Anna van Praag boeken en verhalen
Categorieën
Verhalen van de berg

Ontmaskerd!

‘Eigenlijk heb jij een diepe, zwarte kant’.  
Ik sta te trillen op mijn benen, kan ik nu helemaal nergens meer anoniem rondlopen?! Vorige week nog met de billen bloot als voormalig rotkind in Schalkwijk, steeds weer die vragen naar het autobiografisch gehalte van Nooit meer lief. Vlucht je lekker terug naar Spanje, 2200 kilometer verder, van min vijftien naar plus vijftien… word je alsnog ontmaskerd, gewoon in een lullig winkeltje in Montefrio!

Ham

Voor de garage ben ik gewoon een extranjera in een te mooie jas en ze gaan mijn auto echt niet sneller repareren omdat ik toevallig zes kilometer in de campo woon. Dus moet ik vanochtend verplicht funshoppen in Montefrio tot ze eindelijk eens klaar zijn met demonteren en andere zaken. 
Ik zwalk door de dorpsstraat. De overgang met Amsterdam kon bijna niet groter zijn.Weg is sinterklaas, alles is gericht op kerstmis – maar dan op een dappere, haast kinderlijke manier. Zo krijg je bij de beddenwinkel deze maand bij elk nieuw matras een grote ham cadeau. Kom daar maar eens om in Amsterdam! Er is ook ineens een winkel met speciaal kerstsnoep, dat zo zoet is dat je kaken ervan vastkleven. Ik versnel mijn pas, maar kan toch niet voorkomen dat ik weer iets engs en kokosachtigs krijg opgedrongen. En dan die kerststallen bij elke kruidenier! Wat is dat toch in Spanje dat je rond kerst altijd een onverwacht en hevig verlangen krijgt naar een kerststal in je huis? Voor ik het weet sta ik alweer prijzen van diverse jezusjes te vergelijken. 
Maar de visboer heeft vandaag verse zeeduiveltjes en de groentenboer de grote kerstdelicatesse: bijzondere paddenstoelen uit de Sierra Nevada. Dus ik ben gelukkig. Argeloos ook.

‘Eigenlijk heb jij een diepe, zwarte kant’.  
Ik sta te trillen op mijn benen, kan ik nu helemaal nergens meer anoniem rondlopen?! Vorige week nog met de billen bloot als voormalig rotkind in Schalkwijk, steeds weer die vragen naar het autobiografisch gehalte van Nooit meer lief. Vlucht je lekker terug naar Spanje, 2200 kilometer verder, van min vijftien naar plus vijftien… word je alsnog ontmaskerd, gewoon in een lullig winkeltje in Montefrio!

Dorpsziener

Hij staat ineens voor me in de schoolboekenwinkel: Rufino, de dorpsgek (of misschien is 'dorpsziener'eigenlijk een beter woord). Iedereen is dol op Rufino, met zijn lange haren en zijn altijd lachende gezicht. Rufino, ik heb al eerder over hem geschreven, is een zwerver. Hij schijnt heel rijk te zijn, maar hij leeft op straat. Krijgt koffie in de bar, een broodje bij de bakker, een praatje bij het tankstation. En vandaag komt hij recht op me af. 
En dan zegt hij  het, zomaar, en met een stralende lach op zijn gezicht. Dat ik heel sensitief ben en een ook diepe gevoelens heb die heel 'obscuro' zijn, donker. Ik zie de man van de schoolboeken geinteresseerd opkijken. Onopvallend begint hij een keurig opgeruimd schapje naast mij opnieuw in te delen. 
De ziener gaat verder. Over Ilco heeft hij het, en mijn dochters, die mij allemaal steunen met krachtige energie zodat ik mijn 'missie' kan volbrengen.  En dat duistere, dat komt steeds terug.
De man van de boekwinkel rekent zonder commentaar mijn rolletje plakband af, maar als ik uiteindelijk wegga, met raar trillende benen dus, kijkt hij toch anders naar me. Zijn zoon zit bij Bloem in de klas, o help!
De ziener vertelt nog wel meer trouwens. Ook over iemand die ik ken die gauw dood zal gaan. Stel dat het waar is wat hij zegt!

Categorieën
Verhalen van de berg

Schrijver op bezoek

‘ We willen geen sinterklaasles!’ 

