Anna van Praag boeken en verhalen
Categorieën
Verhalen van de berg

Happy birthday Anna!

‘Ik vier mijn verjaardag maar niet’.
Dat zul je mij niet snel horen zeggen. Ik ben dol op verjaardagen, vooral op die van mezelf. Ooit stond ik bekend om de schalen vol appelbollen die ik bakte. En iedereen mocht ze komen opeten. Of ik kookte voor al mijn vriendinnetjes: twee dagen in de keuken en heel veel drank.
De laatste jaren zijn mijn partijtjes erg exotisch geworden. Ik herinner me taartjes middenin woest Patagonie, een chic diner in Rwanda, en het duurste kopje koffie ooit bij cafe Florian in Venetie. En natuurlijk Rio de Janeiro vorig jaar: dansend op het carnaval werd ik veertig (ik word namelijk, tot groot vermaak van mijn dochters, al een paar jaar veertig).
Maar nu. Na een paar weken op de berg voel ik me als een moemin in winterslaap. De slome post brengt één kaart (dank je wel mam!) en tjsa, die regen. Rusteloos drentel ik door het huis, in mijn dromen brengt mijn zus frambozen en rijden we de wijde wereld in met de Landrover. Ik wil feest, ik wil iets groots, ik wil…

Vijf retourtjes Marrakech

‘Gefeliciteerd!’
Ik ben niet voor niets getrouwd met een avonturier. Iemand die mij (soms) beter kent dan ik mezelf. Vijf uitgeprinte boardingpassen van Ryanair liggen naats mijn ontbijtbord. ‘Afrika om de hoek. Daarom zijn we hier gaan wonen, weet je nog?’
We gaan dus weg, vannacht al. Naar Marrakech! Ik ga meteen mijn tas pakken, mijn volgende bericht op dit blog komt uit de Rode Stad zelf… Inch’allah.

Categorieën
Verhalen van de berg

Engelen

Ik ben dol op rituelen.
Zo hebben wij, tot verbijstering van veel van mijn vriendinnen en groot geluk van mijn schoonmoeder, op een mooie lentedag onze drie dochters in één keer laten dopen in het houten kerkje van Durgerdam. En dat terwijl ik zelf bij geen enkele kerk sta ingeschreven. Ik ben ook dol op heksen en de volle maan, en – dit tot lichte ergernis van Ilco- op Mariaprocessies.
Dus toen ik de kans kreeg om een reizend groepje engelen vijf dagen in huis te ontvangen, zei ik natuurlijk meteen ja. Het vergde wat uitleg hier thuis, omdat ze even dachten dat ik vijf bedden moest gaan opmaken en extra eten koken, maar nee, dit zijn onstoffelijke wezens. Die komen alleen maar goede energie brengen. Vijf engelen, vijf dagen. Ik begon meteen met de voorbereiding.
(Lees verder)

Amandelbloesem

Op de aankomstdag van de engelen bakte ik een gateau des anges, zette amandelbloesem voor ze neer (je moest ze ontvangen met een groene appel, witte kaarsen en een witte bloem) en zaten wij met de hele familie klaar bij de tv om de speciaal hiervoor uit Nederland ingevlogen dvd van City of angels te bekijken. Dit moment was al dagen voorbereid, Bloem liet er zelfs een partijtje voor schieten.
En toen viel de stroom uit.
Na het eerste gedoe met kaarsen, zaklantaarns en open haardvuren (zonder stroom ook geen water en warmte) begon ik, met groeiende ergernis de dvd in de diverse laptops te proppen. Nummer één had geen stroom genoeg, nummer twee geen geluid en nummer drie geen discdrive. Tegen die tijd was de taart koud en ik zo gefrustreerd dat ik inmiddels de hele familie tegen me in het harnas had gejaagd. Bloem zat met tranen in haar ogen, Ilco gooide boos een harige slof van Bloem naar mij toe en Chaia, die dacht dat dat de poes Elly Grey was die levenloos bleef liggen, begon te gillen. Alleen Dunya zat met pretoogjes onder een dekentje toe te kijken hoe het later en later werd.
Uiteindelijk kwamen de engelen natuurlijk toch maar toen was alleen Bloem nog op. Ik sprak de rituele woorden, met enige verbijstering gadegeslagen door Ilco. Maar Bloem deed de deur voor ze open en wij zagen allebei echt heel duidelijk hoe de poes Elly Grey onmiddellijk aan kwam rennen en een hoge rug maakte. Niet veel later ging het licht weer aan.

Gateau des anges

Meng een ons bloem met een ons suiker en 30 gram maizena. Bekleed een vorm met bakpapier (niet invetten).
Klop 12 (ja 12) eiwtitten met zout en bakpoeder en doe er na een tijdje anderhalf ons suiker en een schep vanillesuiker bij, en klop tot het eiwit in punten blijft staan. Roer het bloemmengsel erdoor en bak een half uur op 190 graden. De, erg naar eierkoeken smakende, taart is gaar als de bovenkant terugveert als je erop drukt. Bestrijk hem met slagroom.
(En de volgende dag zabaglione eten, van al die dooiers).

