Anna van Praag boeken en verhalen
Categorieën
Verhalen van de berg

Dunya en de dorpsgek

We hebben hier echt álles in Montefrio. Bakker-aan-huis, goenteboer, computernerd, zeker zeven apothekers. En zelfs een dorpsgek. Als je naar Montefrio komt, is het niet moeilijk om hem te vinden. De dorpsgek loopt altijd, is altijd in beweging. Dus zo kan het gebeuren dat je ’s ochtends op weg van onze berg naar het dorp (zes bochtige kilometers) een baardige man ziet voortstappen langs de weg, en ’s middags op weg naar de Sierra Nevada, helemaal aan de andere kant van de berg die Montefrio is, weer diezelfde man tegenkomt. En als je vervolgens ’s avonds gaat stappen aan de kust, is het heel goed mogelijk dat…. 
Ze zeggen dat er een vrouw in het spel is. Een Engelse, volgens sommigen. Dat sinds zij hem heeft verlaten, de dorpsgek is gaan dwalen. Verder valt op hoe lief iedereen voor hem is, de groenteboer geeft hem een appel, de cafébaas een kopje sterke koffie met een tostada, en echt iedereen zwaait naar hem. Wij ook. De dorspgek zwaait namelijk altijd zelf als eerste. En hij lacht altijd. ‘The happy man’ dat is één van zijn vele bijnamen. En vandaag, op Dunya’s verjaardag, spreekt hij me voor het eerst aan.

Jouw kleine meisje

'Jouw kleine meisje' zegt de dorpsgek vanachter een schap in de supermarkt en van schrik laat ik bijna mijn ijstaart vallen, 'jouw kleine meisje kan door tijd en ruimte reizen. Wist je dat?' Zijn stem is roestig, weinig gebruikt, en ook wat hij zegt maakt even kortsluiting in mijn hoofd.
'Eh…' Ik klem mijn ijs stevig tegen me aan, er loopt een straaltje condens in mijn decolleté. 
'Zij kan door tijd en ruimte reizen,' herhaalt de dorpsgek, lachend als altijd, 'vraag het maar aan haar. Ze wil je er graag over vertellen.' 
'Oké,' knik ik, alsof hij me net heeft verteld dat ik de rij voor de linker kassa moet nemen. 
Als ik thuiskom is het ijs gemolten (zes bochtige kilomters, veertig graden en een Landrover zonder airco).  Gelukkig heb ik nog even tijd voor het partijtje begint. Dunya hangt lusteloos voor de tv te wachten op wat gaat komen, en ik kan me natuurlijk niet inhouden. 'Dunya,' begin ik plompverloren, 'heb je wel eens gehoord van dat je ziel ergens heen kan gaan waar je lichaam niet is?' 
Verbijsterd kijkt ze me aan, op de achtergrond zingen die rottige smurfen.
Hakkelend begin ik iets te vertellen wat ik zelf niet eens snap, laat staan geloof. Op het moment dat het woord 'dromen' valt zie ik even iets oplichten in haar ogen, maar van enige aandrang om mij deelgenoot te maken van wat dan ook, is geen sprake. 
'Is de ijstaart al?' vraagt ze dwars door mijn verhaal heen. 
'Die ga ik nu maken,' beloof ik en druip af naar de keuken. Taarten, spelletjes, grabbelton, ik heb ook wel wat anders aan mijn hoofd. 
Maar aan het eind van die dag vind ik een mooi blauw steentje tussen de barbies, de roze dozen met stiften en het Nijntje badparfum.'Van wie heb je dat gekregen?' vraag ik verrast.
'O, van die man die altijd langs de weg loopt,' zegt Dunya achteloos.
'Wat? Maar wanneer dan?' 
'Gewoon… een keer,' zegt ze met de grote meisjesstem die ze nu ineens heeft, 'en mama…?' 
'Ja, lieverd?'
'Is er nog ijstaart?' 

Categorieën
Verhalen van de berg

Living in the tropics

Op de plek waar vroeger een hondenkennel was, hebben we een tuintje gemaakt. Rozen, lavendel, bougainville. Dunya is gefascineerd en stopt enthousiast van alles in de grond: appelpitten, perenklokhuizen, een stuk afgekloven meloen. Elke dag gaat ze kijken naar ‘haar’ tuintje en vertelt ons wat voor grote oogst we kunnen verwachten. We glimlachen liefdevol en zeggen ‘Ja zeg, wie weet.’ Tot er op een dag een sliert begint te groeien in Dunya’s tuintje. En die sliert wordt zienderogen langer.