Daar sta ik dan met mijn pepernoten en mijn zelfverzonnen workshop ‘ sinterklaasverhalen en -gedichten schrijven’, ergens ver in het zuiden van Nederland. Om kwart voor zes opgestaan, klappertandend door de sneeuw geglibberd, alles keurig besproken met de lokale bibliotheek, mijn eigen sinterklaasboek erbij als fijne inspiratie…. willen ze niet!

Een hekel aan boeken

Het begint er al mee dat dit soort boekingen via veel schijven verlopen. Schrijvers School Samenleving komt eraan te pas, de bibliotheek, en de school natuurlijk maar die spreek ik eigenlijk nooit vantevoren. Zodat het kan gebeuren dat ik pas 1 minuut voor de les hoor dat dit een school is voor speciaal onderwijs. Twee klassen zitten dwars door elkaar, in de gymzaal in een gloednieuw leeshoekje, zonder stoelen, zonder schoolbord, zonder digibord,  zonder pen en papier. En dan ook nog eens kinderen die stuk voor stuk verklaren een enorme hekel te hebben aan boeken. ' Omdat lezen en schrijven ze over het algemeen zeer moeilijk af gaat'  verklaart de juf vriendelijk. Maar ja, hoe kan ik zo nou een schrijfworkshop geven?

Om tijd te winnen begin ik maar eens met de meegebrachte pepernoten uit te delen. En dan, gelukkig,  lossen de kinderen het zelf op. 'Dat boek daar – daar willen we wel een les over'.   Ik kijk op, ze wijzen naar Nooit meer lief waar ik net kort iets over heb verteld. Zodat ik even later plotseling uit mijn nieuwe rotboek zit voor te lezen. En het wonder gebeurt: niemand wiebelt meer, of vecht of gilt of kukelt van zijn kussentje. Je kunt een speld horen vallen!
En aan het eind van de les besluit de juf, onder luid gejuich, dat de klas het boek aan sinterklaas gaat vragen.

‘ We willen geen sinterklaasles!’ 

Daar sta ik dan met mijn pepernoten en mijn zelfverzonnen workshop ‘ sinterklaasverhalen en -gedichten schrijven’, ergens ver in het zuiden van Nederland. Om kwart voor zes opgestaan, klappertandend door de sneeuw geglibberd, alles keurig besproken met de lokale bibliotheek, mijn eigen sinterklaasboek erbij als fijne inspiratie…. willen ze niet!

Hellup

Morgen vlieg ik weer naar Spanje, met een koffer vol pepernoten. Blij, omdat ik zoveel kinderen ben tegengekomen die op hun beurt blij zijn met Nooit meer lief.

Toch hoor ik ook andere geluiden. Een vriendin mailt vreselijk in verwarring te zijn. ' Onder het lezen dacht ik HELLUP. Zo erg, zo heftig. Dit ga ik echt niet aan mijn nichtje van negen geven! Wat moet zij ermee?!'

En daar denk ik dan op mijn beurt weer over na, zometeen in het vliegtuig.   

Categorieën
Verhalen van de berg

Allemaal rotkinderen

Ik zit in een bus die maar door Schakwijk bijft cirkelen. Flats, lelijke platte huizen en nog meer flats. Elke keer als de deuren van de bus opengaan komt er een stoot kou naar binnen. En het regent, van die sliertige regen die alles vies maakt. De bus ruikt naar eten in plastic tasjes en natte jas. Maar ik denk alleen maar: geweldige plek, dat Schalkwijk! Geweldige school ook, die montessorischool. En, het allergeweldigst: allemaal  rotkinderen daar. Zie je wel dat ik niet de enige ben!
 

Ontboezemingen

Goed, we hebben mijn nieuwe boek, Nooit meer lief, waardig de wereld in geschopt. Met heel veel taart, heel veel bloemen en een spetterende berg ontboezemingen van de allereerste zestig lezers. Die ga ik de komende dagen op de openingspagina van mijn site plaatsen, hou die dus in de gaten.

In (bijna) ieder kind schuilt wel een rotkind. Net zoals er in ieder kind ook een held schuilt. Ik dacht het altijd al maar nu weet ik het zeker. En voor al die kinderen is er nu Nooit meer lief.

