Anna van Praag boeken en verhalen
Categorieën
Verhalen van de berg

Katla

Maar ja, komt oma hier ooit nog weg? Hier in Spanje is letterlijk geen vuiltje aan de lucht, maar alle vluchten naar Nederland zijn geannuleerd.
De meiden vinden het geen probleem. ‘Dan blijft oma gewoon hier wonen, net zoals al die Spaanse oma’s.’ Wat ze interessanter vinden (en ik ook) is Katla. Want wie wist nu dat dit griezelige monster echt bestond – Katla, door Astrid Lindgren omschreven als ‘een wijfjesdraak, opgestegen uit de oertijd, die op een afschuwelijke morgen wakker werd en iedereen raakte met het dodelijke vuur dat ze uitblies.’
Katla bestaat dus echt, niet alleen bij de gebroeders Leeuwenhart! Zo heet de grote broer van de IJslandse vulkaan. En soms, als die uitbarst, wordt daarna Katla wakker, horen wij op het nieuws. En dan, wat gebeurt er dan?

Rode zeesterren

De laatste keer dat Katla ontwaakte, werd heel Europa ondergedompeld in as. Droogte, armoede en dood waren het gevolg.
‘Als dat gebeurt, reizen we door naar een ander Spaanssprekend land,’ stelt Ilco de meiden gerust, ‘naar Chili bijvoorbeeld, of Venezulea.’
‘O ja,’ herinnert Bloem zich, ‘daar heb je dat grote oerwoud. En je kunt er ook duiken tussen hele grote rode zeesterren. De papegaaien vliegen zo door de lucht en de zee is turquooise en altijd warm.’
We mijmeren nog wat door over Venezuela. Dunya, die toen nog niet geboren was, luistert aandachtig naar al de verhalen. ‘He ja,’ zucht ze na een tijdje verlekkerd, ‘ik hoop maar dat ie snel uitbarst, die Katla!’

Categorieën
Verhalen van de berg

Sentimental journey

Ik eet iets wat ik nog nooit heb gegeten en ook nooit van plan was. Bloedworst? Varkensvet? Nee, een broodje pindakaas met hagelslag. Dat is raar want eigenlijk houd ik niet van pindakaas en van hagelslag word je dik. Maar ineens zag ik het staan. Pindakaas! Hagelslag!
Dat komt allemaal door mijn moeder.

Junk

Mijn moeder is dus hier en met haar komt er een vlaag Nederland de heuvel op waaien. Ze heeft een koffer vol met drop, sambal, kaas en stroopwafels bij zich. Al die cliché’s over buitenlandse Nederlanders zijn dus gewoon waar: je weet niet hoezeer je van kaas houdt, totdat je hem mist.
Mijn moeder, met haar strowitte haar en blauwe ogen aangestaard door de Spanjaarden in het dorp, ís Nederland, ademt Nederland. Ze babbelt over de haven van Vlissingen, over de molen op Texel, over het terras van haar favoriete Amsterdamse café. Haar verhalen gaan over boekwinkels vol met boeken, over de junk die haar beroofde of over de lieve straatkrantverkoopster die de dochter bleek te zijn van een beroemde kinderboekenschrijfster.

Ik eet iets wat ik nog nooit heb gegeten en ook nooit van plan was. Bloedworst? Varkensvet? Nee, een broodje pindakaas met hagelslag. Dat is raar want eigenlijk houd ik niet van pindakaas en van hagelslag word je dik. Maar ineens zag ik het staan. Pindakaas! Hagelslag!
Dat komt allemaal door mijn moeder.

Koffer

Daarbij heeft mijn moeder ook nog eens mijn hele vroeger bij zich, in een ander soort koffer, eentje die je niet ziet en die bij mij gewoonlijk ergens in de opslag staat. ‘Weet je nog dat we altijd…’ ‘Herinner je je nog dat jij…’ zo beginnen veel verhalen van mijn moeder. Ze is elf dagen hier, lang genoeg om een heel verleden op te diepen.
Dan denk je dat je volwassen geworden bent. De hele wereld heb je over gereisd, je hele leven verplaatst naar een ander land, zelf moeder geworden en die kinderen alweer groot… En dan ben je ineens toch nog twaalf en loopt door de Haarlemmerhout met een hond die allang dood is en een moeder die allang oud is.
En eet dus brood met pindakaas en hagelslag. Het zijn wonderlijke dagen.

