze kijken: o ja, een vrouw, natuurlijk. De tranen stromen inmiddels heel vrouwachtig over mijn wangen en het helpt niks als Dunya die met haar (shit, véél te grote) nieuwe handschoenen wegveegt.
Een monteur, een draaikrik met wieltjes, een plensbui en vele uren later kom ik thuis. Om me vervolgens om twaalf uur vreselijk te verslikken in al die druiven omdat de klok op de lokale Andalusische tv veel te snel slaat. En die nacht ontdek ik nóg een andere Spaanse traditie: alle boerderijtjes in de buurt zijn verhuurd aan groepen studenten die de hele nacht dansfeesten houden. Ook bij onze buren. Moet kunnen, leuk, gezellig. Dat denk ik tot een uur of 5 ’s nachts. Maar de keiharde bassen in de anders altijd zo doodstille vallei komen pas tot rust als 2011 al heel, heel lang begonnen is.

Categorieën
Verhalen van de berg

Ik geef jullie allemaal een rode onderbroek!

To delight and console. Dat is volgens schrijver Philip Pullman de functie van literatuur. Boeken om het leven te vieren, of juist om je ermee te verzoenen. Ik zit nu kennelijk op dat tweede spoor. Nooit meer lief was een heftig boek, maar het boek waar ik nu alweer maanden mee bezig ben, is zo mogelijk nog donkerder. ‘Angstaanjagend’ roept de uitgever blij in de verkoopbrochure.
Onder de flonkerlichtjes van de kerstboom schrijf ik de zwartste teksten en terwijl ik groot vlees braad voor vijftien mensen been ik in gedachten mijn nieuwste verhaal nog verder uit

Weblog

Als je zulke dingen schrijft moet je het verder wel een beetje licht houden om je heen. Daarom ga ik juist appelflappen bakken met de meisjes en trek ik op oud en nieuw een rode onderboek aan. Want dat moet in Spanje: met een rode onderbroek het nieuwe jaar in, dat brengt geluk. En die onderbroek moet je ook nog eens niet zelf kopen maar cadeau krijgen. Daarom zie je nu overal in de tuttige klerenwinkeltjes van Montefrio wuft kerstrood ondergoed, voor mannen en vrouwen. ‘Als ik jou nou wat geld geef, als cadeau, koop jij dan voor mij dat ene slipje daar dat geen tanga is?’ zeg ik tegen Bloem. ‘En koop jij dan voor mij die rooie met kerstmannetjes erop?’ reageert ze.
In 2011, als alle gasten weg zijn, de kinderen weer naar school en Ilco op pad voor de vrede, dan blijf ik over met mijn boek en zal ik wat harder moeten zoeken naar lichtpuntjes. Dit bijvoorbeeld: de wetenschap dat jullie er zijn, ergens, die een beetje meeleven door de verhalen op dit weblog te lezen. 
To delight and console. Willen we dat niet eigenlijk allemaal? Ik wens het jullie voor het nieuwe jaar. Dat, en dat jullie me blijven lezen. Als dank geef ik jullie allemaal een rode onderbroek. Feliz año nuevo!

Categorieën
Verhalen van de berg

Pas op in Manchester!

Omdat al onze familie en vrienden in Nederland zitten, vieren we kerst met een bonte mengeling van buren. Vooral de avond met paarden-Liz en haar familie is memorabel. Immigreren verbroedert, ik had me eigenlijk nooit zo gerealiseerd waar ze vandaan komen. En hoe heftig het ghetto van Manchester is. ‘Heb je zulke dingen niet in Nederland dan?’