Sliert

De sliert van Dunya doet me denken aan een vleesetende plant. Hij kruipt en slingert door de hele tuin, bedekt alles met rare bladeren. Wat is het? Dunya is door dolle heen, maar vandaag krijgt Ilco een bewonderenswaardige aanval van tuinierlust. Hij begint te hakken en te snoeien – en dus ook Dunya's sliert in te dammen. 
Na een tijdje raapt hij iets op dat onder al die bladeren ligt. 'Kijk nou eens wat Dunya heeft gezaaid.' Ik denk in eerste instantie dat het een voetbal is, maar nee. Het is een reusachtige groene meloen! 

Categorieën
Verhalen van de berg

Karamelcake

Zo heet…. Alles plakt, druipt, dampt. Ik schrijf in een sauna, elke dag. Een nieuw boek en ik heb er nog totaal geen vat op. Acht uur wegsmelten voor misschien twee goede zinnen. Ondertussen steeds afleiding: onverwachte gasten (twee), onverwachte babypoesjes (zes, in de kast van Dunya). Help!
Het is denk ik tijd voor karamelcake.

Boekeneten

‘Mama, mag ik brood met reuzel?’ vroeg ik, nadat ik had gelezen hoe enorm Ot en Sien daarvan genoten. Een ‘homp brood met goudgele kaas’ smaakt nog altijd naar het geluk van Heidi. Of dat ik perse chocola moest hebben, na Sjakie en de chocoladefabriek. We waren op vakantie en mijn vader is er speciaal een uur voor naar het dichtstbijzijnde dorpje gewandeld. Daar ben ik hem nog steeds dankbaar voor.
En nu lees ik dus tussen alles door ‘Een keukenmeidenroman’ , over zwarte keukenmeiden in Amerika. In dat boek wordt om de haverklap karamelcake gemaakt en gegeten. Als troost, als oppepper, als beloning. Ik wil ook, nu! Als ik karamelcake maak, krijg ik vast weer enorm veel inspiratie.
Ik moet even zoeken naar het recept, maar karamelcake blijkt hetzelfde als sticky toffee cake of pudding. Uit Engeland, lees ik – wat me raar lijkt, want het boek is superamerikaans. En er zitten dadels in, ook niet echt Engels.
De cake slaat in als een bom. Hij is enorm, maar er blijft niks van over. Zelfs de gasten kunnen zich niet beheersen en uiteindelijk zitten we allemaal samen met onze vingers de schaal leeg te likken. Daarna lukt het schrijven nog steeds niet, maar is alles wel een beetje zoeter geworden.

Recept

200 gram dadels zonder pit met een flinke kop thee aan de kook brengen. Dat wordt een soort pasta en daar gooi je dan van het vuur af bicarbonate soda doorheen. Dat is een soort wit poeder waar het enorm van gaat bruisen (als ik het hier kan krijgen, dan jullie daar zeker).
90 gram boter en 175 gram lichtbruine suiker mixen tot het romig is. Twee eieren erbij en dan 175 gram zelfrijzend bakmeel, zout en een piepklein beetje koekkruiden. Dan dadelpasta erdoor roeren. In een bakvorm bekleed met bakpapier doen en een half uur in de oven op 180 graden
Warm serveren, met  karamelsaus eroverheen: 125 gram lichtebruine basterdsuiker, 2 eetlepels stroop, 100 gram boter smelten op laag vuur, en er wat ongeklopte slagroom doorheen roeren.

Categorieën
Verhalen van de berg

Consulta 7

Ik wil het zo graag. Dat ik de dingen hier snap, dat ik weet wanneer de school weer begint en wat je ervoor nodig hebt, dat die auto nou eindelijk eens een keer Spaans gekeurd wordt, dat het me geen moeite kost om – bijvoorbeeld- een afspraak bij de dokter te maken. 

Prikkenzuster

In ons keurige Spaanse gezondheidscentrum zijn verschillende kamers, consultas genaamd, en diverse dokters. Aan inloopspreekuur doen ze niet. 'Maak je afspraak via internet' staat er overal. Dat deed ik dus de eerste keer. Bloem en Dunya moesten vaccinaties, dus dat was een makkie. Dacht ik. Afspraak gemaakt via internet, keurige bevestiging per mail, kinderen van school geplukt, naar de betreffende consulta… niks. Pas na een uur durfde ik te gaan vragen, bleek dat de enige prikkenzuster van heel Montefrio ziek was (en niemand die eraan had gedacht om ons even te informeren). De keer erop belde ik naar het speciale afsprakennummer, kreeg keurig tijd en nummer van de consulta te horen, weer kinderen van school gehaald…. niks. Na een half uur gingen we bij de balie vragen, bleek de prikkenzuster mee te zijn op de ambulance. 
Dus nu maak ik mijn afspraken direct bij de balie.