Het blijft gek om je verhaal als echt boek te zien. Dat went niet, ook niet al is het je twaalfde. Eerst is het van jou en misschien van een paar heel goede vrienden die meelezen. En dan, plotseling, zie je jan en alleman ermee vandoor gaan en moet je maar hopen dat ze zien wat jij ziet, dat ze kijken zoals jij zelf kijkt.

Ik drink nog maar een laatste glas champagne, de nacht is allang begonnen. Dag lief raar boek van me, daar ga je!  

Categorieën
Verhalen van de berg

Hoe erg ben jij?

Om in de stemming te komen volgen hier een paar vragen uit de quiz ‘ Hoe erg ben jij’. Eerlijk antwoorden!

 

Hoe erg ben jij

Quizvaag 1
Op de grond slingert een tientje, het is waarschijnlijk uit de zak van je vader gevallen. Wat doe je?
a) Je raapt het op en stopt het in je zak. Als niemand  erover begint is het van jou.
b) Je maakt een rondje door het huis en vraagt aan iedereen: ' Weet jij van wie dit tientje is?'  
c) Je legt het netjes op tafel en wacht een tijdje. Als niemand het pakt, doe jij het.

Quizvraag 5
Op slakken kun je zout gooien, rupsen kun je doorknippen, vliegen kun je vangen in een glas. Heb jij wel eens zoiets gedaan?
a) Misschien een of twee keertjes, maar ik ben er niet trots op.
b) Nee nooit, ik ben geen dierenbeul.
c) Ja, best vaak.

Quizvraag 7
Bij je nichtje ligt haar dagboek op tafel en ze is er zelf niet. Je weet dat haar dagboek enorm belangrijk voor haar is en ook nog eens heel erg geheim. 
a) Dus lees je het niet.
b) Dus lees je het wel. Je wilt haar graag beter leren kennen.
c) Je bladert snel naar de belangrijkste passages. Wie weet wat voor fijne verhalen je allemaal tegenkomt. 

Quizvraag 10
Er komt een nieuwe jongen in de klas die de algauw de bijnaam ' zontomaatje'  krijgt omdat hij de hele tijd bloost als je hem schatje noemt. 
a) Ook zielig. Ik kijk snel de andere kant op als dat gebeurt.
b) Lachen! Hoe vaker je het zegt, hoe paarser hij wordt. Misschien is ' druifje'  een betere naam?
c) Ik noem hem zelf niet zo maar ik moet er stiekem wel om lachen. 

En zo zijn er nog dertien vragen. Ben benieuwd hoeveel rotkinderen ik morgen in de klas heb!

Categorieën
Verhalen van de berg

Eng

Je moet nooit terug gaan naar de plek van de misdaad.
Toch is dat precies wat ik donderdag ga doen. Ik ga naar een plek die ik dertig jaar lang gemeden heb, naar mensen die ik dacht nooit meer te zullen zien.

Nooit meer lief

HET IS GEEN AUTOBIOGRAFIE. Ik zeg het nog maar eens heel duidelijk. Nooit meer lief, dat deze week in de winkels komt, is een verhaal over een rotkind-zonder-reden. Een meisje dat liegt, steelt en pest, terwijl het toch verder een heel keurig en goed opgevoed meisje is. Oké, misschien lijkt ze een klein beetje op mij – soms. Ze heeft vriendinnen die ik ook had en ze gaat naar mijn oude basisschool in Schalkwijk, een tamelijk ingewikkelde nieuwbouwwijk van Haarlem.
En daarom zei iemand: ‘Als je dat boek nou eens lanceert met een rotkindles, op precies diezelfde school. Zou dat nou niet spannend zijn?’
NEE, dacht ik, het schrijven was al spannend genoeg. En wordt het dan niet helemaal ingewikkeld met het wel/niet autobiografische van dit verhaal?
Maar ja, ik heb het allemaal al eens opgeschreven in Vrij Nederland (zie elders op deze site): dit kan zomaar een boek zijn dat niemand gaat kopen. Terwijl ik juist zo graag wil dat kinderen het lezen, juist dit boek. Dus ik mailde met de directeur van mijn oude school: ‘Misschien een heel slecht idee, maar…’ Hij vond het meteen geweldig.

Dus nu ga ik het doen. Terug naar Schalkwijk, terug naar het vriendelijke ghetto van mijn jeugd. Ik vind het nu al eng.

