Anna van Praag boeken en verhalen
Categorieën
Verhalen van de berg

Sinterklaas en de worsten

Als je in Nederland bent opgegroeid, betekent het tweede weekend van november: Sinterklaas! Het maakt niet uit of je zelf in Spanje woont, je kijkt via de satelliet naar de intocht en je speelt Sinterklaasspelletjes op de site van de Wereldomroep. En dankzij de kruiden die wij laatst in ons brievenbusje vonden, ruikt het hele huis naar speculaas.
Als je in Zuid Spanje bent opgegroeid betekent november: slachtmaand. En in het tweede weekend worden de worsten gedraaid, strengen lang en kuipen vol. Bloedworst, chorizo en nog een heleboel andere worsten, soms zo dik als mannenarmen. Overal ruikt het naar vlees: gebakken levers, uitgekookte karkassen, gestoomde varkenstong.
Alle Spaanse dochters helpen mee met ballen draaien uit wastobbes vol gehakt. Maar onze Chaia, anders altijd dol op het boerenleven, trekt zich huiverend terug met een stapel Sinterklaasboeken.

En Dunya, die opgegroeid is in de wijde wereld, wat doet zij?

Dunya

Dunya loopt vrolijk met haar laarsjes door het varkensvet te stampen. Ze is blij, ze houdt van worst – of hij nou echt is of van marsepein. Als ze met de boerenzoon (van zeven!) op de scooter voorbij scheurt, hoor ik haar Sinterklaasliedjes zingen. Foutloos. Is het toch nog goedgekomen met het doorgeven van die Nederlandse tradities.
Hoewel… ‘Erg he, dat de pakjes misschien kwijt ziin,’ zegt Bloem die avond tegen haar na het Sinterklaasjournaal.
Waarop Dunya haar oprecht verbaasd aanstaart. ‘Is het niet allemaal verzonnen dan?’

Categorieën
Verhalen van de berg

Hij komt hij komt

‘Daar zat een kleine jongen aan de grote zee. Op een heuveltje zat hij; zijn muts stond scheef en hij keek verdrietig. En ’t was of de grijze, grauwe zee ook verdrietig keek. Waarom toch?
Och, over twee dagen kwam Sinterklaas in het land; maar in dat kleine eenzame huisje, waar de kleine jongen nu woonde, ginds tussen de duinen, zou de goede Sint nu zeker niet komen…’

(WG van de Hulst, Een Sinterklaasverhaal, 1945)

Sinterklaas komt uit Spanje maar hier komt hij niet. In zijn plaats komen er in januari drie koningen cadeautjes in de schoenen van de kinderen stoppen. Dat is iets heel anders, ik bedoel, je mist toch die man met de baard.
Dus heb ik er maar een boek over geschreven.

Lucas

Het was zomer maar ik rook de speculaas en voor mijn ogen dansten de chocoladeletters. Er klopte een jongen aan, hij heette Lucas, en het was zijn verhaal dat ik moest vertellen. Het ging over topsport, over een vader in een strakke joggingbroek, een vriendenclub – maar vooral over Sinterklaas. 
Ruim voor 5 december verhuisde het verhaal van mijn computer in Spanje naar Nederland waar een heel team (illustrator, uitgever, redacteur en uiteindelijk boekwinkel) het feestelijk stond op te wachten.
Vanaf deze week ligt Het geheim van de hulpsinterklaas in de winkel. Lees het met een zak pepernoten erbij. Stop het in iemands schoen. Je boft! Ik moet hier in Spanje zeker nog een week wachten voor het eindelijk eens in de brievenbus valt…

PS En precies over een week komt het volgende boek. FAY!!!

Categorieën
Verhalen van de berg

Columbus is dood

Bloem en Chaia huilen en Dunya trekt een ernstig gezicht. Weet zij veel. Zij ziet alleen maar een rare foto. Een oude morsige poes met grijze snorharen. Met één raar blind oog en geen enkele tand meer in zijn bek.
Maar wij zien iets anders. Een leven op poesformaat.

Ik studeerde nog toen Ilco mij verraste met een jong poesje. Een vies, wild, half-verwaarloosd vuilnisbak-rasje. Misschien was het wel een beetje ons eerste kindje, wie weet. Ik zie nog wel voor me hoe ik altijd na college de trap op rende. Drie hoog achter in de Pijp. Deur open: ‘Columbus!’ Hoe hij in mijn armen sprong. Altijd buiten op de daken, dat beest, en nooit eens een muis gevangen. Mijn kamer wemelde ervan, maar Columbus hield meer van vogel. Het is zijn schuld dat ik een keer per ongeluk een muis heb geroosterd in de broodrooster. Nooit meer te gebruiken natuurlijk.

