Hopla, daar waaien de plakjes ham van de ontbijttafel, zo de zee in.
We zijn dus nog steeds in Tarifa, waar de levant is opgestoken, toch wel een van de heftigste winden van Europa. Tot nog toe was het wonderbaarlijk rustig op dit zuidelijkste puntje van Spanje, maar vannacht is dat veranderd. We zagen onze Duitse buren (die notabene een drilboor hadden meegenomen om hun tent vast te zetten in de rotsen) midden in de nacht achter wegwaaiende stoelen en luifels aan rennen.Maar onze daktent staat als een huis. Het klappert en kleppert en de zee erachter buldert, maar wij blijven staan. Ilco gaat in een bootje orca’s zoeken en vindt walvissen en dolfijnen. Bloem leert kitesurfen, heel stoer met zo’n megavlieger in zee. Dunya bouwt zandkastelen en Chaia gaat steeds opnieuw koppie onder in de reuzengolven.
En ik? Ik kijk ernaar en mijn hoofd waait helemaal leeg.
Landrover aan zee
(vanuit Tarifa)
Reusachtige hotelbedden, hutjes pal in de jungle, matrasjes in de woestijn… allemaal fijn, maar het lekkerste slaap ik toch in de Landrover.
Wat raar is. De meiden liggen in de daktent, maar Ilco en ik gewoon in de achterbak. Geen enkel matras past daar, omdat het smal is en een beetje scheef. Langs de randen lopen allemaal elektriciteitssnoeren, het dak is een beetje gevlekt en zelfs gescheurd en bovendien ruikt het altijd licht naar diesel.
Strandharen
Vroeger had ik er zeker mijn neus voor opgetrokken. Ik hield niet eens van kamperen, dat vond ik vooral een enorm gedoe. Met een rose wcrol naar de doucheblokken lopen – ik werd depressief bij het idee alleen al.
Maar dat is veranderd toen de Landrover dik twee jaar ons huis werd.
Nu denk ik: ja fijn, als ik in de achterbak klauter, over een ingewikkelde constructie van spanbanden heen. Mmm, als ik me oprol naast Ilco wanneer de nacht valt en alles zwart wordt op de sterren na.
En naast ons is de zee, de hele nacht hoor ik de branding en af en toe een meeuw. Zon, zout en wind. Zandkoffie en zandwijn. Ilco en de meiden met klitterig verwaaide strandharen. Ik en mijn Landrover.
Verbijsterd
Help: Nederland-Spanje!
Tsja, nu moeten we dus tegen elkaar: Nederland en Spanje. En zijn wij de enige vijf oranjefans van heel Montefrio. Hoe moet dat nou?
Begrafenis
Tot nog toe was het simpel. Als Nederland speelde, waren wij voor Nederland. Als Spanje speelde waren wij voor Spanje. De halve finale van Spanje zijn we zelfs in het dorp gaan kijken. Soepel wisselden de meiden hun oranje outfit om in geel en rood. ‘Viva Espana!’ riep Dunya en wapperde met de Spaanse vlag uit de ramen van onze auto.
De place to watch is de binnenplaats van het oude klooster. Nieuwsgierig lopen we naar binnen. Rustig is het hier, dat valt als eerste op. Er staan keurige tafeltjes met tafelkleden. Een beetje onwennig gaan we zitten. Het is er koel en middeleeuws.
Ik vind het wel fijn maar Ilco moppert. Er staat een piepklein tv-tje, het geluid is heel zacht. Alles is rood en geel, maar verder is het vooral heel beschaafd tapas eten met elkaar. ‘Als iemand had gezegd dat er een begrafenis van de koning op tv was, zou ik het ook geloofd hebben,’ zegt Ilco.
Want ja, dit is dus Spanje en Spanje denkt in regio’s. Wij, dat is Andalusie. En veel interessanter dan het WK is of dit jaar Real Madrid of FC Barcelona landskampioen wordt. Dat is waar het gesprek op straat en op school over gaat. ‘Ben jij voor Madrid of voor Barcelona?’