Categorieën
Verhalen van de berg

Het wonder van Puerto Lope

Groot nieuws voor trouwe volgers van dit weblog: de pony is terug!
De guardia civil, de dierenartscentrale, zelfs een speciale campo-politie: iedereen was ingeschakeld om de verdwenen pony terug te vinden. Beetle, gechipt en al, stond op alle telex-pagina’s, heel modern, heel vertrouwenwekkend ook.
Des te opmerkelijker is het dat hij eigenlijk al drie weken geleden was gevonden, en nog wel door diezelfde guardia civil. Waar was Beetle dan al die tijd?

‘Wat te doen met een gevonden pony?’

De guardia civil van Puerto Lope, een dorpje verderop, had kennelijk de telex niet gezien. Ook keken ze niet uit het raam, waar aan de overkant van de straat bij de veearts een grote vermist-poster van Beetle hing. Dus brachten ze, na enig nadenken, de pony die een zigeunerjongetje in de campo had gevonden (jaja, ik weet het, het spijt me heel erg!) naar de plek waar alle gevonden en in beslag genomen auto’s van de provincie staan. Daar, tussen al die dode auto’s stond Beetle dus al die tijd te wachten – tot er eindelijk iemand zijn auto kwam ophalen die wel die posters had gezien.
Volgden dramatische taferelen toen de Engelse Liz, de baas van Beetle, die getipt was maar offcieel niet naar binnen mocht, over muren en hekken klom en gillend tussen de honderden auto’s door stormde tot ze eindelijk, eindelijk de pony weer in haar armen kon sluiten.
Hij is erg vermagerd en iemand heeft, heel griezelig, zijn manen en staart geknipt maar Beetle is er weer en Dunya en Chaia kunnen weer op hem rijden. Hoera!

Categorieën
Verhalen van de berg

Montefrio, één jaar later

Is de winter nu echt voorbij?
Ja, dat besluit ik bij deze. Het is lente in Zuid Spanje en bijna een jaar geleden dat wij hier neer streken. Ik snap nu een beetje hoe de dingen werken: waar je moet parkeren zodat je niet in de enge supersteile straatjes van het dorp verzeild raakt, dat een stuk of vijf trainingspakken in alle kleuren tot de basisuitrusting van alle scholieren behoren, dat het enorm onbeleefd en dom is om tussen 2 en 6 iemand te bellen (lunch en siesta).
We kregen in dit eerste jaar meer regen te zien dan hier in vijftig jaar is gevallen, we ontvingen 45 gasten, aten meer tomaten en knoflook dan in alle jaren hiervoor bij elkaar, moesten één keer naar de eerste hulp voor een te hechten knietje, proefden voor het eerst mispels, stierenvlees en varkensoortjes, probeerden alle wijnen uit de buurt (en die waren allemaal goed) en we waren enorm productief: ik schreef drie boeken en Ilco beraamde de wereldvrede.
Maar voelt Spanje, na een jaar, ook echt als thuis?

Wherever I lay my hat

Wanneer wordt iets thuis? Wanneer voel je je Spanjaard tussen de Spanjaarden? Wanneer daalt je ziel in? 
Voor de meiden denk ik dat dat op een bepaalde manier nu al zo is. Ze blijven dol op Nederland, en op hun vriendinnen daar. Maar ze praten Spaans als water, ze doen het geweldig op school en ze hebben tal van geheime speelplekjes op de campo. 
Ilco, die het meest gereisd heeft dit jaar, bezit het verbijsterende vermogen om zich over de hele wereld thuis te voelen precies daar waar hij op dat moment is, dus ook in Montefrio. En ik?
Na Afrika was ik nergens meer thuis. Nu denk ik soms: thuis is waar de zon schijnt. Hier. Nu. Of: thuis is waar je goede espressokoffie hebt (er komt nu onmiddellijk een reclamedeuntje in mij op) en, niet te vergeten, lekkere wijn.
Thuis is zeker de schemerwereld van mijn verhalen.
Thuis is aan het eind van de dag met Ilco die wijn opdrinken en naar onze dochters kijken, thuis is een handjevol mensen die overal kunnen zijn.