Niet voor zwakke magen

Een vriend van Liz die ‘bescherming’ weigerde van de buurt-maffia vond de volgende ochtend zijn gloednieuwe Mini Cooper samengeperst als een oud koekblikje. ‘En de volgende keer zit jij erin.’
Een buurt-junk die de ene na de andere inbraak pleegde, werd efficiënt aangepakt: ‘Toen hebben ze een zwarte homo gangster gevraagd of hij die junk wilde verkrachten.’ ‘En die black gay criminal had waarschijnlijk nog Aids ook’ leeft Ilco mee. ‘O ja, vast.’
Liz kijkt me aan, grote blauwe ogen in een lief meisjesgezicht: ‘Misschien snap je nu waarom ik nooit meer terug ga, ook al heb ik geen elektriciteit en op sommige dagen maar drie euro om eten van te kopen. Ben je nu geschokt, mag je dochter nog wel bij me paardrijden?’
Ik weet niet of ze me deze verhalen ook verteld zou hebben als ze niet eerste twee flessen cava in haar eentje had leeggedronken, maar ik haast me te zeggen dat ik echt wel tegen een stootje kan. Ik vertel over Nooit meer lief en de zwarte kant van het kinderzieltje – waarop Liz en haar man het boek onmiddellijk willen lezen. ‘Wanneer komt de Engelse vertaling?’

Omdat al onze familie en vrienden in Nederland zitten, vieren we kerst met een bonte mengeling van buren. Vooral de avond met paarden-Liz en haar familie is memorabel. Immigreren verbroedert, ik had me eigenlijk nooit zo gerealiseerd waar ze vandaan komen. En hoe heftig het ghetto van Manchester is. ‘Heb je zulke dingen niet in Nederland dan?’

Vriezer

Maar toch voel ik me even later weer gruwelijk braaf, als Liz zoet sabbelend op een truffel iets zegt over haar vader die in de buurtsupermarkt van datzelfde Manchester per ongeluk de verkeerde vriezer opendeed en daar een menselijke hand in zag liggen.
’Een… wat? En toen?’
Liz haalt haar schouders op.’De baas vroeg meteen: ‘Wat heb je gezien?’ En mijn vader zei ‘Niks. Ik heb niks gezien.’ En dat was het.’ Wat betekent dat daar dus nog steeds ergens een hand in een vriezer moet liggen. Pas dus op als je in Manchester komt! Of heb je zulke vriezers ook in Nederland?

Categorieën
Verhalen van de berg

Trehehes milion lalala trehehes miliones…

Op de speerpunt in het universum die Montefrio is, krijg ik aardig wat informatie over hoe kerstmis gevierd wordt op verschillende plekken in Europa. Zo wonen hier nogal wat Engelsen die eigenlijk uit Yorkshire komen. De meeste mannen werken in de bouw, dus die hebben het nu zwaar. Toch is het enige gespreksonderwerp, al dagen: ‘Are you ready for Chrismas?’ Ik weet niet precies wat ze daarmee bedoelen, maar zelf zien ze er behoorlijk verhit uit. En van alle zorgen die je kunt hebben als werkloze bouwvakker in Spanje, is dit nu de grootste: ‘O no! My chocolade fudge sponge cake is too dry! Do I fix it with brandy or cream or with both???’  
Nee, dan de Spanjaarden.

El gordo

Hoezo eerste kerstdag, tweede kerstdag? Olijvenplukken! Oma bakt zachte amandelkoekjes voor de kinderen die ze verpakt in glimmend papier. En misschien gaan ze met zijn allen 's nachts even naar de Latijnse mis in kerk. 
Maar echt opgewonden worden ze van de gordo. De wat? 
'Daar is iets heel bijzonders aan de hand,' dacht ik de eerste keer dat ik ineens lange rijen mensen zag staan wachten – en ik sloot me aan. Toen ik eindelijk aan de beurt was, kon ik een lootje kopen. Twintig euro en dat is nog maar een tiende lot. Hoofprijs drie miljoen euro – maar dat dan wel een heleboel keer. 
Inmiddels weet ik dat je er niet bij hoort zonder zo'n lootje. El gordo – want zo heet die loterij dus- is echt de sociaalste loterij die ik ken. Je koopt lootjes bij je favoriete bar, je baas, zelfs de school – en omdat het dus tiende lootjes zijn allemaal, ben je automatisch samen wel of niet miljonair straks. Zo kan één zo'n bar met al zijn klanten ineens stinkend rijk worden.