Categorieën
Verhalen van de berg

Matanza

‘Ik zou wel eens een paard willen slachten,’ zegt de kleine Lucia en ze drukt haar hippe brilletje nog maar eens stevig op haar neus. En, als ze de geschokte blik van Chaia ziet: ‘Of anders een tijger. Een konijn kan ik al en een kip ook. Goed he?’
Ja, offerfeestvierders overal ter wereld: voor het echte slachten moet je nu hier zijn, op de gezellige boerderijtjes van Zuid Spanje.

Slachten met oma

Matanza heet het en dat klinkt als een dans. Hele schoolklassen blijven ervoor thuis, vooral de meisjes. Gezellig vier varkens slachten samen met oma. En daarna begint het grote malen, sudderen en het uitwassen van de darmen. Want dit draait allemaal om de worst. De chorizo, de salchison en al die andere fijne worstjes worden deze week gedraaid in grote stallen. En dan maar rijpen, net als kaas.
Vorig jaar ging ik nog kijken, dit jaar geloof ik het wel. Heus, ik ben heel ambachtelijk geworden van de slagers hier, waar de kop nog aan de kip zit en waar je gewoon op het beest zelf moet aanwijzen wat voor vlees je wilt. ‘Doet u mij maar vier karbonaadjes van het hoofd.’ Maar om ze nou ook nog geslacht te zien worden… ‘Alleen dat gegil van de biggen is niet echt leuk,’ zegt Lucia. En barst vervolgens in lachen uit.

‘Ik zou wel eens een paard willen slachten,’ zegt de kleine Lucia en ze drukt haar hippe brilletje nog maar eens stevig op haar neus. En, als ze de geschokte blik van Chaia ziet: ‘Of anders een tijger. Een konijn kan ik al en een kip ook. Goed he?’
Ja, offerfeestvierders overal ter wereld: voor het echte slachten moet je nu hier zijn, op de gezellige boerderijtjes van Zuid Spanje.

Lekker worsten maken

Want ze vinden ons natuurlijk watjes, lafaards dat we dat niet eens durven aanzien. Terwijl deze zelfde Lucia (negen jaar) van haar ouders nog geen tien minuten alleen thuis mag blijven en de schoolbus voor haar een ingewikkeld rondje rijdt omdat ze alleen het weggetje hier beneden niet over mag steken. Een kleine wereld vol grote gevaren. Ik ken een ander meisje van acht dat sinds kort alleen iets naar de glasbak mag brengen. Looptijd: drie minuten; oversteekgevaar: nihil (geen oversteek). En ditzelfde meisje staat vanmiddag tot haar enkels in het bloed. Maar ja, dat is dan ook de matanza. Lekker worsten maken voor de winter die voor de deur staat. Provisiekamers vol, samen met de ingemaakte kweeperen, de nieuwe olijven, het vijgenbrood.
Mmm… ik krijg ondertussen wel erg veel zin in worst, toch.

Categorieën
Verhalen van de berg

Homologizacion

Ik heb het even helemaal gehad met poezen en auto’s. Over poezen heb ik het een andere keer nog wel, maar nu eerst een belangrijke tip voor landverhuizers in spe die hun auto mee willen nemen: doe dat niet! Het is dat onze dochters keihard gaan huilen (en ikzelf misschien ook wel) bij de gedachte om afscheid te moeten nemen van ‘onze zeerover’ waar we twee jaar in gewoond hebben en die ons veilig de hele wereld over heeft gebracht, want anders zou je het er niet voor over hebben: al die mensen, instanties en euro’s die het kost om je auto Spaans te maken. Maar nu ziet het er, na ruim een jaar, eindelijk goed uit! 

De instanties

Een auto in Spanje heeft Spaanse kentekenplaten nodig, anders ben je niet verzekerd. Voor die kentekenplaten moet je ‘gehomologiseerd’ worden. Dat betekent dat er een internationaal papier moet zijn van de fabrikant. Probeer dat maar eens te krijgen voor een tweedehands Landrover met onduidelijke antecedenten. Zelfs de Nederlandse ambassade moet eraan te pas komen (‘Drie kleine Nederlandse meisjes achterin die niet verzekerd zijn, dat kan toch niet’ paniek ik aan de telefoon) en dan krijgen we na vier maanden een felbegeerd papier uit Duitsland (wat overigens drie instanties later door een boze man in de prullenbak wordt gegooid). 
Maar nu, ruim een jaar later, mag de auto eindelijk gekeurd worden. Als alles goed is, krijgen we de kentekenplaten, nu maar duimen!