Hasjkat

We verhuisden. En in ons eerste echte huis op de Brouwersgracht was Columbus duidelijk de hoofdbewoner. Ilco en ik waren druk met woeste carrières. Festivals, theater, film, en dan ook nog zelf heel veel uitgaan. Columbus werd een beetje vergeten. Maar geen probleem, hij loste dat zelf wel op. Regelmatig kwam ik thuis en dan zat hij achter een raam van steeds weer een ander grachtenpand naar ons uit te kijken, geen idee hoe hij overal binnenkwam. En hij werd de vaste hasjkat van de coffeeshop onder ons. In die tijd rook Columbus altijd een beetje wierookachtig. De hele coffeeshop was treurig toen Columbus vertrok – we gingen weer verhuizen.

Bloem en Chaia huilen en Dunya trekt een ernstig gezicht. Weet zij veel. Zij ziet alleen maar een rare foto. Een oude morsige poes met grijze snorharen. Met één raar blind oog en geen enkele tand meer in zijn bek.
Maar wij zien iets anders. Een leven op poesformaat.

Ik studeerde nog toen Ilco mij verraste met een jong poesje. Een vies, wild, half-verwaarloosd vuilnisbak-rasje. Misschien was het wel een beetje ons eerste kindje, wie weet. Ik zie nog wel voor me hoe ik altijd na college de trap op rende. Drie hoog achter in de Pijp. Deur open: ‘Columbus!’ Hoe hij in mijn armen sprong. Altijd buiten op de daken, dat beest, en nooit eens een muis gevangen. Mijn kamer wemelde ervan, maar Columbus hield meer van vogel. Het is zijn schuld dat ik een keer per ongeluk een muis heb geroosterd in de broodrooster. Nooit meer te gebruiken natuurlijk.

Soep-ogen

Een ander leven brak aan. Een houten huis met een tuin. Meerdere poezen kwamen, maar alleen Columbus bleef altijd. Er kwamen ook drie kinderen. Je hoort vaak dat poezen dat moeilijk vinden, maar Columbus zat er niet mee om in de poppenwagen rondgereden te worden. En hij wandelde altijd gezellig mee achter de kinderwagen aan. Hij was verschrikkelijk als het ging om rosbief en verschrikkelijk lief als hij er zin in had – vooral middenin de nacht als hij luid spinnend bovenop iemands hoofd ging zitten. In die tijd begon hij te kwijlen en hij had ook soep-ogen. Gevechten, auto-ongeluk, wekenlang weggelopen, epileptische aanvallen, Columbus heeft het allemaal meegemaakt en wij met hem.
Daarom moest hij ook mee op reis. Eigenlijk. Ik stelde het steeds uit. Een paar dagen voor we de wereld introkken, was ik nog koortsachtig aan het bellen: waar moet Columbus heen?
Uiteindelijk regelde hij het zelf. Met een lieve buurvrouw en vooral een heel oud mannetje, ome Cor, waar hij ongevraagd zijn intrek nam.
In dit bejaardenhuisje heeft Columbus zijn laatste jaren gesleten. Op een kussentje bij de gashaard, lekker dicht bij ome Cor.
We zijn vergeten hoe oud Columbus geworden is. Stokoud. Hij heeft een geweldig leven gehad en dat was grotendeels zijn eigen verdienste. Daarom is Columbus een voorbeeld voor ons allemaal.
We zullen hem nooit vergeten.

Categorieën
Verhalen van de berg

Echte zigeuners

"Ik gedroeg me zoals ik ben.
Als een echte zigeuner.
Ik schonk haar een grote naaimand
van strogeel satijn,
maar verliefd wilde ik niet worden,
want zij had al een man
ook al zei ze dat ze nog vrij was,
toen ik haar meenam naar de rivier."

(uit een gedicht van Garcia Lorca, die deze week wordt opgegraven).