Voorlopige conclusie: als het er zo voor staat kunnen we het zonder problemen keihard van de berg schreeuwen als wij (ja, Nederland) straks winnen.
Tsja, nu moeten we dus tegen elkaar: Nederland en Spanje. En zijn wij de enige vijf oranjefans van heel Montefrio. Hoe moet dat nou?
Haar prognose
Overigens, als de kracht in het haar zit, wint Spanje. De Nederlanders lijken elke wedstrijd kaler te worden (is er soms een knipgeile kapper mee?), maar de Spanjaarden lopen ongegeneerd met haarbanden, staartjes en woest wapperende krullen over het veld. Let ook even op nummer 14, Xabi Alonso, door Chaia zo treffend ‘een verwoekerde Ken’ genoemd.
Poezenfeest
Stel, je bent op vakantie in een mediterraan land. Je slaapt in een wit boerderijtje met een patio vol bloemen. Op die patio lopen een paar van die schattige mediterrane poezen. Niet van die dikke Hollandse mokkels, maar van die kleintjes, een beetje schichtig, maar o zo lief. Ze zien er wel wat hongerig uit. ‘Mogen we ze een beetje eten geven, mama?’ vragen je kinderen. En ja, natuurlijk zet je wat brokjes voor ze neer. Aan het eind van je vakantie kan je ze al bijna aaien. Wat een lieve poezen! En wat een goede daad heb je gedaan door ze een beetje bij te voeren. Tevreden ga je weer naar huis.
Maar stel nu dat je helemaal niet op vakantie bent, maar dat je woont op die patio…
Die ene dikke rode
Je blijft dus doorgaan met het bijvoeren van die leuke zwerfkatjes. Die toevallig bijna allemaal vrouwtjes zijn – op die ene dikke rode na. Die is blind en eng en verschijnt altijd 's nachts bij volle maan – tot groot plezier van de dames. Ach, los van die paar lawaaiige nachten: het staat leuk op je patio en je hebt er geen last van. De poezen slapen met zijn allen lekker warm in het kachelhok.
En dan wordt het lente. De ramen gaan open. Dat vinden de zwerfkatten, inmiddels zo tam dat ze niet meer bang zijn voor mensen, een goede ontwikkeling. Ze komen je huis binnen, op zoek naar koele plekken om te slapen. Of op zoek naar lekkere hapjes in de keuken. Dat er voor de ramen van die muggengazen hangen om – inderdaad- de muggen buiten te sluiten, deert ze geenszins. Gewoon keihard met je nagels uit ertegenop springen en hup, je staat al binnen.
En dan 'Ah mama wat schattig' komen de kleintjes. Bovenop het dak van de schuur kijken op een morgen vijf brutale zwarte hoofdjes naar omlaag met hier en daar een rood vlekje. Dank je wel rode kater! Je dochters zijn verrukt en lopen druk rond met minibakjes poezenbrokjes. Kleine zakken voldoen allang niet meer, je ziet jezelf steeds vaker zeulen met van die megapakken Brekkies. En op de patio hebben de katten allang de overhand. Tien zijn het er inmiddels, het merendeel vrouwtjes zo te zien. Op die dikke rode kater na natuurlijk…
Hoera Brazilie!
Detective
Slachtoffers, alibi’s, sporenonderzoek… als je maar lang genoeg met detectives bezig bent, begint je hele wereldbeeld te schuiven.
Gifzuiger
Ik geef tien detectivelessen in Drente en huppel vrolijk langs de douane met een nepdolk, een gifzuiger en een bebloede handschoen in mijn handbagage. Tijdens de lange treinreis van Maastricht Airport (goedkoop vluchtje) naar Emmen lees ik de nieuwe detective van collega-schrijver Lieneke Dijkzuil die zo spannend is dat ik helemaal in de ban raak. Net als bij mijn boek De heks van de samba is er een kind vermist, maar bij Lieneke loopt het heel wat gruwelijker af.