Categorieën
Verhalen van de berg

Vrolijk Pasen 2

Sta ik in de slager, liggen er alleen een paar varkenssnuiten en stierenballen in de vitrine – van die vage witte dingen die kennelijk lang goed blijven. Want, zo vertelt de slager me: ‘Het is bijna Pasen, de mensen vasten.’ En vasten betekent hier dus vooral: even geen vlees eten (en dan daarna weer extra veel).
Maar vraag je ‘Wat doe je met Pasen?’ kijken ze je alleen maar glazig aan. Op Goede Vrijdag is er processie, maar met Pasen gebeurt er niks; op tweede paasdag gaat iedereen gewoon naar zijn werk.
‘In Nederland hebben wij een conejo, een konijn,’ leg ik onhandig uit, ‘een konijn dat eitjes verstopt.’
‘Bedoel je niet een kip?’ vraagt de buurman behulpzaam.
‘Nee, een konijn met een mandje. En die eitjes zijn van chocola.’
‘En konijn met een mandje?’ Verbijsterde blik.
Toch komt de raarste paastraditie niet van ons, maar van mijn Engelse buurvrouw Liz.
.

Liz

Liz woont met zeven paarden, veertien honden, elf katten, een onduidelijk zootje kippen en heel erg veel bijen op een nog meer afgelegen berg dan wij, waar niet eens elektriciteit is. Het is altijd chaos daar: dan is er weer middenin de nacht een hond waarvan iedereen dacht dat het een mannetje was bevallen op de bank, of de paarden zijn allemaal tegelijk uitgebroken, een kip is mank geschopt door een merrie, de waterbuizen zijn geknapt, het dak ingestort. Elke keer als ik Chaia breng voor paardrijden, blijf ik even gezellig erge verhalen luisteren. Toch is Liz volgens mij gelukkig want dit is haar droom: in de woeste natuur leven met al haar dieren. Volgens Chaia gilt ze altijd keihard ‘Jippie!!!!’ als ze aan het galopperen is.

Toch, hoewel ik denk dat Liz nooit meer zou kunnen aarden in Engeland, houdt ze erg vast aan Engelse tradities. Kalkoen met kerstmis, dat soort dingen.
Vandaag vraag ik haar om eitjes. Soms heeft ze die, soms niet (dan kunnen ze ze niet vinden en zijn er later ineens kuikens in de paardenstal, of dan hebben de honden ze opgegeten). Maar nu zegt Liz: ‘Nee, sorry, ik heb ze allemaal gespaard voor Pasen.’
Logisch, denk ik – tot Liz vervolgt: ‘Zodat we ze allemaal van de berg af kunnen smijten.’

Categorieën
Verhalen van de berg

Vrolijk Pasen

‘Kijk mam, dit heb ik voor Pasen op school gemaakt. Voor op de paastafel.’
Dunya tovert iets uit haar tas. Is het een paashaasje, een lammetje, een ei van gekleurd papier?
Nee.
Het is een poppetje gehuld in een mantel met hoge puntmuts, met twee gaten voor de ogen. Een Ku Klux Clan-achtige griezel.
.

Clan

Vorig jaar in Sevilla keken wij onze ogen uit. Al die processies… Al die hoofden verstopt achter kappen, blote voeten eronder. Devotie! Middeleeuws! Dat Ilco toen al ‘Ku Klux Clan’ mompelde, wilde ik eigenlijk niet horen – geen kwaad woord over ons nieuwe land.
Inmiddels weet ik dat het helemaal geen ascetische monniken zijn die zo verkleed lopen. Ook in Montefrio zijn er processies; zet de slager zo’n kap op, is hij ineens heilig. Zelfs op tv zie je kinderen trots rondsnellen met van die enge kappen op hun hoofd. Ik moet ineens denken aan hoe we in Jeruzalem waren en de meiden de lijdensweg van Jezus naspeelden: ‘Hier viel hij voor het eerst. Hier wordt hij van zijn kleren beroofd. Hier droogde een vrouw zijn tranen’ Eén groot theater van heiligheid.
Misschien komt het ook door al dat gedoe rond de katholieke kerk, maar ik heb er geen zin in dit jaar. Doe mij maar een heidens lentefeest, met lekker veel eieren en die goeie oude paashaas. En vooruit, dan mag dat popje van Dunya leuk exotisch naast een kipje staan.

Paasfoto’s kijken:
Semana Santa processies: 
http://www.flickr.com/photos/12966304@N00/sets/72157616591371546/
Jeruzalem (en Jordanie): 
http://www.flickr.com/photos/12966304@N00/sets/72157605144686894/