Op de speerpunt in het universum die Montefrio is, krijg ik aardig wat informatie over hoe kerstmis gevierd wordt op verschillende plekken in Europa. Zo wonen hier nogal wat Engelsen die eigenlijk uit Yorkshire komen. De meeste mannen werken in de bouw, dus die hebben het nu zwaar. Toch is het enige gespreksonderwerp, al dagen: ‘Are you ready for Chrismas?’ Ik weet niet precies wat ze daarmee bedoelen, maar zelf zien ze er behoorlijk verhit uit. En van alle zorgen die je kunt hebben als werkloze bouwvakker in Spanje, is dit nu de grootste: ‘O no! My chocolade fudge sponge cake is too dry! Do I fix it with brandy or cream or with both???’  
Nee, dan de Spanjaarden.

Balletjes

De dag voor kerst is de bekendmaking en dan zit heel Spanje voor de tv. Zelfs de nieuwsuitzendingen moeten wijken. 
Er draaien grote ballen rond met kleine balletjes erin, zoals wij dat vroeger in Nederland ook hadden bij de lotto. Steeds wordt er een lotnummer gepakt en vervolgens een prijs. Kriskras door elkaar. Dus eerst hoor je of je lot gewonnen heeft en pas daarna de prijs en dat kan van alles zijn. 
Maar nu komt het. Die balletjes worden gepakt door kinderen EN DIE ZINGEN DE PRIJZEN. '3-4-7-5-6-1' zingt de één melodieus. En dan de ander: 'tres mi-hi–hi-liones lalala'.  Zo lief, zo vervreemdend en vooral zo gezellig! Daar kan geen kerstliedje tegenop.

Categorieën
Verhalen van de berg

Pippi’s kerst

Onze gast maakte vorige week een wandelingetje en was er getuige van dat een boerderijtje verderop het kerstvarken werd geslacht. Overal bloed, de hele familie feestelijk verzameld. Nu is Anneke vegetarier dus ze werd niet erg opgewonden van dit tafereel. Maar ik wel. Het slachten van het kerstvarken, hoe Astrid Lindgren is dat!

Hazelhoeve

De romantiek van het platteland, ik zeg het voor de zoveelste keer, zit voor mij niet in het gewroet in een moestuin of de zorg voor dertig kippen. Maar als ik in mijn oude Spaanse keuken sta, onder de schuine olijfbalken, kan ik me wel enorm de moeder van de Hazelhoeve voelen. Of Ma uit het kleine Huis. Een pan jam! Een boerenkip in de oven! Vijgenbrood! Godzijdank zijn ze hier allemaal dol op eten, dus ik kan me helemaal uitleven. Fles wijn erbij en ik ben volmaakt gelukkig. Het helpt ook altijd enorm tegen schrijfblokkades en muisarmen: gewoon pompoen roosteren of inktvisjes schoonmaken.
Grappig genoeg komt er hier van speciale kerstmenu’s weinig terecht. Mijn groenteboer heeft rond deze tijd een soort lokale truffels – en soms ook niet. Vorige jaar mijn hele menu erop afgestemd, was de truffelman niet uit de bergen omlaag gekomen. En dit jaar heb ik bij de slager een ‘been van een schaap’ besteld (wat we in Nederland keurig ‘lamsbout’ noemen), maar ik heb geen idee hoe groot en hoeveel vlees.
Maar wat wel kan, en ook al heel kerstig, is Pippi’s peperkoekjes bakken. Het leuke van het recept hieronder is de hoeveelheid. Je kunt net als Pippi het deeg uitrollen over een gigantische eettafel en met alle kinderen uit de buurt koekjes uitsteken. En ik voorspel je: hoe langer het duurt, hoe creatiever de vormen. Het is goed voor een totale chaos, een huis wolkend van de bloem, heerlijke bakkersgeuren en trommels vol met koekjes – om ook nog eens ruimhartig aan alle zielige bejaarden uit de straat uit te delen. Vrolijk kerstfeest!

Onze gast maakte vorige week een wandelingetje en was er getuige van dat een boerderijtje verderop het kerstvarken werd geslacht. Overal bloed, de hele familie feestelijk verzameld. Nu is Anneke vegetarier dus ze werd niet erg opgewonden van dit tafereel. Maar ik wel. Het slachten van het kerstvarken, hoe Astrid Lindgren is dat!