Ik wil het zo graag. Dat ik de dingen hier snap, dat ik weet wanneer de school weer begint en wat je ervoor nodig hebt, dat die auto nou eindelijk eens een keer Spaans gekeurd wordt, dat het me geen moeite kost om – bijvoorbeeld- een afspraak bij de dokter te maken. 

Enfermeria

Ik heb oorpijn en maak, via de balie dus, een afspraak bij de dokter. En ja hoor, deze keer werkt het! Oké, de dokter komt twintig minuten te laat pas het centrum binnenwandelen, maar dan roept ze wel meteen mijn naam! Blij ga ik naar binnen… en word meteen weer naar buiten gestuurd. Eerst maar eens die oren laten uitspuiten, vindt de dokter, en dat is een mooi klusje voor de efermeria: de verpleegstersafdeling. 
Dat betekent: weer naar de balie, weer afspraak maken. Drie dagen later mag ik terugkomen. 12.45, enfermeria, staat op het keurige briefje dat uit de computer rolt. 'En-fer-me-ria' leest de baliemedewerker heel langzaam aan mij voor alsof ik geen Spaans spreek. 
Vol goede moed zit ik op de afgesproken tijd bij de deur waar 'enfermeria' op staat. Oké, er is verder niemand en alle lichten zijn uit, maar ik heb mijn afspraak en mijn briefje. 
Na twintig minuten ga ik toch maar weer vragen bij de balie. De man die twee dagen daarvoor deze afspraak met mij heeft gemaakt, pakt het briefje uit mijn hand, leest het, en kijkt me meewarig aan. 'Nee, natuurlijk zit daar niemand,' zegt hij vermoeid, 'voor de verpleegsters moet je bij consulta 7 zijn. Maar nu hebben ze siesta. Wil je een nieuwe afspraak maken?'

Categorieën
Verhalen van de berg

Mourir un peu

Ik ging een heel grappig stukje schrijven over naar de dokter gaan in Montefrio.
Maar ik heb er geen zin meer in, in ieder geval nu niet. Want nu ben ik verdrietig.

Mylou was hier

Mylou is al mijn vriendin sinds ik negen was en bij haar in de klas kwam. Bijna mijn hele leven heb ik met haar gedeeld. Andere scholen, andere landen, andere liefdes: het maakte niet uit. Ze was er gewoon altijd bij. Ook in Montefrio. We mailen vaak meerdere keren per dag. Vaak over niks, maar ook over alles. Ooit noemde Mylou mij haar geweten, maar dat geldt andersom ook. Aan Mylou toets ik of ik geen onzin praat of denk, en show ik mijn nieuwste jurkjes. Ook is Mylou de eerste en de eerlijkste lezer van mijn boeken.
En nu was ze hier, alweer voor de derde keer. Samen met haar dochter Madelief en vriendin Susan. We hebben alleen maar zitten eten en drinken, lijkt wel. Onder de amandelboom, aan de lange tafel, bij het sterrenlicht. 
Totdat ze net weer weg reed, in haar volgepropte huurautootje, zwaaiende kinderen, berg af, weg. 
En nu ben ik dus verdrietig.

Categorieën
Verhalen van de berg

Komkommertijd

Daar is boer Juan op zijn scootertje. Hij gluurt om de hoek en als hij mij ziet, komt hij blij op me af, slepend met een enorme juten zak. ‘Kijk eens, komkommers!,’ zegt hij triomfantelijk. ‘Jullie houden toch van komkommers? De allerbeste zijn dit, ecologisch hoor, en een ras dat hier alleen groeit. Mooi he? Lekker he? Zal ik dan morgen weer wat komen brengen. Nee, nee, niet beleefd zijn, ik heb genoeg.’  Blij loopt Juan weg, net als Bloem en Chaia de patio op komen. ‘O nee! Komkommers,’ zeggen ze tegen elkaar.