Categorieën
Verhalen van de berg

Carnaval

Rio de Janeiro, de wonderstad. 
Bezat ik een tijdmachine of een zwaarbeladen creditcard dan was ik nu daar. Want het is weer carnaval en er is geen stad, geen feest, geen drug zo geweldig als juist dat: Rio tijdens carnaval. Het boek dat ik erover schreef ‘De heks van de samba’ is net weer naar de uitgever dus zelfs dat moet ik nu missen. Vanaf de berg duik ik in mijn herinneringen en spin ze uit. ‘Mam, je loopt de hele tijd te lachen,’ zei Bloem vorig jaar tegen me. Toen waren we daar, inderdaad, en Bloems opmerking is des te interessanter omdat ik zo iemand ben tegen wie bouwvakkers altijd roepen ‘Mens, wat kijk je chagrijnig!’ Ah, Rio…
Maar gelukkig hebben we ook carnaval in Montefrio!

Romeinse Godinnen

Het heeft iets spannends, dat carnaval hier, iets dat Brabant volgens mij geheel ontbeert: een zweem van verbod. Want onder Franco mocht carnavalvieren niet, veel te uitbundig. Maar in Andalucia vierden ze het stiekem toch en dat merk je nu ook weer: al schreeuwen de verschrompelde olijven om redding (‘pluk me dan’ – net als de appeltjes van Vrouw Holle), op carnaval gaan de boeren toch dansen. In een tent, in kostuums van de feestwinkel.
Zo verheugt Bloem zich er al weken op dat ze met een groepje Spaanse vriendinnen ‘Romeinse godinnen’ zijn. De kostuums zijn besteld en opgehaald. Meteen na het plukken komen ze bij elkaar en na het feest blijven ze allemaal bij elkaar slapen – en dat terwijl logeerpartijtjes hier bepaald niet gewoon zijn.
En ik? Ik blijf denk ik lekker op de berg. Want ik in zo’n partytent, gekleed als buikdanseres… ik zie het niet echt voor me. Dan blijf ik toch liever de buitenstaander die ik maar al te vaak ben. Behalve in Rio dan.

Categorieën
Verhalen van de berg

Vreselijk

Woonden we maar in Zweden! Nog los van subjectieve voorkeuren als de rendierman versus de stierenman, wat zou ik als kinderboekenschrijver dan in een mooie traditie terecht komen. Astrid Lindgren, Per Nilsson, Anika Thor…
Nee, dan Spanje. Alles loopt hier zo’n jaar of dertig achter op Nederland. Behalve de kinderboeken, die ademen zo’n beetje de braafheid van de jaren vijftig van de vorige eeuw. Het spijt me om te zeggen en ik doe het echt met tegenzin, maar eigenlijk zijn ze gewoon vreselijk.

Olijf

Bloem en ik hebben ons allebei geworsteld door werkelijk afschuwelijke jeugdboeken die ze moest lezen voor school. Ze had er tien moeten kopen. Een succesvolle serie hier (zeventiende druk, achttiende druk), maar het ging werkelijk nergens over (neem dit letterlijk). Mijn handen jeukten om deze veelbekroonde oude heren te gaan verbeteren.
Of neem de leuke jonge uitgever in Madrid. Ik kreeg een stapeltje van hun paradepaardjes mee, om te kijken of ze voor Nederlandse vertaling in aanmerking kwamen. O, wat wilde ik ze graag leuk vinden – niet in de laatste plaats uit eigenbelang: als ik hen aanbeveel in Nederland, zouden zij mijn boeken hier vast ook wel willen uitgeven. Helaas. In Nederland zou geen enkele uitgever ook maar één seconde kippenvel krijgen van de eendimensionale bagger met de diepgang van een stripboek die hier nu op tafel ligt. Gelukkig vertalen ze hier nog wel het een en ander zodat Spaanse kinderen, in ieder geval op het gebied van fantasy en avonturenboeken, aan hun trekken komen. Maar hun eigen verbeeldingskracht is kennelijk niet groter dan een olijf.

Woonden we maar in Zweden! Nog los van subjectieve voorkeuren als de rendierman versus de stierenman, wat zou ik als kinderboekenschrijver dan in een mooie traditie terecht komen. Astrid Lindgren, Per Nilsson, Anika Thor…
Nee, dan Spanje. Alles loopt hier zo’n jaar of dertig achter op Nederland. Behalve de kinderboeken, die ademen zo’n beetje de braafheid van de jaren vijftig van de vorige eeuw. Het spijt me om te zeggen en ik doe het echt met tegenzin, maar eigenlijk zijn ze gewoon vreselijk.