Pippi's peperkoekjes

Meng 500 gram suiker en 500 gram boter samen met 1 ei en 1/3 liter stroop. Doe er kaneel, gemalen kruidnagel, gemberpoeder en kardemon bij (van alles 2 lepels). Klop 1/3 liter slagroom en meng het erdoor.
Maak een mengsel van 1,3 kilo bloem en 1 eetlepel van dat bruiszout dat je bij de toko of de apotheek koopt. Door het botermengsel kneden en in de koelkast een uurtje of twee laten rusten. Eettafel bedekken met bloem en deeg uitrollen tot dunne lap. Met vormpjes koekjes uitsteken en plaat voor plaat bakken in hete oven (200 graden, 5-10 minuten per keer)

Categorieën
Verhalen van de berg

Recensie

‘Ilco, kom! Nu!’
Waarschijnlijk zeg ik het een beetje raar, want iedereen komt aangerend. ‘Wat is er?’
Ik kan alleen maar wijzen naar mijn computer. NRC, heet de mail, en het is een droomrecensie van Nooit meer lief.
‘Drank!’ roept Ilco. ‘Cadeautjes!’ roepen de meiden. En de telefoon begint te rinkelen.

Kattenbak

Het blijft iets raars, recensies. Iemand die je niet kent geeft een oordeel over wat je gemaakt hebt en dat is dan ineens heel zinvol en belangrijk. Soms een beetje te. Vroeger, toen ik nog persvoorlichter was in het theater, was er een regisseur die zich altijd opsloot in zijn kamer de dag na de premiere. Niemand mocht naar binnen, niemand mocht tegen hem praten. Maar om de vijf minuten wenkte hij mij. Hoofd om de deur, gepijnigde blik: ‘Heeft er al iemand geschreven? Wat doet Marian Buijs?’ Marian Buijs was de Volkskrant en als zij het goed vond, ging de deur wijd open. Maar o wee als dat niet zo was…
Ik vond dat altijd een beetje zielig, pathetisch en sowieso het belang van recensies zwaar overschat. Totdat ik zelf een keer in een leuke krant een helemaal niet leuke recensie kreeg. Het was pas mijn tweede boek, ik had het niet aan zien komen. Gehuild heb ik, dagenlang. Echt waar! En het hielp niet dat ik dacht: 'Het is maar een recensie, totaal niet belangrijk. Die krant ligt morgen weer in de kattenbak.' Zie je wel, ik kon niet schrijven en iedereen wist dat nu.

Het fijnste misschien van de recensie van vandaag, is dat dat beeld nu definitief is bijgesteld. 'Zoals een rotte plek van een kind een echt personage maakt, zo heeft het rotkind van Van Praag een echte goede schrijver gemaakt.' Staat er echt.
Dus ja, vandaag gaat de deur wijd open; recensies zijn echt enorm zinvol en belangrijk!

Categorieën
Verhalen van de berg

Connectie

Veel gasten deze maand in Villa Africa. Uit Barcelona, Amsterdam. Vlotte types, met uitdagende banen die door de hele wereld reizen. Leuke vrouwen ook, met laarzen en lippenstift die soepel en vaak het woord ‘conncectie’ of ‘connection’ rondstrooien (veel MasterPeace-gasten, vandaar). Ik bekijk mezelf door hun ogen: iemand die de hele dag achter de computer zit. ’s Ochtends voor de zon over de berg komt en alles nog koud en donker is. ’s Middags als de zon boven de olijven staat en de gasten flinke, gezonde wandelingen maken en over de wereldvrede praten. En ’s avonds, als de kinderen naar bed zijn, de afwas gedaan en buiten weer alles zwart, de gasten met een wijntje en een goed boek bij het vuur… dan zit ik weer achter diezelfde uncoole laptop (ooit gratis gekregen bij een telefoon) . Tot ik begin te bibberen van vermoeidheid.