Emmers

Een beetje moedeloos sleep ik de zak naar de keuken. Daar ligt al een angstaanjagende berg komkommers op hun vrienden te wachten. Zoute komkommer, komkommersalade, tzaitziki, gebakken komkommer met monchou (die hier trouwens helemaal niet te koop is)… wat kan je nou nog meer met komkommers? Inmaken, ja, maar met deze hoeveelheden zou ik zo een paar emmers in kunnen maken en waar laat je dat dan? In een leuke grote provisiekamer – die ik niet heb. 
'Mama! Daar is Paco' roepen de meisjes van buiten.
Ik ga snel naar buiten om de man van Belen te verwelkomen, maar hij heeft niet veel tijd. 'Kijk eens,' zegt hij triomfantelijk terwijl hij voorzichtig de achterdeur van zijn Landrover opent, 'ik heb wat voor je. Komkommers! Houd je van komkommers?'

Categorieën
Verhalen van de berg

Kleine meisjes…

‘Al dat reizen is geweldig,’ zegt Bloem, ‘maar dit vind ik jammer: dat ik daardoor nooit op kamp kon gaan met school. En daarom wil naar dit Spaanse avonturen-zomerkamp. Nu.’
Wanneer is dit gebeurd? Wanneer is mijn kleine meisje, dat altijd zo zoet naast mij was, zo groot geworden, en met zulke duidelijke standpunten?

Slaapzalen

Het is een leuk kamp denk ik, als je van avonturen houdt. Paardrijden, kanovaren, bergbeklimmen, dat werk. Slaapzalen. Ook nog eens in een prachtig natuurgebied. En kinderen uit de provincie Granada krijgen voorrang.
‘Ik heb haar nog eens heel goed in de ogen gekeken,’ zegt IIco, die Bloem heeft weggebracht, ‘en ik zag niets dat duidde op angst of onzekerheid. En de andere kinderen heb ik ook goed bekeken. De enige die ik ervan zou verdenken iets stouts te doen in de zin van stiekem een stickie roken, zijn de leiders. Maar dat waren dus eigenlijk heel leuke studentachtige types.’
En wanneer is dit gebeurd? Wanneer is mijn Ilco zo’n wijze pubervader geworden?

‘Al dat reizen is geweldig,’ zegt Bloem, ‘maar dit vind ik jammer: dat ik daardoor nooit op kamp kon gaan met school. En daarom wil naar dit Spaanse avonturen-zomerkamp. Nu.’
Wanneer is dit gebeurd? Wanneer is mijn kleine meisje, dat altijd zo zoet naast mij was, zo groot geworden, en met zulke duidelijke standpunten?

Rose pruiken

Er zijn foto’s die je kunt bekijken op internet. Ik zie mijn meisje op een paard, ze ziet er ontspannen uit. Maar wat doen al die kinderen met paarse en rose krullenpruiken op die andere foto’s? Wat is dat, waarom? Het is toch niet nu al bonte avond?
‘Probeer slechts één keer te bellen,’ zegt de kampfolder streng, ‘dat is niet goed voor het groepsgevoel.’ Natuurlijk, denk ik, die Spaanse ouders zijn overbeschermend naar hun kinderen toe, heel goed dat ze zoiets opschrijven. Maar o wat voel ik me een Spaanse moeder als ik haar, na drie lange dagen eindelijk opbel.
‘Ha mam, ik zat net te eten,’ zegt Bloem met haar gewoonste stem. ‘O leuk!’ roep ik overdreven, ‘wat eet je?’ ‘Worst,’ zegt ze. 
'Ze eten daar worst,' zeg ik tegen Ilco. 
Chaia is gelukkig duidelijker. Ze pakt de telefoon uit mijn hand en zegt zakelijk: ‘Hoi, ik zag je op de foto’s, heb je al een vriendin? Oké, en hoe heet ze?’
Goed, Bloem heeft dus een vriendin daar, misschien wel een met een rose krullenpruik. En ze eet worst.
Dat is een hele geruststelling.

Categorieën
Verhalen van de berg

Mijn Madrid

Met mijn zus Nanda in Madrid. Zij uit Amsterdam, ik uit Granada, we ontmoeten elkaar dus ongeveer halverwege.
Om de kosten wat te drukken slapen we in de jeugdherberg, gelukkig wel op een prive-kamer. Wat ze er niet bij hebben verteld, is dat die kamer direct grenst aan het mannen-wcblok. En hoe dun die muren zijn. 
Dat betekent dat we de eerste nacht al wakker schrikken van vreselijke kotsgeluiden. Het gaat maar door. Na drie nachten weten we het zeker: mannen maken veel meer geluid dan vrouwen, niet alleen bij het kotsen, ook bij het tandenpoetsen, douchen en alle andere dingen die je op de wc doet. ‘Het lijkt haast of je het ook ruikt,’ zegt Nanda die eerste nacht. Inmiddels weten we ook dat de ventilatiepijp van de mannenwc zo ongeveer in onze kamer uitkomt.