Of heb ik niet goed genoeg gezocht?

Ik daag iedereen uit om met tegenvoorbeelden te komen. Waar zijn ze? Goede Spaanstalige (ja, je mag zelfs Latijnsamerika erbij nemen, dat doen ze hier ook) kinderboekenschrijvers, goede Spaanse kinderboeken die niet Don Quichote zijn: noem ze mij alsjeblieft op annavanpraag@hotmail.com en ik ga ze meteen lezen (en aanbevelen). Wordt (hopelijk) vervolgd.

Categorieën
Verhalen van de berg

Meisje van elf

Chaia wordt elf!
Een spannende dag, want voor het eerst doen we een echt Spaans partijtje. De hele week is Chaia al zenuwachtig. Is het raar dat ze een partijtje geeft? Dat ze een uitnodiging heeft gemaakt? Komen de meisjes uit haar klas wel? Haar zorgen slaan op mij over. Straks zitten we daar in ons uppie met taart en het weerwolvenspel. Op een middag bel ik de moeders van de meisjes een voor een op. ‘Is de uitnodiging aangekomen? Komen ze?’ Na die gesprekken, in rap Andalusich dat mijn oren laat tollen, weten we nog niet veel. Ja, dat het niet handig is om een partijtje te geven in de tijd dat alle kinderen moeten helpen met olijven plukken. Maar dat de meisjes waarschijnlijk komen – als de moeders tenminste onze cortijo kunnen vinden. Ik studeer alvast op de Spaanse woorden voor ‘weerwolf’ ‘jager’ ‘ziener’.

Weerwolven

En dan is het zover. Om vier uur zit Chaia klaar tussen de Hema-ballonnen. Gelukkig! Daar zijn de buurmeisjes. En daar zijn ook de meisjes uit de klas, sommigen nog in hun ouwe olijfkloffie, vers van het land. Maar ze zijn er! In een oorverdovende stilte worden de cadeautjes uitgepakt, de kinderen lijken totaal geïntimideerd door de gedekte tafel, de slingers, de taarten waarop ik me enorm heb uitgeleefd. 
Tijd voor het spel! Ik sla snel twee wijntjes achterover en begin, in mijn beste Spaans, te verhalen van weerwolven, griezelige nachten, heksen en toverdranken.
Twee uur later zitten we er nog middenin. Verhitte gezichtjes, stralende ogen en woest geschreeuw als ze de weerwolven ontmaskeren. Ilco komt met schalen vol patat aanzetten en niemand wil naar huis.
En Chaia?
Van puur plezier gaat ze de dag erna uren door de velden galopperen.
Nu is ze elf.

Categorieën
Verhalen van de berg

Mother from hell

Wat was ik als kind dol op de boeken van Enid Blyton! De vijf, de vijf detectives, de dolle tweeling – ik had ze allemaal en ik heb eeuwig spijt dat ik ze in een nep-volwassen bui een keer allemaal heb weggegooid. Van Enid Blyton werd je blij, het waren feelgood-boeken over gelukkige kinderen op het Engelse platteland. Ze smaakten naar toffeecake en thee met koekjes, die boeken. Er gebeurden heus erge dingen en de kinderen haalden ‘streken’ uit, maar uiteindelijk waren de moeders lief en de vaders standvastig en scheen altijd de zon. Een baken, dat waren die boeken voor mij en misschien wel één van de redenen dat ik ben gaan schrijven. Ik verwerk ze nu zelfs in een boek en zoek even wat uit op internet.
En wat blijkt? Die gezellige Enid Blyton was een ‘mother from hell’!

Opgesloten in de keuken

Enid Blyton had twee dochters. Maar die stuurde ze zo snel ze kon naar de kostschool. Want alles in het huishouden en met de kinderen vond ze verschrikkelijk, dat was een onderbreking van het schrijven. Ze liep dan voortdurend rond met een stopwatch.
Haar fans vond Edith wel leuk, die nodigde ze ook uit op de thee (met koekjes). Maar als die er waren, werden haar eigen dochters opgesloten in de keuken. En haar man (die haar adoreerde) maakte ze belachelijk en bedroog ze om de haverklap met ongeveer alle mannen van haar personeel. Zijn carriere (hij was ook schrijver) frustreerde ze zoveel ze kon. Hij schijnt gebroken te zijn gestorven.
De jongste dochter is nu 74 en vertelt voor het eerst over haar ‘mother from hell’. De BBC heeft er een serie over gemaakt, net zoiets als wij met Annie MG Schmidt. Er is ook een dvd van. Die moet ik hebben, denk ik meteen. Maar even later weet ik het niet meer zo zeker. Ik voel me toch een beetje alsof ik een grote hap heb genomen van een heerlijk koekje, dat zomaar ineens taai is geworden.