Het groepje huizen op onze heuvel heet ‘Los gitanos’, de zigeuners. Net als het magische natuurgebied tegenover ons.
En in Montefrio wonen ze ook. Je herkent ze zo: mannen met lang haar en een woeste blik, meisjes met diepe decolletés en grote oorbellen. Tijdens processies lopen ze op blote voeten en op hun feesten is overal flamenco-muziek. Het is bijna een te groot cliché om waar te kunnen zijn.
Maar Chaia vertelt over heuse zigeuner-gangs op het schoolplein (‘Dan lopen ze hard klappend en stampend voorbij. En dan trekken mijn vriendinnen mij gauw opzij’). En Bloem zegt dat als de zigeunermeisjes uit haar klas gaan vechten, ze bossen haar uitrukken en dat na afloop al hun kleren gescheurd zijn.
Dus ja, ze bestaan. Echte zigeuners.

Nog even over het opgraven

Lorca, de zigeuner-held die door Franco-aanhangers is vermoord, wordt dus opgegraven. Hier vlakbij, in Granada. Uit een massagraf verzamelen ze zijn botjes en die van zoveel mogelijk anderen. Daarna begraven ze ze opnieuw, maar dan los van elkaar. En op de plek van het massagraf komt een monument.

Categorieën
Verhalen van de berg

Ik vertrek

We kwamen ze wel tegen onderweg: scouts voor tv-programma’s over mensen die hun hebben en houden achter zich laten en ‘iets’ in het buitenland gaan beginnen. Het is ook een van de weinige programma’s die wij hier in Spanje via de zender ‘het beste van Nederland en Vlaanderen (BVN)’ kunnen ontvangen. Drama! Dappere mensen die een droom volgen. Oké, misschien is het een stomme droom, maar ze proberen het tenminste. En dat het dan misgaat, dat maakt lekkere tv voor alle Nederlandblijvers.
‘Is het misschien iets voor jullie?’ Het is ons gevraagd.
Nee!Ten eerste is ons leven vaak al reality-soap genoeg. En ten tweede: bij ons gaat het niet mis.

Emmers en pannen

Elf gasten heb ik op dit moment. Plus ons erbij is zestien waarvan tien kinderen. En precies als de laatste zes komen slaat het weer om. Zwemmen, lange avonden op de patio, zonnen… het is met één klap over. Gelukkig heb ik een grote eetkamer en is ons boerderijtje van binnen ook heel gezellig. We steken gewoon de open haarden aan.
Dan word ik op een ochtend wakker van de eerste echte plensbui. Wat hoor ik toch tikken, denk ik slaperig. Eenmaal beneden glij ik onderuit in een reuzenplas. De woonkamer is zwembad geworden. De vriendinnen van Bloem en Chaia rennen af en aan met emmers en pannen. Ondertussen breng ik Bloem met de auto door pikdonker en slagregens naar de schoolbus. Ik zie helemaal niks op de onverlichte boerenwegen en moet de ramen van de auto wijd opendraaien. Was ik al niet doornat van de lekkage, dan ben ik het inmiddels wel van de regen. Dan knal ik bijna op een andere auto die plotseling de bocht om komt en van de schrik duik ik bijna een reusachtige greppel in. Mijn ene wiel draait er griezelig boven. Ik ben nu zo gestresst dat het geweldige tv-momenten zou opleveren.

We kwamen ze wel tegen onderweg: scouts voor tv-programma’s over mensen die hun hebben en houden achter zich laten en ‘iets’ in het buitenland gaan beginnen. Het is ook een van de weinige programma’s die wij hier in Spanje via de zender ‘het beste van Nederland en Vlaanderen (BVN)’ kunnen ontvangen. Drama! Dappere mensen die een droom volgen. Oké, misschien is het een stomme droom, maar ze proberen het tenminste. En dat het dan misgaat, dat maakt lekkere tv voor alle Nederlandblijvers.
‘Is het misschien iets voor jullie?’ Het is ons gevraagd.
Nee!Ten eerste is ons leven vaak al reality-soap genoeg. En ten tweede: bij ons gaat het niet mis.

Prairie

Weer in huis is het laatste kind nu ook wakker geworden. ‘Wat lekt jullie huis,’ maakt Lola de opmerking van de dag. Ik drink twee bekers sterke koffie achter elkaar, terwijl Ilco tosti’s bakt en het vuur aansteekt. En stiekem heb ik dan ook alweer een verhaal bij dit dramaatje verzonnen. Het kleine huis: pioniers op de prairie. Buiten zijn er beren en stormen, maar binnen is alles goed en veilig. Want daar bakt ma brood en speelt pa op zijn viool.