Ontbinding

'Wat doen jullie dan ook hartje zomer in Madrid?' zeggen de mensen. En inderdaad, het is zo heet dat we bijna bedwelmd worden. Nanda daarentegen loopt een verkoudheid op van de airco's die overal binnen staan te loeien. Op de tweede avond steekt de mistral op en waaien alle reuzenparasols van het terras boven onze hoofden met een enorm geraas omhoog (gelukkig had ik een loshangend touwtje gedachteloos vastgebonden, dat verkomt een gruwelijk ongeluk).
En verder? 
We gaan naar een toonaangevende galerie en worden allebei kotsmiddelijk van de meest gruwelijke foto's van eenzame geliefden in staat van ontbinding. Ik koop een nieuw bloesje waar net buiten de winkel alle knopen vanaf springen. De leuke ober op ons favoriete terras blijkt een Cubaanse vluchteling met een schrijnend verhaal. En in mijn favoriete flamencotentje zitten we zo ´leuk´ dichtbij dat mijn zijden jurk volledig bespetterd wordt door een enorme douche van zweet van de mannelijke danser. En zo kan ik nog wel even doorgaan. 
Is dit een rampenvakantie?
Welnee, over een paar uur moeten we weer afscheid nemen en ik heb nu al een brok in mijn keel. En ook Madrid mis ik nu al.

Categorieën
Verhalen van de berg

Op verzoek: nog meer poezenfeest

Tsjonge… het leek wel alsof ik een open invitatie had gedaan op een datingsite. Enorme hoeveelheden mailtjes, van bekenden en onbekenden, met fijne titels als ‘JA!!!’ en ‘IK!’. Dank jullie wel, ik ga met extra veel animo verder met het blog – ook in tropische zomermaanden. En speciaal voor Karlijn in Vietnam en Marije tussen de gekken nu weer een wat langer verhaal.

Vier zonen

Er is een vader met vier zonen bij ons op bezoek. Dat is weer eens wat anders dan altijd die meisjes en hun vriendinnen die bevallige spelletjes doen en in bikini naast het zwembad liggen. Nu hebben we in datzelfde zwembad waterpolowedstrijden en is alles kletsnat. Maar verder heeft het wel een hoog Bolderburen-gehalte met al die kinderen (zeven) en poezen (elf) op de patio. ‘Grieks’ vindt de vader het beeld van al die spelende zwarte katjes in het maanlicht. De jongens willen er wel een paar meenemen maar dat mag niet van de vader. Helaas, want een van de poezen die wel tam is en die we zouden laten steriliseren, ziet er ineens verdacht dik uit….

Tsjonge… het leek wel alsof ik een open invitatie had gedaan op een datingsite. Enorme hoeveelheden mailtjes, van bekenden en onbekenden, met fijne titels als ‘JA!!!’ en ‘IK!’. Dank jullie wel, ik ga met extra veel animo verder met het blog – ook in tropische zomermaanden. En speciaal voor Karlijn in Vietnam en Marije tussen de gekken nu weer een wat langer verhaal.

Langs de kant van de weg

‘Dit gaat helemaal mis,’ zegt Ilco dreigend en dat is natuurlijk ook zo. Maar ja, wat dan? ‘Je kunt ze altijd in een doos langs de kant van de weg zetten,’ zegt mijn buurvrouw Belen bemoedigend. Ik denk aan de vossen, de wilde honden. Tsja, dan is het probleem wel in één klap opgelost. ‘Misschien bestaat er zoiets als een poezenabortus?’ zegt Ilco, maar ook dat klinkt me vrij gruwelijk in de oren. En de dierenarts is al een paar weken onbereikbaar (anders was dit nieuwe probleem nooit ontstaan). 
Op een of andere manier gaat iedereen ervan uit dat ik dit persoonlijk wel even ga oplossen. En misschien is een deel van het probleem wel dat ik het nog niet zo’n erg probleem vind. Wilden we onze cortijo niet ooit ‘Los gatos negros’ noemen? Nou dan. De poep en kots valt op het moment nog mee en ja, die kleintjes zijn wel superschattig als ze het zout van je hand likken of voetballen met vijgen.
Eh… nu nog wel, ja. Ik weet het, ik weet het!