Op de school waar ik de prijs van de Drentse kinderjury in ontvangst neem en alle kinderen meesleep in een fictieve moord word ik vervolgens als een soort deskundige ondervraagd over de motieven van Joran van der Sloot.
Slachtoffers, alibi’s, sporenonderzoek… als je maar lang genoeg met detectives bezig bent, begint je hele wereldbeeld te schuiven.
Guardia civil
Gelauwerd en nog vol van alle lof van mijn geweldige detectives-in-spe keer ik terug in Montefrio.
Waar ik vergeten ben Dunya af te melden voor de schoolbus (omdat ze naar een partijtje ging). Waar haar vriendinnen krijsend alarm hebben geslagen omdat ze Dunya ‘bij een vreemde man in de auto hebben zien stappen.’ Waar de directeur, toch al een gewichtig type, per direct de guardia civil heeft geïnformeerd, die vervolgens in vol ornaat is uitgerukt. En die uiteindelijk op hun beurt het hele partijtje de stuipen op het lijf hebben gejaagd. Zodat ik -o, anticlimax- terugkom in een dorp waar zo´n beetje iedereen (school, politie, andere ouders) schande van mij spreekt en ik nu voorlopig nog wel even te boek sta als ontaarde moeder.
No more school
We woonden hier nog maar net toen ik een documentaire zag over de school waar Bloem naar toe zou zijn gegaan als we in Nederland waren gebleven. Ik zag een prachtig, licht gebouw en hoorde verhalen over schoolreisjes naar Londen en New York van kinderen die er ook al zo prachtig uitzagen allemaal. ‘Succes’, ademde de school, ‘rijkdom, toekomst.’
Ik schrok.
Jij bent zo ontzettend dom
De middelbare school in Montefrio is een saai, degelijk gebouw. De kinderen blijven in hun klas terwijl de leraren heen weer lopen. Dat kan makkelijk, want hier is geen muzieklokaal, natuurkundelokaal, kunstlokaal enzovoort. De lessen zijn… ik denk dat ‘degelijk’ ook hier een goed woord is en de schoolboeken zijn lange opsommingen van definities die je uit je hoofd moet leren.
Schoolreisjes? Amper, misschien een keer naar het Alhambra in Granada. Schoolkampen? Geen. En de kinderen lopen de helft van de tijd in trainingspakken omdat ze geen kleedruimtes hebben voor gym. Sommige juffen zijn leuk (met premies overgehaald uit Granada) maar er is bijvoorbeeld ook een taaljuf die griezelig racistisch is en rustig tegen een kind zegt: ‘Jij bent zo ontzettend dom, ik geef je vanaf nu ongezien alleen nog maar enen.’ En dat er dan geen enkele ouder in protest komt want de juf is altijd de baas.
Wat doe ik mijn dochter aan? Ik, die als kind altijd op de meest elitaire scholen heb gezeten en die zelf notabene beeldschone schoolboeken heb gemaakt –voor anderen. Die gedachte ging, zeker in het begin, heus wel eens door me heen.
We woonden hier nog maar net toen ik een documentaire zag over de school waar Bloem naar toe zou zijn gegaan als we in Nederland waren gebleven. Ik zag een prachtig, licht gebouw en hoorde verhalen over schoolreisjes naar Londen en New York van kinderen die er ook al zo prachtig uitzagen allemaal. ‘Succes’, ademde de school, ‘rijkdom, toekomst.’
Ik schrok.
Drie maanden vakantie
Maar ach, denk ik vandaag, het is maar school. Mijn dochter leert worteltrekken en de geschiedenis van het Romeinse Rijk. Belangrijker: ze leert zich teweer te stellen tegen enge mensen en ze maakt vrienden – ongehinderd door codes over of die wel of niet hip zijn. En het allerbelangrijkste voordeel van de school in Montefrio vergeet ik nog bijna: drie maanden zomervakantie. Vandaag is de laatste schooldag en half september begint ze pas weer. Kom daar maar eens om in Amsterdam!



Laatste reacties