Satelliet

Hoe onthechter ik word, hoe meer ik schrijf. En dan bedoel ik niet weer dat hele half Spanje/half Nederland/half wereldreiziger verhaal, maar ook: de disconnectie met het wereldse. Oké, ik ben graag in Madrid, Granada, Amsterdam. Maar daar schrijf ik geen letter. Dat doe ik pas als ik weer op mijn berg zit. De-connected. Natuurlijk, de satelliet op de Parapanda geeft ons de wereld op een schermpje, het is allang niet meer zo als toen we hier net woonden en een journaliste tegen me zei: ‘We hebben weer ruimte voor een interview met je, want Michael Jackson ligt inmiddels lang en breed onder de groene zoden.’ En dat Ilco en ik elkaar toen verbijsterd aankeken: wat? Michael Jackson dood? Dat was dus voor de satelliet. Ik zie wat er gebeurt, overal, en dat komt soms keihard binnen. Zonder ruis, misschien bedoel ik dat. Zonder collega’s, vergaderingen, files, reistijd. Zonder schoolpleinen. Zonder premiereparties, zonder uitverkoop. Is dat fijn? Voor sommigen misschien, als idee. In de ogen van de connection-types zie ik ook iets van afschuw, bij de gedachte alleen al.

Veel gasten deze maand in Villa Africa. Uit Barcelona, Amsterdam. Vlotte types, met uitdagende banen die door de hele wereld reizen. Leuke vrouwen ook, met laarzen en lippenstift die soepel en vaak het woord ‘conncectie’ of ‘connection’ rondstrooien (veel MasterPeace-gasten, vandaar). Ik bekijk mezelf door hun ogen: iemand die de hele dag achter de computer zit. ’s Ochtends voor de zon over de berg komt en alles nog koud en donker is. ’s Middags als de zon boven de olijven staat en de gasten flinke, gezonde wandelingen maken en over de wereldvrede praten. En ’s avonds, als de kinderen naar bed zijn, de afwas gedaan en buiten weer alles zwart, de gasten met een wijntje en een goed boek bij het vuur… dan zit ik weer achter diezelfde uncoole laptop (ooit gratis gekregen bij een telefoon) . Tot ik begin te bibberen van vermoeidheid.

Maar ik schrijf dus.

Terwijl de kinderen naar school zijn en Ilco zich sufskypet en zijn volgende reizen naar Cairo en Amsterdam uitstippelt. Ik en mijn verhalen, mijn verhalen en ik. We kunnen niet zonder elkaar, nog geen dag.

Categorieën
Verhalen van de berg

Dunya in het badhuis

Met Dunya naar het badhuis in Granada. Van het hete naar het koude bad, op de warme stenen, onder de douche, mintthee inschenken, mintthee drinken, weer naar het hete bad, onder de douche… hoezo ontspannen? Dunya is overal en overal is Dunya. ‘Chaia kom je spelen? Bloem kom je douchen? Zullen we heel veel schuim maken? Nog meer! Mama mag ik in het stoombad? Waarom niet? Ik kan dat echt wel hoor. Wel! Maar ik… Papa, mag ik in het stoombad? Waarom niet?’ Gek word je ervan!

Chloor en stro

Het is diep in de nacht als we uiteindelijk terug rijden naar ons boerderijtje. Chaia slaapt al, Bloem droomt met open ogen. Alleen Dunya staat op haar kop op de achterbank. ‘Zo kan ik heel lekker slapen hoor.’
Afslag Montefrio, de laatste vijftien kilometer door de doodstille, zwarte campo. Dunya klautert op mijn schoot. En dan, eindelijk, valt ze ook in slaap. Plotseling, zoals alles bij haar altijd plotseling is. Ik voel haar lijfje steeds zwaarder worden. Kriebelig piekhaar onder mijn neus, de geur van chloor en stro. Heel stil is alles nu in de auto die zacht zoemt, ik durf bijna niet te bewegen. Het gebeeldhouwde gezichtje van een slapend kind. En het is alsof mijn hart groeit en groeit, zo groot ineens, het brandt een gat in mijn nepleren jasje, dat wegsmelt. En dan zijn Dunya en ik aan elkaar geplakt, zitten we zomaar heel, heel dicht bij elkaar te zijn.