Ik heb het even helemaal gehad met poezen en auto’s. Over poezen heb ik het een andere keer nog wel, maar nu eerst een belangrijke tip voor landverhuizers in spe die hun auto mee willen nemen: doe dat niet! Het is dat onze dochters keihard gaan huilen (en ikzelf misschien ook wel) bij de gedachte om afscheid te moeten nemen van ‘onze zeerover’ waar we twee jaar in gewoond hebben en die ons veilig de hele wereld over heeft gebracht, want anders zou je het er niet voor over hebben: al die mensen, instanties en euro’s die het kost om je auto Spaans te maken. Maar nu ziet het er, na ruim een jaar, eindelijk goed uit! 

De keuring

Dus sta ik vanmorgen op een idioot vroeg tijdstip te bibberen in een gigantische loods waar twee mannen onze auto tot op het bod ontrafelen. Een van de twee is een zeer appetijtelijk type, dus ik flaneer nog maar eens extra heen en weer in mijn gezellige jurkje. ‘Achteruit rijden en handremmen tegelijk? Hoe doe je dat? En oeps, geen idee waar het mistlicht zit. Ruitensproeiers? O, pardon, die gebruik ik nooit en ik zie nu waarom. Wilt u een doekje? Sorry hoor.’ Helaas, deze mannen zijn te professioneel, duidelijk getraind op zelfs het vermijden van oogcontact. Zelfs de tactisch neergelegde kinderspeeltjes (‘Ach, er hoort een heel gezin in die auto. Laten we hem maar snel goedkeuren’) duwen ze ongeinteresseerd opzij. Daar sta ik dan met mijn te blote jurkje in de kou, witte knuffelbeer in de hand.
En nee, de auto wordt niet goedgekeurd. Zo ongeveer alle dingen die hem leuk en Afrika maken (snorkel, trapje, stoere trekhaak) moeten eraf. ‘En kom dan nog maar eens terug.’ Of dat me dan ook weer 120 euro gaat kosten durf ik niet eens te vragen.
Weer op de snelweg spreek ik mezelf bemoedigend toe. Het is weer een stap verder, nu doorpakken en naar de garage. Misschien krijgen we die kentekenplaten toch nog voor kerst, dat zou nog eens een fijn cadeau zijn.
Het duurt een kwartier, dat blije gevoel dat je krijgt als je iets naars maar zinnigs hebt gedaan. Dan, nog steeds in volle vaart, begeeft mijn versnelling het en kom ik gierend in de berm tot stilstand.

Categorieën
Verhalen van de berg

Sintsentiment

‘Dus hij heet Santa Claus en hij woont niet in Lapland maar in… Spanje? En nu is hij met een boot gegaan naar… Nederland? En omdat hij dus nu daar is, vieren jullie hier in Spanje vandaag zijn aankomst eh… daar, en zetten jullie kinderen een schoen bij de schoorsteen… hier? En die ‘zwarte hulpjes’ die dus uit Spanje komen maar nu in Nederland zijn, die komen dan dus ineens weer hier terug om iets in die schoentjes te gooien???’
Enigszins verbijsterd staren onze buren ons aan. Gelukkig is het in het universum van Dunya allemaal geen enkel probleem. Heerlijk: een zevenjarig kind dat nog vol overgave gelooft – en niemand om haar uit de droom te halen!

Babypiet

Met het fanatisme van de expat hebben we ons op sinterklaas gestort. Het huis ruikt naar verse pepernoten, de sinterklaasplaat ligt klaar, net als het boek van Charlotte Dematons. Ruim op tijd zitten de meiden voor de tv. Ik drentel eromheen en probeer mijn tranen in te slikken. Dit heb ik van mijn moeder, dat huilen om kinderen en optochten. Die drumbands! Die haperende tv-camera de hele tijd! Die grote mensen verkleed als cadeautjes, die dansjes, die burgemeester die zo dapper meedoet… Zelfs Chaia raakt in de ban van Dieuwertje en de vreemde bewegende zak die een babypiet blijkt te zijn. Keihard en schaamteloos zingen we de liedjes mee en Dunya blijft maar zingen en springen en zo blij zijn op de bank. Ik mis alleen…
Gelukkig, daar is ze al, aan de telefoon. ‘Kijken jullie ook?’ roept mijn moeder ademloos. ‘Die babypiet he? Dat is me wat! En vanavond mogen we onze schoen zetten, hebben jullie dat gehoord?’ Alleen ik hoor de trilling in haar stem. Het heerlijk avondje kan nu al niet meer stuk.

‘Dus hij heet Santa Claus en hij woont niet in Lapland maar in… Spanje? En nu is hij met een boot gegaan naar… Nederland? En omdat hij dus nu daar is, vieren jullie hier in Spanje vandaag zijn aankomst eh… daar, en zetten jullie kinderen een schoen bij de schoorsteen… hier? En die ‘zwarte hulpjes’ die dus uit Spanje komen maar nu in Nederland zijn, die komen dan dus ineens weer hier terug om iets in die schoentjes te gooien???’
Enigszins verbijsterd staren onze buren ons aan. Gelukkig is het in het universum van Dunya allemaal geen enkel probleem. Heerlijk: een zevenjarig kind dat nog vol overgave gelooft – en niemand om haar uit de droom te halen!

Sinterklaasactie!

Wie op 5 december een boek van mij cadeau geeft, krijgt daar GRATIS een persoonlijk gedicht bij.
Stuur een mailtje naar annavanpraag@hotmail.com, met daarin:
– Welk boek je geeft en aan wie
– Waarom juist dit boek en wat dat met het kind te maken heeft
– Wat je verder nog graag in het gedicht wilt hebben (hoe persoonlijker, hoe beter).
En binnen 48 uur heb je een toepasselijk gedicht in je postvak! 
Hieronder een algemeen gedicht bij 'Nooit meer lief':

Als kleine meisjes groter worden
de vlechtjes uit hun haar
dan wordt hun pop een spelcomputer
en hun ouders de sigaar

Die krijgen dan een grote mond
wanneer het haar niet zint.
De ouders kijken angstig rond:
Is dit ons lieve kind?

Ooit was ze schattig en zo zoet
en waren wij de baas
Nu roept ze ik ben NOOIT MEER LIEF
Ach help ons sinterklaas….

Categorieën
Verhalen van de berg

Spaanse stress (zeg: estress)

‘Mama! Waar heb je mijn spullen gelaten? Ze lagen gewoon hier op de bank klaar voor school. Hoezo ikzelf? Hoezo rotzooi? Jezus, het is al zestien over acht. Dunya, opzij nou, je staat weer eens enorm in de weg, zo missen we de bus nog. Waar is nou…? Mamaaaaa!’

Chaia

Chaia heeft het temperament van een wild paard. En ook de gevoeligheid. Zo hadden we van de week nog te maken met een hevige huilbui omdat ik had gezegd dat we niet aan Sint Maarten deden. Ik bedoel, ze is bijna twaalf. En Ilco is weg, ik ga toch niet in mijn eentje met snoepjes bij het hek staan? Plus, ze woont nu in Spanje, niemand kent Sint Maarten hier. Die snoepjes komen straks wel weer bij Driekoningen.
Maar Chaia was ontroostbaar. Dikke droevige tranen die maar niet ophielden. Zodat ik uiteindelijk toch nog overhaast snoeppakketjes stond te knutselen en een heuse Sint Maartenquiz in elkaar draaide om er toch nog wat allure aan te geven. En, het moet gezegd, Chaia zat te stralen. Ze zei wel twintig keer: ‘Leuk is het, he mam?’

‘Mama! Waar heb je mijn spullen gelaten? Ze lagen gewoon hier op de bank klaar voor school. Hoezo ikzelf? Hoezo rotzooi? Jezus, het is al zestien over acht. Dunya, opzij nou, je staat weer eens enorm in de weg, zo missen we de bus nog. Waar is nou…? Mamaaaaa!’

Invulling

Maar puberale ochtendstress is niet speciaal gebonden aan Nederland – hoewel het leven in Amsterdam zeker drie keer zo snel ging als hier. Misschien verschilt alleen de invulling ervan.
Want als ik Chaia toesnauw dat haar boeken, haar gymkleren, haar computer, haar broodtrommel allemaal keurig klaarliggen, roept ze woest: ‘Daar gaat het niet om. Ik zoek mijn waaier!’
‘Je wát?’
‘Mijn waaier. Mijn juf vermoordt me. Hoe kan ik nou naar dansles zonder waaier?’