Categorieën
Verhalen van de berg

De geit met de gouden mantel

De kerstmarkt. De Spanjaarden hebben dit simpele gegeven tot grote hoogten verheven. Hele gezinnnen, grote drommen mensen trekken de stad in voor hun ‘inkopen’ Maar waar die dan eigenlijk uit bestaan? ‘Ik zie hier zoveel dingen waarvan je de derde gratis krijgt, terwijl je er eigenlijk niet eens eentje van wilt hebben,’ mompelt Ilco, als we in Madrid weer eens middenin de kerstmarkt zijn beland. ‘Wat dan?’ vraag ik, mijn ogen begerig op de kerststallen gericht. ‘ Nou, roze pruiken bijvoorbeeld.’

Ongezonde nonnen

Roze pruiken. Rendierhoorns. Fluorescerende tollen die je in de lucht moet gooien. Wollen kerstmannenmutsen (het is achttien graden). Snerpende toeters. Spongebob drinkbekers met een rietje op de plek van hun piemel. Ik noem maar wat gewilde artikelen van de kerstmarkt. En dan heb ik het nog niet eens over het rariteitenkabinet van mensen dat hier te bezichtigen is. ‘Micky, Micky!’ roept een kindje blij naar Micky Mouse, die zich snel omdraait en wegholt. Wat doet hij ook op een kerstmarkt? Dan zijn al die kerstmannen een stuk beter. Voor een euro mag je met ze op de foto. Het zonnetje straalt vrolijk, misschien zijn ze daarom zo chagrijnig? Een van de kerstmannen rukt verhit zijn rubberen masker af. Het is een Marokkaan, die waarschijnlijk een week geleden nog tassen verkocht. Verderop staat een enorme cirkel mensen rondom een man die zich krachig laat inwikkelen met plastic, het doet me aan de lijken van Dexter denken. En op de grond zit een groep ongezonde nonnen, even grijs als hun habijt, te picknicken met grote zakken chips en chocoladekoekjes. De zwervers van Madrid – die natuurlijk niet naar binnen hoeven met dit weer – hebben het zich gemakkelijk gemaakt aan de randen van het Plaza Mayor. Gezeten op hun kartonnen zetels, dekentje erbij, kijken zij gefascineerd naar wat daar allemaal aan hen voorbij trekt op het schouwtoneel van hun leven.

De kerstmarkt. De Spanjaarden hebben dit simpele gegeven tot grote hoogten verheven. Hele gezinnnen, grote drommen mensen trekken de stad in voor hun ‘inkopen’ Maar waar die dan eigenlijk uit bestaan? ‘Ik zie hier zoveel dingen waarvan je de derde gratis krijgt, terwijl je er eigenlijk niet eens eentje van wilt hebben,’ mompelt Ilco, als we in Madrid weer eens middenin de kerstmarkt zijn beland. ‘Wat dan?’ vraag ik, mijn ogen begerig op de kerststallen gericht. ‘ Nou, roze pruiken bijvoorbeeld.’

Crisis

En toch en toch. Vlak voor Ilco en ik weer gauw de hippe homowijk in vluchten waar het zachte bed van ons heerlijke designhotel op ons wacht, overvalt me toch een kerstachtige zachtheid. Is het niet aandoenlijk hoe al die Spanjaarden, crisis of geen crisis, zo en masse en vrolijk de straat opgaan? Ze genieten schaamteloos en pretentieloos van dit circus, samen met de oma’ s en alle kinderen, die voor de gelegenheid prachtig zijn aangekleed als kleine prinsjes en prinsesjes. Vol verwachting staan ze in lange rijen te wachten om naar een of andere plastic kerststal in een openbare ruimte te kijken of om het felbegeerde lot voor de kerstloterij te kopen. Niemand dringt voor, iedereen lacht naar elkaar. Iedereen maakt foto’s. Van de grote kerstboom op Sol, van elkaar, maar vooral van alle lichtjes. De kerstverlichting van Madrid is dan ook spectaculair mooi. En dan de levende standbeelden! Die worden ook elk jaar kunstiger. Zo zal ik –ik noem maar wat- de indrukwekkende geit met zijn gouden mantel niet licht vergeten.

Categorieën
Verhalen van de berg

Ik ben wat ik lees

Vraag: moet je je altijd kunnen vereenzelvigen met de hoofdpersoon uit een boek?
Nee toch? 
Ik weet nog dat ik In Ongenade las van Coetzee en dat ik huiverde van de hoofdpersoon: een professor die zonder veel scrupeles het bed deelt met een piepjonge studente. Ik moest dat boek gewoon af en toe wegleggen. Of wat te denken van de tamelijk slappe, zelfdestructieve hoofdpersoon uit Blauwe maandagen van Arnon Grunberg? Ook niet bepaald een voor de hand liggend alterego.Toch vond ik dat allebei mooie boeken – en ik bepaald niet alleen! 
Maar nu: moet je je kunnen vereenzelvigen met de hoofdpersoon uit een kinderboek?
.

Voorbeeldboek

Ik kom er natuurlijk op door Nooit meer lief. De eerste reacties druppelen binnen.'Echt een roktind! Kinderen kunnen daar niks mee, het is een boek voor volwassenen.' schrijft iemand. Maar iemand anders schrijft dan juist: 'Wat de ene ouder/leerkracht/volwassene verschrikkelijk vindt, vindt een ander juist prima. Dat zie je in het boek ook. Dat is leren. Ik vind Nooit meer lief daarom een prachtig voorbeeldboek. Ik hoop dat heel veel 'beschermende' moeders het hun kind gunnen om zelf een oordeel te vormen over de rotkinderen in zichzelf en de rotkinderen om hen heen.' En Mieke Tillema, mijn oude juf Nederlands stuurt me zelfs een geweldig sonnet dat begint met 'Ik ween om kindjes die nooit rot geweest zijn/ En die in roze jurkjes schattig voor je staan…' 
Schattige kinderen of rotkinderen, ik geloof dat ik het lastig zou vinden me al schrijvend bezig te moeten houden met de identificatie van de lezer. Dat is toch een soort censuur op het verhaal dat ik wil vertellen. Of zie ik het nou fout, is een kinderboekenschrijver toch stiekem een soort opvoeder?  Of, nog erger: kunnen kinderen minder genuanaceerd en gelaagd lezen dan volwassenen? Dat had je mij als kind niet moeten zeggen!

Vraag: moet je je altijd kunnen vereenzelvigen met de hoofdpersoon uit een boek?
Nee toch? 
Ik weet nog dat ik In Ongenade las van Coetzee en dat ik huiverde van de hoofdpersoon: een professor die zonder veel scrupeles het bed deelt met een piepjonge studente. Ik moest dat boek gewoon af en toe wegleggen. Of wat te denken van de tamelijk slappe, zelfdestructieve hoofdpersoon uit Blauwe maandagen van Arnon Grunberg? Ook niet bepaald een voor de hand liggend alterego.Toch vond ik dat allebei mooie boeken – en ik bepaald niet alleen! 
Maar nu: moet je je kunnen vereenzelvigen met de hoofdpersoon uit een kinderboek?
.

Gewerveld

Parallel aan deze discussie loopt natuurlijk de vraag: is Joni – de hoofdpersoon uit Nooit meer lief-  echt een rotkind? Ook daar zijn de meningen zeer over verdeeld, heb ik gemerkt. Zowel bij volwassenen als bij kinderen. In de twee klassen waar ik een 'rotkindles' heb gegeven vond ongeveer de helft Joni een rotkind en de andere helft niet.
Bij grote twijfel heb ik natuurlijk hier thuis mijn uiterst kritische proefpanel zitten. 
'Wat wil je nou precies met dit boek?' vraagt Chaia (11) streng.
'Misschien laten zien dat kinderen niet altijd zo geweldig zijn als je leest in boeken,' probeer ik, 'dat elk kind ook af en toe rotdingen doet, zomaar.' 
'Maar ik vind Joni helemaal niet zo'n rotkind. Zulke erge dingen doet ze helemaal niet.' 
'O nee? Wat vind jij dan erg?' 
'Nou, dierenmishandeling bijvoorbeeld.' 
Ik zie mijn kans: 'Nou, er zijn dus ook best veel kinderen die bijvoorbeeld zout gooien op slakken, of die een regenworm doorknippen en dan kijken hoe die twee helften verder bewegen…' 
Vernietigende blik van Chaia: 'Mam! Ik bedoel GEWERVELDE dieren.'